NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No 197. 1908. Donderdag 21 Mei. 22e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH BQitHlaadsti Overzicht. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK P, DTiUIJ, te Middelburg, PRIJS DER ADVERTENTIËN ÏEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. Enkele nummers L25. 0,026. ARBEIDS-CONTRACT. öe Nieuwe Courant vestigt de aandacht op artikel 1638 x der weldra in te voeren wet op 't Arbeidswet. Daarin wordt ge regeld de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid van den niet-verzeke- ringspliohligen werkgever voor de veilig heid van zijn personeel. iDi geldt derhalve bedrijven die niet in de O gevallenwet zijn opgenomen. AL oorbeeld wijst 't blad er op dat bijv. de werkvrouw een ongeluk oploopt bij 'tafhalen van een gordijn, waarbijzij van de trapladder valt, die van achter blijkt eaduuk te zijn geweest. In dat geval is de meesteres die haar 'Iwerk opdroeg, aansprakelijk. Wel was deze aansprakelijkheid reeds bij het burgerlijk reoht geregeld, doeh nu is zij bij 't arbeidseontraot zoodanig ver scherpt dat een patroon wel niet lioht aan de verplichting tot schadevergoeding aan den ongelukkige, of aan diens erven, zal ontkomen. Het eerste lid van artikel 1638 x luidt De werkgever is verplicht de lokalen, werk tuigen en gereedschappen, waarin of waarmede hij den arbeid doet verrichten, op zoodanige wijze in te richten en te onderhouden, alsmede omtrent het verrichten van den arbeid zoodanige regelingen te treifen en aanwijzingen te ver strekken, dat de arbeider tegen gevaar voor lijf, eerbaarheid en goed zoover beschermd is, als redelijkerwijze in verband met den aard van den arbeid gevorderd kan worden. Tot heden blijft van verreweg de meeste ongelukken de oorzaak in het duister. Er wordt niet aan gedacht sehuid te zoeken bij dengeen, die mogelijkerwijze door betere voorzorgsmaatregelen het ongeluk had kunDen voorkomen. Dit nu zal ver anderen. De niet-verzekerde werkman (in den algemeenen zin zoowel de livrei koetsier of de kruidenierskneeht als de schoonmaakster) zal nagaan, indien hem bij den arbeid een ongeluk overkomt, of dit te wijten is aan een tekortkoming van den werkgever in de verplichtingen welke bovengenoemd artikel hem oplegt. Een werkman, die van een trap valt in den winkel, de dienstbode die uitglijdt bij 't glazen zeetnen, een ongeluk bij een gasontploffinghet breken van een touw bij 't hijsohen van goederenkortom alle mogelijke ongelukken in niet-verzekerings- pliohtige bedrijven zullen nu secuur wor den onderzocht in hun eerste aanleiding en oorzaken. En de werkgever zal er niet gemakkelijk afkomen. Heeft de werkgever wel alle voorzorgs maatregelen genomen, en heeft er toch een ongeluk plaats, dan staat blijkens datzelfde artikel 1638x hem de gelegenheid open het bewijs (te leveren) dat niet-na- koming aan de zijde van den werkman was, en deze door grove sehuid of door over macht 't ongeluk opliep. Maar dit zal dan wel in allen deele moeten vaststaan. Grove schuld is een rekbaar begrip, maar hier sohijnt de be doeling te zijn den werkman niet lioht zijn vordering wegens eigen verzuim te ontzeggen. Hoe groot zal de schadevergoeding zijn Id het artikel wordt dienaangaande niets bepaald. Te vermoeden is, dat de rechter alle omstandigheden in aanmerking zal nemen als daar zijnde wederzijdsohe stand en fortuin van werkgever en werk man, de graad en de duur vau de onge schiktheid tot arbeiden, de omstandigheden waarin de nagelaten betrekkingen van den tengevolge van een ongeval overleden werkman zijn achtergebleven en dergelijke. Het is zeer goed mogelijk, dat ook de prak tijk der oDgevallenwetsverzekering