NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
No. 284. 1908.
Woensdag 2 September.
22e Jaargang.
HlSTORISGH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P. D'HüiJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
UIT BM PMS.
Binnenland.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
'a?::-.-.
van 1—5 regels.,40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '■ent.
Wie zich met 1 October a s op
ons blad abonneert, ontvangt de nog
In September verschijnende nom-
mers gratis.
De opgaat van den spoordienst
bomt In dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
1 September 1908.
Naar aanleiding van dr. Kuypers benoe
ming tot minister van staat schrijft o. a.
Het Handelsblad het volgende
Menigeen «al vragen Wat is dr. Kuyper nu
eigenlijk geworden? Is hij nu tóch weer Mi
nister?
Ja en neen. Niet Minister in den eigenlijken
zin van ahoofd van een ministerieel departe
ment", den eenigen zin waarin de Grondwet
het woord »Minister" opvat. Maar wel in dien
van »raadsman der Kroon", in zooverre name
lijk als in buitengewone gevallen deze bui
tengewone Ministers óók wel door de
Kroon worden geraadpleegd. Zitting in den
Ministerraad hebben deze buitengewone Minis
ters, voor zoover wij weten, nooit gehad hoewel
dit, aij 't ook in zeer beperkte mate, wel had
kunnen geschieden. En met het Ministerswerk
hebben zij niets te maken. Het instituut der
Ministers van Staat dagteekent van 18+2 toen
het, onder het ministerie-Van Hall, is ingesteld
in art. 2 alinea 2 van het K. B. van 31 Maart
1842 Stbl. no' 9 tot herziening van het Regle
ment op den Ministerraad. Bedoelde zinsnede
luidt als volgt:
»Wij behouden ons voor om, ten behoeve
van een bepaald onderwerp, alsmede een lijde-
Ejke zitting in den Raad der Ministers te geven
aan een of meerdere Ministers van Staat die
geene hoofden van departementen van algemeen
bestuur zijn".
Wij gelooven niet, dat deze bepaling sedert
dien is gewijzigd en er zou dus gelegenheid
bestaan om nu en dan dezen of genen Minister
van Staat een zitting van den Ministerraad te
laten bijwonen. Er is echter, gelijk wij zeiden,
naar ons weten, nooit van deze gelegenheid
gebruik gemaakt en vermoedelijk is de benoe
ming van dr. Kuyper ook niet met dergelijk
doel geschied. Veeleer zal men den grond van
deze benoeming te zoeken hebben in de zucht
van het tegenwoordige kabinet en vooral van
zijn formateur, om te toonen dat thans in
elk geval alles harmonie en vrede is tusschen
het kabinet en den leider der anti-revolution-
naire partij. Deze benoeming zet dan min of
meer de kroon op de ostentatieve hartelijkheid
van het uitgeleide, dat dr. Kuyper, onlangs bij
zijn vertrek door drie ministers werd gedaan.
298
rSTJïLLETOW
DOOR
S C A L D IS.
's-Heer Arendskerke.
I.
Wat de naamsoorsprong van deze ge
meente, vroeger ook genoemd 's-Beer
Arntskerke's-Heer Aat tskerke en thans in
den volksmond Straaskerke aangaat,
bestaan er bij de geschiedkundigen twee
mteecloopende meeningen.
Hoewel reeds in 11G5, op eene uitspraak
van Burchard, bisschop van Utrecht, welk
stuk nog voorhanden is in het archief van
het kapittel van St Jan te Utrecht en van
het bissohoppelijk zegel voorzien, zekere
Franco de Herradekerkeals leenman van
den bissohop, ondeT de onderteekenaars
voorkomt, zoo weten wij evenwel met
zekerheid, dat de opwassen aan de reede
van de Schenge verrezen, in 1140 in bezit
waren van zekeren Arend, om zijne onge
wone dikte bijgenaamd met den buik, die
de stamvader geworden is van de beroemde
en maohtige riddergeslachten van Schenge
en van cte~Poele.
Deze Arend stichtte op de ingedijkte
gronden eene kerk met hoogen toren eD
vandaar kreeg het dorp den naam van
's-heer Arendskerke.
Heer Arend overleed in 1183 en werd,
onder eene zerk voor het hooge altaar der
kerk begraven.
De scherpzinnige Dresselhuis is een ander
gevoelen toegedaan. Hij meent den naam
meer te moeten zoeken in de overeenstem-
Waarom deze objectieve schrijver het
subjectieve legendetje van den een of
anderen vierde-rangs-journalist te baat
neemt om den grond dezer benoeming te
vinden, begrijpen wij niet.
