No. 266. 1908,
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
Woensdag 12 Augustus.
22e jaargang.
SaMsaM Qverzieltl.
Binnenland.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE J0NGE-VERWE5T, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
FEUILLETON.
Turkije.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
11 Augustus 1908.
De reclame, hoe uitgebreid ook, weet nog
steeds nieuwe middelen tot propaganda te
vinlen.
De vryzinnig-democratsche af deeling
Dordt houdt voor haar propaganda zomer-
uitstapjes en doet de uitstapjes door mu
ziek begeleiden. Op de boot die dezer
dagen 300 uitgaanders naar Oostvoorne
bracht was piano- en vioolmuziek. By die
tochten wordt een Bondslied aangeheven,
dat, hoewel van ernstig streven tot bezie
ling getuigend toch o. i. nict zeer pakkend
is. Ziehier het nieuwe lied
Kent gij dien Bond, nog maar zeer klein,
Doch groot reeds door zijn kracht,
Die voor het volk een steun kan zijn
Tot wijsheid, welvaart, macht 1
Houde hij de vaan der democratie
Voor alles maar steeds omhoog,
Hij worde eens 't Symbool der natie,
Dat hij steeds bloeien moog 1
Lang leev' dien Bond, lang leev' dien Bond 1
Wij zweeren hem trouw met hart en mond I
Aan ieder burger hetzellde recht,
In dorp en stad en staat.
De standenmuren ook geslecht,
Geen «strijd" waardoor dat gaat
Gelenigd-sociale nooden
De school voor iedereen 1
Den zwakke trouw de hand geboden,
Dat maakt van allen één
Lang leev' die Bond, lang leev' die Bond 1
Wij zweeren hem trouw met hart en mond
Wie democratisch denkt en voelt,
Die sluit' zich bij ons aan,
Tenzij hij op één wortel stoelt,
Of Marx steeds voor laat gaan.
Vrijzinnig en ook democrattsch
Dat is steeds onze leus
Wie daarvoor met ons wil strijden,
Doet wis de beste keus I
Lang leev' enz.
Zoo'n toohtje zegt het hoofdorgaan
der vrijzinnig-democraten is vol van propa
gandistische waarde. Daardoor wordt de
Een bladzijde uit het dagboek van
den aan onze lezers bekenden
84-jarigen broeder.
In 't begin van Maart 1846 werd ik door
myn zwager da. K., destijds predikant te L,
bfj Frankfort aan de Main,verzocht om mijn
20- jarige zuster, die tot hem komen zou, te
vergezellen zijne vrouw had een heimwee-
achtige begeerte naar hare familie. Ik vol
deed aan dat verlangen. Wij begaven ons
Zaterdag 2 Maart op reis. In die dagen was
een reis naar Duitschland nog iets zeer bij -
zonders.
W ij brachten den Zondag bij familie te
Gorinchem en Herwijnen door, vetrokken
vervolgens vsn Gorinchem per stoomboot
naar Rotterdam, en namen daar op een nes-
ki.unheim bestemde boot plaats. Aan d
grenzen des Rijks werden onze goederen
onderzocht door de daartoe aangestelde be
ambten, en werd onze pas door de politie
nagezien en gestempeld, bij welke gelegen
heid een aanzienlijk heer ons bespotte, bij
het zien van eon grooten, fraaien Statenbij
bel (uitgave Piater Keur) en kleine Testa
menten, en eenige godgeleerde boeken, die
mijn zuster bij zich had. Zij zou jaren weg
blijven en had mitsdien gezorgd voor goede
boeken, wetende, dat zij in Duitschland
juist niet in overvloed waron.
Wij reisden van Emmerik tot Dusseldorf.
Het was half elf 's avonds. De boot zou er
een kwartier stil liggen om te ontschepen
en te laden. Ik kwam op de gedachte, om
twea bruiken destijds beroemd bier uit ri©
stad te halen, en nam daartoe een gulden
uit een zak, waarin zich ruim f 300 bevon
den. De reis voor mijn zuster, en voor mij
ook terug, was reeds betaald. Door den
haast liet ik zelfs mijn overjas in de boot.
Zeer dun, in deftig zwart lgken, gekleed,
liep ik de stad in. Het was streng koud en
j»et vroor hevig. Ik raakte verdwaald;
aanhang vergroot en komen de noodige
soldaten van zelf.
