NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 227. 1908.
Zaterdag 27 Juni.
22e Jaargang,
SHRISTELIJK-
HiSTORISGh
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed
I DE JCMGE-VERWEST, te
D'HUU, te Middelburg,
PRIJS DER ADVERTENTIES
Zij, die zich met 1 Juli a. 8. op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot
aan dien datum gratis.
Overheicis-zorg.
Bsltealudscli üïerzieiit.
Uit de Tweede Kamer.
'i?Or
1ST
in via. 4,45,
j20, 8,5.
vm 5,50,9,10
Middelburg.
lilmarkr 4,40r
5,9,30, ll.t
2,45b, 3,30,
8,50,9,40b,
lotelr Ver-
fa vervoeren
«leen op werk-
}1,4=5, f 12,30,
.,5,50,16,55,
|0r.
l en loopen tot
vaar r bgstaat
|tot Zeil markt.
teren.
|-Middelburg.
1.15 6.55 9.37
f.22 7.02 9.44
1.34 7.14 9.56
V.46 7.26 10.08
k53 7.33 10.I5
|>.0+ 7.44 10.26
i.23 8.03 10.45
|e-Domburg.
1.38 8.18 11.18
i.- 8.40 11.40
1.09 8.49 11.49
f.16 8.56 11.56
j>.28 9.08 12.08
>.40 9.20 12.20
f.47 9.27 12.27
J-Vlissingen.
14.15 6.55 9-37
I5.04 7.44 1O.26
5-13 7-53
15.16 7-56
5.2I 8.01
I5.26 8.06
e-Domburg.
5.35 8.15 11.I5
S,— 8.40 n.40
^.47 9.27 12.27
tOTTERDAM.
ïiddelb.
9,30
9,30
9,30
v. Rott.
8,45
8,45
8,45
1 Zondags, van
Idelburg 9,30
Spoortijd.
6,15dj
>0e) 6,45
15
)5dj h)
at vertrek van
auzea vm.8,30
Boisseleo. en
Borsselen en
1,25 uit Neuzen
-31 Aug.
Ite zijn, wss
|rige eeuw in
5 begin dezer
jegens de
Je bewijst ons
■7 Maart 1806
met vreemde
den verbrand,
ie eerste maal
elk vat, maar
are geeseling
gestrafd.
publicatie en
lit van 28 Oct.
|n tot wering
bereidingen
rondstof en de
|oorgeschreven
bod in andere
lm goed droog
Vmerikaansche
wagenschot-,
»6n ais hoogst
'atie der mee-
]>k hierin niets
de beur van
§tof der balen,
der 17e eeuw
j in bijzon der-
ook genoemd
loor de Staten
Iclen, den I7tn
^egen hetnaor
kiemen van
eekrup, of van
bcultuur diens-
apn.
Lij Kon. besluit
gen, reglemen-
onderwerp in-
cg gesteld.
"3
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,23.
Enkele nummers 0,02J,
UITGAVE DER FIRMA
-KK VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regei meer 8 cenv.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent
De tijding van den verkoop van door
het Rijk ingepolderde gronden die ons de
vorige wtek door onze dagbladen werd
gebrai li', deed ons onwillekeurig denken
aan bet prclijtelijke van overheidszorg te
besteden aan onzen bodem.
Van direote prolijtelijke gevolgen zal die
zorg wel niet altijd zijn. Dikwijls zal er
geld bij moeten of met verlies gewerkt
worden.
En tooh welken arbeid is voor 'l alge
meen belang meer loonend dan het pro
ductief maken van den bodem. Zeeland
heeft in den loop van een halve eeuw in
TholeD, Filipsiand, in Zuid-Beveland en
in Zeeuwsoh-Vlaanderen tal van polders
zien bedijken aan vele banden arbeid en
aan vele huisgezinnen brood gevend.
De Zuiderzee waobt op inpoldering om
als twaalfde provincie aan het Koninkrijk
der Nederlanden toegevoegd te kunnen
worden en tal van piassen en poelen en
moerassen kunnen door kapitaal en de
nijvere band nog herschapen worden tot
gronden die den inzet vergoeden en den
arbeid loonen.