op de bepaling van de schadeloosstelling van invloed zal zijo. Ingeval van verminderde arbeidsgeschiktheid zal allicht de invalidi- teitsrente, die in een overeenkomstig geval door de Rijksverzekeringsbank, of den Gentralen Raad van Beroep aan den ge troffen arbeider wordt toegekend, de maatstaf zijn. De weduwenrente van 30 pCt. van het dagloon en de rente, welke kinderen van den overleden werkman vol gens de Ongevallenwet tot hun 16e jaar ontrangon, zullen misschien ook tot basis genomen worden van de schadevergoeding. Dat de schadeloosstelling alsdan lot zeer aanzienlijke bedragen kaa worden opge voerd is te voorzien. De minister van justitie heeft bij de behandeling der wet dan ook voorspeld dat de niet-verzekeringspliohtige werk gever zioh vermoedelijk tegen de gevolgen der hem bij dit artikel op te leggen ver plichtingen wel zal verzekeren. Werkgevers die in dergelijke gevallen verkeeren hebben derhalve wèl toe te zien er in tijds bij te wezen, om zioh tegen mogelijke schade te vrijwaren. Want de wet is een strenge ./tuchtmeester'". Eu de niet krachtens de wet verzekerde werkman is al evenzeer in gevaar als de wèl bij die wet verzekerde. 20 Mei 1908. De Nieuwe Provinciale gewagmakend van onze overneming van liet stukje uit De Nederlander aan kaar adres, als protest tegen het au serieitx nemen v&n de laatst- vorige Torenwachteriana uit de Midd. Crt. beklaagde zich dat wij haar antwoord aan De Nederl. niet hebben opgenomen. Indien zij verlangt dat wij dit zullen op nemen, verzoeken wij haar beleefd oes het no., waar het in voorkomt, te zenden, wijl dit niet meer in ons bezit schijnt te zijn. Overigens zal de Nieuwe Provinciale wanneer zij 't verweer van //Torenwachter" in do Midd. Crt. van heden leest, het best kunnen beoordeelen of het wel de moeite waard is nog rekening te houden met het geschrijf van dezen vrijzinnigen, al te vaak fantaseerenden, correspondent. Slechts weinig steden op den aardbol kunnen op zulk een groots uitbreiding bin nen een tijdsverloop van honderd jaren wijzen als Londen. Honderd jaren geleden had het iets meer dan achthonderdduizend inwoners. Thans heeft de stad met al haar voorsteden er ruim zes millioen.dat is onge veer de bevolking van Schotland en Ier land of een zesde deel der bevolking van Groot-Brittannië. Binnen de grenzen van het graafschap Londen wonen 35000 menschen uit W ales, 56000 uit Schotland, 60.000 uit Ierland, 40.000 uit Rusland, 27.000 uit Duitschland, 11.000 uit Frankrijk, 10.000 uit Italië, 4000 uit Holland en 6000 uit de Vereenigde Staten. Gemiddeld wordt in het graafschap Lon den alle vier minuten een mensch geboren, doch slecht3 weinigen in weelde. En om da zeven minuten verliest er een menschelijk wezen het leven ,ongeacht de massale onge lukken. Londen strijd met New-York om te twij felachtige eer, wie der beide de rijkste stad der wereld is. In de maatschappij is het echter zoo ge steld, dat de middelpunten van den geld adel tevens de grootst mogelijke armoe te zien geven. Zoo ook in Londen, waar van elk drietal er gemiddeld éen in het armhuis sterft, kinderen inbegrepen. Van de vol wassen personen sterft ongeveer de helft iD de openbare toevluchtsoorden. Dertig pro cent der inwoners verdienen in het dure Londen minder dan twaalf gulden per week en 430 duizend Londenaren leven van de openbare liefdadigheid. Iu éen nacht wer den door de politie in éen gedeelte der stad 2400 dakloozen aangetroffen,die gasbuizen, vuilniskarren en rioolputten voor hun nachtverblijf hadden uitgezocht. Ruim 16000 kinderen sterven er jaarlijks zonder dat zij den ouderdom van éen jaar hebben bereikt en voor da kinderen in de arme wijken tot aan het vytde jaar genaderd