NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No, 204. 1906
Zaterdag 30 Mei,
22e Jaargang,
CHRISTELIJK.
HISTORISCH
ink
den koers
/"500.—
tnber.
ugustu3) ver-
ÜEH,
ct. p. ons
nd middel!
eulen en tegen
nde Knecht ge-
iÖP
ïngstveulen
IÖP
i mei Tuin,
kueelit
knecht
komende Meid
rkpaard te koop,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
PRIJS DER ADVERTENTIËN
B^j dit nummer behoort een Bjj voegsel
IJK.
TENTZENDING.
Uit de Tweede Kamer.
ÜBOi -
ten kantore
VEER Gz.
lavers", Mid'b.
Nonrdstraat.
OP
[ERE, Grijps-
top
rkpaard
6 jaar.
ezocht om 2jarige
DERDIJK,
St. Joosland.
M ALLEGAN GE
rekening 30 en
tadstroo te koop
lande.
irzien, op goeden
te koop, bjj
'ERS, 't Zand,
kerke D 73.
iber
VAN SOELEN,
a a^n
cider
t oote Meid
ËE,: Souburg.
id
S.©Clit
Bn metselen ver-
ER, V e e r e.
ober
rraagd bij
(EN, bij V e e r e.
ober
x/Xeid.
ARINISSEN, S t.
ober
ir waaronder éen
tgenpaard of melk-
Koudekerke
jvraagd
üishoiitlster
JANUS DOBBE-
i-Heer Hendriks-
ober
^X©Ic3.
kVIDSE, Begraaf-
er-Wwesi - üo«a.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DFR FIRMA
Wed, a 1 m JÖNGE-VERNEST, te Goes
i,j EK VAN
F. P, D HUB, te Middelburg,
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cem.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
BS3K283S£3ZK»Bl!naSBnSaeKS&3SS^ÏÏ5Br«roaS3aS£ESBESeBB5!R'r
Kortgene 1 Juni.
Wissekerke 2 en 3 Juni.
Coljjnsplaat, ook voor Cats, 4 en 5 Juni,
des voormiddags.
Ds. Breen schrijft in De Zondagsbode een
belangrjjk artikel over de Tentzending.
Het onderstaande ia er aan ontleend
De oorsprong daarvan ligt in Duitsohland.
Ongeveer tien jaren geleden kwam bij
den. Evangelist Jaoobus Vetter de gedachte
op dat het Evangelie aan de volksmenigte
in tenten gepredikt kon en moest worden.
Hij was zoo aangegrepen door die gedachte
en daarmee zoo vervuld, dat hij voor zich
«elven bekendeGod wil het 1
Ieder, die zijn Bijbel leest zal weten,
dat de Heiland zelf op de bergen, in de
woestijn, aan de zee, bij dea weg evengoed
als in de synagoge en in den tempel, ja
overal en aan alle plaatsen, waar zich
gelegenheid bood, Zijn Evangelie heeft
verkondigd. Wordt iemand dit lezende
sterk aangegrepen door de gedachte om
Hem hierin Da te Volgen, dan mag hij
gerust zeggen: Ik heb aie gedachte van
Hem.
In Engeland en Amerika heeft men reeds
vroeger in tenten 't Evangelie verkondigd,
maar Evangelist Vetter wist dat toen nog
niet. Nu, dat komt meer voor, dat God men-
schen onafhankelijk van elkander, maar in
afhankelijkheid van Hem dezelfde taak en
roeping toebereid. Evangelist Vetter van
zijne gedachte vervuld en gedreven heeft
haar biddende uitgewerkt. Zonder moeite
kreeg hij 12000 Mark daarvoor en had zijn
eerste Tent. Vier jaren lang verkondigde
hij met de zijnen daarin het Evangelie. God
gaf zegen. En 30 April 1905 werd de 2de
veel grootere Tent ingewijd.
