NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 228. 1908. Maandag 29 Juni. 22e Jaargang, CHRISTELIJK. HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. 1 m JÖNGE-VERWEST, te Goes F. Po D'HUIJ, te Middelburg» PRIJS OER ADVERTENTIËM Uit de Tweede Kamer. Gemengde Berichten. ÏEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,23. Enkele nummers 0,02'. UITGAVE DER FIRMA EK VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere rege! meer 8 eenre. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met 1 Juli a. s op ons blad abonneeren, ontvangen het tot aan dien datum gratis. 27 Juni 1908. Het wapen tegen de Vrije Christelijke School. In het kiesdistrict Sliedr6cht ligt het do<*p Groot-Aromers. In a.e plaats is tot op dit oogenblik nog geen Christelijke School verrezen doch de vrijzinnigen zyn omtrent de toe komst niet gerust. Zy vreezen, dat er ten slotte toch nog een Christelijke School komen zalen dat trachten zij te voorkomen. Reeds wordt er in de Openbare School daar ter plaatse gebeden en er worden psalmen gezongen. Toch schijnen de geloovige ouders met die school niet tevreden te zijnen zoo is en blijft die toekomstige Christelijke school met .schrikbeeld der Groot-Ammor- sche vrijzinnigen. Daarom hebben zjj nu een nievw mid- del aangewend om de Ghristelijk school te weren. Zij teekenen, bijna zonder uitzondering op een adres aan den Gemeenteraad om in de Openbare school den Bijbel in te voeren 1 De voorstanders van het Christelijk onderwijs teekenen niet. Uit deze geschiedenis valt drieerlei te leeren. Ten eerste, dat de vrijzinnigen veel minder gevaar zien in een zoogenaamde Openbare Christelijke schooldan in de Vrije Christelijke school; wat trouwens wel begrijpelijk is. Ten tweede, dat in de toekomst, als de Christ. Hist, groepen haar zin zouden krijgen, de Openbare Christelijke School door de vrijzinnigen zou worden aange wend als het wapen in hun sttfjd tegen de Vrije Christelijke School. Ten derde, dat, als God het niet ver hoedt, de Christelijke Overheidsschool de dood zal worden voor het waarachtig Christelijk Onderwijs Wat de Groot Ammersche vrijzinnigen doen jis zeer geschikt om wie nog blind was voor dit doodelijk gevaar, de oogea te openen Het dreigt ons te gaan als Egypte in Jozefs dagen. Het cijfer der millioenen die in de schatkist in kwamen overtrof jaren lang telkens de raming. Jammer slechts dat het klimmen der gewone uitgaven daarmee jaren lang ook gelijken tred hield. Alle departementen kosten ieder jaar meer geld. Het geleek wel op „een wedloop wie het winnen zou de vrager of de nemer. En voortdurend stond de schrikaanja gende gedachteVoldoening aan Sociale behoeften der administratie voor oogen. De maandstaten onzer inkomsten wijzen dit jaar teruggang aan. 't Is trouwens ook niet denkbaar dat onze inkomsten steeds vermeerderen zouden. Waar zou het heen? De financieële zorgen gaan nu dubbel worden. Paal en perk stellen aan ruime uitgaven waartoe de winnende hand steeds geneigd is, en uitzien naar nisuwo middelen voor het Sociale werk. Het eerste klokgelui hebban we, bij de laatste zitting der Tweede Kamer reeds van Minister Kolkman kunnen ver nemen. Het heilig getal. Mooi Elsken zat an 't venster Met 't breiwark op heur knee, Ze had zes ponnielökskes, An elke kantedree. Een jong'ling dol van leefde Den kwam veurbie en hee Had zes heurkes op de lippe, An elke kante dree. Deep veur zien Elsken boog-e Ze waren 't ens dee twee! En hee gaf heur zes kuskes, An elke kantedree. De vader van dat mèsken Den zag 't en zé„Zee, zee En gaf d'r hum zesse van acht'ren, An elke