NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 212, 1908. Woensdag 10 Juni 22e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed a Zij, die zich met 1 Juli a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen het tot aan dien datum gratis Snippers uit de oude doos. F. P. D'HÜU, te Middelburg, PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p.3,25. Enkele nummers 0,02s. Oe opgaaf van den spoordienst komt in dit nommer voor op de ge bruikelijke plaats. 9 Juni 1908. De Standaard haalt in haar Persover zicht een en ander aan uit een artikel van „Torenwachter" in de Midd. Crt., waar onder zij, schrijft: //Voorzoo ver wij met volledigs kennis van zaken oordeelen kunnen, is dat beweren juist". En welk beweren is dat nu Dat tuesohen 19 en 21 Deoember best gelegenheid was geweest voor het mode- ramen der antirev. propagandaclub om mei den Leider der partij te raadplegen over de gedragslijn der partij inzake de oor- logsbegrooting. Aan welke bewering dan een standje wordt vastgeknoopt aan 't adres van De Nederlander die h'ermee den draak stak. Het pluimpje hierbij de Middelburgsche Crt. of liever aan haar praatjesmakenden Torenwachter op zijn pet gesloken, was hier overbodig; want dit punt was niet in geschil. Dat de olub of haar voormannen met dr. Kuyper hadden moeten raadplegen, staat voor de geheele antirev. pers vast. En dat De Nederlander daarvoor niets voelt is begrijpelijk. Maar dat dr. Kuyper bij de besprekingen enz. die aan de kabinets formatie zijn voorafgegaan voor den gek gehouden, en door zijn partij verloochend is, en al dergelijke praatjes meer die deze Torenwachter van een christelijk histori- sohen antirevolutionair zou vernomen heb ben, daartegen zijn wij opgekomen. Nu kan de man, daarna, nog wel een heele schilderij ophangen, waarvan de des kundige toeschouwer zegt, die is juist. Maar dat is geen kunst, en 't leidt licht de aan dacht van de hoofdzaak af. In ieder geval voor wie de Middelburgsche Courant kent, behoeft 't geen betoog dat al dat sympathieke geschrijf voor den „in den hoek gedrongen" dr. Kuyper niets anders 267 FEUILLETON DOOR SCALDIS. HLOETINGE, I. De naameoorsprong van Kloeünge zou yelgens Dresselhuis, in verband staan, met de vliedbergen, welke wij hier aantreffen en de droogten in een uitgestrekt moeras. Ver- heye van Citters, denkt echter aan Cloete, de opwassen, waarin men de „kloete" of „boom" gebruikt om de schepen voort te duwen. In dit groot moeras kwamen van liever lede enkole droogten op, op welke weder vliedbergen werden opgeworpen. Er werden er niet minder dan zeven zoodanige aange troffen,waardoor deze uitgebreide heerlijk heid, welke nog in noord-, midden- en zuid- •mbacht gesplitst is, voorheen onderschei den werd in Sirkelsdorp, de Bordele, langs de MannëiRoelofsdorp en de Gros,waar een kapel, aan St Maarten gewijd, stond, en de St Maartmsvrog ons nog aan die kapel her innert. Wandelen wij op onzen tocht van de Groe links af, dan gaan wij langs een kronkelenden weg, die nog doet zien dat de Groe op een eiland heeft gelegen, aan de buurt, doorgaans Avekinders genaamd dit is nog een lief gelegen gehuchtje. Het am bacht de Clotinge, is een charter van Febr. 1216, reeds genoemd onder de goederen van het kapittel van St Pieter te Utrecht, schijnt reeds in de 14e eeuw uit het bezit der atamheeren vervreemd eh aan het ge- alaoht Borselen van Veere gekomen te zijn. Margaretha van Borsele, tweede dochter ven Wol/aart, graaf van Granprè enz. bedoelt dan de coalitie te breken, en Jde antirevolutionaire partij te verdeelen. De Middelburgsche Crt. behoort tot de grofste, ja maar ook tot de slimste tegenstanders van de udoleerend-, gereformeerd, calvinis tische-" enz.