Aan den heer ds. G. Wisse Jr. te
Driebergen is een koninklijke onderschei
ding te beurt gevallen, en wel van H. M.
Elizabeth, koningin van Rumenië, bekend
onder den naam „Carmen Syivï/'als schrijf
ster en letterkundige. Het jongste philoso-
fisch werk van ds. Wisse over „Geloof en
Wetenschap" was in het bezit gekomen
van H. M. koningin Elisabeth en om haar
waardeering voor dit door de pers zoo alge
meen gunstig gerecenseerde werk uit te
drukken, heeft zjj, doormiddel van de Ru-
menische legatie, aan ds. Wisse ten ge
schenke doen aanbieden het portret van
H. M. in zeer groot formaat, prachtig fraai
uitgevoerd. Ia de Fransche taal heeft H. M.
er eigenhandig een warm woord van waar-
deering onder geschreven, met haar na&m
onderteekend als koningin Elizabeth.
Ds. Wisse mag trotsch zjjn op zulk een
koninklijke onderscheiding.
Wat veranderen de tijden toch
Hoeveel schoons en verdienstelijks tcch
hebben onvermoeide christen-schrijvers als
Groen en da Costa, Kuyper en Bavinck al
voor lang niet geschreven, en de landge
noot, laat staau de vreemde, nam er nauwe
lijks notitie van. En zie nu eens de arbeid
van dezen jeugdigen schrijver tot over de
grenzen van zijn vaderland gewaardeerd.
Eerst in Portugal, daarna in Roemenië,
door Carmen Sylva liefst.
Wij wenschem hem er geluk mee.
Ds. Gispen zou zeggen als men er maar
klein onder mag blij ven.
Het oog van de heele wereld is dezer
dagen gericht geweest op Graaf Zeppelin
en zijn in rook vervlogen luohtschip.Welke
verwachtingen de vaderlandslievenden
Duitseher van deze luohtvaartbeweging
heeft kan ons de beschouwing van den
Duitsohen regeeringsraad Martin leeren die
een toekomstbeeld ontwerpt.
Hij zegt: iedere buitenlander kan uit
kwam te laat aan de aanlegplaats van de
bootsnelde naar da schipbrug, die de boot
door moest, hopende nog op het schip te
kunnen springen, maar het bleek onmoge
lijk de afstand was te ver; de boot ging
daar heen en liet rnjj staan, zonder geld, en
zonder pas, dun gekleed, in een vreemd
land, bibberend van kou, met 2 kruiken
bier in de handEen muntstukje, ongeveer
30 centen, was heel mijn schat. Gelukkig
was ik met de Duitsehe taal vertrouwd. Ik
vroeg een brugwachter, die mijne teleur
stelling gezien had, of hij my voor dat be
drag naar het postkantoor wilde leiden, en
daar getuigen van wat hij had aanschouwd.
Dit geschiedde. Nu informeerde ik, wan
neer er een postkar naar Keulen vertrok, of
ik dan meerijden mocht, om bij aankomst te
betsslen. De postmeester stond zolks toe.
Wy hadden evenwel beiden slecht nsga-
dacht. Om ééu uur zou de post vertrekken.
Ia een sierlijke wachtkamer gelaten, nam
ik plaats op een canapé. Een heer zette zich
naast mij. Ik zat tot half één te peinzen, en
bedachtKeulen ligt zeven uur boven deze
stad ik kom dus niet voor half vijf daar
aan de boot is dan reeds gepasseerd. M?n
zal u vragen, waar is nu uwe zuster die het
geld heeft om te betalen P Gy zult als een
bedrieger aan de politie overgeleverd wor
den, de gevangenis zal uw verblyf zijn
Verschrikt en bevreesd liep ik het postkan
toor uit, en sloeg den weg in naar den Rijp,
zonder te. weten, wat daar uit te richten.
In de verte zag ik reeds licht op de schip
brug en op myne vraag,wat dat beteekeu-
de, en waarom in dat nachtelijk uur zooveel
volk op de brug was (ik meen acht mannen)
antwoordden de wachters „wij moeten dn
brug verplaatsenom éan uur komt de
eerste boot van Amsterdam naar Keulen".