kantedree. Voor wie Vlaamsoh verstaat, is dit wol een aardig verfje. Wij vonden 't in Het Handelsblad. De oorlogsbegrooting is gister aan de orde gekomen. In den regel worden de begrootingen in de Wintermaand afge handeld dat dit nu in de Zomermaand geschiedde, ligt aan de onhandigheid van die Reohtsche, Vrijzinnig democratische en Socialistische Kamerleden die door afstem ming der oorlogsbegrooting van minister v. Rappard in den avond van 21 Deo. 1907 treuriger gedachtenis, het vorigs kabinet de gelegenheid hadden geschonken door zoogenaamd gedwongen aftreding zichzelf ea de liberalen in Kamer en Land uit de impasse te redden, waarin 't zioh al sinds 1905 had ingewerkt, en onherstelbaar tot 1909 zou hebben beboeren vast te zitten. Maar, om kort te gaan, wij hadden dan nu de oorlogsbegrooting van min. Sabron. In duurte verschilt zij weinig van haar voorgangster. Van Rappard vroeg 28'/< miljoen Sabron vraagt 28' '3 miljoen. Over dat meerdere, en over de zware oorlogslas ten had het natuurlijk de hesr Ter Laan,die echter hiervan geen speciaal verwijt aan dezen minister maaktewant in dit op zicht zijn liberale en „clericsle" ministers volgens hem al even slecht. Na onze uitvoerige telegrammen in 't bo. van gisteren kunnen wij kort ziju. De heer Verheij was tegen den minister Diet onwelwillend. Alleen vindi hij-'t blij vend gedeelte te hoog. Iq dat opzicht gaat hij niet zoover als zijn geestverwant Patijn, die 't blijvend gedeelte heelemaal niet noodig acht. Deze laatste zag in deze begrooting dan ook heelemaal geen lichtpunten. De heer Verhey echter wel, hetwelk bewijst dat rneD, om een rechtvaardig oordeel te vellen, over een oorlogsbegrooting, eerst wel eens behoorde te raadplegen met vakmannen De lichtpunten door den heer Verhey genoemd, waren de keuring vóór do in lijving, de vergemakkelijking van uit stapjes buiten het garnizoen, de plaatselijke oefening van de landweer.,, waarbij spreker er op aandrong dat men voor groote oefe ningen de landweer liefst in kampen, niet in kazernes zou bijeenbrengen. Daarentegen had hij weer ernstige beden kingen tegen de regeliDg van de hoogere bevelvoering en het instellen van den Raad van Defensie, terwijl hij er op wees dat het antwoord, door den minister gegeven op da nota van dhr Duymaer van Twist (betreffende de ,/zoek geraakte" f 32.000) toont dat die afgevaardigde inderdaad gelijk had. Over dit laatste punt werd later nog het woord gevoerd door dhrn Duymaer van Twist en Van Asch van Wfjck. Laatstge noemde betoogde dat de f 32.000 wel niet „zoek geraakt" zijn, maar dat de mensohen die het geld hadden moeten hebben, 't niet hebben gekregen. En de afgevaardigde voor Steenwijk stelde dan ook een motie voor, om de Kamer den wenseh te doen uit spreken dat het geld,by de begrooting voor 1906 toegestaan om voor de sergeant-ma joors-instructeur de jaren doorgebracht in titulairen rang te doen meetellen alsnog te doen toekomen. Fel vloog op den minister aan de heer Patijn, en scherp werd hij op zijn beurt doorgehaald door den heer Duymaer v. Twist, naar aanleiding van zijn rede, die, sohoon prachtig van vorm en krachtig van inhoud, toch nog eenige onjuistheden bleek (of scheen) te bevatten. Vooral de quaestie blijvend gedeelte in verband met waarheid en werkelijkheid was 't punt van aanval §eweesfc. De minis- J ter was aldus mr. Patijn niet eerlijk geweest bij de verdediging van het bekende noodwetje, betreffende dar blijvend ge deelte. Een beschuldiging die hij aldus traohtte te bewijzen. Door de mededeeling vsa den oud- Minister Staal in de Eerste Kamer, aldus de heer