LS,
I
NIEUWSBLAD
historisch
VOOR ZEELAND
•P.
conüoomer
I pachten:
No. 276. 1908.
Maandag 24 Augustus.
nf
MULDER.
ne koop
22e Jaargang.
CHRISTELIJK-
ierder
delburg
883.
s in Zeelanti.
eling der goe-
volgens jaren-
ingen gratis.
Omstreken
auwers
MES wil aan-
Len zal nemen.
T E",
geplaatst zijn,
;ang, scherpe
rzaamheid.
irne verstrekt
er der fabriek
RT,
eerste klasse
rtvliet, of zijn
rertegenwoor-
ten aangesteld
n bij
hofstede
Ovezand,
IA. Bouw-
|in pacht kan
i voornoemde
m. 2 H. A.
orden inge-
|g 31 Aagus-
eigenaar
te Ovezand.
|d van onder-
ichrijvingsbil-
t Donderdag
Tur.
)E GEUS.
abinet en
zoo goed
Mid'b.
|er gebreken,
Adres onder
Kamper-
|1 e.
?ht
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE J0NGE-VERWE5Ï, te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRiJS DER ADVERTENTIËN
UIT DE PIES.
Te hard van Stapel.
Binnenland,
De scheidende Nestor.
u
r;
rJ? El
.S<. Joosland.
LAGD
j niet beneden
pSEN, Noord
der tegen-
|f vroeger een
i Jé 'tj-
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
3S57He®ss2aesssgpïsëE3
UITGAVE DER FIRMA
EX VAX
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer S cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '•ent.
I Iphaartsdi/jk.
rweit - Qübt-
22 Augustus 1908.
Terwijl men in Duitschland door het suc-
c s van Zeppelin's luchtvaart, zoo onver
wacht en ongelukkig geëindigd in overdre
ven ijver de duizenden aanbrengt noodig
voor een nieuw luchtschip en voor een nieu
wen tooht komt een der vakbladen blusoh-
water aandragen in diibrandendaijvervuur
Dat het luchtschip ooit een deel in het
leven der menschen vormen zal is, volgens
dezen technicus niet aan te nemen. Het
meest noodlottige gebrek van het lucht
sohip is wel dat het zoe hulpeloos is wan
neer het geankerd ligt. Zoolang het vliegt
met of zonder wind is het betrekkelijk vei
lig, maar wanneer een sterke wind waait en
het vaartuig in ruste is dan is de stabiliteit
zeer twijfelachtig.
Het sehip biedt den wind een onmetelijke
oppervlakte aan en draagt in zich twee doo-
deïijke stoffen benzine in de motoren en
gassen in het lichaam van den ballon.
Het is gelijk san een buskruitmagasijn
met een vonk op den drempel en dus altijd
gevaarlijk. Als de wind er mes gaat spelen
is het eveu hulpeloos ais een vlieger.
Natuurlijk zegt het vakblad is het
mogelijk, dat de mensehen al die bezwaren
zullen voorkomen, want er is by na geen
grens voor de vindingrijkheid van den
mensehelijken geest. De draadlooze tele
grafie is misschien een nog veel wonder
baarlijker uitvinding geweest als het lucht
schip. Het is mogelijk dat iemand het ge
heim vindt dat voor elke zwaluw en elke
musoh geen geheim is. Immers die zijn in
staat om zelfs in een orkaan te vliegen
zonder hulp van benzine of waterstofgas.
Misschien dat een toekomstig Iuohtsohip
gebouwd zal worden volgens het model
der vogels. Het zal dan zwaarder zijn dan
de luoht en een bries kunnen weerstaan.
Mejuffr. M. Miohels (Johanna Breevoort)
heeft zioh bij de ohristen-sooialisten aan
gesloten.
