NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 257. 1908
Zaterdag 1 Augustus.
22e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Binnenland.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUiJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
31 Juli 1908.
Een practisch woord van den Antwerp-
schen Burgemeester.
De Burgemeester van AntwerpeD, de
heeï Herzogs, heeft bij gelegenheid der
jongste Vaderlandsohe feesten tot de kin
deren, die aan de festiviteiten deelnamen
de volgende gulden woorden gesproken,
die ook hier wel mogen worden vernomen
Lieve kinderen, wanneer ik u hier zoo
frisch en netjes voor mij zie staan, de
meisjes zoo lief en de jongens zoo flink,
dan gaat mijn gedachte naar uwe zorg
volle moeder, die voor dag en dauw voor
u al in de weer was, getooverd heeft met
linten en strikken zooals zij alleen dat kan.
Hoe lang werd er thuis al niet gezorgd
voor dezen dag en hoe werd bij velen
uwer de laatste eent uitgespaard, omdat
moeder u zoo gaarne schoon ziet, en zij
daarvoor gaarne zelve iets mist dat al
zoolang moest uitgesteld worden.
Geen van die moeders of zij heeft u
onder een glimlach zien buiten gaan en
met begrijpelijken trots bij zieh zelve ge
zegd mijn kind zal wel het schoonste
zijn. Voor die bezorgdheid, voor die op
offering, breng ik aan deze voorbeeldige
vrouwen mijn warmste hulde.
Onze moeder Hoe zullen wij ooit
dankbaar genoeg kunnen zijn voor al het-
gene zij voor ons deed. Ik kan niet betar
al mijn eerbied voor haar uitspreken dan
met de gulden spreuk te herhalen, die ik
onlangs, bij het bezichtigen eener tentoon
stelling van werken der leerlingen, in een
onzer schoolgebouwen, opmerkte, en die
mij zoodanig trof dat ze mij haast woor
delijk is bijgebleven Er is een wezen
waar tegenover wij altijd in schuld zullen
blijven de heilige vrouw die wij moeder
noemen.
Ik weet het wel, gij ziet uwe moeder
gaarne, en hoe zou het anders kunnen P
Maar het ligt zoowat in onzen aard dat
wij verlegen zijn om ons hartelijk te too-
nen. Hoevelen uwer zouden er wel zijn
die dezen morgen hun moeder verlieten
na haar een Hinken kus te hebben gegeven
voor al hare moeite T
Ge wordt stilaan groote meisjes en jon
gens, en een kus aan moeder geven, som
migen vinden er al iets kinderlijks in.
288
F E t: IL L E T O 2T
DOOR
S C A L DIS.
De bedel-orden en hare kloosters
in Zeeland.
IV (Slot).
Te Zierikzee had Foppo Haymoszhijuiter
ste wilsbeschikking eene kapel van de H.
Drievuldigheid gesticht en daarbij een gast
huis voor een zeventiental behoeftigen.
De inrichting geraakte, door nalatigheid
in verval. Toen verzochten de afstamme
lingen van den stichter den Bisschop van
Utrecht, David van Bourgondiër dat hij gast
huis en kapel in een isrttom-kloostermoeht
veranderen, waaraan volgaarne door hem
werd voldaan. Dit klooster was gelegen aan
do Z. W zijde van de Zuidhavenpoort.
Grauwe zusters woonden er ook te Haam
stede, doch haar aanwezen te dier plaatse en
niets anders heeft de gesehiedenis daarvan
bewaard.
In Zeeland vond men Broodzusters te
Zierikzee, welker werkzaamheid aan hare
stadgenooten, hoogst welkom kan geweest
zijn, al zegt de historie ons dit niet. Hadden
zij eene kapel, de zusters te Romerswaal
moesten zich met een „heyuoelioke stede
ende plaetse omme Godt dienst tot saüch-
heyt haerder sieleB te hoeren binnen de
keroke1', tevreden stellen.
