NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 180. 1908.
Vrijdag 1 Mei.
22e Jaargang,
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S. l DE JONGE-VERWEST-
D'HUïJ, ie Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
BELGIË EN DE CONGO.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. f 1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EH VAK
ie
x
van 1—5 regeïs 40 cent, iedere regel meer s cenr.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent
iggsggaiBBBfflaBaummtsnnr i
De Belgisohe Kamer behandelt op het
oogenblik de Koloniale Grondwet van den
over te nemen Congo-Staat.
Ken gewichtig besluit staat zij op het
punt te nemen.
Een in 1900 gesloten overeenkomst
verzekert san de Belgische natie het recht
om den Vrijen Congostaat na 10 jaar te
sen .vreren. Die quaeatie is derhalve al
zeven jaren hangende.
Na het rapport-De Lantsbeere wordt er
nadruk op gelegd dat voor België's toe
komstige ontwikkeling de overneming
noodzakelijk is en uit internationaal oog
punt geen enkele bedenking tegen de an
nexatie kan worden ingebracht. Trouwens
de Belgische regeering heeft stellig ver
klaard dat geen politieke of diplomatieke
moeilijkheden met andere mogendheden
te waohten zijn
Reeds bij het tot stand komen der aotie
van Berlijn in 1884 is dit vastgesteld.
Dit is een belangrijk punt in België's ge
schiedenis. Let op de stichting van den
Congostaat in 1878. Koning Leopold heeft
er onbeperkt gezag, dooh België en de
CoDgo-staat zijn door een persoonlijke
unie verbonden.
In 1876 kwam te Brussel onder leiding
van Koniog Leopold de ,/Assooation inter
nationale du Congo" tot stand. Stanley,
de groote ontdekkingsreiziger in Midden
Afrika, had op het Congo-gebied de
aandacht gevestigd Leopold verbond hem
aan zijn plannen en belastte hem met het
stichten van een reeks stations aan de
Congo-stroom.
Zoo ontstonden er vijftien van diestations,
waaronder, in 1881, Leopold- ville het voor
naamste was, en sinds de hoofdstad werd
van den Vrijen Congo Staat.
Doch het duurde niet lang of andere lief
hebbers, machtiger dan hij kwamen oon-
ourreeren. Onder anderen de De Brszza's,
Fransohe ontdekkingsreizigers. Een expe
ditie, die nog zoo tijdig op den noordelijken
oever van den Congo de hand legde dat daar
voor goed aan de internationale Congo-ver-
eeniging de gelegenheid werd afgesneden
om vrij Afrikaaneoh gebied te annexeeren.
Tooh bleef er nog genoeg voor haar over
om alle op koloniën beluste Mogendheden
tot jaloersobheid te prikkelen. Ea zoo rezen
er allerlei quaesties over de verschillende
aanspraken der belanghebbende Staten. Op
eenige duizenden kilometers keek men niet,
dooh het ging om stukken zoo groot als me
nig land in Europa. En zoo dreigde de
Congo-staat van de zee te zullen worden af
gesneden.
Toen werd in 1884 de onderhandelingge-
opend en in 1885 door de conferentie van
Berlijn deinternationaleCongo-Vereeniging
in den Vrijen Congo-staat veranderd met
Leopold als souverein. In 1889 heeft Koning
Leopold al zijn souvereine rechten ver
maakt aan de Belgische natie en in 1890
daar de bepaling aan toegevoegd die wij aan
't begin van dit opstel lazen.
Nu is de Congo-Staat aan de zeekust
zeer eng begrensd, maar wordt naar 't
binnenland toe allengs breeder, en bereikt
zelfs een breedte van 400 uren gaans. De
hoofdrivier is dsor stroomversnellingen
onbevaarbaar, dooh dit euvel wordt ver
goed door een net van spoorwegen. En
de Belgisohe invloed is er nog zeer groot,
getuige 't feit dat van de 85 handelsonder
nemingen er 57 Belgische zijnmet een
kapitaal van 143 miljoen francs, terwijl
de vreemde slechts een kapitaal hebben
van 40 miljoen.