Zij zegt 't zelf. En als bewijs dat zij 't
meent heeft zij in 't blad harer partij
«Opwaarts" een scoialistiseh-getint klassen
strijdstukje geplaatst, waarin zij verhaalt
van een tuinman die bij zijn wijndrinkenden
en manilla's rookenden heer f 9 per week
verdient, waar nog een rijksdaalder ai
moet voor huur, terwijl de overtollige
groente in den tuin ligt te rotten in plaais
van die, gelijk vroeger, te mogen meenemen.
De toestemming om groente te mogen
meenemen is ingetrokken, sinds een ven
't personeel betrapt was terwijl hij die
groente verkocht in plaats van ze met zijn
gezin zelf te verorberen.
Dit alles wordt door de geachte schrijf
ster verteld en gekleurd, met een talent,
waarvan zij 'tgeheim verstaat, en opeen
toon van "gezag waarin men de roman
schrijfster herkent.
De Rotterdammer vroeg eohter even o'
zij die zoo zware besehuldiging tegen een
z/heer" uitsprak, alvorens dit te doen, wel
goed onderzocht had.
Haar antwoord volgde reeds den vol
genden dag.
Het luidt;
Geachte Redactie.
Naar aanleiding van het stukje, door U over
genomen uit O p w a a r t s deel ik U mede.
dat ik mij omtrent het loon,dat tegenwoordig op
bedoelde buitenplaats betaald wordt,heb vergist.
Ik rekende nog met het oude loon, indertijd
door een knecht, dien ik kende, verdiend de
man is er jaren geweest en is reeds overleden,
maar de loonen zijn sinds verhoogd. Ook krijgen'
de knechts nii groenten mee.
Dezelfde man vertelde mij ook indertijd de
geschiedenis van de verkochte groente, waar
van echter de tegenwoordige knechts niet af
weten.
Hoe hoog het loon op bedoelde buitenplaats
nu is weet ik niet, wel echter, dat verleden jaar
een groot gezin er bij lange geen overvloed van
hebben kon. Maar de knechts zijn volkomen te
vreden en dat is voor hèn gelukkig.
Trouwens is het van algemeene bekendheid,
dat in het tuindersbedrijf de loonen laag zijn.
Het spreekt vanzelf, dat de weg van het Chris-
ten-socialisme mij de rechte toeschijnt, en zoo
lang mij niet metdeSchrift in de hand
is bewezen, dat Christendom en Socialisme
onvereenigbaar is, zal dat wel zoo blijven. Voor
Gods Woord wil ik gaarne buigen.
Uw dienstw.,
JOH. BREEVOORT.
De redactie plaatst er dit onderschrift
onder.
Hot eert Johanna Breevoort, dat zij reeds
zoo spoedig, nadat wij op het ernstige va d
het feit hadden gewezen, op onderzoek is
uitgetrokken en nu openlijk in bovenstaand
schrijven een „ander licht over de zaak doet
opgaan".
Maar nu vragen wij, waarom heeft de
schrijfster dat niet gedaan, vóór zy hetieit
wereldkundig maakte Indien 't Christen-
socialistisch orgsïnOpwaarts ons niet ware
toegezonden, dan zou wellicht dit staaltje
„Uit onze klasse maatschappij", gelijk het
socialistisch dagblad Het Volk, dat het in
zijn geheel met ingenomenheid overneemt,
het bericht betitelt,door de aanhangers van
het socialisme als om strijd zijnmitgebuit".
Doch wat meer zegt, de smynheer" die
wel voldaan zyn cigaret rookt op de lust
warande en die voor ettelijken wellicht
geen nadere aanduiding behoeft, zou met
6en zwarte kool als mitzuiger zijn en blij
ven staan geteekend.
Daarom is ook deze geschiedenis voor
hen, dia meenen ons volk van voorlichting
te moeten dienen eene les, om, het papier
niet dadelijk onze gedachten toe te ver
trouwen.