De onderstelling is zoo beleedigend, dat
de Kroon moet gebruikt worden om aan
de partij te laten zien dat't alles harmonie
en vrede is tusschen dr. Kuyper en het
ministerie, dat hem heeft buitengesloten.
Meer genoegen verschaft ons de lesiog
van hel slot zijner beschouwing, welke
den vrijzinnigen schrijver eert.
In 't algemeen kan men zeggen, dat het
Ministerschap van Staat is gebezigd als een
erkenning van verdiensten van beduidende
staatslieden.
En als men nu dezen maatstaf ook aan de
jongste benoeming aanlegt eh zich met da zoo-
eve" aangeduide vermoedelijke motieven niet
verder inlaat, dan kan men, dunkt ons, geen
grond voor aanmerkingen vinden. Het is jam
mer dat nu juist d i t ministerie deze benoe
ming uitgelokt heeft, te meer daar er, rondom
zijn geboorte, zooveel geruchten zijn gegaan
die doen vermoeden dat men hier met eer,
stukje inwendige politiek van de antirevolutio
naire partij te doen heeft. Maarhet kabinet
kan hierop antwoordenWij deden het
nadat onze liberale voorgangers
het hebben nagelaten.
En dan moet men, dunkt ons, erkennen dat
met de benoeming van dr. Kuyper tot Minister
van Staat dat eerbewijs zeker niet op lager peil
gebracht wordt. Ware het op te vatten als een
erkenning der verdiensten van den Minister
Kuyper dan zouden wij deze benoeming hoogst
bedenkelijk vinden. Maar dat behoeft niet.
Met het gewone Ministerschap heeft deze eere-
titel niets te maken; het eenigc practische gebruik
ervan is hierin gelegen dat bijvoorbeeld in een
politieke crisis ook deze of gene Minister van
Staat wel- wordt geraadpleegd. Zoo is tijdens
de laatste crisis de heer Asser gehoord. En
daar dr. Kuyper als leidend staatsman, zeker
behoort tot degenen die voor zulke audiënties
in aanmerking kunnen komen, is het ook in
dit opzicht volkomen verdedigbaar dat men hem
als politieke figuur heeft begiftigd met den titel
van Excellentie.
En dien titel kan hij op zijn buitenland-
sche reizen nu ook zonder aanmatiging voeren
Dit kabinet droeg dr Kuyper voor, //nadat
liberale voorgangers 't hadden nagelaten".
Juist, zoo is het.
WÜ waren zoo vrij deze woorden te spa-
tieeren.
De voordracht had van het ministerie-
De Meester moeten uitgaan.
aaing met de gesteldheid der schorren,
slikken en stroomen voor of bij de bedij
king, in verband met de aloude volkstaal.
Volgens hem verstond men eertijds door
het oud-Zeeuwsche woord herken, opper
vlakten gronds, welke een bijzonder deel
vormden en die ook later in ambachten her
schapen zijn, terwijl waarden of schorren
door het woord heeren aangeduid werden.
lieer-radeherken waren dus bijzondere hee
ren of schorren, aan de rade of scheepsreede
opgewassen.
Toen later op dergelijke gronden kerkon
verrezen, verwisselde de vroomheid der
vaderen deze bijna gelijkluidende woorden,
wijl het laatste lieflijker klonk en de over
levering voegde nu verder 't overige er bij.
De achterkleinzoon van genoemden
Arend was, zegt de geschiedenis, een der
mooiste ridders van zijn tijd. Zijn buiten
gewoon mannelijk schoon zou te 's-Hage
zelfs de opmerkzaamheid van Mathilda, ge
malin van den ongelukkigen graaf Floris IV
zoo zeer getroffen hebben, dat zij aan de bij
haar vertoevende edellieden vroeg,wie toch
die zeldzame ridder ware //Jan Arents",
was het antwoord. „Heeft hij geen anderen
na&m meer, is er geen stroom die zijn burgt
bespoeld Zon hij hernomen en nu nader
onderricht, dat zijn Slot bij de rivier de
Schenge lag, gezegd hebben „dat hij zich
din Van Schenge noeae", en hij, otn deze
Vorstin te believen, dien naam hebben aan
genomen, terwijl zijn broeder zich Van de
l'oele noemde,omdat zijne bezittingen daar
in gelegen waren.
