NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No, 178. 1900. Woensdag 29 April. 22e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH HfiiteBlaHdseh 0«erziehl. kneebts. sknechts gmeid VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK H IJ HO: OP ir uit zeven, en it gevraagd, bij e 1 a n d e. raagd ij P. DE JONGE, 1. ?n tijd werk, bij Pz., aannemer, lie bg Goes. iiiecht 3E, R i 11 h e m. verstaande, door Mr. Timmerman 3 Meliskerke. 1 Mei Tusschen Twee G—ZIERIKZEE. 3. Mei. burg voormiddags idags 3 uur. ROTTERDAM. 8. iderd Zondags,van Middelburg 8,45 dienst. kVENDIENST. SO, 7.— 7.50, 8.20, L0.40 11.—, 11.80, 2.40*, 3.-, 3.25, 0, 6,55, 7,15, 7.35, 6.10, 6.30 7.20, 0.10,10.30,10.50, 1.20*, 1.40*, 2.50*, -, 5,40, 6.30, 7.05, en Zondags uit. 5LEQR A AP. 8. jks (behalve Maan- van Antwerpen ig) 's morg. 7.— a „SCHELDE". nd. 1711 30 1130, aan. 1811,30 12, ns. 19 7,30 12,— oen 20 8,11,30 >nd 21 9,— 11,30 •jjd.22 6,30 1,— iter. 23 9,— 11,30 >nd. 24 9,- 12,— aan. 2510,1, ns. 26 7,30 2, oen 27 9,10, md.28 9,30 10,30 yd. 2910,— 11,— ter. 3010,80 11,30 >rd. 3111,30 11,30 ehter een datum.ia iet tweede getal is Wester-Schelde. AN S WEERT. aankon iiging. of Spoor tijd. soorden naarHans- 12,30, nam. 3,25. Walsoorden voorrn. 5,38. orden geen goe- eof Spoortyd. l. 3,23c) 6,15d) 3,50c) 6,45 4,45 5,15d) h) na het vertrek van n. Neuzen vm. 8,30 em, Porsselen en ens, Borsaelen en n 10,25 nit Neuz n i31 Ang. rv A. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers n 0,02®. Wed UITGAVE DER FIRMA 1 m JONGE-VERWEST* te Goes SN VAN P. D'HUIX te Middelburg. van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cenu Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regeï meer 10 cent. DE QUAESTIE. Onder onze geestverwanten over de tegenstanders spreken wij niet wordt druk gesproken over de broedertwisten, die in de laatste maanden in onze partij zyn losgebroken. Een bijkomstige quaestie is de vraag of dit ministerie is normaal of abnormaal. Wij voor ons meenen dat het ministerie O- Ier abnormale omstandigheden is opge treden. Dat onzerzyds de begrooting van oorlog niet had moeten worden afgestemd, hebben wij van den eersten oogenblik af beweerd en volgehouden. Het liberale kabinet, vrucht van 'n onge- rechtige stembnsactie, had tot 1909 behoo- ren voort te sukkelen het zou zich hebben vastgewerkt, en had bij zyn roemloos einde onder de voorlichting dar feiten, by een stembusactie, die de periode 1901'5 zou hebben in het gelyk gesteld en ons een eclatante meerderheid had bezorgd, door 'n kabinet-Kuyper kunnen vervangen zyn, gelijk het naar recht en krachtens 't onuit gevoerde regeeringsprogramma van het eerste kabinet-Kuyper, behoorde. Dat wenschten en verwachtten wij. Eaar nu de zaken zoo liepen, moest er een kabinet-Heemskerk komenen, het mag gezegd, behoudens een zekere schroomval ligheid in woordenkeus by de eerste ont moeting, hield het zich flink. Het verdient en heeft dan ook den steun der gansche antirevolutionaire pers. En 't zal dien behouden, ook zonder den dreigen den vinger der bondgenooten. Natuurlyk altijd wanneer 't beantwoordt aan de by zyn optreden gewekte verwach tingen, en de ministers aan hunne antece denten getrouw blyven. Deze quaestie loopt dus wel los. De andere quaestie die allengs naar voren kwam, schynt ons tos van senigszins ern stiger aard te zyn. Er is, zoover wij weteD, niet getornd aan de organisatie. Allerminst door professor Fabius. Toen deze zijn lezing hiel 1 te Goes over den Leider, was er in de vergadering niemand die aanleiding nam uit 't gehoorde om den spreker van kwade trouw jegens den leider onzer party te verdenken. Men voelde, er was waarheid in omdat men in de meening verkeerde dat 't mini- sterie-Kuyper wel voor lange jaren zou be stendigd worden, en de leider onzer partij steeds meer zou moeten worden do premier in het Rechtsche