NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No, 177. 1900 Dinsdag 28 April 22e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Moed is teler ia im j. DE JONGE-VERWEST. P. D'HÜU, ïe Middelburg^ PRIJS DER ADVERTENTIËN uit m mm. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS, Prijs per drie maanden franco p. pi ,25. Enkele nummers0,02'. Het Nationaal Comité tot bestrijding van den handel in vrouwen verzond de volgende circulaire Daarover zijn we het allen eens. Voorko men moet worden, dat onze kinderen, het ouderlijk huis verlatende, terecht komen bij mensohen, die zich niets aan hen laten gele- ge 1 ggen, ja, erger nog, missohien wel hun val op 't oog hebben. Jaar op jaar trekken honderden meisjes uit dorp of gehucht naar de stad om er te gaan dienen, of eene betrekking te zoeken. De hooger loonen, de meerdere afwisseling en de vermaken van het stadsleven lokken hen aan. Of zo er zioh gelukkiger zullen gevoelen We willen niet zwartgallig oordeelen. Er is in de stad voor menig meisje veel te lee- ren, dat haar in het volgend leven te pas kan komen. Maar ook, helaas, veel nooit meer te herstellen kwaad. Hoevelen denken met wroeging terug aan de dagen hasreronsohuld toen ze nog niets wisten van al de verlei dingen van het groote stadsleven Van het hoogste belang is daarom voor alle ouders, die dien sohoonen naam verdie nen de vraag of ze hun kind met vertrouwen kunnen laten gaan naar het gezin, waar het eene plaats kan vinden. Onbegrijpelijk is de zorgeloosheid van vele ouders, die hunne kinderen maar op geed geluk naar eene groote stad sturen, bijna zonder geld, met alleen het adres van een of andere besteedster of verren bloed verwant in den zak. 't Is een wonder dat alles dikwijls nog goed terecht komt en niet veel meer meisjes verongelukken. Er zijn ook andere ouders wien het zedelijk welzijn hunner kinderen zeerzeker ter harte gaat, maar die den weg niet weten hoe de gewensohte inliohtingen te bekomen. Tijd, gelegenheid en reiskosten ontbreken de moeder, om zieh persoonlijk te gaan vergewissen of haar kind wel in een goede omgeving komt. Welnu, hierin is thans voorzien. Gedre ven door de gemeenschappelijke overtui ging dat het hier een algemeen en ernstig volksbelang geldt, hebben verschillende protestante, katholieke en andere vereeni- gingen de handen ineen geslagen. Zij vormden samen een eomité, het Nationale Comité tot bestrijding van den handel in vrouwen, en richtten, twee jaren geleden op: het Nationaal informatiebureau tot bescherming van vrouwen en meisjes, thans gevestigd Weteringplansoen 22 te Am sterdam. Ieder noteere dit adres. Dit bureau, dat door de Regeering ge steund wordt, verstrekt kosteloos inliohtin gen betreffende de betrouwbaarheid van betrekkingen aan vrouwen of meisjes in binnen- of buitenland aangeboden. En wilt ge weten, waar uwe dochter veilig logeeren kan, waar zij bare vrije avonden zonder gevaar kan doorbrengen onder geloofsgenooten, of wat verder van belang is te weten op het gebied van voor koming, of ook van bestrijding of redding van gevareD, die het zedelijk leven be dreigen, het genoemde bureau geeft u gaarne alle voorlichting. Onthoud dus dit adresNationaal Informatiebureau, Wete ringsplantsoen 22 te Amsterdam. En laat niemand nu meer zijn dochter op goed geluk naar de stad laten gaan, waar de weg om vertrouwbare inliohtingen te bekomen thans zoo gemakkelijk is ge maakt. Mei enkele voorbeelden zij het ons nog vergund u aan te toonen hoe noodig een arbeid als deze ie. Een meisje uit een provinciestadje zou onlangs te Amsterdam in betrekking gaan. Zij informeerde bij de politie, die zioh tot ons richtte. Het bleek dat ze in handen