De Nederlandsche Tentzending is eene
dochter van de Duitsche. Zij werd daarom
wel eens zijdelings aangezien als 'n vreem
de. Maar dat is niet meer noodig, want ze
is inderdaad genaturaliseerd, evenals de
uitnemende Zondagsschool Vereeniging,
wier oorsprong in Amerika is en als het ge
zegende Bijbelgenootschap, welks baker
mat in Engeland staat. Wij hebbon nu eene
Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging,
een Nederlandsch Bijbelgenootschap, en
eene Nederlandsche Tentzending.
Zij werd geopend Maandag 3 Sept. 1906 te
Apeldoorn.
De tent, dief 10.000 kost,is hier zonder
moeite verkregen. Ze is door éen persoon
gegeven. Het inwendige maakt een plech-
tigen indruk, stemmend tot stilte en ernst.
Er zijn 1800 zitplaatsen.Zoo noodig kunnen
de tentgordijnen opgerold en nog eenige
honderde staanplaatsen verschaft worden.
De inwijding had plaats onder leiding
van prof. Is. van Dijk uit Groningen.
En in tegenwoordigheid van Hare Majes
teit onze geliefde Koningin, die de plechtig
heid van het begin tot het einde heeft
bygewoond. Wij mogen er dankbaar voor
zijn, dat onze Vorstin niet alleen belangstel
ling voor het huis des Heeren, maar ook
geloof in Zijn Evangelie heeft en daarom
een werkzaam verantwoordelijkheidsge
voel voor de eeuwige toekomst hareronder
danen. Wij mogen met rechtmatige blijd
schap zeggenonze Koningin heeft de
Nederlandsche Tentzending mede ingewijd
en mede een zegen over haren arbeid
afgebeden.
Wat wil de Tentzending P
Het Evangelie brengen aan de scharen.
De stichter heeft uitdrukkelijk verklaard:
wjj hebben niet de bedoeling, nooh het
voornemen om door middel derTentzending
een nieuw Kerkgenootschap naast de
bestaande op te richten. Hij voegt daaraan
toehet tijdperk van vele jaren levert
bewijs voor de waarheid daarvan. Op dit
punt behoeven wij ons, geloof ik, niet meer
te verdedigen. Wij laten het geheel en al
pas onze jong-bekeerden zelf over bij welke
gemeenschap, of evangelische richting zij
zich willen aansluiten. Voor ons is het de
hoofdzaak dat zij tot Jezus Christus den
Koning bekeerd worden. Verder zegt hij
ook niet uit oppositie tegen de een of andere
Kerk, of de eene of andere richting is het
werk der Tentzending ontstaan. Wij zijn
één met alle kinderen Gods, tot welke
kerk zij ook behooren en welken naam zij
dragen. Nooh de landekerk, nooh de vrije
kerk, noch de gemeenschappen zijn onze
vijanden. Onze vrienden zijn zij en wij
zoeken voor hen het goede.
Het slot van ds. Breens beschrijving luidt
aldus
Hoe is nu de verhouding der Tentzending
tegenover de Kerk
Rij wil gelijk ik reeds zeide geen genoot
schap, zij wil geen seote vormen.
Zij .wil geen oppositie tegen kerk of
riehtiDg.
Zij verbindt aan zich geen leden of
lidmaten.
Zij bedient ook geen Sacramenten.
Zij wil alleen hetzelfde Evangelie, dat de
kerk brengt en brengen moet.
Daarom predikt zij lo. de liefde Gods,
zich uitstrekkende tot al het verlorene,
zonder aanneming des persoons. Hom.
3:12-24.
2o. De kracht van Christus' bloed en
Geest tot verlossing van zondesehuid en
zendemaoht. Titus 2:1114.
3o. De noodzakelijkheid en mogelijkheid
voor den geloovige om vervuld te zijn met
den Heiligen Geest. Joh. 7 38,39.