Patijn, een mededeeling, die deze Minister daar niet weersproken heeft, staat vast dat de aangevraagde 22C0 man ter versterking van het blijvend gedeelte alléén en uitsluitend moesten dienen voor zoogenaamde handlangersdiensten, d.w.z. ora bij een eveotueele mobilisatie jassen en eetketels aan te geven. Oadertussehen heeft men, door herhaalde pertinente vragen waartoe die 2200 man moesten dienen te ontwijken, door geheimzinnige oomité's- generaal en door te spreken van uitvoering der mobilisatie, de natie en ook de Tweede Kamer in deD waan gebracht alsof de versterking óók, zoo niet in hoofdzaak, voor de eigenlijke voorbereiding der eerste uitvoering der mobilisatie (detaohements- dieusteD) noodig was. De heer Duymaer van Twist deed een goed werk met bereids te trachten deze zware beschuldiging te neutraliseeren. De geheele redeneering van den heer Patijn, met al zijn citaten uit de parle mentaire behandeling der noodwet, met al zijn „tarten" der leden om hem tegen te spreken dat ook in comité-generaal van de bestemming der 2200 man niets gezegd is, dat alles valt weg, merkte de heer Duymaer v. Twist terecht op, indien het geen de heer Staal in de Eerste Kamer vermeende te kunnen constateeren inder daad onjuist is. Deze afgevaardigde deed nog wel meer rake zetten, dit blijkt uit de vele O's en A's en betuigingen van „Niet waar" en „Niets van aan", waarmee de LJnksohe beschuldi gers ven minister Sabron oa. washew reactie verweten! - hem trachtten te intiooi- deerea. Rask was 't onder anderen toen hij aan toonde dat 't grootste gedeelte van hetgeen minister Sabron voorstelde, ook reeds door de ministers Staal en Van Rappard was voorgesteld dus dan waren die ook reac tionair. Ba niet minder sloegen in zijn aanhalingen uit een propagandaboekje der Liberale Unie (afdeeling Haarlem), waarin door den kapitein Sebdnstedl een blijvend gedeelte wordt bepleit van de volle lichting, zóó hoog als geen ODkel minister van Oorlog het in zijn hoofd zal krijgen aan te vra gen. Een leuke herinnering, waartegen heftige ontkenningen van Roodhuijzen cn anderen niet mochten baten, want de heer Duymaer had 't boekje in zijn zak. Dinsdag voortzetting van 't debat. i IT iïïTpMÏÏmTJË-" Vlissingen. Met ingang van 1 Juli e.k. is tot agent van politie 3a klasse aidtar benoemd P* J. Roth, thans agent van politie te Gouda. Bij beschikking van den Minister van Waterstaat is de heer Jac. J. Feij te Vlissingen benoemd tot buitengewoon opzichter bij het bouwen van twee woning blokken en eenige bekomende werken nabij de schipbrug te Hedel Bruinisse. In de heden gehouden ver gadering van Ingelanden van den Polder Bruinisse werd tot dijkgraaf benoemd (in de plaats van den heer A. Hage die be dankte), de heer Jac. Goudzwaard; tot gezworene werd herbenoemd de heer M. van der Bijl, landbouwer alhier. Bjj Kon. Besl. Ï3 eervol ontslagen lichtwaehter by 's rijks kustverlichting aan het Schaar (laagte van Haamstede) L. Boslooper een pensioen verleend, ten bodragn van f 142 's jaars, ingaande 1 April 1908. a. JN i> boüw. Bjj de premiekeuringen van paarden in Zeeland werden Donderdag te Zierikzee voorgebracht 11 van de 1-8 aangegeven merries geboren in 1907, de eenige hengst j geboren in 190611 van de 13 aange geven merries geboren in 1900 1904 en 3 van de 5 aangegeven merries geboren i in 1905. Te Oosterhout is een 12-jarige knaap, doordien hij struikelde onder een zwaar geladen kar geraakt en na een half uur overleden. Te Rijsoord was een 7-jarig meisje spelenderwijze een eind met een verhuiswagen meegeloopen, zich vast houdende aan een der haken