Dit werd bepaald in een brief van
den Magistraat, uitgevaardigd in 1501
en waarbij haar van den eenen kant werd
opgelegd om „sieoken ende oraneken mee-
eehen te visiteren ende bystandiehheyt te
Ge meent het wel goed maar go durft het
zoo niet laten zien en zonder dat ge het
weet verwjjdert g' u stilaan van moeders
schoot, zoekt elders vrienden en vermaken,
want ge aoht u ook al te groot om nog
onder toezicht te staan.
Hoe zeer zult ge nochtans later gevoe
len dat ge geen betere vrienden hebt dan
uwe ouders en sis g' alleen zult staan
in de wereld, wat zult ge dan dikwijls
iu een moeilijk oogenbiik denken had ik
vader of moeder nog maar eens om raad
te vragen. En hier rioht ik mij vooral
tot de grootsten onder n, jongens en meis
jes als g' onder elkaar zijt, «preekt dan
altijd van uw ouders, als van iets heiligs,
als van wezens die boven uwe gesprekken
staan en aanziet het als een vloek op de
lippen uwer vrienden en vriendinnen, wan
neer zij voor de schoonste woorden die in
onze taal bestaan vader en moeder, om
schrijvingen zoeken die ik nooit dan met
afsohuw heb hooren noemen.
Moeders en Vaders, ge laat tegenwoor
dig uwe kinderen ie vroeg los. Er gaat
zooveel van de huiselijkheid verloren.
Ik weet het wel, de jeugd moet zioh
ontspannen en oefenen, maar hoe gemak
kelijk kan dit gebeuren onder uw oog,
zonder daarom de eigenliefde van het kind
door een al te slaafsoh toezicht te hinderen.
Waarom maken we ons niet meer tot ver
trouweling, gij moeders van uwe doohters,
gij vaders van uwe zonen Laat ons jong
zijn met hen, belang stellen in hun spel en
in hunne lieihebberijen en zoo worden we
hun groote kameraad en kunnen we hen
stilaan vertrouwen met vragen des levens,
die zij nu zoo dikwijls moeten ieeren uit
verdachten mond.
Tegenwoordig leven zoovele jongens al
leen voor sport en vergeten dat er daar
buiten nog een andere wereld is. Hu is
er niemand, die meer dan ik zelf lichaams
oefening voorsta, maar er is ook niemand,
die zoozeer als ik overdrijving afkeur. De
strijd om het bestaan eiseht dat we onze
aandacht aan zooveel verschillende vraag
stukken wijden wij moeten onze kinderen
op dien strijd voorbereiden en staan schul
dig wanneer wij hun jong leven laten
vergooien alleen aan het vermaak.
Daarom, moeders, maakt het te huis
doene", en daarentegen vergund om vijftien
zusters op te nemen en tivee weefgetouwen
op te slaan, ten einde, door het weven
van linnen in hare behoeften te voorzien.
Reeds vroeger evenwel waren de zusters
iu de stad gevestigd. Immers schreef de
stedelijke regeering in 1486 aan die van
het Weversgilde voor„rusteliok ende
vredeliok den broelsusteren binnen Rey-
merswale te laten stellen twee wevege-
touwen, daer sij alsoe vrij op sullen moegen
weven, als oft sij in 't voerss, ambooht
waren, 'sonder eenighe betalinghe van den
amboohte voorss. daer af to doene".
Zwarte zusters woonden er ook te Goes
in de nabijheid der Parochiekerk, op de
plaats waar later het Wees- en Oudmannen-
en Vrouwengesticht werd opgetrokken
ook zij verplichtten zioh aan krankon-
verpleging.
Meer dan op eenig ander gedeelte van
het gebied des kloosterwezens, ontmoeten
wij op dat, waarop da Cellèbroeders en de
Cellezusters zieh bewogen, de burgerlijke
overheid. Dit bevreemdt ons niet, wanneer
wij bedenken, dat zij in den burgerstaat
optraden, terwijl de meesten van hen, die
eenig ordekleed droegen, optraden in de
kerk. En begeerden ook zij, allhans som
migen hunner, eene plaats onder de kloos
terlingen, zij stelden daardoor zioh wel in
betrekking tot de kerk, dooh het werd hun
daarom niet vergund, die tot den burger
staat op te geven. In de laatst genoemde
alleen ligt hunne waarde.