-partij wij kunnen dit des- verlangd met citaten staven. Intussohen voegen wij hier het onder staande aan toe uit de N. Prov. Gr. Crt. Het heeft onze hartelijke instemming. Ook wij wezen, even na het Kamervotum inzake de oorlogsbegrooling, op de wenschelijk- heid van overleg in belangrijke zaken tusschen de Kamerclub en den Leider der partij. Men kan uit het gebeurde, als het «Huisgezin" wil, ook deze les trekken, dat de noodzakelijkheid weer bleek van het optreden van den leider ook in de K: mer. En stellig zou, indien Dr. Kuyper lid der Ka mer ware geweest, de gang van zaken hoogst waarschijnlijk een andere zijn geweest. Maar wij zien niet in, waarom het advies van onzen leider voor onze kamerleden alleen waarde heeft, voor het geval hij zitting in de Kamer heeft Niemand denkt er aan de zelfstandigheid der kamerleden te binden, en het gaat hier niet om een of andere «rechthaberei". Het geldt hier 't belang van land en volk, 't belang ook van onze actie. En voor de toekomst is het stellig niet ver keerd, dat het ieder duidelijk wordt, hoe de anti revolutionaire partij over deze zaken denkt. Een conclusie te trekken, zou nu reeds niet moeilijk vallen. Wij zouden zeggen met kracht en eensgezindsheid voorwaarts. Maar geen da capo weer van 1908. Bttltcaluïsch Ovsrziehl. België. Met belangstelling wordt de beslissing der Kamer tegemoet gezien inzake het voor stel tot overneming van den Congo. Een groot nieuw debat zal er aan voorafgaan; er> de Koning en zijn kabinet zijn niet zonder reden ongerust dat de beslissing wel eens een teleurstelling kon zijD. Immers 't is be kend geworden dat de socialist v. d. Velden thans besloten is, in plaats van voor, tegen te stemmen, een liberaal voorstander is door een katholiek vervangen wiens gezindheid men niet kent; terwijl 3 katholieke en 2 liberale voorstanders door vijf sooialistisohe werd in 1481 aan haren vader, die baar aan een ander wilde uithuwelijken, ont voerd en trouwde den ridder Walraven van Brederode, waardoor deze heerlijkheid in 1487, aan diens geslaoht kwam. Na door vele opvolgende eigenaars, te veel om hier te noemen, in het bezit te zijn geweest, kwam het ambacht in de vorige eeuw, door koop, in handen van mr. Willem van der Bilt, in wiens familie het bleef tot 1843, toet het, na overlijden van dhr. H. M. van der Bilt, gekocht werd door de voogden voor den minderjarigen heer Johan Corns. Patijn (overleden te Utrecht in Deo. 1875) aan wiens erven de heerlijkheid nog behoort. Ten noorden van het dorp lag weleer het Slot der Heeren, doch er werd door de opvolgende eigenaars niet veel verbete ring of verfraaiing aangebracht, waardoor het zoodanig door den tand des tyds werd aangetast, dat het in 't begin der vorige eeuw moest afgebroken worden. In de nabijheid van het dorp vond men ook vroeger het huis Smallegange, het stamhuis van onzen bekenden Kroniek schrijver van dien naam, welk buiten in 1560, door brand, gedeeltelijk werd ver woest en door een gewoon huis vervan gen werd. Dit ook weer afgebroken zijnde, w^es in Smallegange's tijd, slechts een stuk verheven grind de plek aan waar het een maal stond. De heerlijkheid, de grootste van de lireede Watering, was in 't midden der 18e eeuw groot 8862 gemeten en besloeg nagenoeg een zesde deel der Watering toentertijd 1747 vond men er 114 woonhuizen. Het dorp had almede in de Spaanche beroerten, veel te lijden en werd tweemaal door de Watergeuzen in brand gestoken. UITGAVE DER FIRMA JONGE-VERWESl tê VAN tegenstanders van het ontwerp zijn vervan gen. Niet zonder reden