kabinet. De verhoudingen konden derhalve anders worden. Trouwens toen de rede van den professor in druk kwam, hadden de bladen De Standaard voorop er niets dan lof voor. De wijze, waarop enkele antirev. bladen deze brochure nu tegen den professor uit spelen, kan ons dan ook niet behagen. Zy grenst aan zoekery. Alleen kan men nu zeggen, dat die bro chure op bepaalde punten nit den tijd is ge raakt. Maar andere verspreide stemmen werden gehoord die verandering brengen wilden in de organiseering der Deputatenvergade- ringen. Die achtte men in hun huidige n vorm uit den tijd. Tot nog toe zyn wij, om practische rede nen, zoo vrij dit te ontkennen. En wie de artikelen over „Het instinctieve leven" in De Standaard gevolgd heeft trouwens ook zonder deze valt dit niet moeilijk geeft terstond toe: - een andere wijze van werken is onmogelijk. De deputaten-ver- gadering mag niet worden een debatteer- collegeeen vergadering waar men stel lingen poneert en opponeert; ennogminder mag zy worden een praatgelegenheid waar ieder zijn hart luchten kan tegen en over velerleidat zou gelijk worden aan een congres van de 8. D A. P. Eu 't jongste Psaschcongres der S. D. A. P., waar twee dagen werden volgepraat tusschoD de lei ders der instinctieve en der wetenschappe lijke groepen, zonder dat er ook maar één stem ter eene of ter andere zjjde door ge- Wonnen werd, heeft zeker wel getoond, hoe het by ons niet wezen moet, en nooit wor den mag. Ook op dit punt zijn wy derhalve voor standers van het oude. Maar nu is er in den laatsten tijd de quaestie van 't Kiesrecht bij gekomen. Het Centraal Comité zond voorstellen, en De Standaard wie beter dan zy kon dit doen 1 leidde de besprekingen in de pers in. De besprekingen niet 't minst die van De Rotterdammer hadden tengevolge dat de resolutiën eenigszins gewijzigd werden en met zoo goed als algemeene stemmen werden aangenomen. Tegelijk werd onze oud-voorzitter, nadat hij eenige jareD, tengevolge van zijn minis terschap buiten functie was geweest, met zoo goed als algemeene stemmen weder op zijn oude plaats gebracht, ook met de stem van gelijk deze later publiek maakte van den hoofdredacteur van De Rotterdammer. Tegen den leider ging derhalve de op positie van De Rotterdammer toen niet. Doeh De Rotierdammer had in dien tijd iets anders gedaan. Zij had hare kolommen opengesteld voor artikelen van professor Fabius. Hiertegen was niets te zeggen. Integendeel, prof. Fabius, erkend antirevo lutionair, tot meespreken bevoegd als wei nigen; en in 't antirevolutionaire staatsrecht doorkneed kenner van Groens geschriften sinds een half mensoheuleven, mocht zeker op dit terrein de vruoht van zijn studie wel ten beste geven. En vele zijner artikelen en driestarren zijn door ons dan ook met groot genot gelezen. Maar prof. Fabius trad op als bestrijder van een bepaald wetsontwerp hij maakte school tegen de verplichte verzekering, niettegenstaande hij zelf als lid van het Centraal Comité een resolutie in dien geest had helpen aannemen althans zijn protest daartegen is niet vernomen. Toen nu minister Kuyper zijn verzeke ringswetten had ingediend, met welker strekking de leiders der Rechtsohe partyen zioh te voren hadden vereeDigd, zonder natuurlijk de merites van die ontwerpen, die zij toen nog niet kenden, te beoordeeleD, had men mogen verwachten dat prof. Fabius, in weerwil van zijn theoretische bezwaren, doch door de veranderde om standigheden gedrongeD, op zijn minst 't stilzwijgen zou hebben bewaard. Immers had de antirevolutionaire KameroLub zijn ad v ies aanvaard, en waren de verzekerings wetten toen aan de orde gekomeD, dan waTen zij óf verworpen, en dan had het ministerie-Kuyper heen moeten gaan; óf ze waren aangenomen, dooh dan was dr. Kuyper los vbd zijn partij komen te staan. Om nu maar van andere gevolgen te zwijgen. Toen had De Rotterdammer den professor moeten