Yan hoog belang was het, mecsohen te
bezitteD, die den ongelukkigen te hulp
snelden, al had het ongeluk met zijne
meest gefreesde bezoekingen hen aatige- I
tast. Wel mocht men de zoodanigen voor
onmisbaar aanzien.
gezellig; vader zal niet denken aan uit
gaan en de kinderen zullen het zoo be-
hagelijk hebben, vertrouwelijker worden,
zich nog meer aan u gehecht voeleD, en
vooral hartelijker met u zijn.
De toestanden zijn zoo, dat er velen
in de toekomst hun bestaan op verre we
gen zullen moeten zoeken. Wie daarvoor
voelt, sla breed de vleugelen uit, want
voor hem die durft en het werken niet
schuwt is het geluk nog te grijpen. Welnu,
hoeveel sterker iu moeilijker oogenbük-
keu zal degene zieh voelen die dan eens
vol genegenheid aan thuis denken kan
vooral hij die weet dat men te huis met
evenveel genegenheid kan denben aan
hem. Dan blijft er een band bestaan, en de
gedachte aan huis zal hem op zekere tijd
stippen terug naar den haard drijven. Zie
eens rond ons bij twee groote volkeren, het
Engelsche en het Duitsche. Stout trekken
zij de wereld in, maar alle jaren lokken hen
de gouden lichtsterretjes uit dsn groenen
kerstboom naar huis en zy voelen zich
weder kind in moeders huis en vergeten er
zooveel dagen van zorg en kommer.
Wy leven te veel buiten huis en waar
kunnen we meer oprechtheid en openhar
tigheid vinden dan er binnen Vaders en
moeders, laat ons ook de lichtjes in den
groenen kerstboom ontstekendan kwee
ken we zooveel goeds voor heden en zooveel
aangename herinneringen voor later. Be
grijpt ga my ten volle f Laat geen enkele
gelegenheid voorbijgaan om 't huishouden
in een feestelijke stemming te hebben
Moeders,viert vader met zijn feestdag,want
al laat hy het niet zien.hij is er zoo gevoelig
voor dat ge hem erkentelijk zyt voor zijn
werken en zwoegen; viert de kinderen,viert
andere feestdagen, viert ze naar het ver
mogen uwer beurs, zonder groote uitgaven,
maar viert ze hartelijk en het zullen dagen
van vreugde zyn.
En als deze dag voorby is,denk dan maar
eens goed na op hetgene gy hier gehoord
hebt en volgt gij het na, dan zult gy op
groeien tot brave menschen en zult gij een
eere worden van ons vaderland.
Tot de plichten der Cellekroeiers en
zusters behoorden de kranken bij te staan
en de dooden naar hunne laatste rust
plaats uit te dragen.
Hunne kleeding, althans van de broe
ders, bestond in een zwarten rok van serge
en een zwarten scapulier, waaraan de
zivwrte ksp was vastgein akt. Uitgaande
of by begrafeniseen wikkelden zij zich
geheel in een zwarten mantel. Ontegen
zeggelijk sproot deze orde uit christelijke
beginselen voort en was zy weldadig in
hare bedoeling, maar zeker is het ook,
dat zij hare oorspronkelijke reinheid ver
loor, en aanleiding gaf tot gegronde
klachten.
Van dit laatste vinden wij oen voor
beeld genoemd, ten opzichte het Celle-
irorrfersklooster te Leiden. In een brief
van 1421, waarbij de stedelijke regeering
het gesticht in bescherming neemt, noemt
zy de bewoners er van „arme broeder-
kens". Zy hadden eerst eene woning in
gebruik, die zy huurden van Willem van
Alkemade.
Later bouwden zij er, met vergunning
van den Parochie pastoor eene kapel en
legden een kerkhof aan, zoo voor zieh
zei ven als voor anderen.
Voorspoedig ontwikkelde zich de stich
ting. De broeders werden rijk, doch, zoo-
als het gewoonlijk bij geestelijke gestich
ten van dien aard plaats had, dat rijkdom
ongebondenheid binnen de heilige wan
den kweekte, zoo was het ook met dit
klooster.