zyn sterft de helft van hun aantal. In zulk een centrum moet het aantal politiemannen wel verbazend groot zijn. Een leger van tusschen 16- en 17-duizend politiemenschen zorgt voor de instandhou ding der orde. Jaarlijks toch worden te Londen onge- OTS3S8B588HraCT8HSBaSBBSSJ veer 3000 personen voor zware, meest tegen den persoonlijken eigendom gerichte misdaden veroordeeld. Mr. G. Groen van Prinsterer. Een bibliografie door mr. T. de Vries. Utrecht F. Wentzel Co. Met ingenomenheid maakten wij kennis met dit boek. Het is vrucht van zeer nauw gezet, alzijdig onderzoek en van dege studie. De schrijver heeft als schrijver en bibliograaf zijn sporen reeds verdiend,doch door deze zeer lijvige studie over Groen z\jn goeden naam voor goed gevestigd. In zijn „Voorrede" wijst hij op de zeer merkwaardige vlucht die de studiën over Groen genomen hebben, ten gevolge hier- yan dat tan vorigen jare, volgens testament van Groen, de dertig jaren voorbij waren, gedurende welke zijn archief voor het pu bliek moest gesloten worden. Van de opheffing van dit archiefgeheim heeft hij een dankbaar en deskundig ge bruik gemaaktook heeft hij van dr. Kuy- per, den commissaris der Koningin in UtrechtA. baron Schimmelpenninck v. d. Oye en anderen, nog tal van stukken t r inzage gehad, waardoor hij dit boek kon in het licht geven verrijkt met tal van tot nog toe onbekende bijzonderhedenen correspondenties. In het nu ontsloten Archief, zoo verhaalt de schrijver, worden niet alleen Groens Da- gelaten handschriften tot in het minutieuse in een tiental boekdoelen netjes in per kamenten banden gebonden, bewaard,maar is ook de reusachtige correspondentie van Groen in 34 deelen saamgebonden, be vattende de brieven van niet minder dan 1054 personen, en af.chriften van vele van Groens eigen brieven aan 328 vrienden en kennissen bewaard, benevens nog eeDige brieven van Mevrouw Groen. Groen zelf had de brieven van ieder met wien hij correspondeerde, in een apart couvert bewaard, en aan het einde zijns levens op de meest belangrijke couverten korte aanteekeningen geschreven betref fende den inhoud. Ook deze aanteekeningen zyn getrouw bewaard gebleven. De heer De Vries is vast begonnen met deze bibliografie in 't licht te gevendoch stelt zich voor, later nog een boek saam te stellen,waarin de levensbeschrijvinghoofd zaak zijn zal, en daarna een derde deeltje met Groens beginselen tot hoofddoel. Laat ons hopen dat hij dit mooie deel van zijn levenstaak tot een goed einde brengen mag. Over 'tboek zeil' zullen wij niet veel zeggen. Het spreke voor zichzelf. In de Inleiding komt een korte levensbeschrij ving voor, waarin op menige bladzijde nit Groens levensboek een merkwaardig lioht geworpen wordt. Zijn geboorte en opvoe ding, zijn omgeving en aoademisohe oplei ding de evolutie in de ziel van dezen grooten man, waardoor bij ait de periode van //gematigd liberaal'' overgaat in die van //antirevolutionair". Zijn lijden en strijden ter verdediging en verbreiding dier beginselen; zijn vriendschap voor aanzien lijken en geringenzijn verblijf in de Koninklijke boekerijzijn omgang met Koning Willem I, zijn bittere ervaringen met oude vrienden, zijD briefwisseling 't is al, rijk geschakeerd en gedocumenteerd, van 't begin zijner loopbaan tot aan zijn sterfbed, zoo boeiend weergegeven, dat wel niemand die met dit boek kennis maakt, zich aan de lectuur er van tot 't einde toe zal kunnen onttrekken. Aan 't einde dezer Biografie volgt een alphabetische opgave van 1054 namen van personen die met den stichter onzer partij in briefwisseling zijn geweest. Onder hen zijn tal van vorstelijke personen eo kleyne luyden. Vooral vele stiohters, bestuurders en onderwijzers