NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. S Is3 'braak Lam (OOP neeht id No 186. 1300. Vrijdag 8 Mei, 22e jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH ARS, Binnenland» te koop !HT cL D VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK PRIJS DER ADVERTENTIËN iG: - ickel= ndbouw. d e 1 b u r g. m" gulden steen, ift waren amen, enz. dagen moet bg K Mzn., i sin gen. ree jaar, bij liddelburg. sen, twee m 30 Mei, irs, bij P. Domburg. s k e r k e. ken aftands BUS, bij K. icht jrskerksche nsdijk. (Z.) October L Zandyjk. leoht KODDE, jidenburg". :in, bonen met [ij M. DE I. Armds- |S e r o o s- ld tERS Jz,, |T, Seisweg, ;MAN ie ld. Joordwfg, iieid 2: it - Goes, 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p.',25. Enkele nummers0,026. Wed UITGAVE DER FIRMA 3, J». m JÖNGE-VERWEST te Goes PN VAfö F. P„ D'HUIJ, te Middelburg, van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. sgSKsasEssaEaBasaBSSEEBw» 7 Mei 1908. Het Kabinet en het Kiesrecht. Naar aanleiding van een vraag van den leider der vrijzinnig democraten in de Kamerzitting van 11 Maart j. 1. tot den minister Heemskerk gericht, sprak de heer Lohman. Ik hoop, dat, als dit Kabinet de quaestie van het kiesrecht aan de orde zal stellen, het dat dan zal doen in verband met onze geheele staats- iu.ichiing. Het is m. i. een principieels fout het kiesrecht te beschouwen als iets op zich zelf staands. »De uitgebreidheid van het kiesrecht moet ra. i. samenhangen met de overige deelen van het staatsrecht. zin hei eene land kan het kiesrecht veal beter uitgebreid worden dan in het andere, omdat de geheele staatsinrichting in het eene land ver schilt van die in het andere. Wanneer derhalve deze zaak door dit Kabi net mocht worden ter hand genomen, dan hoop ik, dat het zal geschieden op ruimer en breeder voet en niet alleen met het oog op de vraag, of men al dan niet nog eenige kiezers meer naar de stembus kan laten gaan. In uitbreiding van het kiesrecht op zich zelf zie ik in elk geval niet het minsts hail." De minister sprak hierop in de zitting van 12 Maart het volgende »Nu is het natuurlijk zeer gemakkelijk, om, indien men meent, dat dit vraagstuk kan wor den opgelost door middel van een blanco arti kel, of door middel van invoering van algemeen stemrecht, indien men namelijk genoegzame overeenstemming heeft gekregen omtrent de uitsluitingen, spoedig hieromtrent een voorstel te doenmaar het vraagstuk is, voor wie er anders over denkt, niet zoo eenvoudig op te los sen. Een vraagstuk waaromtrent men er ernstig aan heeft gedacht om het door middel van een blanco artikel op te lossen, is niet zoo eenvoudig en eischt nader overleg, eer men de formule in een regeeringsverklaring opneemt, ook om dat nevens het kiesrecht, gelijk de geachte afgevaardigde uit Goes opmerkte, d e verhoudingen in de staatsmacht onder de oogen gezien moeten worden. »Maar en vandaar dat ik iets toevoegde aan de vermelding der intrekking van de ont werpen tot grondwetsherziening de indruk mocht niet gewekt worden, alsof naar het oor deel der Regeering dit onderwerp met de in trekking van het wetsontwerp van de baan was. De ervaring leert echter niet, dat, wanneer men van te voren de formule van een voorstel aan kondigt, ol het tijdstig aangeeft waarop het zal moeten behandeld worden, dit voorstel ook steeds inderdaad tot stand komt. Somtijds komt het anders uit." t Waaruit mag worden