ter zijde, maar is waarsohijnlijk, toen de paarden in draf werden gezet en zij zioh losliet, met de kleeren aan den haak blijven hangen en op straat ge - allen, met het gevolg, dat een der achterwielen vau het zware voer tuig haar over de geheele zijde van het lichaam ging. Zwaar gewond werd het kind opgenomen en in de woning van dr. Flohil gedragen, die haar voorloopig ver bond, maar haar onverwijlde overbrenging naar het Kinderziekenhuis te Dordrecht gelastte. Terstond werd biersan gevolg gegeven, maar nog denzelfden avond is de arme kleine daar aan hare wonden be zweken. Ta Vledder is een arbeider door mis te etappen uit het zolderluik sevalleD, aan de gevolgen gestorven. Te Rotterdam bracht eergisterenavond de 20-jarige Boogerd zijn 20-jarigen vriend v Goverden thuis en l ij vertrek, nog op de trap staande, riep hij schertsend dat de waterleiding gesprongen was. De ver schrikte buren ijlden naar beneden, onder hen was ook de timmerman Mathlever die reeds te bed was en er uit komende zag dat hij voor den gek gehouden was. Gis terenavond, toen Boogerd zijn vriend weer tbuis bracht, sprong Mathlever met een beitel op hem ef om hem, zooals hij zelf zoi, te vermoordendoeh v. Goverden sprong tusschen beidenhelaas oua den doodelijken steek in het hoofd op te vangen, die hem bewusteloos van de trap deed storten. Zoo diep was de wond dat de hersenen bloot lagen. Hij is aan de gevol gen overleden. De dader is in arrest en heeft bekend, terwijl de bebloede beitel in beslag genomen werd. Uit den gemeenteraad van Roosendaal en Mspen. Aan het verslag dat Ds Grondwet geeft van de eergisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad van Roosendaal en Nispen is het volgende ontleend De voorzitter verklaart ten kwart over negen de vergadering voor geopend en verzoekt den secretaris voorlezing te geven van de notulen der vorige vergadering. Alvorens de secretaris hiertoe kan overgaan neemt de heer E. van Wely het woord en zegt het volgende Een maand of negen geleden heeft de raad zijn gevoelen kenbaar gemaakt om een com missie voor de gemeente-werkzaamheden te hebben. Dikwijls is ons daar toezegging voor gedaan, ik zou er nu echter meer van willen weten en zal het noodig zijn dat die commissie nu benoemd wordt, Tweedens hebt u ons wijs gemaakt dat het plan van uitbreiding binnen veertien dagen in eene afzonderlijke zitting zou behandeld worden en nu staat het nummer nul op de agenda. Ik wil daarom dat het plan eerst behandeld wordt. Ten derde wil ik een goede degelijke oplossing op mijne vraag hebben waar om Bruglemans en Orthel niet mogen bouwen op het stationsplein. Ik zou daarvoor eens dege lijke argumenten willen weten. De voorzitter. De eerste en derde vraag zijn niet aan de orde. Dhr. E. van Wely, Ik wil er een antwoord op hebben, De voorzitter. Waar die vragen niet a:n de orde te zijn, behoef ik er geen antwoord op te geven. Wat punt 13 betreft om dit eerst te behandelen, heb ik geer, bezwaar tegen, doch dan niet voor punt 6. Dhr. E. van Wely. Ik wil eerst behandeld zien de commissie, die is reeds 9 maanden aan de orde. De voorzitter. Die punten zijn niet aan de orde. U kunt een voorstel doen om van de agenda af te wijken en punt 13 vroeger te behandelen. Dhr. E. van Wely. Ik doe geen voorstel. De voorzitter. Dan verzoek ik den secretaris voorlezing te geven van de notulen. Dhr. van Wely. U stoort zich niet aan het reglement van orde, ik.ook niet. Noch maar wetten kijkt u. U vraagt maar niets. De Voorzitter. Secretaris gaat u door met de notulen. Dhr. E. van Wely Ik wil 't niet. Het zal niet gebeuren. Ge