4o. De verwachting van den weder
komenden Heer als behoorende tot het doel
der bekeering. 1 Thees. 1 9,10.
Dit Evangelie wil zij brengen aan dui
zenden en tienduizenden afgezworvenen.
Zij wil dat ten goede van Christus' kerk.
Zij wil dat met de kerk.
En wanneer de kerk, of wilt ge de
kerken hare eerlijke bedoeling erkennen
dan kan zij de landsevangelisatie der kerk
of kerken worden.
In de zitting van Diusdag kwam het
achtdaagsch debat ten slotte tot eeu eind.
Het was de dag der replieken. De heer
Treub vond dnarby gelegenheid om den
vry grievenden aanval te richten op de
redactie der Nieuwe Courant die hem op
zijn redevoeringen van j.l. Vrijdag had aan
gevallen. Hij deelde mede, dat die courant
met een jaarlijksch subsidie van de Neder
landsche Vereeniging van Werkgevers ge
steund werd op voorwaarde om de werk-
geversbelangeu te bevorderen.
De heer v. Karnebeek rekende nog even
met den minister van financiën af, die hem
vrij persoonlijk had aangevallen omdat hij,
meer regeeringsgezind dan de regeering,
de motie, eerder dan deze, onaannemelijk
had verklaard. Hij bestreed voorts de motie
nog eens in den breede.
De heer Lely had af te rekenen met den
minister van waterstaat die gezegd had dat
spr. als minister zoo weinig had gedaan in
de richting van staats-exploitatie. Hij
toonde aan dat hij juist meer dan eenig
ander in die richting was werkzaam ge
weest, hetgeen de minister onnder aanbie
ding van excuus toegaf.
Overigens mag bij de zelfverdediging
van den overigens hoogst bekwamen dr.
Lely niet vergeten worden zijn weinig ge
lukkig ministrieel verleden in zake van
technisch en commercieel beleid (Rijksver
zekeringsbank, Lawa-spoorweg, Velser-
pont, Scheveningsche haven), de aaneen
schakeling van contradicties in zijn jongste
redevoering en, vooral, de groote gedien
stigheid waarmede deze is opgehemeld
waarvan een liberaal blad zelfs getuigen
moestmen zou een held in zelfbeheer-
sching moeten zijn om hem niet in den
pekel te zetten, als men over het sarcasme
van den heer Kolkman beschikt.
De heer v. Citters bestreed nogmaals de
motie doch zag ook geen heil in de motio-
Nolens die de instelling van een staats
commissie verlangt.
De heer Aalberse echter verdedigde de
motie-Bos, met de toevoeging door Spr. ge-
wenscht, n.l. indien de financiën 't toelieten
tot Staatsexploitatie over te gaan.
De heer Plate bestreed nog eens uitvoerig
de Staatsexploitatieen de heer Schaper
verdedigde die waaraan hy nog eenige ha
telijkheden aan 't adres van de Nieuwe
Courant en den heer Lohman toevoegde.
De heer v. Dedem nam 't hierop voor den
afwezigen heer Lohman op.
Na nog eenige beschouwingen van de
ministers van financiën en van waterstaat
kwam de motie-Bos in stemming-
Zy werd verworpen met 46 tegen 89
stemmen. Tegen stemden de oud-liberalen,
een paar unionisten en de geheele rechter
zijde met uitzondering van een zestal Ka
tholieken dia voor stemden.
Daarna werd de motie-Nolens aangeno
men met 72 tegen 18 stemmen. Tegen
stemden enkele liberalen en leden van de
Rechterzijde.
De visse'nery wet werd hierop met alge-
meene stemmen aangenomen, nadat met al
gemeen goedvinden van de commissie van
rapporteurs een wijziging door den heer De
Geer voorgesteld door den minister was
overgenomen.