Men wees mij, op m(jn verzoek, de aanleg
plaats van die bootik liep er heen, en zut
weldra in het goed verwarmd kantoor, wai.r
my warm bier geschonken werd. Toen de
rekenen hoeveel soldaten de Duitsehe Kei
zer met 8000 luchtschepen vervoeren kan
indien hij weet dat het Zeppelinsohe lucht
schip 50 man dragen kan. Naar den tegen-
woordigen stand der industrie kunnen 60' 0
luchtschepen per jaar in Duitschlaud ver
vaardigd worden.
Deze zullen 300.000 man kunnen ver
voeren. Waarheen zegt Martin niet, maar
het is duidelijk dat dit luohtsehip-vervoer
voor Engeland bestemd is.
De kosten behoeven volgens des regee
ringsraad ook geen bezwaar te zijn. Er is
maar 4 milliard (40000 millioets) Mark mee
gemoeid.
De Duitsohesohuld zou daardoor wel met
de helft stijgeD, maar Duitsohlsud zou dan
ook de voldoening hebben door zijn strijd
macht de heele wereld te kunnen be-
heerscben.
Gelijk te verwachten was is de tooht
over het Rijndal niet zonder stoornissen
afgeloopen. Tooh is ook deze tooht voor
de luchtvaart alweder een evenement ven
groote beteekenis.
Ook nu blijkt weder, dat Keulen en
Aken niet op eenen dag gebouwd zijs.
De bladen bevatten belangrijke berich
ten omtrent de Zaterdag te Le Mans
(Frankrijk) zoo uitnemend geslaagde proef
met deu aeroplane (vliegmachine) van den
Amerikaan Wilbur Wright.
De tocht,ofsohoon kort van duur, slaagde
volkomen, en men gelooft dat een nieuw
tijdperk voor het vliegen is aangebroken.
Het apparaat is verwonderlijk vernuftig.
Men wist niet, wat men het meest moest
bewonderen, de start, het vliegen of de
gemakkelijke lading.
Het toestel steeg dadelijk met Wright
10 M. in de luoht. De groote witte vogel
beschreef een cirkel door de luoht, steeg
tot 15 M. en keerde over eenige dennen-
hoornen naar de plaats van opstijging terug.
Daarna legde Wright een weg af met
soherpe bochten, waarbij het apparaat
bijna zijwaarts kwam te liggen en landde
eindelijk kalm in de nabijheid van de
conducteur verscheen, maakte ik myn toe
stand bekend, en verzocht hem een plaats-
biljet tot Keulen, onder belofte op mijne
terugreis te zullen betalen. Ofschoon hij dit
verzoek niet inwilligen kon, stelde hy my
met vriendelijke woorden gerust. De boot
kwam. Ik stapte op. Hy sprak in stilte met
den kapitein, en deze vroeg daarop van alle
nieuw aangekomen reizigers geld, maar
ging my voorbij. Ik verhaalde aan myne
medereizigers mijn wedervaren, zeer ver-
blyd mee te varen, en niet onder den hou
den hemel te moeten vernachten. Eender
reisgenooten oordeelde, dat ik nu meer be
hoefte had aan geld dan aan bier, en zoo
verkocht ik hem de twee kruiken,die ik nog
steads by my had. Ongeveer een uur had
de boot gevaren, toen my de vrees bekroop,
wat aan te vangen als de boot in den nacht,
immers om half vyf aankomen zou. Op het
onverwachts kwam de kapitein ons zeggen:
„ik vaar geen el lengte verderde opgeko
men mist is zoo hevig, dat het beter is dood
te liggen, dan dood te varen".
De reisgenooten vloekten van spijtdoch
heel den nacht werden de signalen om «e
schepen voor aanvaring te waarschuwen
gehoord en eerst des morgens 9 uur kon
de boot voort,die onstegen 12 uur teKeulen
bracht. Daar stond ik, niet wetende wat te
doen. Een oud man van 80 jaren, die met
my op de boot geweest was en mijn toe
stand vernomen had, kwam tot mij en zei
met 'n bewogen gemoed„ik ben Roomseh
en reis met wierook, die ik in de kerken
zoek te verkoopecik heb medelijden met
u, maar kan u niet helpen God kan u hel
pen gij moet biddengij moet zeggen
„Heere God, ik heb dezen tegenspoed door
mijne zonden verdiend, maar wees mij ge
nadig, help my"en terwijl hij deze woor
den sprak, nam hy myne hand, voerde mij
over een brug in de stad en raadde my aan,
my te vervoegen aan een groot gebouw, l
kenbaar aan het uithangbord aan den gevel j
plaats, waar de opstijging had plaats
gevonden.
i Wright werd luide toegejuicht en ont
ving vele gelnkwensehen.