zou zijn gevallen van een paar zeer ge- yaarlijke personen. Een ander meisje zou zonder onze tus- schenkonjst bij een gewezen bordeelhoud- ster te Haarlem, eene zeer sleohte vrouw, j zijn aangeland. Een derde was in onderhandeling met eene familie te Amsterdam die zeer ongun stig bekend staat. De man is houder van verschillende verdachte huizen. Tijdig konden wij haar waarschuwen. Een onderzoek voor eene dienstbode bracht aan 'tlioht, dat zij zieh verhuurd zou hebben in een gezin, waar vader en zoon beiden een groot gevaar voor iedere joDge vrouw opleveren. Ia een hotel had een der gasten een kamermeisje gehuurd. Den volgenden dag reeds zou ze naar 't buitenland vertrekken. Onze tussohenkomst werd ingeroepen we informeerden langs telegralisehen weg en konden nog juist bijtijds waarschuwen tegen het gevaar, waaraan zij zioh zou hebben blootgesteld. Ook in andere opziohten gaven wij voor lichting. Een meisje zag zioh gedwongen onze hulp in te roepen om haar te bescher men tegen haar eigen vader, die haar den slechten weg op wilde drijveD. Wij brach ten haar in veilige haven en namen maat regelen dat deze ontaarde dronkaard niet langer misbruik kon maken van zijn vader lijk gezag. Men vroeg ons van uit het buitenland inlichting betreffende een jonge vrouw, die van de familie geregeld onderstand ontving. Wij bevonden dat zij in een beruchte buurt een openbaar onzedelijk leven leidde. En zoo zouden weneglangkunnen voort gaan. Ten slotte nog eene opmerking. De „Nederlandsehe Vrouwenbond ter verhooging van het zedelijk bewustzijn",de „Vereeniging ter behartiging van de belan gen der jonge meisjes", de „Roomsoh- Katholieke .vereeniging ter bescherming van meisjes" zijn sinds jaren in denzelfden geest werkzaam. Het komt niet bij ons op, iemand er van terug te houden raad te vra gen bij eene van de genoemde vereenigin- gen. Te zamen met nog tal van andere organisaties zijn ze in ons bestuur vertegen woordigd. Ons doel was, door één algemeen, natio naal adres een schakel te vormen tussohen de vereenigiDgen en oorrospondenten die zioh bereid verklaarden hen door onderzoek en voorlichting te dienen. Voorla om een in stelling in 't leven te roepen, waar alle be langrijke inliohtingen van over 't geheele land kunnen worden bijeengebracht, gecen traliseerd. Het Comité verheugt zieh hierbij te mo gen rekeDen op de moreele en finanoieele medewerking der Regeering. In ons Nationaal Comité tot bestrijding van den handel in vrouwen zijn de vol gende Vereenigingen vertegenwoordigd de Ned. Vereanig. tegen de Prostitutie de Ned. Vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn de Vereeniging ter behartiging van de belangen der jonge meisjes de Ned. Middernachtzendingvereenig. de Vereeniging tot steun van verwaar loosden en gevallenen de Roomsch-Katholieke Vereeniging tot bescherming van meisjes de Vereeniging „Onderlinge Vrouwen bescherming" de Ned. Boud tot Kinderbescherming ds Rein-Lavenbeweging de Ned. Christen-Vrouwen-Geheelont houders-Unie de Nationale Vereeniging voor Vrouwen arbeid het Leger des Heils de Vereeniging tot verbetering van den Maatschappelijken en den Rechtstoestand der vrouw in Nederland terwijl de heer rabbijn J. Vredenburg 't Israëlietisch element vertegenwoordigt. 27 April 1908. Uit Het Handelsblad namen wy een enkele maal een vers op waarvan de inhoud precies het tegengestelde zegt, naar gelang men de regels achter elkaar of naast elkaar leest. UITGAVE DER FIRMA EN VAN Hieronder volgt er een uit het jaar 1818, een Fransch van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer s cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Vive a jamais La familie royale Oublions désormais La race impériale Soyons le soutien Du ducd'Angoulême C'est a lui que revient L'honneurdu diadème L'empereurdes Francais Est indigne de vivre La braocbe des Capets Doit seule le survivre Du fier Napoléon Exécrons la mémoire Cette punition Est le prix de la gloire. 