verzoeken zijn oppositie te laten varen of ook zij had Z.H.G. moeten be duiden, dat zij, om de ouderdoms- en invaliditeitsverzekering niet voor lange jaren onmogelijk te maken, hare meening tegenover de zijDe zou plaatsen. Toen in 1893 de kiesrechluitbreiding aan de orde was, schreef minister Van Houten artikelen in de Middelburgsche Courant, welke met graagte, ook door ons, gelezen werden. Dooh zoodra mr. v. Houten de Kiesreoht- quaestie gisg behandelen, en daarbij lijn recht ingiug tegen de denkbeelden en 't program der liberale partij, voelde de Middelburgsche terstond dat dit niet zoo behoorde, en zij zei hem, zeker wel na voorafgaande drukke correspondentie, de gastvrijheid op. Dit had De Rotterdammer, althans wan neer zij de programs van actie sinds 1897 mede aanvaardde, ook kunnen cd behooren te doen. Door 't niet te doen bracht zij de organi satie in gevaar. In theorie mocht professor Fabius gelijk hebben ook zelfs in zijn beroep op dr. Kuyperdit neemt niet weg dat deze laatste verder zag dan bijdat wat in 1878, aassssseesrsssBKesi zelfs in 1891 nog kon gevraagd worden, in 1901 niet meer bereikbaar wasen dus een andere weg moest worden ingeslagen. wHet Calvinisme aan het hoofd der be weging", dat had 20 jaar geleden gekund dooh hoe is in dien tijd de sfacd der stukken op 't staatkundig en soo'aa!schaak bord niet gewijzigd 1 Trouwens dr Kuyper en De Standaard daarna tot tweemalen toe, verklaarden ab soluut dat hier een misverstand in het spel was. Dr Kuyper had op h6t punt van de verplichte verzekering in zake de sociale nooden zyn vroeger standpunt niet gewy- zigd. «Nog steeds blyft het zoo schreef De Standaard reeds maanden geleden voor als na, onze vaste overtuiging, dat alleen de van Overheidswege opgelegde verplichte verze kering in staat is, in de nooden, die het hier geldt, te voorzien. Op dit punt hebben we geen enkelen voetstap terug gedaan. Geen oogenblik zelfs htbben we geaarzeld, alsof het bij dit eens beslotene op dit punt niet blyven moest. Waarom stelt men 't dan gedurig anders voor Wat we nader verklaard hebben, geldt een geheel ander punt. Niet de verplichte verzekering, maar, heel anders, eeniglijk en alleenlijk de vraag, op welkt wijze de%e verplichte verzekering zal zijn te voeren. Omtrent dit punt was bekend, dat wij niet de Duiteche methode wenschten ge volgd te zien, maar uit het bedrijf zelf de regeling liefst zouden zien opkomen. Dooh dit juist beschouwen we thans als afgesneden, nu men de Kamers van Arbeid, die hiervoor noodig zijn, niet heeft, het ar beidscontract reeds is ingevoerd, en een overdoen van dit alles ten minste tien jaren vorderen zou. Met het oog hierop nu vroegen weWeet iemand een betere methode dan de Duitsohe, mits zoo, dat ze te-stond voor applicatie vat baar zij Wij weten dit niet, en zoolang niemand ons die aanwijst, is de Duitsohe methode de eenige, die thans de verplichte verzekering tot haar recht deed komen, en die we daar om niet mogen loslaten, zoolang niets beters aan de hand is gedaan. Wat in eDkele andere lande», zoo met name in België en Denemarken beproefd is, geeft geen verplichte verzekering. En wat men in Frankrijk en Engeland op het touw heeft gezet, is niet alleen geen verplichte verzekering, maar heel geen verzekering zei fs, en kan ons dus in geen enkel opziohtdienen. Wat anderen ook hier te lande beoogen, is vrijwillige voorziening in de nooden van den ouden dag. En hiertegen ging en gaat ons verzet. Met vrijwillige voorziening vordert men niet. Eerst als men door gedwongen verzekering de bevolking aan de zaak gewend heeft, zal later allioht de dwang kunnen wegvallen, gelijk er dan ook steeds door ons werd bij gevoegd, dat de weg daartoe steeds moet worden opengehouden. Ook het Centraal Cotni'é heeft in 1897 op diezelfde werkelijkheid gewezen''. Wat hieruit dus volgt? Dat, sl heeft dr. Kuyper in 1891 