Of dan de verhoudingen gelijk Johanna
Breevoort die in haar bericht daoht te kun
nen wraken niet bestaan Wij komen te
dikwijls met het praotische leven in aanra
king, om niet te moeten erkennen, dat der
gelijke toestanden heelaas maar al te veel
vuldig worden aangetroffen. En of we dat
dan maar lijdelijk moeten blijven aanzien
Niemand, die het onzerzijds ooit heeft be
weerd. Ook prof. Fabius, wien men niet
geheel van //conservatieve smetten vrij'*
waant, verklaard zioh voor handelend-op
treden in dezen. Stellig 4 van zijn redevoe
ringen op het Sooiaal-eongre8 van 1891 ge-
honden luidde„Wanneer de maatschap
pelijke toestanden daartoe leiden, dat een
belangrijk deel des volks de meest gewone
voorwaarde van een mensehelijk bestaan
mist, is tegen staafs-tussohenkomst geen
overwegend bezwaar".
Maar wij herhalen nogmaals de predi
king van den klassenstrijd lijkt ons een ver
keerde weg, om tot verbetering van de so
ciale nooden te geraken, ja wat meer zegl,
wij zijn van oordeel, dat een rechtzinnig
Christen geen socialist kan zijn.
Johanna Breevoort schrijft aan het slot
van haar briefje, dat zij voor zioh meent, da'
de weg van het Christen-soeialisme df
reohte is, tenzij haar met de Schrift in de
hand bewezen wordt, dat Christendom en
socialisme onvereenigbaar zijn.
De geachte schrijfster, die veel in Chris
telijke kringen verkeert en dus maar al te
goed weten kan, welk kwaad met uitdruk
kingen, als„ge moet mij met de Schrift in de
hand bewijzen gedaan wordt, had o. i.
deze niet naar voren moeten brengen, om ze
haar tegenstander als eenigen bewijsgrond
voor zijn betoog op te leggen.
Immers, tenzij men niet met een reeks
van tekstendie veelal uit hun verband
moeten gerukt worden, een of andere door
U naar voren gebraehte stelling bewijst(?),
hecht men in sommige kringen geen gelooi
aan het door U geponeerde.
Maar bovendien, Johanna Breevoori
zelve sohrijft in haar stukje „Doodzwij
gen', in hetzelfde nummer van Opwaarts
het orgaan van den Bond van Obristen-
soeialisten
De Bijbel is voor ons geen economisch
handboek; noch een bepaalde staats-, nóch
een bepaalde maatschappijvorrn wordt daarin
voorgeschreven, maar wel geeft de Schrift oc
de eeuwige beginselen van gerechtigheid er.
liefde aan.
Of gelijk Dr. Kuyper het zoo schoon
in Ons Program zeg!
De Heilige Schrift is geen repertorium van
wetsbepalingen, maar de gewaarmerkte oor
konde van één machtige levensopenbaring, die
een geschiedenis van eeuwen omvat, en waar
de ordinantiën Gods, d. i. zijn eeuwige en on
veranderlijke beginselen wel i n zijn, maar
meest in vermengden vorm, of, wilt ge,
als gouderts verscholen in de mijn.
Welnu, als door deivers in die mijn
dat goud naar boven is gebracht en aan
getoond dat naar de meening der H. Schrift,
door deductie, (bij gevolgtrekking afleiden j
kan worden bewezen, dat het socialisme
en zijn klassenstrijd met „de eeuwige be
ginselen van gerechtigheid en liefde" ten
eenen male vloeken, zal Johanna Bree
voort dan buigen
Onder de op de aan den hoofdcursus ge
houden officiers-examens slaagde o. a voor
de infanterie hier te lande jhr J. P. de 8a-
vornin Lohman (geb. te Groningen). Voor
de inf. O.-I. leger O. J. Baden, W. G. A. v
Nieuwenhuizen, J. A. Schippers en A.
Slager.