opgemaakt. Er bljjkt al wel dit uit, dat wy van dit kabinet niet alleen geen blanco-artikel, maar zelfs niet een op zich zelf staande regeling van het kiesrecht voor de Tweede Kamer hebbeu te wachten. Zeer terecht is de Regeering van mea ning, dat hetgeen blijk geven zou van goed staatkundig beleid, wanneer men enkel maar het kiesrecht voor de Tweede Kamer ging uitbreiden. Neen, tevens moet worden nagegaan, of er niot een behoorlijk evenwicht in de Staatsmachten te verkrijgeni s. Voor onze Kiesvereenigingen een goede gelegenheid om dit belangrijke vraagstuk rustig en kalm onder de oogen te zien. Christendom en sociaal democratie. De sociaal-democraat Van der Goes heeft weer eens duidelijk gezegd, dat hij met de socialistische tactiek om godsdienst en so ciaal-democratie vereenigbaar te verklaren teneinde de christelijke arbeiders te trek ken, niemendal op had. Eerlijkheid gebood hem te zeggen, dat sociaal-democratic en godsdienst elkander buitensloten. In het drietal artikelen, dat de heer Van der Goes over dit onderwerp in Het Volk schreef, vindt men o. a. de volgende uit spraken. In Het Volk van 25 April »Sedert het socialisme hoofdzakelijk, of uit sluitend zelfs, een zaak van arbeiders, het doel en de leer der arbeidersbeweging is geworden, kan men niet volhouden dat het so cialisme niet godsdienstloos is. Dit te ontkennen is 'ontkennen dat het socialisme een arbeiderszaak is". Voorts «Er is een kerkelijk-slaafsche, een kerkelijk- ontaarde arbeidersmassa. Er is ook een socialistische arbeidersmassa. Zij heeft gebroken met kerk en godsdienst,". In Hel Volk van 28 April »Het moderne proletariaat weet volkomen goed dat het alleen verlost kan worden door zijn eigen sterken arm, en verreweg den meesten onzer ls het ten eenen male onverschillig of hun streven al dan niet door een „God" wordt ge billijkt". Voortsj „Als gij de maatschappelijke ontwikkeling vervangt door den wil van God, die niet aan ekonomische omstandigheden is gebonden, i verjaagt gij uit de hoofden van het proletariaat j datgene wat hen onderscheidt van vorige ge- i slachten, die, bij hen vergeleken, barbaren waran". En in Het Volk van 30 AprilI „Men mag niet. zeggen dat het Marxisme met j het Godsgeloof niets te maken heeft óf met 1 Godsgeloof vereenigbaar is. Ieder eenigszins ontwikkeld tegenstander weet beter". Ziedaar sociaal-demoeratisohe uitspra ken van den heer F. vau der Goes, die er geen doekjes om windt, dat sociaal-demo cratie en Christendom onvereenigbaar zijn. En koa droevig op zichzelf het standpunt van dezen Van der Goes moge zijn, daarin heeft hij gelijk. Het sociaal-democratische stelsel doet alles voortkomen uit de stof, uit niets dan stof, niets dun materie. Maar het Christelijk beginsel kent Gen. 1 vers 1; «In den beginne schiep God den hemel en de aarde". En voor dien Almachtigen Gees', die alle stof tot zy'n aanzijn riep, buigt elk Christen zich neer. (Rotterdammer) De staking te IJmuiden. Den 1 Mei is bij den visohafslag te IJmuiden een eoDfliot ontstaan, dat drin gende afmetingen aanneemt. De stand der quaestie is deze Gedurende zes maanden van het jaar 1899 en 4'/z maand van het jaar 1900 werd voor het gebruik van den afslag een retri- butie geheven van 2 pot. Daarna werd de retributie op 1 pet. gebracht, als voldoende beschouwd wordende voor de exploitatie kosten. Die regel geldt dus nu reeds 8 jaar. Den korten lijd, dat 2 pot. retributie werd