1818. Over het Kabinet. Wij lezen in de Stichtsche Courant «Het thans zittend ministerie is van Lohman's geest". Aldus besluit de Kroniekschrijver in «Op waarts", het orgaan der Christen-Socialisten, zijne bespiegelt og over den strijd tusschen ^Rotterdammer" en «Standaard" gevoerd. Of een andere Kroniekschrijver, in onze veste welbekend, dit grif zou toegeven Wij voor ons mogen deze uitdrukking zon der een woord van protest niet laten passeeren, omdat zij beslist onjuist is. Zeker, de heer Lobman heeft dit ministerie, met sympathie begroet. Maar wie de ver klaringen van de heeren Nolens en de Waal Malefijt, namens de r.-katholieke en de anti- revolutionnaire partijen in de Kamer afgelegd vergelijkt met 't geen door den heerdeSavornin Lohman namens de christelijk-historischen werd gezegd, zal moeilijk kunnen volhouden, dat de welkomstgroet van den laatste de warmste was vau de drie. En ook, het woord van sympathie, waarmede in 1901 door den afgevaardigde van Goes het kabinet-Kuyper begroet werd, stond in warmte in geen enkel opzicht achter bij wat thans door hem is gezegd ten opzichte van Heemskerk's formatie. Waaruit leidt de Kroniekschrijver dan zijn misleidend beweren af Doch wij begrijpen de bedoeling opperbest. Het volk moet in den waan worden gebracht, dat het Kabinet geen antirevolutionair karakter draagt. Dat het wandelen wil in conservatieve sporen. Dat het niet het vertrouwen verdient van de antirevolutionaire paitij. Daartegen nu komen wij zoo krachtig moge lijk op, omdat de beschuldiging volmaakt o n- gegrond is. Zeker, Talma is tot dusverre geen christen socialist, en zoover wij weten cok niet van plan om het eerlang te worden. Maar noch hij, noch Heemskerk, noch Iden- burg h'ebben er ook maar een oogenblik over gedacht hunne antirevolutionaire overtuiging buiten de deur van hun kabinet te sluiten. Hadden ze dat gedaan of lag dat In hun voor nemen, niet slechts onze vrienden in de Kamer, maar ook heel onze pers zou hen onmiddellijk wee: staan. Maar waar ze tot zulk eene verdenking geen enkele aanleiding gaven, ontzeggen wij aan den Kroniekschrijver van O p w a a r t s het recht om te schrijven zooals hij deed. Twee voorstellingen. Het lid der Tweede Kamer, tor. Treub, ook te Goes niet geheel een onbekende, heeft dezer dagen een politieke rede ge houden te Middelburg. Hy roerde daarin cok aande verwer ping der oorlogsbegrooting en zeide Hoe is het nu te veiklaren, dat bij deze oorlogs begrooting de stemmen van de vrijzinnig-demo craten en de christelijk-historischen uit elkaar vielen? Bij de vrijzinnig-democraten stond de zaak precies als bij de fractie-Lohmao, n.l. dat wij niet tegen de begroeting mogen stemmen om redenen daarbuiten. Als protest tegen de ver werping van het amendement in zake de vesting- quaestie heeft ook spreker tegen de begrooting gestemd. Maar de vrijzinnig-demon-aten kon geen verwijt treffen, dat zij toen verdeeld waren, daar steeds deze partij bij het defensie-vraagstuk volkomen eenstemmig was. Tegen deze voorstelling hebben we een andere tegenover te stellen en wel een van gezaghebbende zijde, n.l. een verklaring van het hoofdorgaan der vrijzinnig demo craten, tot wie de heer Treub~ behoort, van Land en Volk. Na de verwerping der oorlogsbegrooting schreef dit blad onmiddellijk over de hou ding zyner partijgenooten in de Tweede Kamer Bij de vrijzinnig-democraten scheen een op