De Congo-Staat is tweemaal zoo groot
als Frankrijk en Duitsohland saam en heeft
van 15 tot 19 miljoen inwoners, van welke
slechts 2500 blanken, meest Belgen. In
1906 bedroeg de uitvoer 58 miljoeD, waar
van België alleen 50 miljoen ontving. De
invoer bedraagt 20 miljoeD, waarvan België
14 miljoen
En wat er nu zooal uitgovoerd wordt
Caoutchouk, ivoor, palmpitten en palas»
olie, oopal en goud, dit laatste sleohts tot
een waarde van een miljoen. Er is ook
veel koper, enz. Zoodat deza Staat aan
de Belgisohe Natie rijke voordeelen in de
toekomst belooft.
i De begrooting voor 1908 van circa 35
1 miljoen had een batig slot van 34000franos;
i en dit zal steeds beter worden zoodat de
j annexatie uit financieel oogpunt geen
hachelijke onderneming is. En de ont
sluiting der Kolonie heeft nog slechts een
aanvang genomen.
Thaus is de Kamer, zij 't eok a) dat zij
tot Juni hare bijeenkomsten heeft gestaakt,
begonnen aan de behandeling van het ont
werp voor de Koloniale grondwet, zooals
het uit de debatten in de commissie van
XVII is te voorsohijn gekomen. Die oom
missie 'was vrijwel eenstemmig na de wijzi
gingen door de regeering herhaaldelijk in
het voorstel gebracht.
Deze laatste rekent op een meerderheid
van 20 stemmen. De Antwerpsohe libe
ralen zijn voor 't ontwerp en ook de socia
list Vandervelden.
En hoe ziet nu dit ontwerp er uit?
Allereerst wordt de rechtspositie van het
Congoland vastgesteld. Het vormt een van
't moederland gescheiden rechtspersoon en
wordt door bijzondere wetten bestuurd met
'n afzonderlijke begrooting. Daarop volgt
een hoofdstuk tot regeling van de rechten
der Belgen en andere blanken en der inlan
ders. Den blanken worden de volgende
rechten toegekend -. persoonlijke vrijheid,
terechtstaan voor den gewonen rechter,
geen bestraffing zonder wettelijken grond
slag, onschendbaarheid van woning en
eigendom, vrijheid van eerediecst en ver
bod van geloofsdwang, het recht, verzoek
schriften tot de overheid te richten,
onschendbaarheid van het brievengeheim.
Vreemdelingen uit beschaafde landen wor
den als Belgen behandeld.
Vrijheid van pers en vergaderingen wor
den niet bij de Grondwet, gewaarborgd.
De Afrikaansche inlanders,vreemde zoo
wel als in den CoDgo geborenen, alsmede
de inlanders van met hen gelijk te stellen
rassen, Btaan, behalve onder de wetten der
kolonie onder hun eigen gebruiken, voor
zoover niet in strijd met de wetten en de
openbare orde. Da zakelijke rechten en
persoonlijke vrijheid der inlanders moeten
spoedig by de wet geregeld worden- De
gouverneur-generaal beeft te waken voor
de moreele en stoffelijke belangen der in
landers en wel door uitbreiding van de
vrijheid van persoon, geleidelijke afschaf
fing der veelwijverij en ontwikkeling van
den privaateigendom, als ook door bescher
ming en bevordering van alle kerkelijke,
wetenschappelijke en liefdadige instellin
gen zonder onderscheid van nationaliteit of
belijdenis. Er wordt een lichaam van zeven
leden gevormd onder voorzitterschap van
den procureur-generaal om over 't geheele
gebied tenminste eens per jaar te beraad
slagen over maatregelen tot bescherming
en verheffing van de inlanders en rapport
uit te brengan. De Koning benoemt de
leden uit inwoners van de kolonie.
Het wetgevend gezag oefent de Koning
uit door middel van decreten op voorstel
vau den minister van koloniënda besluiten
worden eerst van kracht door de afkondi
ging. Het uitvoerend gezag oefent de
Koning uit door verordeningen, die door de
rechtbanken slechte in toepassing worden
gebracht voor zoover in overeenstemming
met de wet. Eerst door afkondiging krjjgen
deze verordeningen kracht van wet. De
daden van den Koning moeten door een
verantwoordelijken minister gecontrasig
neerd worden. Bela-tirgen en accijnzen
kunnen bjj decreet worden ingevoerd, maar
worden 6erst van kracht na goedkeuring
van de begrooting.