Die heeren nu W6rden later met hunne
zijtakken een der rijkste en machtigste ge
slachten van Zeeland, Reeds vroeg bezaten
Het moest niet meer kunnen voorvallen
dat ware verdienste niet gsëerd werd, wan
neer die eer een staatkundigen tegenstan
der geldt.
In 1903 werd dr Kuyper door alle vrij
zinnigen uit alle rangen en standen ver
heerlijkt om zijn aangrijpen van 't monster
der regeeringloosheid, en zijn ontmaskeren
van de sociaal-democratie in hare meest ge
vaarlijke misdadigheid.
Maar in 1905 maakten diezelfde verbeer-
lijkera gemeene zaak met de naar wraak
dorstende sociaal-democraten en brachten
hnn weldoener ten val.
Een fout met droeve gevolgen.
Thans is zij ten aanzien van dr Kuyper
hersteld.
Doch niet ten aanzien van den werkman,
die met zijn val al zijne verwachtingen in
zake sociale wetgeving in rook zag vervlie
gen en nog na een driejarig liberaal be
wind teleurgesteld vraagt, waarom het
kabinet-Kuyper weg moest.
Want het slot van de geschiedenis
mag mooi wezen, dit voelt hij toch we!het
land was beter geweest met een Kuyper
minister dan met een Kuyper minister van
Staat
Dr. Kuyper's onderscheiding.
De Middelb. Crt. nam uit Het Vaderland
een vinnig stukje over, dat de redaotie
van laatstgenoemd unionistisch blad schreef
naar aanleiding van de benoeming van
dr. Kuyper tot minister van staat.
Als een staaltje van verblinding aan de
zijde van dezen staatkundigen tegenstander
moge 't onder ons Persoverzioht een plaats
vinden.
Het gaat ons natuurlijk niet aan, op welke
wijze de regeeringspartijen een fout willen
goed maken, die zij tegenover hun leider heb
ben begaan. Maar het kan onze instemming
niet vinden, dat daarvoor een hooge konink
lijke onderscheiding wordt gebruikt. Tot der
gelijke doeleinden moesten deze nimmer wor
den aangewend.
Intusschen verluidde bovendien dat zij ook
nog een ander doel heeft, n.l. den leider der
a.-r. partij op de voor hem meest eervolle
wijze buiten toekomstige Ministeries van rechts
te kunnen houden door hem een hooger eere
ambt en wel het hoogste in den Staat toe te
kennen.
zij Arnemadmzand, Ovezande en Heinkens-
zand en in 1395 wisten zij zelfs van hertog
Albrecht, wiens luister zy op het tournooi-
spel te Kuinre, in 1386 hadden helpen ver-
hoogen, te verkrijgen, niet alleen de beves
tiging van alle reeds aanzienlijke lsenen,
maar ook het recht op aanwas, dia daar zou
den vallen in de Steenisse tusschen Walche
ren, Borssele en Zuid-Beveland, onder voor
waarde dat zij den graaf met 32 gewapende
mannen zouden dienen, als de volle heer
vaart in Zeeland gegeven werdtengevolge
tan welken giftbrief thans nog niet alleen
de groote en schoone kraaiertspolders maar
ook een deel van het Nieuwland tot de heer
lijkheid van 's-Reer Aiendskerke behooren.
Het ambacht ia in den loop der tijden in
bezit geweest van vele Heeren.en Vrouwen,
te veel om hier te noemen. Den 20 Nov.
1872 werd het te Goes publick;,geveildhet
werd toen geschat op een waarde van
144000 gld. en bleef hat, in afslag, zonder
het houtgewas op 201905 gld. Kooper er
van werd nu dhr, J. B. Jonas te Amsterdam.
Het slot Schenge, waarop de Heeren hun
verblijf hielden, was een trotsch gebouw-
met diepe geweivenhetwelk men over een
«teenen brug van vier bogen binnentrad.
Reeds sedert lang zijn de laatste sporen
van dit aanzienlijk gebouw verdwenen, en
waarvan voor ruim twee eeuwon nog slechts
puinhoopen overeind stonden.
Naar Dresselhuis meent, zou deze burcht
gediend hebben, om den N. W. hoek der z.
g. n. breede Watering te verdedigen, waar
aan Te Werve den N. kant en h6t slot Oost
ende den N. O. kant dekken moesten,
Het kasteel droeg zijn naam naar den
stroom, welke uit de Zwake voortkomende,
Ook daartoe intusschen moeten Koninklijke
onderscheidingen evenmin worden gebruikt.