dat de Koning het ontwerp gaarne voor de verkiezingen bad zien afgedaan. Waren de katholieken bij deze gewichtige stemming niet verdeeld ge weest, er zouden in plaats van 2 zetels min der, stellig vier zetels meer door hen bezet zijn geworden, zoodat zij voor een gedeelte zeiven de oorzaak zijn van de moeilijkheid, waarin hun Kabinet thans verkeert. Het zal tenminste de vraag zijn of de meerderheid van 16 of 20 voor de overneming, nu niet zal geslonken zijn tot een meerderheid van 2 of 4, missohien wel tot een minderheid. Want ook onder de vrieuden van het minis terie zijn er nog die met't oog op de zeer groote geldelijke lasten welke de overne ming na zich zal sleepen, met een bezwaard hart deze, zij 't oek winst belovende, over neming tegemoet zien. Overigens is de Koning al heel watafgeko- men van de door hem gestelde voorwaarden. Het vorige ministerie en ook 't tegen woordige 1 hadden een ontwerp tot inlij ving voorgesteld, waarbij de Koning zich bet beste en vruchtbaarste gedeelte van den Congo in vruchtgebruik voorbehield. Ton- gavolge van de ontevredenheid in eigen kamp verwekt, heeft het ministerie dat eerste ontwerp ingetrokken en daarvoor een tweede in de plaats gesteld, wsarby het Kroondomein vervalt, maar de natie daarvoor eene vergoeding schenkt aan den koninklijken g8ver, bestaande in ééne som van 50 miliioen, waarover de koning vry kan beschikken ten voordeele van den Congo, en alles wat daarmee van verre of van nabjj samenhangt, en eene tweede som van 453 miliioen voor de uitvoering van openbare werken van weelde in België, door den koning aan te wijzen- Van dit laatste crediet zon o, a. 20 miliioen aan Ostende ten goede komen, en Leopold II meende zoo zeker te zijn van zijne zaak,dat hij reeds een contract had gesloten met een groot aannemer voor derzelver uitvoering. Maar nu is er sprake, dat het ministerie ook dit tweede ontwerp zal intrekken. Een derde ontwerp zou dan worden ingediend, bepalende dat de 50 miliioen ten behoeve van den Congo, waarover de koning zich de vrije beschikking wilden voorbehouden, Smallegange meent uit het tegenwoordig nog door de gemeente gevoerde wapen (in goud drie leliën in azuur) te kunnen afleiden, dat de Heeren van Valkenisse (in goud, drie leliën vaa sabel) en Van derNisse (in goud, een keper van keel, vergezeld met drie leliën van sabel) uit Cloetinge zonden afstammen. Een klein half uur van Goes gelegen, naderen wij Kloetinge, langs een mooien straatweg. Het lief gelegen plaatsje be zoekende, zien wij dat het een der netste dorpen van ZBeveland is wij worden ge troffen door de vele mooie en goed onder houden woningen, waaronder vroeger, vooral het heerenhuis Wel te vreden" uitmuntte. Het doelmatig armenhuis, werd in 1818 gesticht, en vond men er toen ter tijd, als tak van industrie eene grutterij. Een betrekkelijk nieuw en net gemeente huis vinden wij er, waarvan den 24 Aug. 1881 de eerste steen werd gelegd door den Commissaris des Konings in Zeeland. Ook de prachtige predikantswoning welke wij hier aantreffen, dagteekent van 't zelfde jaar. Den 15 Juli 1880 werd tot dit doel aangekocht het Ambs. heerenbuis, met koetshuis en tuin voor de som van 6350 gld. Deze huizinge werd afgebroken en de bouw van de nieuwe pastorie aan besteed den 12 Aug. 1881, van welk werk aannemer werd dhr. G. C. Zaaijtr, ter somma van 17500 glo. Een bezoek aan de kerk brengende, zien wij dat het met den eenig fraaien toren een sohoon en ruim gebouw is het is nog een gedeukteeken van der vroegeren luister dezer plaats. Dit bedehuis is in 1899 door den architect Verheul van Rotterdam, naar de eisohen van den oorspronkelijk en bouw, geheel en prachtig gerestaureerd, en werd van 1—5 regels 40 cent, Iedere regel meer 8 cenv. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, Iedere regeï meer 10 cent. slechts kunnen uitgegeven worden met de goedkeuring der regeeriug, en dat het cre diet van 455 miliioen voor weelde-werken in België, vervalt. Daar echter een gedeelte dezer werken reeds is aanbesteed, zou de Staat daarvoor eene schadeloosstelling uitbetalen aan den aannemer,die verklaard heeft zich met eene schadeloosstelling van 4 miliioen tevreden te zullen stellen. Dit geld is dan wel in zee geworpen, doch beter dat, dan 45r miliioen vermorst. Zoo meldt Het Centrum- Of Koning ea Kabinet, en straksKabi- eet en Kamer 't op die punten willen eens worden zal te bezien staan. Maar dit is de grootste moeilijkheid nog niet; die ligt in deËDgelsoheinmen ging. Da Eogelsche regeeriug wil de over dracht wel goedkeuren, doch op voor waarden, welke verband houden met een richtige naleving vanj't traotaat vanBerlijn. En nu zou 't wel eens kunnen gebeuren, dat de Kamer, vertegenwoordigers van de nieuwe eigenaars van den Congo S'.aat die voorwaarden verwerp!; en dan ligf alles weer ia duigen. Het Kabinet zal dan wel moeten aftreden ook. In België bezien vooral de linksohe partijen alles door een politiekeu bril want 't liberalisme kan het maar niat verkroppen dat het nu al van 1884 af niet meer „aan de regeeriug" is. Het zal zioh dau ook de gelegenheid politieke muut uit deze quaeslie te slaan niet laten ontglippen. Zendingsfeest te Rilland. De Zendingsvrienden te Rilland-Bath hadden besloten een Zendingsfeest te organiseeren ds. Fontein stelde zioh aan 't hoofd, de heer C. J. v. d. Wei ff stond 't gebruik zijner weide af, H.H. Kerkvoog den boden 't kerkgebouw aan, voor 't geval 't weder niet gunstig was voor publiciteit werd gezorgd; en nu waehtte men in ver trouwen af dat deze eerste pogiDg voor een plaatselijk Zendingsfeest op Zuid- Beveland slagen zou. Eu zij slaagde uit nemend. Wij voorspellen dat 't voorbeeld van Rilland elders navolging vinden zal. Er waren ongeveer 15D0 feestgangers, die wel niet allen bleken gekomen te zijn om over de Zending te hooren doch 't grooter het opnieuw tol zijne bestemming gewijd den 21 Deo. van genoemd jaar. Het mooie orgel 't welk wy voor ons zien, werd in 17ö7, op last van den toenmaligen Ambachtsheer Z. D. van der Bilt vervaar digd door den orgelmaker II. H. Betz van Gouda en werd ingewijd den 24 Mei door ds. P. W. la Motthe met Ps. 104 33 en 34. Het iBtrument werd in 1889 opnieuw geres taureerd en voor de eerste maal in gebruik genomen den 1 Febr. 1890, waarbij da. Warnsinck een feestrede hield naar 2 Cor. 12 20 en 21a. Het oog op den vloer vestigende, treffen nog twee grafzerken onze aandacht. Op de een lezen wijnPhilippus Lansbergius, Philippi Astrologofilius, overleed 1647, oud 63 jaren, Minist. Eccles 39 jaren en medic. 30 jaren en Sara Johanna Ipsius zijne echtgenoote", en op de andere: n David Immens geb. 20 Juni 1722, overl. 13 Dec. 1727 en Cornelia Sara Immens, geb. 30 Januarij en gest. 18 Nov. 1727". Nadat in Zuid-Beveland van lieverlede de Hervorming vasten voet had gekregen, ontmoeten wy, als eersten dienaar voor Kloetinge GUNTHIER ALLEGONDE DAMMANN. Sedert 2 Juli 1584 had deze den dienst te Goes waargenomenwerd vandaar her waarts beroepen en bevestigd 14 Oct. 1586. Van bier vertrok hy reeds, in 't begin Ds. Lansbergen, was de derde pre dikant te dezer plaatse en de oudste zoon van P h i 1 i p p u s L., predikant te G o e s en van Sara L i e v a e r t s. Hij diende deze ge meente van 1608 tot aan zijn dood