hebt gezegd het plan van uitbreiding in eene afzonderlijke vergadering te behandelen. Dat moet gebeuren. De Voorzitter. Ik verzoek u stil te houden. Dhr. E. van Wely. Het is niet noodig ze voor te lezen. De Voorzitter. (Met een forschen hamerslag). Ge hoeft ons niets wijs te maken. Onderwijl de secretaris wil voortgaan met de notulen voor te lezen haalt de heer Van Wely een paar spoorfluitjes voor den dag en begint op helsche, oorverdoovende wijze te fluiten, zoodat niets vetstaanbaar was. De Voorzitter hamert verschillende malen, doch niets mocht baten. Als een bezeten furie zet ons waardig raads lid zijn fluitconcert voort, zoo zelfs dat zijn stem hem eenige malen begeeft, om dan weer opnieuw aan te vangen. Of zijn naastziltend lid de heer Segers al vraagt om stil te houden, het lid Van Gastel al roept dat het een schandaal is, hij blijft doorgaan. De voorzitter zegt daarop na een forschen hamerslag, dat hij niet wenscht deze vergade ring voort te zetten, zoolang dat medelid voort gaat zoo te handelen. Steeds blijft echter daf lid maar doorfluiten. De Voorzitter. Ik schors de vergadering ge- .durende een kwartier en verzoek het publiek zich te verwijderen. Na heropening der vergadering, begint het lid van Wely zijn gefluit opnieuw. De voorzitter. Aangezien de heer Van Wely voortgaat, ste' ik voor dit punt aan te houden en over te gaan tot punt 2 der agenda. Gefluit Op verzoek van den voorzitter komt nu de chef der politie tér vergadering. De voorzitter. Ik breng mijn voorstel in stemming om punt 2 aan de orde te stellen. Dhr. E. van Wely. Ik zou graag hebben dat eerst een commissie benoemd werd en het plan van uitbreiding aan de orde kwam. De voorzitter* Ik verzoek u te zwijgen. Dhr. Van Gastel. Het zal moeilijk gaan punt 2 te behandelen. Gefluit Dhr. Van Gilse. Waar de notulen niet voor belezen kunnen worden, zal dit punt ook niet gehandeld kunnen worden. Gefluit De voorzitter. Als die onbeschoftheid zal worden nagelaten, wensch ik over te gaan om punt 2 te behandelen, en de notulen aan te houden. Dhr. E. van Wely. Ik ben niet zoo onbe schoft als gij. Onder gefluit wordt het voorstel in omvraag gebracht. Alle leden stemmen voor. Het lid Van Wely blijft fluiten en wordt gevraagd zijn stem uit te brengen' waartoe hij even met flniten op houdt, en roept „ik kan niet". Wanneer punt 3 aan de orde komt, wordt wederom een alles oveiheerschend, krijschend gefluit aangeheven. De voorzitter. Aangezien steeds de vergade ring door datzelfde lid in de war wordt ge stuurd, schors ik krachtens het reglement van orde de vergadering en kan dit alsnog voor één uur doen. Ten kwart over tien heropende de voorzit ter voor de derde maal de vergadering. De voorzitter. Ik hef de schorsing op krach tens het reglement van orde en wensch voort te gaan met punt 3 der agenda en verzoek den secretaris voorlezing te geven van. het request van de Kamer van koophandel en den briel van het heemraadschap. Dhr. Van Wely. Ik wil dat eerst de com missie wordt benoemd voor de gemeentewerken. We zijn daar al zoo lang mee gepaaid. De f 16,000, die nu in handen zijn, willen wij weten waar die blijven. Ge belooft wel die commissie waarom de raad gevraagd heeft, doch ge laat die zaak maar loopen. Ik wil dat eerst behandeld zien en zal daar telkens op terug komen. De voorzitter. Na de beleediging van u onder gaan, wensch ik geen antwoord op uwe insi nuaties te geven en ga ik over tot punt 3 der agenda. Wederom begint dhr. Van Wely een schel gefluit. Dhr, De Bruyn. Mijnheer de voprziller. Ifc

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1