Een adres van een milicien om pensioen
werd nog even behandeld. De commissie
voor de verzoekschriften had voorgesteld
't adres voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Ter Laan stelde echter voor het
naar den minister van oorlog te zenden met
verzoek om inlichtingen. Dit voorstel werd
met 49 tegen 20 stemmen verworpen, en
zoo was dus 't voorstel van de commissie
aangenomen.
Woensdag, alvorens op reoes te gaan, be
handelde de Kamer nog voor een zeer klein
deel «de belangen der Rijkswerklieden bij
de verschillende departementen van bestuur;
nadat eerst nog even besloten was tot de
uitgave voor een jaar als proef van :t analy
tisch verslag der Handelingen, of liever Be
sprekingen van de Kamer.
De Kamerleden die over de belangen der
Rijkswerklieden redevoerden, hadden geen
moeilijke taak, in zoover zij een zaak be
pleitten, die weerklank vond bij de Regee
ring, en blijkens hun spreken voor leege
banken geen bijzonder verzet zou vinden
bij hun medeleden.
Het trok de aandacht dat daags na de be
slissing over de groote motie-Bos die de
exploitatie van spoorwegen staatsbedrijf
wou makende belangstelling voor men-
sohen die in staatsbedrijven werkzaam zijn
zoo geheel beneden nul gedaald was. De
sprekers hielden hunne redevoeringen voor
een paar leden slechts, en voor den voor
zitter en de beide ministers die hun speeches
krachtens hun ambt of funotie, moesten aan-
hooren.
De heer Passtoors was de eerste spreker.
Volgens hem ontbreekt voor de werklie
den aan de loodsgebouwen een goede grond
slag voor de loonregeling. De opperlieden
die volgens de Kamers van Arbeid, 23 cent
per uur moeten hebben, krijgen maar hoog
stens 22, terwijl voor overwerk niet betaald
wordt. De instrumentmakers bij de her
stellingswerkplaatsen zijn er al even „onge
lukkig" aan toe. Vaklieden worden op voet
van gelijkheid behandeld met niet-vaklie-
den. Hun maximum-loon is maar f 16, ter
wijl dit jbij de S. S. en deH. IJ. S. M. f 21
bedraagt.
Al even sleoht af zyn de jkneohts in de
militaire bakkerijen. Hunne gezinnen kun
nen vandetegenwoordigeloonen niet leven.
De werklieden bij de Cadettenschool te
Alkmaar krijgen ook te weinig loon. Op de
Militaire Academie te Breda is 'tal even
erg. Zondagsarbeid wordt voor de meestee
niet betaald. Het Rijkskleedingmagasijn
keert ook al te lage loonen uii. De kleer
makers en schoenmakers hebben 't daar, als
men den afgevaardigde voor Beverwijk
gelooven mag, tamelijk hard. En in, den
zelfden toonaard zongen zijn ambtsgenoo-
ten Helsdingen (soo.-dem.J en Van Vliet
(an tire v.) De heer De Klerk, ook een oud-
werkman, gelijk de vier genoemden, wjs
't daarmee volkomen eens. Doch hij was
eenigszins boos omdatde regeericg nir-t
op die grieven letten zou o, neen, om
dat zij er wel op let.
i Immers hij wraakte het dat de regeering
een staatscommiBsie tot onderzoek van da
grieven van al deze genoemde rijks-werk-
lieden had ingesteld, alvorens de discussie
in de Kamer af te wachten. Nietderegee-
j ring, maar de afgevaardigden oud-werk
lieden hadden de eer moeten hebben van
't eerst op de «rechten" van deze werklieden
de aandacht te vestigen. Een voorstelling
die niet vry te pleiten ia van eenzijdigheid.
Als de regeering haar plicht doet, is het
toch al te dwaas haar hiervan een verwijt
te maken dat zy niet eerst gewacht heeft
tot de Volksvertegenwoordiging haarplicht
heeft gedaan.
Heel fijntjes werd dit door den minister
van Landbouw den afgevaardigden aan het
verstand gebracht. Uwe redevoeringen,
aldus minister Talma, kunnen materiaal
zyn voor die Staatscommissie.