Wie de provinoie Noord-Brabant kent
heeft daar sinds een halve eeuw een lang
zame ontwikkeling gezien, waardoor menig
stuk heide, een wildernis gelijk, zooals nu
nog de heide tussohen Breda en Tilburg
vertoont herschapen werd niet Zeeuw-
sohe klei of in Wesllandeohe tuingrond,
maar dan tooh in een vruohtdragenden
bodem.
Nog altijd biedt ODzen bodem een bij Da
onafzienbaren arbeid aan, want een goed
deel van onzen Vaderlandschen bodem is
nog woest en ledig. Noord-Brabant, Gel
derland, Utrecht, Drenthe bezitten uitge
strekte heidegronden die om in bou wak kers
herschapen te worden wachten op de hand
van den ontginner.
En nu is het zonder twijfel dat ieder
jaar bet particulier bedrijf zich uitbreidt eD
vruchten haalt van grond die van af de
sohepping waardeloos lag, en het is ook
zonder twijfel dat de Heide-maatsohappij
een kraehtigen stoot geeft ter ontginning
en een praotisohe les voor hel verhoogen
van de productiviteit.
Maar het is evenzeer zonder twijfel dat
de tijd onafzienbaar is waarop die uitge
strekte heidegronden vruchtdragend zullen
zijn, indien gewerkt wordt op een wijze
als we nn bebben zien geschieden. Ruwe
heidegronden worden gerekend op een
waarde van 3/4 cent per Meter. Met kunst-
1 meststoffen bewerkt na diep geploegd te
zijn kunnen die ruwe, nagenoeg waarde-
looze gronden in 25 jaren onder de goede
weilanden gerekend worden.
Maar niet algemeen zal ooit de energie en
de lust bestaan om een kapitaal gedurende
zoovele jaren vast te leggen met hoop op
guDstigen uitslag. En een schitterende winst
belooft het ontginnen van woeste gronden
nooit.
Slechts door overheidszorg kan op dit
gebied met kracht en met hoop op goede
uitkomst gewerkt worden. Wat een opper
vlakte heidegrond op de Veluwe zou voor
een half millioen gulden niet kunnen aan
gekocht worden, en indien de Staat de
Heide-maatsohappij die met zooveel suooes
op dit terrein arbeidt eens subsidieerde of
een voorschot verstrekte, onder beding van
behoorlijke rentebetaling en aflossing dan
zou de dorre heide straks bloeien als de
rozen in onze hoven.
Juist nu, nu het den landbouw goed gaat
en de kunstmest een zeker en doeltreffend
middel blijkt te zijn voor het vruchtbaar
maken van woeste gronden is het tijd om
op dat terrein voor onze, zoo gelukkig toe
nemende bevolking uitkomst te zoeken en
te vinden.
Dat de overheids- bemoeiing zioh overal
uitstrekt, dat de staatszorg overal inge
roepen wordt is ongetwijfeld een opmer
king waarin waarheid schuilt. Het is nog
niet uitgemaakt, en het zal wel vooreerst
niet uitgemaakt zijn tot hoeverre de be
moeiingen van de overheid mogen of
moeten gaan.
Bij die ingewikkelde kwestie rijzen aller
lei diepzinnige vraagstukken die aanleiding
knnnen blijven geven tot breede en vreed
zame gedachtenwisaeling.
Sohuwt tooh Staats-al'bemoeiing zegt de
een. Gij doodt de zenuw van het individi-
eele leven indien ge altijd en voor alles
leunt op den arm van Vadertje-Staat. Laat
de Staat met zijn duren omslag builen alles
blijven.
Sohuwt het stelsel van laat maar gaan,
zegt de ander, want in den oeconomisohen
strijd der natiën raakt gij de achterste, zoo
ge mat uw sukkelend particulier initiatief
nog meegeteld wordt.