geheven, werd cok slechts 2 pot. koopmanskorting gegeven. Die toestand bad slechts 10 maanden bestaaD, toen de nieuwe regeling getroffen werd, waarbij van de reederijen wel eveneens 4 pot. werd ge nomen, doch met een verdeeling van 3 pot. aan de koopers en 1 pot. aan het rijk. Ais middelaar tusschen het rijk en de reeders en koopers treedt op de Haar- lemsohe Bankvereeniging, d.w.z. die bank betaalt deu reeders en ontvangt de koop penningen der koopers. De Haarlemsche Bankvereeniging ontving daarvoor tot 1 Juli 1904 als vergoeding '/j pot. en daarna 3',i pot. van het omgezette bedrag. Laten we 't zoogenaamde faotoorsper- eentage buiten beschouwing, omdat dit met dezen strijd feitelijk niets uitstaande heeft, dan vinden we dus na 1900 dezen toe stand de reederijen betalen van hunne besommingen 4 pot., waarvan de bank er 3 aan de koopers betaalt en 1 aan het rijk tot dekking van de kosten der exploi tatie van haven en hallen. 1 Januari 1905 werd de boekhouding gewijzigd met dien verstande, dat een eommeroieele boekhouding voor de haven werd ingevoerd, d.w.z. afzonderlijk werd berekend, wat de haven kost als vluoht- haven zonder meer en wat de kosten zijn van de veranderingen eD verbeteringen, aangebracht ten dienste van de uitoefening van het bedrijf. De zuivere havenkosten blijft de regeering betalen, de exploitatie wil men thans geheel door het bedrijf gedekt zien. Die exploitatie levert een jaarlijksch tekort op van ruim f50.000, die de minister wil dekken door da retri- butieverhooging aan het rijk van 1 pot. tot 2 pet. Dit zou geschieden met ingang van 1 Januari 1903 Dat daarbij de koop- manskoriing zou worden verminderd, werd niet gemeld. De reeders begrepen, dat zij, de eeniges, dia procenten betaalden, ook het verhoogde percentage zouden moeten missen en dus weder de factoorsper- oenlage buiten beschouwing 5 pot. in plaats van 4 pet. van de besommingen zouden derven. Onmiddellijk ging een sterke actie van de reedersvereeniging uit. Zij namen eenige Kamerleden in den arm en het gelukte hun den minister aan te toonen, dat de reederij een zoo hoog per centage niet kan betalen. Nog eer beschikt was, dat de reeders 1 pot. meer zouden moeten betalen, gelukte het hun het gevaar van zich af te wenden, zonder dit op ande ren te schuiven. Zij hoopten, dat de minister het geheele plan zou intrekken. Deze evenwel, gezwicht voor den herhaalden aandrang van Kamerleden bij de behan deling der Waterstaats begroetingen, bleef op zijn stuk staan en besliste, dat de regeering wilde 1 pot. meer, de reederijen koDden het niet missen do koopmans korting zou verminderd worden tot 2 pet. met ingang van 1 Mei. In waarheid werden de visohkoopers met deze besehikkieg overrompeld. De weinige tijd nog over vóór het in werking treden der beschikking, werd dienstbaar gemaakt aan de oprichting vaa eene ver- eenigicg van visehhandelaren, die, dank zij de kalme, energieke leiding, zonder opspraak zou trachten dit verlies van hun winsten te voorkomen. ÜIT m PBBS. Het Handelsblad schrijft Reeds lang was het geen Atjeh-geheim meer, dat er ten opzichte van het militair optreden in Atjeh geen overeenstemming bestond tusschen den landvoogd en den gouverneur en 't jongste onderzoek, dat generaal Van Heutsz persoonlijk instelde naar den toestand in het voorheen door hem zelf met zooveel bekwaamheid en energie bestuurde gewest, heeft er niet toe kunnen bij dragen het