De Haagsohe redacteur van het Hbl'l.
schrijft
De Tweede Kamer krijgt een nieuwen
nestorde heer J. van Alphsn, het anti
revolutionaire Kamerlid voor O romer,
ruimt de plaais van het oudste lid voor
een „jongere kracht." Zijn vriendelijk
ouderwetseh gezicht zullen wij dus niet
meer in de Kamer terugzien. Zijn ernstig-
luimige oogen zullen we niet meer, helder
en vast van blik, de zaal zien rondkijken.
En in het uiterste uithoekje van de rechter
zijde zal zijn zwarte kalotje niet meer
duisteren in de sohaduwen tussohen bank
en wanden.
Wel, ziehier een arbeider, die zijn ruit
verdiend heeft. Bijna 79 jaar hij wordt
het op 1 December van dit jaar dat is
een leeftijd, waarop men zjjn emeritaat als
politicus wel nemen mag.
Tooh zal niemand, die den scheidenden
nestor kende of zelfs maar waarnam, ont
kennen, dat hij, zonder de ziekte, die hem
onlangs trof, en die hem blijkelijk hard
heeft aangegrepen, gerustelijk had kunnen
blijven zitten. Waarlijk, er zijn jongeren
in de Kamer, niet zoo wakker van geest
en fiksoh van lijf als deze grijsaard. Als
hij las, als hij jaarlijks, na 't zomerreces,
tijdelijk den presidialen zetel in moest
Demen en een gemoedelijk speeehje aflas
op dien raffeligen dreuntoon, die iets had
van het voorlezen van een schoolkind èa
van het voorzeggen van de psalmverzen
door den dominéé vóór het zingen dan,
ja ckn brilde hij. Anders nooit. Hij ziet
op straat uitstekend, herkent u van den
eenen kent van 't Binnenhof tot den ande
ren. Ook zijn gehoor is nog heel goed
men hoeft in een gesprek niet luid te
praten om door hem te worden verstaan.
En loopen, loopen 1 Zoo vast en stevig
van stap en zoo monter van gangZijn
rug cacoht ietwat beginnen ts buigen, nie
mand zou hem bijna 79 hebben „gegeven"
als hij over het Binnenhof kwam aangestapt
met de portefeuille onder den arm, 'szomers
van de „Twee Steden", 's winters van he!
villatje aan den Badhuisweg (van 'tjaar
gesloopt), waar hij dan verblijf hield.
In den dagelijkscben omgang vriende
lijk-zake! ijk. Beslist van oordeel en van
spreken. Zonder veel praatjes. Een heel
simpel Christen zoncer uitstalling van
vroomheid. „Slecht en recht." Een ouder
wetseh aangelegde geest, maar open voor
de eisehen van een jongeren tijd.
Id de Kamer een van degenen, die stem
men, niet spreken. Trouwe Kuyperiaas
een Petrus onder de Kuyper-fractie. Altijd
op 't appèl als er stemplicht was te vu
vullen voor zijn groep. Dan hoorde men
in een duidelijk „Voor" of „Tegen" ziju
geluid dat anders alleen vernomen werd
tijdens dat jaariijksohe kortstondige pre-
sidium.
Een zwijger. Tooh een figuur, die heen
gaat uit de Kamer.
Zijn opvolger als nestor P Oók al zoo'n
krasse jongeling, zoo'n jeugdige ouderling.
F. Lieftinok, die 8 Juni 73 is geworden.
Dat zij a me nog eens „oudjes" 1
Nu Hel Handelöbl. 'n waarJeerend woord
wijdt aan dezen kloeken „zwyger"cf-
sehoon hij a!a 't noodig was. in prachtig
Nederlsudsch. aardig te zeggen wist, waar
't op stond, wenschen wij, die d9eer hadden
den hserVanAlphen wsl eens te ontmoeten,
de aandacht te vestigen op twee feiten, die
ons uit zijn leven te binnen schieten.