Twee uitersten staan hier tegenover el
kander, en terwijl de uitersten eikander de
Consrquentiëa van beider stelsel die
vooreerst geen kans hebben verwezenlijkt
te worden voor de voeten wierpeD, ging
Slaat en gemeente en Provinoie voort met
de uitbreiding hunner bemoeiingen, en we
ontmoeten de overheid nu op zoo uitgebreid
terrein dat de vraag haast kan gedaan wor
den wat zou nog kunnen gerekend wor
den te liggen buiten het terrein der alge-
meene belangen
Indien de overheid zoo diep ingrijpt en
het sooiale leven als nu door arbeidswet,
ongevallenwet, woningwei, gezondheids
wet geschiedt en straks door het arbeids
contract zai geschieden, zou het dan niet
geoorloofd zijn krachtig te bevorderen de
produotiviteit van onzen bodem
Indien de overheid in de laatste jaren ai-
lerwege helpend en steunend optreedt voor
'tvakonder wjjs onmisbaar ongetwijfeld voor
onze hedendaagsche samenleving, zou dan
de helpende en steunende hand van de
overheid niet mogen gereikt worden, waar
het landbouwbedrijf in plaats van onder
wijs grond zoekt om het bedrijf uit te oefe
nen Voorbeelden wekken en ook in dit
opzicht kan het buitenland ons in menig
opzicht ten voorbeeld zijn.
In afwachting van de mogelijkheid dat de
theorie aan de eene of andere zijde helder
heid brenge in de begrenzing van 't vraag
stuk der overheidszorg hopen we dat de
bodem met al zijn water en zand aan de
zorg der overheid niet ontsnappe.
26 Juni 1908.
Een eere-saluut.
De motie van den antirevolutionairen
mr. V. H. Rutgers in den gemeenteraad
te Hilversum uitsprekende dat het werk
zaam blijven van de onderwijzeres na haar
huwelijk niet in 't belang van het onder
wijs is, vindt heftige bestrijding bij
Het Volk.
Dit soo. dem. blad scheldt den heer
Rutgers een „domper".
Dat is een eere-saluut voor mr. Rutgers
Om te weten of wij op den goeden weg
zijn moeten wij maar naar onze felste
tegenstanders luisteren.
Schelden zij ons dan hebben wij allicht
gelijk.
In ieder geval liever een smaadwoord
dan een pluimpje van dat genus.
Laten onze antirevolutionaire raadsleden
maar steeds principieel zijn. Aan kraoht-
woorden, als die van Het Volk raken zij
wel gewend.
Het volk heeft ze er te liever om.
Trouwens dat gehuwde onderwijzeressen
niet in de school behooren maar in 't gezin,
en dat hun verbljjf op school schadelijk is
voor het onderwijs, werd dezer dagen zelfs
ia een vrijzinnig blad in Het Handelsblad
onbewimpeld toegegeven.
Een dier dames sprak zelfs uit eigen er
varing in den geest als nu mr Rutgers deed.
Ziehier wat het Gentrum schrijft
Het Handelsblad is van oordeel, dat een
gemeenteraad te zorgen heeft voor goed
onderwijs, en dat een gehuwde vrouw, in
het algemeen, minder goed werk in de school
zal leveren, wijl zij te veel verdeeld is over
de school en haar eigen huisgezin, waar zij
dan gedurende vele uren hare kinderen,
soms hare zieke kinderen, aau vreemden
moet overlaten.
Men verbiedt den man bij het onderwijs
een andereD werkkring te nemen, wijl men
den geheelen persoon noodig acht voor het
onderwijs.
Is het dan wonder, dat reen niet wensoht
te zien dat eene vrouw, nevens haar werk-
kring als onderwijzeres, een anderen werk
kring waarneemt als huismoeder
Ea gisteren lazen wij in het H.bl.
»Onze medewerker schrijft
Naar aanleiding van het ingezonden stuk van
den heer W. Elink Schuurman, moet ik onder
uw aandacht brengen, dat mijn zegsvrouw geen
Amsterdamsche is, doch eene onderwijzeres die
in een der mooiste natuurstreken van ons vader
land woont.