den 23 Dec. 1747, en liet als weduwe na Sara Johanna Ipsjus, die hem tot 8 Maart overleefde. deel dat uit belangstelling opgekomen wm, luisterde met aandacht naar de sprekers, die met groote opgewektheid en zaakrijk heid getuigden van den arbeid der Zen ding en de roeping van de gemeente des HeereD. Ps. 68 10 was 't lied dat onder de voortreffelijke begeleiding vanHosanua, op uitnoodiging van ds. Fontein gezongen, de feeststemming inleidde. Daarna ging genoemde pastor looi voor in gebed. Naar de weide I zoo klonk zijn welkomst woord, dat was onze leuze bij 't voornemen i op Pinkster dit feest te vieren. HetPinkster- feest roept ons om de daden Gods te ver- j kondigen, ook in den tempel der natuur. De daden Gods, die ook oud Israël ver heerlijkte, gelijk Psalm 98 ons zoo treffend te verstaan geeft. Naar de weide I want dat is zoo de geest van den tijd. Die geest van den tijd is iu menig opzicht berispelijk, maar op dit punt mogen wij met hem mee. Het is de tijd van de openluohtsamenkomsten. Gaosoh anders dan vroeger toen de Chris tenen meenden met een boekske in een hoekske zioh tot overpeinzing en bespie geling te moeten afzonderen, op de tweede en derde van onze Chr. feestdagen. Nu echter is 't de tijd vau aanpakken, van practijk, van handelen, van daden. Nu worden die tweede dagen tot een ander gebruik aangewend. Waar de wereld zich vermaakt, heiaas, hebben wjj deze dagen te gebruiken om God te danken en elkan der op te wekken tot arbeid in zijn dienst. Naar de weidedat zijn geen nieuwig heden gij kent uw Bijbel niet, die dit zegt. De Heiland klom op een berg, liet de mensehen nederzitten iu 't gras, of koos zioh het strand tot spreekplaats. Hij ont leende aan den landbouw en deszeifs werktuigen de beelden voor zijn prediking. Deze dienden hem. Zoo hebben ook wij een rolslee tot spreekplaats vertimmerd, eu ontvangen wij u in de weide. Laat u leiden naar de weide. Laat u weiden in de grazige weiden van Gods Woord. Moogt gij allen iets ontvangen voor uwe ziel. Maar gedenkt dan ook die Heidenen, welke nog moeten worden toegebracht, //schapen die van dezen stal niet zijn", welke ook moeten toegebracht worden, van 't volgende jaar naar Serooskerke W.) alwaar hy in 1608 overleed. Door twintig ambtgenooten werd ds. Dammann te Kloetinge opgevolgd wat wy van een paar opvolgers geboekt vinden, zullen wij nu hooren en willen beginnen met den vierden dienaar MICHIEL VAN MIDDELHOVEN. Toen ds. Johs. Rijswercktr, als prop bij de Cl. van Walcheren, te Wol/aartsdijk beroepen was, als opvolger van ds. Van den Heuvell aldaar, verleende de Cl. van Z.Beveland daarop den 11 Nov. 1642 hare approbatie en aanvaardde hij in 't begin van 't volgende jaar zijn dienst bij die ge meente, waar hy gedurende acht je ren werkzaam bleef. Wel reeds in den aanvang van 1648 werd hij bij collatie van Johan Wolfert van Brederode, Heer van Kloetinge, tot pred. van deze gemeente benoemd, dooh teen dhr. Benjamin van den Steene, als diens rentmeester, dit beroep 1 ij de Cl. inbracht, werd het door deze, bij hare resol. van 21 Jan. van genoemd jaar, verworpen, als strijdig met de kerkordening. Slaan wij de Cl. aoten van Z.-Beveland van dien tijd op, dan zieD we, dat hieruit velerlei onaangenaamheden tusschen de Cl. en dien rentmeester rezen. Zelfs ging dit zóóver, dat eindelijk de Staten van Zeeland zioh er mede moesten bemoeien, hetgeen eehter tengevolge had dat 16 Oot. 1648, ofsohoon zonder bijzijn van den heer of zijn rentmeester, even wel op wettige wijze de beroeping werd uitgebracht op ds. Van Middelhoven. (Slot volgt.J

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1