Wat de samenstelling der commissie
aangaat, voor vaststelling van de alge-
meene beginselen der arbeidsregeling wa
ren deskundige i mbtenaren noodig, maar
onderzocht moet ook worden of 't mogelijk
is voor de toekomst een commissie te be
noemen die zal hebben te ad viseeren over
wijzigingen en toezicht. De samenstelling
van zulk een commissie zal gansch anders
moeten zijn. Haar doel is geheel anders dan
dat waarvoor de staatscommissie is be
noemd. De regeering kon op de discussies
hier niet wachten. En straks zal een andere
permanente, commissie tot taak krygen
over de arbeidsvoorwaarden, waarvan de
loonregeling een der voornaamste, onder
zoekingen te doen.
Dit laatste echter betwistte de heer Hels
dingen. Wat zou zulk een commissie, aldus
de afgevaardigde uit Franeker. Zy is
slechts 'n middeltje om de mislukte groeps-
vertegenwoordiging te vervangen. De vak
organisatie, die moet 't doen. De arbeiders
zelf moeten medezeggenschap hebben in
de regeling der arbeidsvoorwaarden. Maar
tegen deze verkleining van de beteekenis
der groepsvertegenwoordiging kwam de
heer Van Vliet terecht op.
Hij weet de sohuld van het mislukken
der groepsvertegenwoordigingen aan het
feit, dat haar nergens een goede kans is
geschonken. Zij zijn geheel verkeerd aan
gepakt en het nauwe verband met de
stakingen van 1903 heeft altijd een slechten
invloed gehad op de ontvangst welke dit
instituut heeft genoten. Maar het bestuur
van de Vereeniging «De Rijkswerkman"
heeft spr. verzekerd, dat deze vereeniging
prijs stelt op en vertrouwen stelt in de
groepsvertegenwoordiging als wettelijk in
stituut.
Ten slotte drong spr. aan op de instel
ling eener speciale oommissie van Kamer
leden ter behartiging van de belangen cd
onderzoek der grieven van de rijkswerk
lieden.
Overigens kwam de heer v. Vliet uit
voerig op voor de belangen van 't personeel
aan het Rijksstapel-magazijn en de Con
structie-werk plaatsen te Delft. Pensioen,
ziekte-uitkeeringen, vak-opleiding, leiding
der werkplaatsen, 't is alles onvoldoende.
Nadat deze spreker zijn door slechts vijf
Kamerleden aangehoorde beschouwingen
had geëindigd besloot de «Kamer" de
verdere beraadslaging te verdagen tot
Dinsdag 9 Juni. Vooraf zullen dan nog
eenige kleinere wetsontwerpen in de af-
deelingen worden behandeld. Voor de
openbare behandeling komen in aanmer
king de definitieve Oorlogsbegrooting, de
wijziging der Zegelwet, de wijziging der
Motorwet, 't spoedwetje inzake den achter
stand bij sommige rechterlijke colleges enz.
De Kamer is thans, gelijk wij zeiden,
op Pinkster-reces.
Binnenland.
In de gister gehouden vergadering van
den Vrijzinnig democratischen Bond onder
voorzitterschap van prof. Treub (lid van de
Tweede Kamer) werden in't hoofdbestuur
herkozen mevr. W. Wynaendts Fraccken-
Dyserinck ('s-Gravenhage), mr. S. J. A. van
Aalten Jr. (Rotterdam), P. Hofstra (Wijnal-
dum), Th. M. Ketelaar (Amsterdam), U. G.
Schilthuis (Groningen), Herman Snijders
(Middelburg), mr. M. W. F. Treub ('s-Gra-
venhage), C. A. Zelvelder (Sneek), P. W. J.
van Hassel (Utrecht).