Zij heeft wel degelijk hulp in haar huishouden,
doch niettegenstaande deze hulp verklaarde zij,
die gezond van lijf en leden is na het lesgeven
dikwerf zóó vermoeid te zijn, dat zij geen lust
meer heeft haar eigen kinderen bezig te houden
en hen zelfs somtijds moet afwijzen, als zij haar
hulp voor 't een of ander inroepen.
Kan het erger zou ik willen vragen.
Alleen het feit, dat zij vóór 12 jaren in het hu
welijk was getreden met haar salaris nevens dat
van haar man als economische basis, waarop een
gezin kan worden opgebouwd, weerhield haar
ontslag te vragen, omdat dit salaris thans voor
eene richtige instandhouding van het gezin niet
kan worden gemist.
M.l. is elk commentaar hierbij overbodig".
Oeneraal Bergansius.
Nu de Staatscourant het bericht bracht,
dat generaal BergaDsius uit den Staatsdienst
scheiden moest, voegt ons ook van antirevo
lutionaire zijde een woord van dankbare
herinnering en niet minder van hartelijke
sympathie in zijn leed.
Van zijn schitterende militaire loopbaan
zwijgen we die ging buiteD het politieke
leven om maar twee malen is Generaal
Bergansius Minister van Oorlog geweest in
een ons bevriend Kabinet, eerat in het Ka-
binet-Mackay en later in 't Kabinet-Kuyper,
en van beide Kabinetten verhoogde hij door
zijn uitnemende hoedanigheden de be-
windskraoht.
Gedurende zijn eerste Ministerschap had
hij den moed, tegen den zin van een groot
deel zijner geestverwanten, een militierege
ling voor te dragen, die den persoonlijken
dienstplicht opnam, al wist hij bijna zeker,
gelijk dan ook de uitkomst leerde, dat dit
ontwerp hem ten val zou brengen. En in
het tweede Kabinet, waarvan hij lid was,
beeft hij een geheel andere regeling, die
buiten hem om was tot stand gekomeD,
nochtans trouw en eerlijk uitgevoerd.
Daarna werd hij benoemd tot lid van deD
Raad van State, maar nauwelijks was hij
hierin opgetreden, of een onverhoedsohe
aanval brak voor altoos zijn kracht.
Steeds verstond hij de kunst, om iu alk
dezer betrekkingen ook met zijn Protes-
tantsohe medeleden op de hartelijkste en
uitstekendste wijze om te gaan. Alle stroef
heid was hem vreemd. En ook in de Kamer
was hij een vaardig spreker, die wist te
zeggen waar het op stond, en toch aller
sympathie won.
En nu heeft' het God behaagd dezen no-
belen man voor den rustigen ouden dag,
waarnaar hij verlangde, een zoo droeven
levensavond te schenken.
Zijn krankekamer kan hij niet meer ver
laten, alle beweging is hem ontzegd, en al
is zijn geest nog vaardig, zoodat hij in
alles meeleeft en nog van alles op de hoogte
is, hij kan niet meer spreken en niet meer
schrijven, en ternauwernood zelf iets meer
leven. Als een hulpelooze wordt hij door
zijn lieve dochter verzorgd. En in zulk een
toestand verviel de man, die steeds warm
aan elk gesprek deelnam, van alles een
indruk ontving, en steeds drang voelde, om
dien indruk in woorden te vertolken.
Een donkere schaduw onderschept deD
zonneglas die steeds zijn leven bescheen,
en op terugkeer van dien zonneglans ver
viel elk uitzioht.
Zio moest hij dan ook zijn ontslag uit
den Raad van State vragenmaar al scheidt
hij hiermee uit den publieken dienst, en ai
is hij op de ziekenkamer van de wereld
als afgesloten, zijn vrienden vergeten hem
niet, en ook de Antirevolutionaire partij
herdenkt bij zijn scheiden met dankbare
herinnering wat hij ook voor ons geweest is.