een zoo gewichtig oogenblik even opmerkelijke als betreurenswaardige verdeeldheid te bestaai!. Wij tasten echter wel niet heel ver mis, als wij de onderstelling uitspreken, dat hier slechts was een uiterlijke schijo die het wezen der zaak niet dekt. Wij houden ons overtuigd, dat als er van rechts geen politieke sluipmoord was beraamd, de vrij zinnig-democraten als één man op overeenkom stige gronden als de heer Thomson tegen de begrooting zouden hebben ge stemd. Dis „politieke sluipmoord" van rechts kunnen we voor kennisgeving aannemen we weten dat daarvan geen sprake was, ge- tn'ge b.v. de stem van den heerDeSavornin Lohman. Maar overigens is de verklaring van L. en V. al zeer ondubbelzinnig en in strijd met die van dan heer Treub.N. Z. t, A. 1 HO O W. In de St.-Ct. No. 97 is het volgende over zicht medegedeeld van den stand der win- terlandbouwgewasseD, der warmoezeryge- wassen onder glas, der boomkweekerij en der bloemisterij op 15 April 1908, onder medewerking van de Rijksland- en Rijks- tuinbouwleeraren, samengesteld naar gege vens, verstrekt door de correspondenten van de Directie van den Landbouw. Landbouwgewassen. In den herfst van 1907 was het weer over het geheel gunstig, zoowel voor het zaaien als voor de ontkieming en de verdere ont wikkeling der wintergewassen,zoodat deze, voor zoover zy tijdig gezaaid waren, in goede conditie den winter ingingen. De koude viel omstreeks Kerstmis in on duur de met herhaalde afwisseling van dooi en soms vrfj strenge vorst tot begin Februari, terwijl er in dien lijdnagenoeg geen sneeuw viel. De gewassen werden dus op eene vrij zware proef gesteld. Na den winter bleek dan ook al spoedig dat sommige velden gev ducht geleden hadden. Vooral vele karwij- en koolzaadperceelen vertoonden eenen on voldoenden stand, zoodat zij moesten wor den nitgeploegd. Doch ook de tarwe en in mindere mate de gerst waren hier eu daar te zeer gehavend om te kunnen blijven staan. Evenals in het vorige jaar heeft de Wilhelminatarwe zich in het zuiden des lands zeer goed gehouden, terwijl zy in Groningen voor een belangrijk deel is af gevroren. Voorta hebben die velden, welke krachtig den winter ingingen, beter weerstand aan de ongunstige weersinvloeden kunnen bie den dan die, welke om de eene of andere reden onvoldoende ontwikkeld wa»*en. Dui delijk bleek dit by de rogge, die, voor zoo ver zij vroeg gezaaid werd, er over het ge heel goed voorstaat, terwijl uit alle deelen des lands klachten bomen over den onbe- vredigden stand dor late rogge. Hoewel niet in die mate geldt dit ook van de andere gewassen. De oogst van 1907 was zeer laat, zoodat gerst en tarwe, welke in stoppels van late gewassen, als boonen of bieten, gezaaid zijn, vdór den winter te klein gebleven zijn en thans een minder goeden staud vertoonen. Behalve vao rogge werden van alle ge wassen hier en daar meer of minder tal rijke peroeelen uitgeplocgd. In het noorden van Groningen was de stand van de Wil helminatarwe op plm. 20 pCt. van de vel den onvoldoende, terwpl in het Oldambt dezo variëteit voor het grootsle deel is omgebouwd. Eufeele perceelen gerst en koolzaad en meerdere velden karwij onder gingen betzelfde lot. In Friesland en Drente was de stand bijna steeds voldoende. Daar entegen is in de I-Lels'reek van de gezaaide tarwe en gerst niet meer dan 2 3 overge bleven, terwijl ook in de Betuwe talrijke velden zelfs van de oude farwe-variëteiten moesten worden omgeploegd, vanals in de Haarlemmermeer, Zuid-Holland, Z-e- lsnd en West-Noord-Brahant, wa<»r vooral de Essex-tarwe weder veel geleden hc-eft. In Zuid-Hollaod is het koolzaad ^oor het grootste deel afgevroren eu ook in Zeeland MW moest zeker meer dan 10 pCt. van de velden worden uitgereden. Over ziekte en beschadigingen wordt weinig geklaagd. Op zware.gronden deden de slakken hier en daar nogal sohade, met name in GroniDgen en in de Betuwe. 