ver klaard dat ,/V6rzskeringsdwaDg onver- eenigbaar (is) met den geest van het anti revolutionaire programma" (woorden van prof. Fabius in De Rotterdammer) nu, ter wijl de regeling van den verzekeringspiicht langs den weg door De Standaard hierboven genoemd, niet meer mogelijk is, een andere regeling moet vastgesteld worden. En ten aaszien dier regeling denkt de anti-revolutionaire partij nog precies zoo als zy het deed in 1897 bij de vaststelling van het program van actie, door 't Centraal Comité en dus ook door prof, Fabius ontworpen. En wat nu de actie tegen De Rotterdammer aangaat, die is een gevolg hiervan, dat zy tegen besluiten van de deputaten-vergade- ring ageerende, gevaar loopt, ging zij er mee door, zioh naar de meening van wie baar aanvielen, uit de ljjn der organisatie te geraken. Meer mag op 't oogenblik niet beweerd worden. Wie De Rotterdammer bierby van iets anders verdenkt, bijvoorbeeld dat zij tegen don persoon van den leider sgeeren zou, gast ongetwijfeld buiten zijn boekje. Het zal goed zijn, zoo de kiesvereeni- giDgen, indien zy wat wij echter niet wenschen zieh op dit punt zouden uit spreken, dit wel in 't oog houden. Wie veel schrijft, en ronduit steeds zijn meaning zegt, loopt altijd gevaar te worden misverstaan En vooral, wanneer hij daarbij niet altijd de maat kan houden in den toon, die de muziek maakt. Wij voor ons erkennen in dr. Kuyper den leider, den man met den zeldzamen kenners- en zienersblik, aan wien de partij ongeveer alies dankt, wat zij is en werd en presteert, cn aan wien het vaderland groote verplichtingen heeft, wien wij on voorwaardelijk vertrouwen schenken, ook zelfs al kunnen wij niet op hetzelfde oogen blik precies beoordeelen of de weg dien hij ona op wijst, de juiste is. Eu wij doen dat te liever, dewijl de ervaring geleerd heeft dat een partij, met alle respect voor het getheoretiseer harer wijsgeeren, behoefte heeft aan een man die voor de praktijk de vaste lijnen geeft. Wij schrijven dit niet om twistgeschrijf nit te lokken, en wij beloven ook niet dat wij op deze quaestie terugkomen zullen. Wij schrijven dit alleen opdat onze lezers weten, welk standpunt wij in deze quaestie innemen. De liberale partij heeft voor een goed deel haar ondergang te danken aan het mistrouwen jegens haar voormannen. En ook de sociaal-democratische arbeiderspartij gaat zienderoogen een scheuring tegemoet, indien zij voortgaat hst geloof in de goede trouw harer leiders te verliezen. Thorbecke viel niet door 't verzet van het vrijzinnige publiek, maar van deknappe koppen in zijn partij. Groen van Prinsterer's arbeid werd niet krachteloos gemaakt door den tegenzin van het antirevolutionaire volkje, maar van de geleerden, die wel vaak wijze woorden sprakendat doen de Marxisten in de S. D. A. P. ook nog welmaar die zioh niet vinden konden of kunnen in den te volgen koers. Oas dunkt, hier valt wel wat uit te leeren. Griekenland. De Duitsohe Keizer heeft Zaterdag met de Sleipner een uitstapje gemaakt naar Albanië. Hij bracht een bezoek aan den vertegenwoordiger des Sultans, Toerkaa Pasja, op diens jacht bij Sauti Quaranta en inspecteerde vervolgens het Turksehe garnizoen. Hij zond daarna een hartelijk telegram aan den Sultan. Per Sleipner keerde de Keizer naar Korfoe terug en per auto bogaf bij zieh naar het Achillean. Aldaar ontving hij den Grieksohen minister president Theotokis. Zaterdagmiddag is een Oostenvijksch eskader ia de haven van Korfoe binnen- geloopen. Portugal Zaterdagmorgen heeft koning Manuel voor hst eerst sinds 1 Februari het palais verlateD. Hij verliet in een gesloten rij tuig, met koningin Amelie san zijn zijde, het paleis Neeessitades, om in het oude klooster der Jeronymos te Belem de pleoh- tige absolutie-dienst bjj te wonen voor zijn vader en broeder. Het koninkljjk rijtuig werd geëscorteerd en omstuwd door het 2e regiment cava