Dezelfde muntwet geldt in België en het
Congoland; de tegenwoordige munt van
den Congostaat wordt ingetrokken.
De begrooting der koloniewordt jaarlijks
bij een Belgische wet vastgesteld en vier
maanden voor het begin van 't financieels
jaar aan de Kamers voorgelegd. Voor
spoorwegen,mijnon en dominalon eigendom
van meer dan 10 Hectaren kunnen slechts
by decreet concessies worden gegeven. De
rechtspraak wordt uitgeoefend onder bet
gezag van den minister van koloniën. De
Koning benoemt de rechters van het Hof
van Beroep zij kunnen slechts op voorstel
van den procureur-generaal worden afge
zet op wettelijk omschreven gronden en
met toestemming van de opperste recht
bank der kolonie.
Het uitvoerend gezag kan sleohts worden
uitgeoefend door de personen of overheden
die daarvoor worden aangewezen. De gou
verneur-generaal oefent de bevoegdheden,
die hem door den Koning worden over
gedragen, door beschikkingen uit. Een
overdracht van het wetgevend gezag is
niet geoorloofd behalve in dringende ge
vallen, wanneer de Koningdengouverneur-
generaal maohtigf, de uitvoering der decre
ten tijdelijk op te heffen en beschikkingen
met rechtskracht uit te vaardigen.
Een koloniaal ministerie wordt opgericht
welks titularis dezelfde rechten en plichten
heeft als de overige leden. Daarnaast
wordt, onder voorzitterschap van den
minister van Koloniën, een Koloniale Raad
gevormd waartoe^ behalve de minister,
veertien leden behooren en wel acht door
den Koning, drie door den Senaat en drie
door de Kamer benoemd.
30 April 1908.
Bidden in de kazerne.
De Standaard vertolkt in 't onderstaande
geheel ook ons gevoslen omtrent deraissive
van minister Sabron in zake 't bidden in de
kazerne.
De missive van het depattement van Oorlog
Inzake bet gebed in de kazerne schijnt ons
niet gelukkig.
Zeker, het was bekend, dat aan niemand
in de kazerne het bidden verboden wordt. Maar
men weet ook, hoe dit daarom niets beteekent,
omdat bidden onder het rumoer van een
luidruchtig tafelgesprek door, zich vanzelf
verbiedt. Wat voor het gebed als eisch mag
gesteld is, dat er een oogenblik stilte wordt
gecommandeerd door wie aan tafel het zeggen
schap heeft. Dan kan bidden wie wil, en niet
bidden wie het liever niet doet.
Ook ligt het bezwaar niet, gelijk de missive
onderstelt, in het al dan niat bebooren tot
een Kerk. Er zijn onder de Darbisten bijv.
mannen die vast bidden, en onder de leden
van meer dan één Kerk mannen die nooit
meer bidden.
Het zal dan nu aan de commandanten van
de compagnieën, bataljons en regimenten over
gelaten blijven, of er een oogenblik stilte zal
zijn, al dan niet. En hiertegen ging juist onze
bedenking. De ééne commandant zal dan
zeggen ja, de andere neen. En de vraag
of men gelegenheid tot bidden zal hebben,
zal uitsluitend afhangen van de preferentie of
antipathie, die de commandant ten opzichte van
het gebed koestert.
Reeds op zichzelf is dit met het begrip van
orde in strijd. Maar bovenal bij het leger staat
dit vreemd. Bij het leger is alles tot in de
kleinste bijzonderheden geregeld. Dit punt
alleen nu zal ongeregeld blijven.
Te minder verstaan we dit, daar bij de vloot
het kerkhouden nog steeds als regel geldt.
Waarom kan men eu op een vloot in zee
wel het kerkhouden voorschrijven en bij het
leger niet evenzoo bepalen, dat er althans bij
het aan tafel gaan één enkele minuut stilte
wordt gehommandeerd voor het gebed
We verstaan het niet.
At
Het zij ons vergund eens de barmhartig
heid van onze lezers in te roepen voor
onze arme, stomme dieren.
We doen dat niet zoozeer voor onze
lezers zelve, die, daar zijn we zeker van,
de barmhartigheid tegenover weerlooze
dieren niet yergeten zullen. Het christelijk
leven is voor onze diereu van grootcr
beteekenis dan de vereeniging tot dieren
bescherming.