1 Overijsel wordt plaatselijk geklaagd over muizenvraat' in de rogge. In den Waard en Groetpolder (Noord-Holland) heeft de tarwe te lijden van de larve der smalle graanvlieg. Men heeft opgemerkt dat dit insect vooral schadelijk wordt in tarwes die in een karwijstoppelzijngezaaid. Tarwe ca bieten ondervindt er veel minder last van. In Groningen heeft de jarige karwij, evenals in het vorige jaar, weer te lijden van een ziekte, welker oorzaak nog onbe kend is en die den wortelhals doet weg- kankeren. Tot nu toe was het weer in het voorjaar voor de planten weinig gunstig om zich van de geleden schade te herstellen. Bij het schrale, koude weer der laatste weken, soms gepaard met nachtvorsten, hebben de gewassen weinig vorderingen gemaakt. Alles is dan ook achterlijk. Daarvan ondervinden de gras- en klaver- landen wel de meest directe schade. Bij intreding van groeizaam weer zullen de wintergewassen, sommige perceeien uit gezonderd, zioh waarschijnlijk spoedig en geheel kunnen herstellen, terwijl elke dag dien het vee later in de wei komt, geld kost, dat later niet meer kan Worden terugge wonnen. Over het geheel is de stand der ge wassen ïd bet noorden des lands iets beter dan in het zuideD. Ten slotte kan nog worden medegedeeld, dat de structuur van de in Maart 1906 in Zeeland overstroomde gronden veelal nog slecht is, zoodat het zaaien van de zomergewassen met vele moeilijkheden ge paard gaat. Op die gronden heeft men dan ook een aanzienlijk deel van de winter gewassen moeten uitrijdeD. Tarwe. De stand is over het geheel vrij goed, behalve in de Betuwe en op veen grond in Noord-Holland, waar zij slechts matig is. In Groningen staat het gewas goed. In Friesland zelfs zeer goed. Gerst. De stand is goed in Groningen, Friesland en Utrecht, alsmede in Noord- Holland op de klei. Overigens staat de gerst overal vrij goed, behalve in Zeeland en Weat-Noord-Brabant, waar zij sleohts matig is. Rogge. De stand van de vroeg gezaaide rogge is over het geheel goed, op enkele plaatsen zeer goed de laat gezaaide staat bijra overal vrij slecht of matig. Koolzaad. De stand is goed in Groningen en Friesland, matig in Utrecht, Noord- Holland en Zeeland, vrij slecht in Zuid- Holland en Noord-Brabant en slecht in de Betuwe. Karwij De karwij is in den herfst van 1907 over het geheel te fyn van onder de dekvrucht voor den dag gekomeD, zoodat het gewas zich voor den winter niet vol doende kon ontwikkelen. Sommige per ceeien warden reeds in den herfst omge ploegd. Na den winter bleek ook de stand van het overgeblevene veel to weaschen over te laten, zoodat nog meerdere, velden moesten worden omgebouwd. Waren er geen hooge prijzen in bet verschiet, zco zou dit waarschijnlijk cog veel meer zi;u gebeurd. Thans laat, men staan wat «naar eenigszics kan en tracht door zware be mesting en zorgvuldige verpleging de op brengst nog zoo hoog mogelijk te maken. De met karwij bezette oppervlakte wordt, kleiner geschat dan die van den vorigen oogst. Met name is zulks bet geval in Gro ningen, Noord-Holland, Zuid Hollend en Zeeland. Alleen in West-Ncord-Brabact staat ongeveer evenveel te velde als in 1907. De stand is goed in Friesland (de verbouw b'rieekert in deze provincie echter zeer weinig), vrij goed tot. goed in Weet-Noord Brabant, vrij goed in Zstlacd en Zuid-Holland, matig in Groringen en op hot veen in Noord-Bo!land en crij slecht op de klri in katstgen-einde provinie.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1