Er ging eene klacht op van de ste
delijke regeering, omdat de broeders
dagelycks haeren cost bedelden ofschoon
hun huis voorzien was niet alleenlyck van
alle uootwendichheyden 't zij dan coom,
Nederland en Venezuela.
De minister-resident J. H. de Reus, die
27 dezer te Curs^ao is aangekomen en
van de Regeering den last heeft ontvangen
onmiddellijk naar Nederland te komen,
zal, indien hij de reis in den korsten tijd
zei verrichten, wel geen gebruik maken
van de Kon. West-Indisch Mail.
Hij zou daartoe eerst op 1 Augustus per
stoomschip „Prins Willem IV" van Cura
sao kuDnen vertrekken en niet vóór 29
Augustus te Harre en één of twee dagen
te 's-Gravenhage kunnen aankomen.
Maakt hij daarentegen gebruik van de
„Red D-line" welke eens per week
(Zondags of Maandags) van Curspao de
reis maakt van New-York en vervolgens
van daar met de Engelsohe boot in vijf
dagen naar Southampton en 2 of 3
Augustus van Curasao vertrekkende,
dan kan hij 19 Augustus al te 's Graven-
hage zfin.
Zooals men weet geschiedt de Teis van
Curasao naar Amsterdam, via New-York
en Southampton, in 17 dagen, terwijl de
Kon. West-Indische Mail daar gemiddeld
30 dagen over doet, een gevolg van
de omstandigheid dat zij op de reis zooveel
plaafsen moet aandoeD, als Porto Cabello,
La Guayra, Guanta, Cumana, Carupano,
Trinidad, Paramaribo en H&vre.
(N. v. d. D.)
Een merkwaardig man.
Wij lezen in de Java-Bode van 2 Juli
„Heden ontvingen wij bezoek van den
heer Van Emmerik, den apostel der die
nende liefde, die op Gelebes met een troep
minwaardige Javanen een landbouw-ko-
lonie heeft gesticht, waarvoor men niet
bewondering kan gevoelen. Met de grootste
sympathie heeft de gouverneur-generaal
den eenvoudigen man ontvangen en aan
gehoord en zijn groot leedwezen betuigd
dat de regeeriDg niet bij machte is hem
financieel krachtiger te steunen. De heer
van Emmerik, die zwaar ziek is geweest,
wordt thans verpleegd in het militair hos
pitaal alhier. Toch zal hjj trachten, den
19en dezer in een vergadering van den
Indisehen Bond propaganda te maken voor
emigratie en kolonisatie naar de buiten-
vleysch, 'spec, visch, boter, casen, bier, bed-
dens, dexel, lynwaet en anders 't gundt
den mensch nootelyck tot onder
bout syns leevens behoeft meer dan
genough jae dubbelt over, mer oce met
veele overtoohen huysraet, dienende alleen-
lyok Chiragie, pragt en de prael zoodat
zij geacht werden van „eenen stouten ende
onbesohaemden bedelaren aert" te zijn.
Verplioht om „alle oranoke personen,
die mitte heete zieote der posten waeren
begaeft ende besmet bij te staen ende ten
dienste te sijn, als ooo om alle de doode
ligchamen van de afgestorvenen borgeren
ende innewoonderen der stede ter aerden
te brengen ende te begraeven", betoonden
zij zich soms daartoe onwillig en bestond
er meer dan genoegzame aanleiding tot
het vermoeden, dat zij „gaende bij eenige
sieokenhem ten besten ende &iler-
reehtvaerdiohsten niet en drougen".
Vrijdom van accijns genietteDde, dreven
zij in de daarmede bezwaarde artikelen
handel, door „openbare herberge ende
taverne" te houden. Door de Btedelijke
regeering begunstigd, namen zij desniette
min verraders van het vaderland in hunne
woonstede op. Vandaar, dat het Bestuur
recht meende te hebben tot de verklaring
„dat de vergadericge van de voorss Moni-
oken als onprofytiseb, ocnodiob, oneerlick
en godloos langer niet en behoorde te sijn
geleden".
Veel loflal ijker getuigenis hooren wij
van het Cellebroers-hioosteT te Dordrecht
't welk reeds in 1441 bestond.
Een achttal broeders bewoonde dit Huis.