Zitten de partijen van rechts thans eenigs-
zins verlegen met den man, die hen groot
heeft gemaakt en met wien zij vroeger zoo
hoog weg liepenmissen zij den moed, hem
in een Kabinet van rechts op te nemen, of
den storm het hoofd te bieden, dien dat voor-
uitzicht alleen reeds, bij de stembus vau 1909
tegen hen in het land zou doen oprijzen,
welnu, dan zijn er middelen genoeg om hem
op andere wijze, vanwege de partij of de coali
tie een onderscheiding aan te bieden.
De allerhoogste zou dan niet hoog genoeg
kunnen zijn, en bij ons zou zij geen critiek onder
vinden; want de verdiensten die dr. Kuyper
zich tegenover de kerkelijke partijen verworven
heeft, het is door ons steeds erkend
kunnen zij hem nimmer ten volle vergelden.
Maar dat men de verguizing, hem van de
ééne groep van rechts te beurt gevallen, den
onwil en het wantrouwen, hem door de andere
groep betoond, en de aarzeling van allen om
met den onvolprezen schipper weleer opnieuw
in zee te gaan, tracht goed te maken, en geschil
in eigen boezem poogt te dempen, door hem
de hoogste Koninklijke onderscheiding te be
zorgen, hem, den. man, tegen wien de meer
derheid des volks zich in 1905 zoo ondubbel
zinnig heeft vereenigd in een eensgezind verzet.
dat is teren op andermans beurs, het gelag
voor eigen fouten laten betalen door het alge
meen.
Wij kunnen dan ook met deze onderscheiding
niet instemmen. Zij riekt ons te veel naar
partij-politiek.
En welk een bittere bijsmaak moet er voor
den begiftigde aan zijn
Wij zien unt verlangen uit naar het oor
deel van de Middelb. Crt. zelve, dat wel
-ninder onwelwillend en onwelluidend zijn
/.al dan dit partijdig geschrijf harer zuster
Intusschen heeft Het Centrum (r.-k.) 't
reeds beantwoord. Het blad schrijft
Het is te verwachten, dat de hooge onder
scheiding, waarmee dr. Kuyper door H. M. is
vereerd, tot Nurksachtige commentaren in de
Ltnker pers zal aanleiding geven.
Over den antirevolutionairen leider kan die
pers nu eenmaal niet met onbevangenheid
oordeelen.
En het Vaderland dat zich sinds lang een
zekere reputatie van Kuyperophobie heeft ver
worven, haast zich de geestverwanten in de pers
voor te zijn en verklaart, dat de onderscheiding
haar instemming niet heeft wat wonder
dat zo te veel rieki naar „partij-politiek", ge
bruikt is, om de „fout der regeeringspartijen"
goed te maken, enz.
Tot de nuchtere erkenning, dut dr. Kuyper de
langs de W. en N.-kant der Breede Wate
ring liep.
Nadat Heinkenszanddoor de bedijking
der N. en Z.zafcpolders, met het Oostelijke
land verbonden was, bleef de naam alleen
aan de N.zijde over. Doch ook dit wafer
slibde dicht en werd in 1809 ingedijkt,
terwijl aldaar later, in 1846, '54, 57 en '74
nog aanmerkelijke polders zijn aange
wonnen.
Tot deze heerlijkheid behoort o.a. ook
o'e Zuid-Kraaijertpolder, in 1700 bedijkt en
gelegen aan bet voormalige Sioe. Aan eene
bolstede in dezen polder is eene historische
herinnering, uit den tijd der Fransche
overheersohing verbonden, welke we niet
onopgemerkt mogen voorbijgaan.
Dit feit had plaats tijdens keizer Napo
leon, met .zijne 18-jarige gemalin, aarts
hertogin Maria Louise, voet wie hij i Apvil
1810 gehuwd was, en een talrijk gevolg,
een bezoek bracht aan de pas geannexeerde
provinciën N. Brabant en Zeeland.
Zijn verblijf te Middelburg op den 9 Mei
1810; zijn rit naar Veere, Vlissingen, Arne-
muidenDomburg enz. Op de volgende
dagen en de feestelijkheden welke er ter
hunner eere plaats hadden, gaan wij stil
zwijgend voorbij, als niet tot ons bestek
behoorende.