De heer Van Aiphen was jaren lang wet
houder te Ommen, en lid van O /eryssl-i
Statennog niot zooveel jaren geleden wer i
hij zoifs - let wol. mat behulp van liberalen
gekozen tot lid van Gedeputeerde Staten
van Overuse], doch de zeer bescheiden ms.i
bedankte omdat hij vreesde niet naar be
hooren deze batrekking tegelijk met hec
Kamerlidmaatschap te kunnen vervullen
Van Alphen trad op den voorgrond in
dan tijd teen iu 't district Almeloo de evolu
tie van liberaal tot conservatief zich vol
trokken had: mr. Gys v. d. Linden wee
door Insinger, mr. Bert Brouwer door Co;-
ver Hoeft vervangen. Nog eenmaal leef'"
't liberalisme op toen, tengevolge van hei
zelfstandig optreden der antirevolutionai
ren, mede onder Van Alphens leiding, d-
liberaal Van Laar (in 1884 bij de Kamer
ontbinding-Heemskerk III) ter Kam; t
ging. Doch bij de volgende Kamerverkie
zing was uit. Van Alphea werd Candida; i
gesteld.
Van Alphen Van Aiphen klonk het
overal in onze eigen kringen. Van Alphou,
wie is dat 1
Eu in de liberale per3 spotte men te; t
den boer die zioh verroestte naar esn Ka
merzetel, nog kort geleden door den zo;
knappen liberalen lands-advocs&t bez<>\
te durven' dingen. Van Alphen, dat was
immers heelemaal niets
Maar een plaatsalijk liberaal blad kwam,
nog voor de stembus open ging, den on
wetenden collega eens anders inlichten. Eu
zoo kwam men te weten dat deze „boer"
overigens een echt type van een stoeren
Transvaler! tot de schranderste en beste
mannen van zijn party behoorde en de ach
ting genoot van heelSalland en Twentbo.
Van Alphen werd dan ook Kamerlid,
bleef het sinds tot den huidigen dagea
maakte als zoodanig een zeer goed figuur.
In onze partij werden zjjn adviezen
steeds op hoogen prys gesteld. En wat
ook iets zeggen wil hy is er bescheiden
bij; kan tegenspraak en meening verschil
verdragenen blijft in zijn ietwat Over-
yselsch accent steeds in den goeden toon.
Hoe hij terechter tyd in de bocht weet te
springen, daarvan heeft schryver dezes,
van de gereserveerde tribune, in een der
zittingen tijdens 't ministerie-Mackay een
staaltje gezien.
Het was by de behandeling van de school-
wet-Mackay, die het groote beginsel der
rechtsgelijkheid zou gaan invoeren. Hevig
verzet van de zyde der radicalen en veie
liberalen. Maar Lohman en Schaepmsn
waren op hun post, en weerden aan
Macksy's zyde alle aanvallen af. Doch nu
moest 6 Dec. 1888! -de heer Lohman
er een dag uit, wegens huwelijk van zyn
zoon, 't tegenwoordige lid van den Hoogen
Baad.
In behandeling was bij zijn afwezigheid
het artikel rakende de verplichte school-
geldheffiag. De minister stelde voor „een
billijk schoolgeld". Algemeen verzet op de
1 liberale banken. Niet alleen Kerdijk er
Goeman Borgesius, ook Roëll en Verniers
v. d. Loaff protesteerden. Het was een heete
dag.Dr Schaepman en zijn geestverwanten,
Seret en zyn geestverwanten stakeu de
j hoofden byeen. Da eene rede volgde de
andere, en onderwijl spraken Schaepman
en minister Maokay aanhoudend met
elkaar. Besloten werd aan dhr Lobman te
telegrafeeren. Inmiddels was door den
voorzitter mr Beelaerts pauze gegeven. Na
de pauze was het woord aan den minister.