Op hen rustte de zorg voor de ongeluk
kigen uit het belendende dolhuisvan
welke taak zij zioh met veel lof en zelf
opoffering kweten. De stedelijke regeering
bezittingen. Hij is ervan overtuigd dat
tooh nog altijd de oplossing van het pau
per vraagstuk in die riohting ligt. Wij vree
zen dat de brave man bedrogen zal uit
komen. N. R. C.
De manoeuvres.
Men meldt uu Heusden aan de 's Hert.
Gt. naar aanleiding van het bericht dat
de groote najaars-manoeuvres in het Land
van Heusden en Altena niet zullen worden
gehouden
De manoeuvres gaan door, maar het
aantal deelnemende troepen wordt inge
krompen. Te Waalwijk zal de generale
staf zijn intrek nemen. De inkwartiering
daar, begint niet Zaterdag 19, maar Maan
dag 21 Sept. a. s.
Het Postwetje.
Naar „De Res." meldt zou het voor
nemen bestsan het postwetje met 1 Sep
tember of 1 October in te voeren.
Het 5e Middenstandscongres.
Gister was 't de belangrijkste dag,
wegens de discussies en conclusies over
„de vakopleiding van den middenstand"
Tal van nota's en rapporten handelden
daarover.
De oonolusiën van Frans Keulemana
luidden
I. Ook voor den toekomstigen horloge
maker dient gelet op de hooge waarde
van meer algemeen ontwikkelend onder
wijs; de sohool voor M. U. L. O. zal in
den regel voor hem het meest gesohikt zijn.
II. Het leerlingwezen worde langs den
weg van het particulier iniatialief door de
vakbonden tot ontwikkeling gebraoht, en
zulks in de eerste plaats door het sluiten
van leerovereenkomsten.
III. In de leerovereenkomst worde een
bepaling opgenomen betreffende het be
zoeken van inrichtingen van onderwijs,
door den patroon gewensoht.
IV. Het toezicht op de naleving der
overeenkomst, alsmede 't zioh vergewissen
dat de leerling zieh het geleerde voldoende
heeft eigen gemaakt, worde aan een com
missie opgedragen, vanwege den vakbond
ingesteld.
V. Voor door den Bond geldig verklaarde
leerovereenkomsten worde van regeerings-
wege subsidie verkrijgbaar gesteld, ter
toch gaf hun vele bewijzen van hare wel
willendheid. Zoo schonk zij aan heD, als
aan andere kloosterlingen, in het jaar 1506
twee kannen wijns „omdat sy te vueriger
gouden bidden voor die heeren ent wel
varen van die stede".
Dit schijnt tot een jsarlijksch geschenk
geworden te zijn, daar de stadsrekeningen
van de jaren 1573 en 1574 van de uitreiking
daarvan melding maken en die van 1576 da
mededeeling behelst, dat aan de Cellebroe-
ders niets betaald werd.
Slechts één Cellebroeders-convent vond
men in Zeelanddat te Middelburg. Volgens
van Heusen woonden de Cellisten aldaar
reeds in't tagin der 15e eeuw. Weinig of
riets vinden wij aangeteekend, dat op dit
klooster betrekking heeft. Hunne kapel is
daarna tot Engelsche kerk verbouwd
En zien wij nu terug op het weinige,
wat wij ten opziohte van de kloosters der
Bedel orden in Zeeland hoorden, dan ont
veinzen wij niet, dat bij al het gebrekkige,
't welk wij ontmoetteD, dit kolossale
lichaam met zijne verschillende leden en
zijn forsohe kracht ons indrukwekkend
voorkomt.
Dau vergeten wij niet. hoe in dat steun-
sel der Pauselijke macht, beginselen werk
ten, waardoor ae zetel van het Roomsche
Opperhoofd ondermijnd werd.
Dan zijn wij niet blind voor de on
berekenbare schade, die deze inrichting
ean de Maatschappij in hare geestelijke
en stoffelijke belangen, beiden heeft toe
gebracht, maar blind evenmin voor het
geen velen zijner leden hebbeD verricht,
om als het ware den smet uit te wissohen,
die door de schuld van van hunne mede»
broeders en zuster» op haar kleefde,