De Standaard
Frankrijk.
Loopt het ministerie-Clemenoeau u
weet wel, het ministerie dat de lichten aan
deu hemel heeft uitgedoofd op zijn
laatste beenen? Men mag heden het ant
woord op die vraag verwaohten.
Er is een ontwerp tot naasting vau den
Westerspoorweg in den Senaat onder han
den genomen.
Dat ontwerp is van Ciemenoeau's voor
ganger. Het was in 1905 al aangenomen
door de Kamerdoch de Senaat maakte
er geen voortgang mee. De radioo socia
listische vrienden va 1 Clemenoeau drongen
hem om den Senaat tot spoed aan te zetten.
Eu nu is de oommissie vau onderzoek dezer
dagen met haarrapportklaargekomen Haar
woordvoerder Prevet stelde voor'tontwerp
spoedei6ohend te verklaren doch de be
handeling uit te stellen tot 1 Ootober.
Het is de oude q laestie voor of tegen
siaats-exploitatie en onder de voorstan
ders is 't de vraag is de overneming voor-
deelig en gewensoht, of nadeelig voor den
Staat en dies oagewensoht Onder de radi
calen zijn er velen die 't laatste beweren
Hun woordvoerder was eergisier de oud
minister Rouvier. Het viel dezen gemak
kelijk zijn beweren inet cijfers te staven.
De Staat exploiteert al sinds 1883
een spoorwegnet ter lengte van 2900 kilo
meter, geiegeo langs de westkust in den
vorm van een ge'jjkzijdigen driehoek,
waarvan de drie hoekpunten door Nantes,
Bordeaux en Tours gevormd worden.
De resultaten van deze exploitatie zijn
slecht. Waarbij nog komt dat een direote
verbinding met Parijs ontbreekt en daar
voor moet worden gebruik gemaakt van
delijnender Wester-spoorwegm'aatsobappij.
Van daar de poging om de lijnen van deze
maatsohappij over te nemen. Nu heeft deze
maatsohappij altijd met verlies gewerkt en
daartoe van den Staat honderden miljoenen
moeten leenen, zonderdat zij kans ziet
die ooit terug te geven. Van daar het
voorstel tot aankoop door den Staat.
Maar nu stuit dit plan af op den onwil
van Rouvier en zijn vrienden om zulk een
duren koop te bekrachtigen, op een oogen-
blik dat het Marrokkaansohe avontuur
zooveel schatten verslindt en de ouderdoms
pensioenen groote uitgaven zullen vorde
ren. Dit werd welsprekend door den oud
minister uiteengezet, en, wijl Clemenoeau
de portefeuille-quae8tie had gesteld, het
welk zeggen wilAannemen of wij trek
ker» er uit 1 verweet Rouvier hem in een
praohtige, luid toegejuiobte slot-peroratie
dat bij de waardigheid van den Senaat aan
randde, zoodat hel nu niet meer alleen ging
om de naasting van een spoorweg, maar
om de constitutioneels beteekenis van de-
Fransohe Eerste Kamer.
Gisteren hebben de ministers Clemenoeau
en Barthou de rede beantwoord. Bij de
stemming, welke, onder groote agitatie,
schriftelijk, geschiedde werd bet voorstel
uitstel tot Ootober met 128 tegen
125 stemmen verworpen. Het kabinet had
't dus gewonnen. Maar hoe Drie ministers,
die tevens Senator zijn hadden mee
tegen gestemd. Het ministerie heeft dan
ook gisterenavond langdurig beraadslaagd
wat te doen ingeval 't ontwerp verworpen
wordt, de kans waarop nu wel ietwat ver
minderd schijnt.
Het houdt zich in ieder geval aan de
portefeuille-qnaestie.
Da Kamer maakte gister de quaestie Sas-
Selzaete uitwaarover reeds den vorigen
dag een aohtermiddagje was volgepraat.