In den vroegen morgen van den 13 Mei
had 't vertrek over Rammektns Z.-Beveland
plaats. Ia het gezelschap van H.Q. M.M.
bevonden zich toen Jerome Napoleon en
zijne gemalin, twee hofdamos, vier opper-
otficieren en een mainelu^walk gevolg zich
per sloep begaf naar den hoek van 't eiland
Z. Beveland,alwaar zij bij de Noorder-Nol
overkwamen.
hem ten deel gevallen onderscheiding verdiend
heeft door zijn buitengewone gaven en zijn
jarenlangen arbeid ten bats van het land, ver
mag het Vaderland zich geen oogenbik op te
werken.
MerkwaardigIn een buitenlandsch blad
lezen wij heden, naar aanleiding van zijn be
noeming, dat dr. Kuyper niet slechts in Neder
land, maar in geheel Europa groot aanzien geniet.
En een binnenlandsch blad voelt zich door
diezelfde benoeming slechts geïnspireerd tot het
schrijven van een reeks hatelijke opmerkingen,
en ziet daarin louter een symptoom van onge
zonde partij-politiek.
Men hoeft na het lezen van zulk een stukje
echter niet te vragen, wi&t die partij-politiek te
zoeken is, en witar zij tot uiting komt.
Er zijn nu eenmaal volksvoorlichters die
helaas, niet veleu kunnen dat de zon in
het water van den niet-geestverwant
sohijut. Laten wij tegen dezulken niet
veohfen.
Nederland en Venezuela.
De Parijscho correspondent van de
Nieuwe Crt. had een interview mot twee
revolutionaire Yenezolanen te Parijs over
den toestand. Een der geinterviewden
was vroeger lijfarts van Castro en is het
hoofd der Venezolaansche revolutionairen
in Europa.
z/Wees er van overtuigd, begon hij, dat
de Eollandsche natie ons zeer sympathiek
is. Een oorlog tusschen ons beider landen
is trouwens iets onmogelijks. Wij beschou
wen het geschil als veroorzaakt door eon
manoeuvre van den dictator, gelijk hy er
heeft gebruikt, telkenmale wanneer hij zjjn
binnenlandsche positie bedreigd zag en
wanneer hij den haat van het volk tegen
zijn tycannie voelde stijgen. Op dezelfde
wijze heeft hy reeds in 1902 een coiiflict
gezocht, ten einde don tegenstand van
generaal Matos te overwinnen. Ook toen
heeft hy een berosp gedaan op do vad r-
landaliefde zij nor 1 .ndgenooten door hen
tegen de vreemdelingen op te hitsen. Fiuka
stelde hy eenige politieke gevangenen in
vrijheid en speelde even een oomedie van
broederschap met dat gevolg, dat de
meeste revolutionairen da wapenen neer
legden. Na aldus een einde gemaakt te
hebben aan de binnenlandsche beweging
en na eerst uitgeschreeuwd te hebben dat
hij de vijanden van het vaderland ging
Het wèer was vrij onstuimig en daar
het laag water was, zoo moest de stoet,
met behulp van boeren over de slikken
en greppels geholpen worden. Op de lan
dingsplaats in den Zuid-Kraaiert. werd het
hooge gezelsebap opgewacht, door eene
met aoht en eene met vier paarden be
spannen koets, benevens honderd ruiters.
In dezen polder hadden de Franschen,
na de terugtocht der Engelse-hen naar
Walcheren in het;vorige jaar, zoo dikwijls,
dooh vruchteloos fgetraeht de vijandelijke
schepen nit het ^vaarwater het Sloe te
verjagen.
Napoleon verzuimde dan ook niet deze
plaats in oogensohouw te nemen. Zoodra
hij aan wal was, begaf hij zich langs den
zeedijk naar de aldaar gelogen, met tien
stukken bewapende b&tterij. No. 1, stamp
voetende van toorn dat zijne reuzenkrach
ten door een zdó smal water gestuit waren.
Yan deze batterij begaf bij zich naai
de nabijgelegen hofstede van Klaas Hon-
dert, alwaar ziok ook het stedelijk bestuur
van Goes bevond en een gehoor verkreeg.
Wat er verder bij <jt bezoek aan die
hofstede voorviel, hopen wij een volgende
keer te vernemen.
Het was de eerste maal dat in Enge
land voor eene dergelijke onderneming, zulke
voorbereidselen op groote schaal werden ge
troffen.
Niet minder dan 37 linieschepen, 30 fregatten
en 8+ kleine oorlogsvaartuigen werden gereed
gemaakt tot het begeleiden van ongeveer 150
transportschepen voor ongeveer 150 transport
schepen voor 38ooo man landingstroepen en
I44 stuks belegeringsgeschut.
Wordt vervolgd