conflict te verzachten. Generaal Van Daalen was een der kranigste officieren die op Atjeh hebben geageerd. Toen hij generaal Van der Wijck in 1905 opvolgde als gouverneur van het gewest, had hij juist den moeilijken tocht door de binnenlanden, naar het weinig-bezochte Gajoe-land, het Alas-gebled, de Pak-qak en nog meer zuidelijk gelegen stre ken volbracht. Men kon van hem een bestuur met den sterken arm verwachten, een voortzet ting der Van Heutsz-politiek in vollen omvang. Doch die Van Heutsz-politiek bracht mede 'n geleidelijke beperking van het aantal militaire posten en verzwakking van de daar gelegerde bezettingen. In zijn bekende brochureD e onderwerping van Atjeh reeds had de toenmalige majoor Van Heutsz betoogd, dat een krachtig en actief bestuur het best stellen kon zonder een aaneengeschakelde sterk-be- zette postealinie. Gouverneur-generaal gewor den, stelde generaal Van Heutsz aan zijn opvol ger de taak 'n krachtig bestuur te handhaven bij voortdurende vermindering der troepensterkte. Deze taak heeft gouverneur Van Daalen niet kunnen volbrengen. Onder zijn bewind toonden de vijandelijke elementen in Atjeh grootere roe righeid dan men in jaren had waargenomen. Het hierdoor ontstaan meeningsverschil van den landvoogd heeft, mag men aannemen, generaal Van Daalen ertoe getracht ontheffing van zijn taak te verzoeken. Overste Swart, den opvolger van gouver neur Van Daalen, noemt het blad een offi cier, die over ongewone besluurstalenten naast militaire deugden beschikt, van wien de beste verwachtingen mogen worden ge koesterd. Omtrent de installatie van den nieuwen burgemeester te Maassluis, den heer C. P, 1. Dommisse, ontvingen wij een verslag dat wij gister wegens plaatsgebrek moesten la ten liggen. Wij vernielden er alleen uit dat de wet houder Wimmers den burgemeester namens den raad het welkom toesprak en de heer Dommisse hierop de volgende rede hield Mijne Heeren Toen het Hare Majesteit onze geëerbiedigde Vorstin behaagde mij in I905 te benoemen tot Burgemeester der gemeente Sluis in Vlaanderen, kon ik allerminst vermoeden, dat mijn loopbaan van uit dat vermaarde stedeke zou leiden naar een Zuid-Hollandsche gemeente die door haar ha- ringvisscherij en loodswezen naam verwierf en werstelt om tot meerderen bloei te geraken Met lust en zegen heb ik in Sluis mogen arbei den. Mad. Edm. de Pressensé zeide eens zoo terecht: «Sans amourrien n'estgrand". Welnu, ik had mijn gemeente lief gekregen en aan hare vooruitgang te mogen arbeiden was mij een ge not een hooge eer. Doch, zooals ik in mijn af scheidswoord te Sluis eeide, Keizer Ferdinand I heeft eenmaal dit beteekenisvolle woord gespro ken «Aceedit in puncto, quod nonsperaturin anno" d.w.z., in een oogenblik gebeurt, wat in geen jaar verwacht werd. Ik had gedacht nog jaren daar te zullen arbeiden doch's menschen gedachten zijn ijdelheid, Gods wegen zijn anders en hooger dan onze gedachten. Onverwacht en ongedacht viel mij de Koninklijke onderschei ding ten deel van in deze gemeente tot Burge meester te worden benoemd. Het past mij daar voor Gode dank te zeggen, maarookmijninnigen dank te betuigen aan Hare Majesteit onze geëer biedigde en geliefde Koningin voor het groot vertrouwen, dat zij andermaal in mij heeft willen stellen door mij tot het gewichtig ambt van Bur gemeester te roepen. Moeilijk is immer de taak, die op de Overheid rust, vooral als zij deze waarheid betracht«'t