van Chr. scholen, dooh ook voorzitters en secretarissen van kiesvereeni- gingen treft men onder hen aan. En 't feit dat, ook van den geringste, de van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cetn.. Familieberichten van 5 regels 50 cent, Iedere regeï meer 10 cent. brieven door Groen behoorlyk in porte feuilles bewaard zijn geworden, zegt meer dan vele woorden hoe 'n volksman by uit nemendheid deze grootste onder onze Nc- derlandeche Staatslieden ia geweest. Ook met Zeeuwache vrienden heeft lyj gecorrespondeerd. Wij treffen de namen aan van (nu wijlen) ds. J. P. Nonhebei, van Middelburg; jhr. J. L. de Jonge, van Zie- rikzee C. 0. v. d. Bosch, van Goes C. D. v. Noppen, van Wisssnksrkeds. H. J. Budding en ds. P. Huet te Goes J. P. v. d. Have, zoon van den veldwachter van's Gra venpolder enz. Die van CL»G. v. d. Bosch dsgtaokenen uit, de jaren 1853 tot '70 en hebben zeer zeker betrekking o. a. op de chr. school te Goes welke in deze periods vanwege het gameentebsstuur en anderen zulk een hef tige tegenwerking te verduren hadals mede op de actie der a.-r. kiesvereenigicg. Die van C. D. v. Noppen dagteekent van 1866 en heeft blijkbaar betrekking op de candidaatstelling voor de Tweede Kamer in het kiesdistrict Goes. Tenminste 't door Groen eigenhandig ge schreven antwoord op de vraag van den heer v. Noppen wien te eandideerea is nog in ons bezit. Groen beveelt in oat schrijven den Goesohen vrienden dringend aan „zijo vriend Saaymans Vader" te nemen. Onder den naam van C. C. v. d. Bosob leekende Groen aan „Die ook voor de sohoien een voorbeeld van Christelijke liefde en werkzaamheid geweest is". Het boek besluit met een //Inhoud''die 't zeer gemakkelijk maakt,dewijl alles naar tijdsorde is geschikt, hetgeen men hebben wil, na te slaan en terstond te vinden. Wij zijn dankbaar voor deze uitgaveen herhalen den wensoh dat de schrijver in Btaat z&l blijken 'tplaD, zooals bij 'tzioh heeft voorgesteld, geheel te volvoeren. De uitgever Wentzei verdient mede groo ten lof vcor de keurige en oorreete uitvoe ring, zoo geheel in overeenstemming met den inhoud van dit sohoone boek. De maatschappelijke positie van den horlogemaker-winkelier en de middelen om daarin verbetering te brengen. Uitgegeven door den Neder- landschen Bond van Horlogemakers. Bovengenoemde bond had een prysvraag over bovengenoemd onderwerp uitgeschre ven. Van de vyf ingekomen antwoorden werd met den 2en prijs bekroond dat het welk ingezonden was onder den schuilnaam z/Ton-arbre". Inzender bl6ek te zyn de heer Frans Keulemans, voorzitter der afdeeling Walcheren van den Nederl. Bond van Horlogemakers, te Middelburg. Het bondsbestuur besloot de verhande ling voor rekening van den Bond in bro churevorm uit te geven en aan elk Bondslid een exemplaar aan te bieden. Ook wij ontvingen een exemplaar, waar in de schrijver helder en klaar zijn denk beelden uiteenzet over de moeilijkheden welke den strijd om het bestaan verzwaren, en de mogelijkheden om dien strijd ge kroond te zien. En dat voor den horloge maker als hersteller en als winkelier. Het zal wei onnoodig zijn om de aan dacht onzer horlogemakers opdeze brochure te vestigen. Wie ze goed lezen, overdenken en bespreken, bevorderen zoowel hun eigen belang als dat van hnn vak. Duitschland. Het beeld van prins Willem I van Oranje, dat de Keizer te Wiesbaden heeft onthuld, is, zooals men weet, een afgietsel van een van de Oranje-beelden, waarmee de Keizer het terras van zijn paleis te BerlijD heeft laten versieren. Het stelt Willem I voor als jongeling, naar het schilderij van An tonio Moro in het mnseum te Kassei. Theodor Wolff brengt in het Berl. Tage- blatt in herinnering, dat dit niet de Willem