De machine ontwikkelt een kracht ven
25 paarden, en kan per uur 55 A 60 K M.
afleggen met een totaal gewicht van 450
h 500 K.G.
Natuurlijk zal er nog wel een en ander
aan verbeterd moeten worden. Het op
stijgen gesehiedt volgens kenners, nog te
weinig «onbeholpen".
Maar de nemen van Wright en Zeppe
lin zullen steeds met eere genoemd worden
als van volhardende mannen die met hun
uitvinding de gansche wereld aan zich
hebben verpliobt.
De revolutie is omkeering van begrippen
en verhoudingen. Men ziet 'took in Tur
kije weer. Wij laten daar of 't despotisch
regeeren van den Sultan met ter zijdestel
ling der Grondwet ook de komst der
revolutie kan hebben verhaast. Maar wat
men nu in dit land ziet gebeuren is erger
dan erg, en ergerlijk.
De Jong Turken zijn nu baas. De Sultan
is hun gehoorzame dienaar. Ambtenaren
ontslaat hij, ministers zendt hij henen, ge
zanten roept hij terug, buitenlscdsohe go-
zanten zendt hij met paspoort, olfioieieu
verbant hij, gevangenen stelt hij in vrijheid,
alles op commando van de Jong Turken.
De oorrespondent der N. R. C. zelf, dus
van een liberaal blad dat van de revolutie,
in iatsoenlijken vorm altijd, nu niet zoo
afkeerig is, klaagt over den toestand.
Overal leest en schreeuwt men vanVrijheid,
Gelijkheid en Broederschap van Gerech
tigheid I maar er heersoht losbandigheid
en ongerechtigheid.
De vrijheid, gelijkheid en broederschap
zijn dan ook zoo onverwacht gekomen dat
men haast niet weet wat men er mee doen
zalen nu gaat men ze maar misbruiken.
waarop met groote letters te lozen stond
„Nederlandeche Stoombootmaatschappij".
Ik kan niet weergeven wat er omging in
myn hart, toen ik door dezen Roomschen
man zoo vriendolyk geleid werd.Het groote
gebouw werd weldra gevondenik trad
het binnen en vroeg naar het kantoor.
„Eerst om 4 uur is het geopend", was het
antwoord. Ik vreesde de politie, die zeer
streng den vreemdelingen naar hun psa
vroeghet vroor dat het kraaktemyne
kleeding was dunin een bierhuis durfde
ik my niet te begevenen zoo liep ik drie
uren lang met driftigen tred door de stad.
Intuëschen maakt Satan van myn toestand
•gebruik om my te kwellen. Hy fluisterde
my als het ware in„nu zyt gy even ver
van uwe vrouw en kinderen verwijderd als
van uw zwager K.precies halfweg. Wat
zult gij aanvangen? Uwe vrouw en kinderen
ziet gy nooit weer. Gy zult van koude en
honger bezwijken. En niemand van uwe
familie zal uw graf weten".
Aan die leugen sloeg ik geloofhet
stormde in mijn binnenste, totdat ik schier
radeloos was.
Eindelijk was het bijna 4 uur, en moest
ik naar het kantoor. Op weg derwaarts
kwam het mij in de gedachten, dat ik,
ongeveer 10 jaar geleden, in veèlgrooter
ellende had verkeerd (wellicht deel ik dit
later mede), toen ik zelfs den dood boven
het leven koos en dacht van God en meu-
schen verlaten te zijn en voor eeuwig naar
de bel verwezen te zulien Worden, en
eensklaps des Heeren toezegging „Ik zal
u niet begeven of verlaten" door den
Heiligen Geest onbeschrijflijke kracht op
mijn gemoed uitoefende. Ik liep verder,
spiekende tegen den Heere-. „Ais Gij öe4
voor 10 jaar mij beloofd hebt, dan zijt Gij
machtig, om bet nu te vervullen. Gij
regeert „van zeo tot zee", over de gansche
aarde. Wees mij genadig, en toon dat nu
hierBeweeg de heeren op bet kantoor,
Van buiten strijd, van binnen vrees,
wordt de ervaring al meer en meer. En de
opgezweepte volksmenigte die den Sultan
drijft waar ze wil, wordt op haar beurt
weer geleid door de onzichtbare macht die
zioh „Ottomanrch Komitee voor Eendracht
en Vooruitgang" noemt en 's lands lot en
's Sultans leven op 'toogenblik in haar
maoht heeft.