De wetenschap, ods door de Heilige
Schrift dat God den mensoh heerschappij
heeft gegeven over het gedierte des velde
sluit ook in dat de mensoh deze onderge
schikte, afhankelijke schepselen heeft te
beschermen.
Maar wat we wel vragen wilden, het
zou zijn om uwe dieren niet over te leve
ren in beulahanden.
Een dier dat per wagen of boot of tram
vervoerd wordt, een beest dat aati*eeD
of andere slachtplaats of stal afgeleverd
wordt, moet daar gebraoht of geladen
worden, -en dat geschiedt niet zelden,
buiten uw oog op een wijze die den mensoh
onwaardig is. Da ruwstea der ruwen staan
gereed om voor enkele centen een dier ter
plaats van bestemming te brengen.
Maar hoe
Om u de haren ten barge te doen rijzen.
Straks worden uitgezochte folteringen
met helsche wellust of inst onmenschelijke
onbarmhartigheid toegepast op het arme
dier. Folteringen die gij niet ziet en die wy
niet gaan vertellen. Maar als ge eens de
moeite doen wilt, in de morgenuren van een
marktdag de aflevering onzer dieren te
zien, dan zult ge zeker voortaan hot dier dat
u lief geworden is, niet zelden ook door
trouw en aanhankelijkheid, niet overgeven
in de handen van den eerste den beste die
het voor u bezorgen zal.
Voor een warmen stal of uit de groene
weide in beulehanden, blootgesteld aau
ondragelijke folteringen.
Och, het zou waarschijnlijk wel beter
gaan als men het maar wist wat er op de
laatste reis van het dier door u gekweekt
on trouw verzorgd, gebeurt. En opdat men
het meer en beter weten zou deelen we het
dan ook mee.
Nog iets.
Lang geleden liet eeu dierenvriend een
paard tot zijne geleiders'n bede uitspreken.
Indien hei bekend mocht zijn (want De
Zeeuw nam 'tel meer dan eens op, Red.),
dan is eece herinnering tooh misschien
niet doelloos.
Het paard vraagt
Bij het stijgen, sla mij niet,
Bij het dalen, jaag mij niet,
In den stal, vergeet mij niet,
Hooi en graan, misgun mij niet,
Onthoud mij 't frissche water niet,
Ontneem mij 't droge stroobed niet,
Ben ik warm, verkoel mij niet,
Ruk mij aan de teugels niet,
Zijt gij boos, dan beul mij niet,
Plaag mij met den opzetteugel niet,
En bedek mijn oogen niet.
Het dier dat voor zoo menigeen de
medebroodwinner is, verdient, indien geen
enkel hooger motief in het hart spreekt, al
was 't maar alleen uit het oogpunt van
eigenbelang, onze zorg en belangstelling.
Als pendant van de klacht over dieren
mishandeling die we daar meenden te
moeten neer schrijven, willen we onse
lezers iets meedeelen van teedere zorg
over dieren.
Als ge de welbekende TRrechtsobe
straatweg van Arnhem opgaat en naOoster-
beek gepasseerd te zijn links afgaat dan
vindt ge in eeu heuvelachtig landschap de
Oude Geldersohe heerlijkheid de Duno.
Op dat uitgestrekte terrein is men thans
bezig een Modelboerderij in te richten met
uitgebreide veestallen. Na zijn er een
zestigtal koeieD, de aanbouw is voor 250.
Daar z'yD ook een zeventig varkens in een
heerlijk logement.
Een dikke vloermat ligt in den varkens
stal op een vloer vau tegels in kleuren.
De muur rondom is tot op manshoogte
voorzien van glanzende witte tegels, en
het daglicht schijnt overvloedig door blauw
glazen ruiten.
Het blauwo glas verhindert het binnen
treden van vliegen, die plaaggeesten y&n
mensoh en dier, en daarom is oveTal blauw
glas aangebracht. Waterslangen met glan
zend koper zijn overal aangebracht, de
vloer in de hokken bestaat uit oement-
tegels, in het midden een rioolrooater, en
de wanden zijn vaa witte, glanzende tegels.
Dat een varken een zindelijk dier is als
alle andere wordt bier bewezen, indien men
de dieren maar in de gelegenheid stelt tot
het bewaren van reinheid.