leriede stedelijke burgerwacht en de politie stonden en haie opgesteld langs heel den langen weg. De vlaggen in de stad hingen halfstoks. De soheepsbatterrjen losten salvo's. Aile staatsgebouwen waren gesloten, evenzoo de publieke vermakelijkheden. Zonder incidenten bereikte de Koning de kloosterkerk, waar het geheele hof, de ministers, burgerlijke-, militaire- en geeste lijke overheden in plechtgewaad hem op wachtten. De Koning en Koningin wEren vergezeld van den infant, den hertog van Oporto. Dadelijk na hun aankomst begon de dienst. Het militaire element was in kerk verre overheersoher/d, detachementen van alle regimenten en afdeelingen van leger en marine waren om de katafalk en de tribu nes opgesteld. Ieder kwartier brandden de oorlogs schepen op den Taag en de artillerie- batterijen, voor het klooster opgesteld, los. Nadat de plechtigheid ongeveer 2'/2 uur geduurd had, keerden de vorstelijke per sonen zonder ongeval naar 't Paleis terug. Zweden. Ta Stockholm is gisteravond ten paleize een feestmaal gegeven ter eere van koning Ednard en zijne gemalin. De Koningen wisselden hartelijke toosten. Koning Gus- taaf bracht in herinnering, dat de Zweed- sche hoofdstad voor het eerst in de ge schiedenis een regeerend Engelsch vorst welkom kon heeten en sprak de hoop uit, dat de Noordzee-overeenkomst, welker oogmerk is da bevestiging van den vrede in Europs, er toe zou bijdragen, de goede en vriendschappelijks verhouding tuescnen het Engelsche on het Zweedsche volk te ontwikkelen. Koning Eduard bedankte voor de warme ontvangst, herinnerde aan het bezoek, dat hij 44 jaar «eleden, als prins aan Zweden had gebracht, en zeide, evenzeer te ge- looven, dat de pas gesloten overeenkomst tot de vreedzame ontwikkeling en de duur zame handhaving des vredes zou mee werken. De Koning besloot met zyn leed wezen over de afwezigheid van de koningin van Zweden en over den korten duur van zijn bezoek, een gevolg van het aanstaand vertrek van den Koning van Zweden naar Petersburg, uit te spreken. Oostenrijk-Hongarije. De opvolger van graaf Potoeki, dr. Bobrzynski, als gouverneur van Galioië, behoort tot de conservatieve Poolsche adelspartij, de gezworen vijanden der Roethenen. De regeering wenscht derhalve voor de doodsbedreigingen derRcethecen niet uit den weg te gaan, en de genoemds doctor toont een moedig man te zijn. Maar zal zijn benoeming niet slecht werkeD bij een grensvolk met zoo bloedig verleden als het Roetheansche Afghanistan, ca. In Indië heeft 't al lang gebroeid. In het daaraan grenzende Afghanistan is 't een mullah die de inboorlingen opzweept. Ernstige grensgeschillen schijnen op han den. Ook Perzië blijft roerig. Het rechte weet men nog niet. Dooh zooveel is zeker alle Koerden-stammen er in opstand zijn, en dat dit zijn terugslag doet gevoelen op de Koerden in den Kaukusus. Dit heeft de Russische regeering ongerust gemaakt die troepen zond welke onrechtmatig Perzië binnenvielen. Aan de noordergrens, bij Beliasoevar, kwam het zelfs bijna tot een treffen. De Shah zond er zijn ruiters heen, om de Turken in 't oog te houden die daar stoken. Doeh vooral in Afghanistan dreigt gevaar voor inmenging. Immers vermen ging is soms nog gevaarlijker dan de op roeren die er aanleiding toe heeten te geven. De Mchmsuds een Afghaansohe stam, die tegen den onder Engelsohen invloed staanden Emir in opstand is ge komen, kwam bij Shabkad in aanraking met Britsoh Indische troepen, en werden met een verlies van 240 mao. teruggeslagen, na een dappere tegenstand, waarbij de Eogelsehen van de bajonet gebruik moes ten maken. Hoe 'tnu verder daar afloopen zal, is moeilijk te zeggen. Tal van oproerige Afgbanen gaan voort de Kaboelrivier over te trekken en zioh met de Mohmands te vereenigen. Ook zijn de Mamoends op roerig en wordt in het land van de Swat

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1