Vroom regeeren voedt het land". Zwaar zal ge wis de arbeid hier zijn die mij wacht temeer nu uitvoering zal moeten worden gegeven aan de ontwerpen die door mijn ambts-voorganger, Uwen Hoogg. Burgemeester Jhr. van den Brandeler zijn voorbereid. Zie ik op dezen omvangrijken en moeilijken arbeid, die thans van mij als Burgemeester zal worden gevraagd, dan zoude ik mijn ambt schier niet durven aanvaarden. Toch doe ik het gerust, gedachtig aan het woord van Tho mas a Kempis »een standvastige ziel versaagt «niet ook al dreigt de taak die op haar ge- «legd werd, haar te doen bezwijken, want alles «wat zij werkt, werkt zij ter eere haars Gods, «gelaten en kalm vervolgt zij haar weg en zoekt «bij alles wat zij doet, nooit zich zeil". Ziedaar, mijne heeren, hetgeen ik bij het aan vaarden van mijn ambt van Burgemeester van Maassluis mij heb voor oogen gesteld. Mijn begeerte is, als overheidspersoon, handhavende de ordinantiën Gods, op onpartijdige wijze de belangen dezer gemeente met de mij verleende gaven, te behartigen en de welvaart en de uitbreiding der- stad krachtig te bevorderen. Mijn innige wensch is, zonder aanzien des per- soons, voor alle ingezetenen, niet alleen een Burgemeester maar ook een Burgervader te zijn. Waar de ingezetenen dezer gemeente immer getoond hebben de Overheid te eeren en te steunen, daar meen ik te mogen gelooven, dat er tusschen de gemeente en mij spoedig een hechte band zal komen, die mij het regeeren zal vergemakkelijken, en ook die samenwer king een krachtsontwikkeling en offervaardig heid zal te voorschijn roepen, welke zoo hoogst noodig zijn tot bereiking van het schoone doel de uitbreiding, de verfraaiing, de bloei van Maassluis. Ik roep, nu ik gereed sta het Voorzitterschap van den Raad te aanvaarden, in de eerste plaats den krachtigen steun en medewerking in van den Raad dezer gemeente. Waar ik mij hier mag omringd weten door mannen, door trouwe burgers, die gaarne be reid zullen zijn, alles te deen, wat tot de ware welvaart der gemeente Maassluis kan leiden, daar acht ik het een hooge eer, de belangen dezer stad te mogen gaan behartigen, U, heeren Wethouders, vraag ik, mij met uwe rijke ondervinding tot voorlichting en tot steun bij mijn arbeid te willen zijn. EeD woord van dank aan den heer Wimmers, die de zorgen droeg, aan de tijdelijke waarneming van het Burgemees tersambt verbonden en die mij, evenals de com missie van ontvangst, heden op zulk een hartelij ke wijze het „welkom" in Maassluis toeriep. Op Uwe hulp, geachte heer Secretaris, mag ik zeker wel rekenen. Waar ik zelf èn als Ambte naar èn als Burgemeester een tal van jaren in de gemeente-administratie werkzaam was, ken ik van nabij de zorg en den arbeid, die voor den richtigen gang der zaken noodig zijn, en zal daar om Uwen arbeid des te beter kunnen op prijs stellen. Wil, waar het dienstig kan zijn, mij met Uwe administratieve kennis voorlichten en mo gen wij steeds in goede harmonie samenwerken in het belang dezer gemeente. Voorts roep ik de sratvRiï.