van Oranje is, van wien de Nederlanders houden. Dat is een andere Willem, vijftig jaar oud, wiens portret door Mierevelt is geschilderd en te Amsterdam hangt. Het gelaat heeft de edele lijnen behouden, maar spreekt van een leven vol beproevingen. Wolff stelt prins Willem's bijnaam in het reohte lioht en eindigt met de opmorking ,/De Oranjes worden sedert eenigen tijd op grond van nauwkeuriger stamboom studiën tot de voervaderen van de Prui sische koning'n gerekend Gelijk een familie het aangenaam vindt, wanneer door een huwelijk nieuwe aanzienlijke leden in het familie-verband bomeD, zoo begroeten ook wij deze nieuw ontdekte verwanten met welgevallen. Een ding bejammeren wij alleen bij hun aanblikdat de in Duitsohland nog heersohende opvattingen op de door de Oranjes belichaamde ideeën even weinig lijken als de standbeelden te Wiesbaden en op het paleisteiras op hunne gezichten". Frankrijk. In ons vorig nommer gewaagden wij van een doodelijk treffen tuesohen Spanjaarden en Algerijnen te Casabianea. Dit moet wel een benauwenden indruk maken na 't pas eenige dagen te voren afgespeelde conflict tusschen Spanjaarden en Fransohen. Hoe hopeloos moet een zaak niet staan wanneer zelfs de ordebewaarders elkander gaan doodschieten. Een correspondent van de Kölnische (een Duitsoh dagblad van goeden naam) te TaDdzjer acht laatstgenoemde vecht partij dan ook lang niet van zoo onsehul- digen aard als de half ambtelijke Fransohe berichten het voorstellen. Casablanca ver keerde in groote opwinding. Het kwam zooEen inlandsoh Spaansoh soldaat, die op post stond, werd aangevallen door een Fransoh tirailleur. De tirailleur werd echter met een kolfslag onschadelijk gemaakt. Op het gerucht kwam de Fransohe waoht aansnellen, ongeveer 20 man sterk en begon op den Spaansohen post te schieten. De Spanjaarden vluchtten voor de overmacht. De Franschen schoten een der Spanjaarden dood en een ander wondden zij. Ja, de Fransohe soldaten gingen zelfs op het Spaansohe kamp vuren, waar eveneens een soldaat werd gewond. De Spaansohe oonsul, die het onheil kwam bezweren, hoorde de kogels om zijn ooren fluiten. Ook andere Europeanen in de buurt hebben groot ge vaar geloopen, getroffen te worden. De tuoht onder de Fransohe troepen liet alles te wenschen over. De tirailleurs maakten zelfs een plan om het Spaansohe kamp te overvallen. Den volgenden dag gaf de inhechtenisneming van een Fransch tirail leur opnieuw aanleiding tot vechten. Er werden toen zeven Spaansohe soldaten gewond. Dit verhaal mag eenzijdig schijnen, er blijkt dan tooh uit dat de discipline in 't Fransohe leger alleste wenschen overlaat. Wat de verkiezingen in Frankrijk aan gaat, deze zijn niet voordeelig geweest voor de socialisten. Bij de verkiezing voor den algemeenen raad van het departement der Seine, de omgeving der st&d Parijs, werd van de vijf aftredende socialisten slechts een herkozen, daarentegen werd wei terstond het mandaat hernieuwd van de leden der gematigde partijen. Oostenrijk-Hongarije. Donderdag zal te Weenen wederom een gemeenschappelijke ministerraad plaats hebben, onder voorzittersohap van von Aehrentbal, den gemeensohappelijken mi nister van buitenlandsahe zaken. In den jongsten ministerraad is da verhooging van de officierstraktementen op de begrooting voor 1909 gezet, maar men kon het niet eens worden over de kwestie van den termijn der terugwerking. Terwijl de Hongaarsohe regeering den termijn van terugwerking wenseht te laten beginnen met October 1908, weosoht de Oosten- rijksche regeering dien termijn met April te laten aanvangen. De beide minister presidenten zijllen nu overleg plegen mei

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1