Gekozen werden, icplaats van de heeren
mr. H. P. Marchant en mr. J. Limburg, die
niet herkiesbaar waren, en J- Zijlstra die
bedankt had, de heeren Jac. Welleman
(Krabbendyhe), mr. J. A. van Gilse (Arn
hem), A. Kelderman (Deventer), en voor de
drie nieuwe plaatsen in het hoofdbestuur
de heeren P. Visser (Rotterdam), prof. dr.
D. van Emden (Amsterdam) en P. Nolting
(Amsterdam).
De heer Mussert, secretaris van het Al
gemeen Nederlandsch Werkliedenverbond,
sprak de hoop uit, dat het in het nieuwe
vereenigingsjaar tusschen den Vrijzinnig-
Demccratiscuen Bond en genoemd Werk
liedenverbond zal mogen komen tot een
stevig politiek federatief verband, opdat
beide organisaties bij de verkiezingen in
het 1909 eendrachtig zullen samenwerken.
Deze verklaring geschiedde naar aanlei
ding van de in zijn vergadering van 8Maart
j.l. door prof. Treub uitgesproken meening
dat genoemd Verbond alleen da oeconomi-
sche actie behoort te voeren, doch niet aan
politiek moet doen.
Io de gister gehouden vergadering van
het Algemeen Nederl. Werkliedenverbond
werd de meaning van prof. Treub breed
voerig weerlegd door den Bondsvoorzitter
den heer Brouwer.
Wij hopen hierop morgen terug tekomen.
In de gisteren ta Haarlem gehouden
vergadering van den Ned. Bond van
Horlogemakers kwam aan de orde het
onderwerp der afdeeling Groningen Vak
opleiding en Leerlingstelsel. In 't daarbij
gevoegd concept contract komen onder
meer de bepalingen voor dat de leertijd
drie jaar zal duren en dat de leerling elk
jaar voor zijn opleiding een zekere som
zal hebben te voldoen. De patroon zal
daartegenovor verplicht zijn, den leerling
onderricht te geven en hem geleidelijk
en methodisch de vakkennis, die bij bezit,
trachten aan te leeren. Ook komen er be
palingen ia voor omtrent het aanschaffen
van grondstoffen en materialen.
De afdeeling sprak zich uit voor subsidie
met toezicht op de werkplaatsen.
De heer F. Keulemans uit Middelburg
drong op opneming eener bepaling, waarin
de verplichting onderwijsinstellingen te
bezoeken. Gaat de Bond oontraoten afsluiten
dan moet er, na afloop, contact blijven
tusschen leerling en patroon of tussohen
leerling en commissie. Daar zal moeten
komen een inrichting, waaraan ex-leerlin
gen, na twee jaar praetijk, kunnen voort-
werken. Thans reeds steno vragen bij de
regeering, kwam hem niet praotisoh voor,
doch bij hoopte, dat het volgende jaar de
zaak zoover zou wezeh, dat voor bondsoon-
traoten steun kon worden gevraagd.
De afdeeling Amsterdam had als voorstel
ingediend, dat de bond zioh tot d6 regeering
zou wenden met het verzoek om in een
wet te belichamen t le. Het toezicht op het
leerlingwezen2e. subsidies ten behoeve
van leeroYereenkc m3ten3e. leerpliohtvoor
aanvullend theoretisch en praotisoh vak
onderwijs voor jeugdige arbeiders in het
algemeen.
Amsterdam wensohte bescherming daar
de wet. Da leerlingen va» Nederland moe
ten nog beter onderlegd worden dan die in
Zwitserland. Daar wordtelkendaghelzelfde
geëisoht, hier telkens wat anders. Hij zou
willen dat de bond voeling zooht te ver
krijgen met de regeering en waohtte niet
veel heil van het optreden der afdeelingen
afzonderlijk.
Bij referendum zal over beide voorstellen
beslist worden.
Goedgekeurd werd een voorstel Groni
gen (oi het houden van examens, ia 19