De grootvizier Said pacha heeft den Sul
tan geheel terzijde gedrongen en regeert nu
het land naar zyn inzichten. Maar op zijn
beurt is hy toch ook weer niets anders dan
de speelbal der Jong Turken. En deze laat-
sten Zij hebben geen leider. En dit doet
hen zoo gevaarlijk zyn. Te Saloniki schrikt
man van de bandieten dia er losloopen niet
alleen, mrar den hoogsten toon voeren. En
angstig vraagt men zich af of nu van deze
ordelooze Girondijnen en Jacobynen de
hervormingen komen moeten, waarnaar
men zoo lang reikhalzend had uitgezien.
Inmiddels heeft het Jong Turksche comité
te Konstantinopel besloten de politie te ver
sterken met agenten, gekozen uit vrijwilli
gers, dia lichamelijk geschikt worden be
vonden en toegerust met zekere specials
kundigheden.
Men is namelijk van meening dat de oude
agenten niet deugenen zoo zyn alle hoo-
gere ambtenaren vervangen doormannen
van de nieuwe kleur, voor de grootste
schreeuwers de vetste baantjes. Want langs
de schouders van het misleide volk naar
boven klimmen is 'n knnst die ook de Turk
wonderwel verstaat.
Nederland en Venezuela.
Het pantserdeksohip Friesland ontving
bevel zich gereed te maken voor een bui-
tenlandsehe reis, vermoedelijk naar West-
Indië. Gisteren is de Friesland met de
Piet Hein te Nieuwediep aangekomen.
Do kruiser Gelderland vertrekt heden
met geweren en munitie naar het eiland
Aruba, zoodat de bewoners zichzelf kunnen
dat zij mij helpendit zal mij bewijs zijn,
dat de vertroosting, die ik voor 10 jaar
ontving, Uwe vertroosting was". Zoo bid-
bende liep ik het huis binnen, en vroeg
aan de beide kantoorheeren, na hun mijn
wedervaren verhaald te hebben, om een
passagebiljet voor de boot.
„Al wilden wij u helpen", zoo was hun
antwoord, „het zou u niet baten, want over
twee dagen komt hier eerst een boot
van Rotterdam naar Mannheim aan". Ik
schreeuwde (ik mag wei zeggeD) gilde
wanhopig uit„dan ben ik ongelukkig
(ik meende voor eeuwig)dan zijn de
troostwoorden van voor 10 jaar niet van
den Heere geweest 1"
Intusschen was een zeer vriendelijk heer
uit een zaal gekomen, zonder dat ik zulks
bemerkte, en had ons gesprek en mijn
noodkreet gehoord. Hij zeide tot de ande
ren „Ik ken dezen man nietnooit zag
ik hem hij komt mij voor een eerlijk en
fatsoenlijk mensoh te zijnik heb mede
lijden met hem, en wil hem helpen".
Hij nam mij vriendelijk bij de hand, en
ging met mij de stad in, naar een kantoor
dor Dusseldorfsehe Stoombootmaatschappij,
en vroeg aan de daar aanwezige heeren,
of de booten reeds voeren.
„Morgen vroeg om 6 uur vaart deeerste",
was het antwoord. „Geef dezen man voor
mijne rekening een biljet tot Bieberiok",
zeide daarop de mij onbekende vriend.
Vandaar zou ik 7 uur landwaarts moeten
reizen, om bij mijn zwager te komen.
Verblijd liep de onbekende met mij uit
bet kantoor, en mij zijn adreskaartje ge
vende, dat nog in mijn bezit is, verzocht
hij mij hem op de terugreis een bezoek
te brengen, en let wel bij voegde
er aan toe„een Jood heeft u geholpen".
(Slot volgt.)