Kort nabij het varkenspaleis ziju da stal
len voor het hoornvee in aanbouw. Eeu
hoofdgebouw met twee zijvleugels zal aan
tweehonderd koeien woonplaats bieden. Eeu
ziekenstal ol liever kraaminrichting voor
het vee is aan deze stallen verbonden, met
een operatiekamer en laboratorium vonr
den veearts.
Alles is hier ingericht naar eisch van licht
en Juoht en reinheid, en moet ook op de die
ren wel een gansoh anderen invloed uitoefe
nen dan de dikwijls donkere, vieze stallen
zoo Biecht van licht en lucht voorzien.
Stofzuigers zijn op de hooizolders aange
bracht, ten einde het mogelijk te maken dat
het droge voedsel gezuiverd aau het vee kan
gegeven worden.
Op dit tegenbeeld van dierenmishandeling
te mogen wijzen wensehteu we ditmaalniet
te verzuimen.
We vertrouwen dat menigeen er met be
langstelling kennis vau nemen zal.
Zoo mogelijk wensoben wij ons te hou
den buiten den strijd, die meestal in onze
pers, en van persoonlijken aard is, gevoerd
wordt.
Kuyper of Heemskerk, Fabius of Loh-
mao, De Nederlander of De Standaard, De
Standaard of De Rotterdammermet dia
tegenstellingen worden kolommen druks
gevuld, en ze leveren stof tot harde oor
deelvellingen en bittere woorden.
God gaf ons, in ons leveD, de gouden
eeuw voor de antirevolutionaire partij te
aanschouwen. Hij gaf „het kleine kuddeke''
als altijd een minderheid, een gansohe
schare van mannen die Ï8der op zijn terrein
arbeiden aan het belang van het gemeeoo-
best. Hij gaf daarbij als altijd verscheiden
heid van gaven en geen eenvormigheid.
Ieder deed dat, en doet dat nog op ziju
wijze en naar ziju beste weten. Dat geeft
voortdurend wrijving maar door die wrij
ving komt de waaiheid aan het lieht.
Ea nu zegt het instinctieve leven (het,
leven des gevoels) een leven dat christe
lijke ziel verwantschap onmiddellijk doet
kennen, ons dat, hoe versohillend de
practische toepassing naar de eisohen
van het oogenblik ook zijn of schij
nen mogen, dit leven vertolkt wordt niet
door deze of gene, maar door allen, ieder op
zijue wijze.
In de dagen van Groen vau Prinsterer
was er maar een die, op politiek terrein, het
wachtwoord gaf, en voor zijn kring het
schibboleth der antirevolutionaire uitsprak.
Toen was er dus geen verschil, zelfs niet
in intonatie. Maar nu 1
Nu vele spreken, en geroepen zijn tot
spreken omdat hua eeu verantwoordelijke
positie is opgelegd, en nu bovendien de
praotijk zeker aanpassingsvermogen vor
dert, indien men iets zal willen doen, nu is
de toestand zoo geheel anders.
Nu komt de strijd op, naar het hart der
tegenstanders vertroebeld, door allerlei la
gere motieven, niet zelden van persoon
lijken aard.
Het zou o. i. niet tot do goede werken
kunnen aangeschreven worden, indien we
ous in de fuik lieten lokken.
Niet in de eerste plaats wie op den voor
grond treedt, wie nu of in 1909 hoofd vsn
het Ministerie is of zijn zal is de vraag, maar
wel dit, of het woord der rechterzijde wordt
sproken en daden worden gedaan in haar
geest. Wel dit, of het instinot van don dag-
looner en van den staatsman gevoelt
dat er geestverwantschap bestaat, christe
lijke zielsverwantschap, fejj de groote
levensvragen, tnsscbsn ons en hen.
Meer niet.
Niet of dit of dat ontwerp voldoet san
onze persoonlijke inzichten en werscben,
ook niet of deze of gece onzer voor
mannen te veel vooruitgeschoven of te zeer
achteruitgezet wordt.
Dat mogen we persoonlijk tosjuieben of
het mag ons persoonlijk leed doen, voor het
leven der partij heeft het geen waarde.
Personen gaan voorbij,maar Gods schep
ping op allerlei terrein blijft.
Daarom zullen wij ons voorloopig in den
personen-strijd onzer pers tiet mengen,