De minister verdedigde het subsidie-
ontwerp tegen den aanval van dhr. Patijn,
met verwijzing naar de belangen derstreek,
en naar de gunstige adviezen van den Raad
van Toezicht. Tooh zou hij de harten wel
niet gewonnen hebben, wanneer hjj niet
uitdrukkelijk verklaard had geen cent
subsidie te zullen uitkeeren, voor het con
tract zou zijn geteekend, dat de verzwaring
der bruggen van Sas van Gent ten behoeve
van de tram voor Rijksrekening zou wor
den genomen en een waarborgsom van
75 duizend zou worden gestort als waar
borg voor de totstandbrenging der zij 1 ijn
Sas van Gen'.
De heer Fruijtier kwam nog eens voor
't ontwerp op, onder anderen met de op
merking dat bet tegenwoordige comité
oonoessie heeft tot 1911, zoodat eerst na
dien tijd iets zou kunnen gebeuren als een
andere concessionaris optrad.
Het slot wat intussohen dit.
De motie Patijn, ingetrokken door den
voorsteller, de wijl hij 't amendement-I,nlr
dat gelijktijdigen aanleg van een zijlijn
naar Sas vorderde, evengoed vond, werd
door den heer Treub overgenomen, en
door de Kamer met 51 tegen 23 stemmen
verworpeD. Het amendement-Lely door
den minister bestreden, wijl't te ver ging,
onderging een verbetering toen de heer
De Geer, daartoe door den minister gere
spireerd, voorstelde in plaats van gelijk
tijdige „tijdige" te lezen. Dit voorstel nam
de Kamer aan met 47 tegen 29 stemmen,
waarop j't aldus gewijzigde amendement-
Lely met 41 tegen 33 stemmen aange
nomen werd..
De lijn Selzaete is derhalve gered, met
de verplichting van „tijdigen"' aanleg der
zijlijn Sas.
De rest van den middag werd besteed
aan de afdoening van het ontwerp tot
onverwijlde bestrijding van justitieelen
achterstand.
Een ontwerp met groote voortvarend
heid door den minister Nelissen gemaakt
en ingediend, en door de Kamer met niet
minder groote vlugheid op z'n Engelsoh
afgedaan.
Niemand ontkende de noodzakelijkheid
van zulk een ontwerpwant iedereen
weet dat de rechters 't werk niet afkunnen.
Men leest somwijlen van zaken, die aan
de orde gesteld worden bijvoorbeeld tegen
Januari 1910; en dat is geen grapje, maar
een noodzakelijke beschikking omdat er
te veel werk is en 't reohteriijk onder
zoek veelal te omslaohtig is.
Nu zal het beter worden, dank zij het
heden aangenomen wetsontwerpje.
De groote rechtbanken krijgen nu meer
personeel; oude rechters met volle wedde
als pensioen zullen door jongere krachten
vervangen worden zoodat hier quantiteit
en qualiteit tegelijk tot hun recht zuilen
komen.
De mooiste nieuwigheid is zeker wel de
door dit ontwerp ingestelde alleen-recht
sprekende rechter unicus judex waar
toe de geleerdste rechters zulleu wordeu
aangewezen, doch waarmee de collegiale
rechtspraak rechtspraak zooals die thans
geschiedt door meer dau éen rechter, die
saam beraadslagen eu beslissen een
knak krjjgt.
Hier stonden vooruitstrevenden en be-
hondsgezinden in den goeden zin tegen
over elkander.
Mr. Limburg pleitte meer bewegings
vrijheid voor den alleenrechtsprekenden
rechter die zoo juist alleen zal hebben te
vonnissen in bagateizaken, de heer Lobman
vond dit laatste juist een reden om zioh
bij de nieuwigheid neer te leggenprote
steerde tegen deze omkeeriDg onzer rech
terlijke organisatie en pleitte nog eens in
een welsprekend zaakrijk pleidooi voor de
bestendiging der collegiale rechtspraak. De
Goesohe afgevaardigde beriep zich daarbij
op zijn emriDg, op het velp dat bij vaa