Doch inmiddels was wel het telegrafisch
antwoord van dhr Lobman ingekomen
zelfs op dien eenen „vrijen" dag lieten
landsbelang en chr. staatkunde dezsn emi-
nenten staatsman geen rustmaar nu
moe t het nieuwe artikel, dat aan der libe
ralen b izwaren zou tegemoet komen, door
den minister in overleg met dr Schnepman
worden geformuleerd. Er moest derhalve
iemand gevonden worden om een rede uit
te spreken tot de minister met zijn wijzi
ging klaar zou zyn.
W ie zon 't doen Spanning. Daar staat
Van Alphen op. Hij zat toen nog niet op
de achterste bank daar kwam hij pas
na 1894 tereohtmaar op de 2e bank
achter de plaats van Lohman.
„Het woord is aan den heer Van Alphen
kloek het verademend uit 's Voorzitters
mond. En de heer v. Alphen haaide een
papier mot punten uit zijn binnenzak en
begon te speechenMijnheer de Voor
zitter, zoo sprak hij, doeh naar de minis
terstafel keek hij. En dit duurde een tien
minuten, toen minister Maokay den heer
Seret een wenk gaf, die hierop den spre
ker een papiertje in de hand stopte. Van
Alphen zag 't vlug in, besloot zijn rede,
en ging weer zitten. De minister kreeg't
woord en las 't gewijzigde artikel voor
waarin een „minimumsohoolgeld van 20
cent" werd voorgeschreven. De oueesta
liberalen waren hierdoor bevredigd, alieen
de radioaien, bij monde van mr. Kerdijk,
sputterden nog wat tegen, doch de zaak
was en bleef gezond. De minister genoot
de glorie van den dag, maar een glorie
een ieder gevoelt 't waartoe deze „stille
kracht" voor een groot deel had bijge
dragen.
In dit eene staaltje typeert zich 't gan-
sche openbare leven van den hoer v.
Alphea. Een „zwijger" was hij over 't
algemeen aangenomen Maar dan een
zwijger die waar 't moest, en te reohter
tijd, ,wist te spreken. Een stille kracht,
ja, maar dan tooh een kracht, die groot
was in 't kleine. Een bescheiden soldaat,
zeer zeker, maar die zioh in kritieke
oogenblikken niet ontzag, de rechterhand
van den veldheer te zijn.
•^Wij hebben aohting voor deze figuur.
Wij zullen hem noode missen,
JJ0nz9 antir. Kamerolub heeft geen fypen
meer, zeggen wij, al waardeeren wij haar
leden, een iegelijk in zijn orde.
Nederland en Venezuela.
De Indépendance Beige (Brussel) zegt:
Ofschoon Nederland het zijn plicht aoht
iets te ondernemen tot bescherming van
zijn belangen en zijn eer, zal de openbare
meening in Europa op zijn hand zijn, want
het heeft het reoht aan zija zijde, en er is
geen sprake van eenige aarzeling wanneer
men voor de kens geplaatst wordt tusschen
aan de eene zijde Nederland, dat altijd
zorgvuldig zijn internationale verplichtin
gen heeft vervuld en aan de andere zijde
de ongelukkige Venezolaansehe natie,
welke Castro's politiek in allerlei avon
turen meesleurt.
Castro wapent zich.
De N.-Y. Herald (Parijsohe uitgave) be
vat een telegram uit New-York, waarin
medegedeeld wordt dat de correspondent
te Caracas van hetzelfde blad zegt dat
president Castro, vooruitloopendeopkracht
dadige maatregelen onzerzijds, de kust
verdediging in staat van tegenweer heeft
gebracht en dat mede de Venezolaausohe
zeemaehf te Puerto Cabello aan een grondig
onderzoek wordt onderworpen.
De Ciudadano, een blad dat te Mara-
eaiho (Venezuela) verschijnt, bevat, naar
de N.-Y. Herald uit Willemstad verneemt,
een artikel waarin gezegd wordt, dat het
blad van dien naam te Puerto Cabello van
meeniug is dat »de roem en de waardig
heid van de Venezolaansehe natie ver
bieden betrekkingen te onderhouden met
'I