üHssaHiai®i medewerking in van al de overige Gemeente- Ambtenarenweest verzekerd, dat, zoo ik mag ontwaren, dat gij hart voor Uwen arbeid hebt, gij op mijn steun en sympathie kunt rekenen. Niet in eigen kracht, maar van God mijn sterk te verwachtende verklaar ik heden hier mijn heerlijke taak te aanvaarden, hopende lang de belangen van Maassluis voor te staan en haar bloei te mogen bevorderen. Ik heb gezegd. No 2. Bij Kou. besluit is pensioen verleend aan mr E E. van Raalte, oud-minister van jas tit ie, ten bedrage van f 3925 'sjaars. Armenwet. Blijkens het agendum voor de e. v. ver gadering van de classis Leiden is door de Gereformeerde Kerk van Leiden het vol gende voorstel ingediend De Generale Synode, overwegende, dat in de laatste jaren met klimmende kracht op de funda- menteele herziening van de Armenwet van 1856, S t b 1. no. 100 wordt aangedrongen; dat reeds den 3en Juni 1901 een ontwerp-ar menwet van den toenmaligen minister Goeman Borgesins verscheen, waardoor, ware dit ontwerp wet geworden, de kerken ongetwijfeld in groote moeilijkheden waren geraakt dat de Regeering geenszins onverschillig kan zijn omtrent het gevoelen te dezer zake van een zoo belangrijke kerkengroep als die der »Gere- formeerde kerken in Nederland" besluit als officieel gevoelen dezer kerken te dezer zake aldus uit te spreken xe. dat ook in een eventueele nieuwe Armen wet moet worden gehanehaatd het algemeene standpunt, hetwelk door de tegenwoordige Armenwet wordt ingenomen, nl. dat de uit oefening der barmhartigheid aan de kerkelijke en particuliere instellingen van weldadigheid moet worden overgelaten 2e. dat een instelling als van de centrale registers, gelijk deze in het ontwerp Goeman Borgesius wordt aangeboden, door de Geref. kerken in geen geval kan worden aanvaard 3e. dat artikelen, als ait. 7 van de Armen wet en art. 4 van het ontwerp Goeman Bor gesius, waarbij de instellingen van weldadig heid bij overtreding der Armenwet met verlies der rechtspersoonlijkheid worden gestraft, in de eventueele nieuwe Armenwet niet behoort voor te komen; 4e. dat naar het bescheiden oordeel der kerken de invoering van verzekeringswetten aan die eener nieuwe Armenwet behoort vooraf te gaan. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van Woensdagmiddag 2 uur. Voorzitter jhr M. vau den Brandeler, burgemeester.Afwezig de heerea Boogaard en Verhege, de laatste mat kennisgeving. Da notulen worden goedgekeurd. Uitgeloot worden obligaties in gemeente schuldenen wel in degeconverteerde schuld de noinmers 457, 48,353 (gesplitst), 1,402, 358, 237, 80, 447, 342 (gesplitst), 250, 35, 337, 257 (gesplitst) en 54 te zemen 15 i f 500 voorts 8 k f 1000 van 3 pCt. leening ad f524.000 van 1895 de Hommers 81,17, 428, 226, 276, 357,200 en 256 éen A f 500 van de 3'/2 pCt leening van f35 000 van 1883 no. 35 en 3 ad f 1000 van de 4 pCt. leening ad f 115.000 vaa 1901 de nommers 3446 en 42. Daarna wordt meded jeling gedaan van de ingekomen stukken, waaronder behooren Verzoek der Middelburgsche Huis houdschool tot een aansluiting met 't her- halingson derwys a. een kookcursus op te richten, 2msal in de week aan 12 meisjes b. de huishoudschool daarmee te belasten; 0. de vereeniging 'n jaarlijksche subsidie te geven van f 500. Dit verzoek wordt gesteld in handen van B. en W. om advies. Van de vereeniging Vreemdelingenver keer een adres met pl min. 350 handteeke- ningen een verzoek om de asnvrage om concessie van een electrische tram te be spoedigen. Voorts het verslag der Kamer ^an Koop handel en Fabrieken over 1907.Wordt voor kennisgeving aangenomen. Van de politieïgsnlenvereeuisirg «Lue- tor et Emergo'' is een verzoek ingekomm om haar adres van 29 Juni 1907 ic zake v r- goading voor wonir-ghuur, gestelo. h ,4-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1