NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
No. 169. 1906.
Vrijdag 17 April.
22e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
liOEDË VRIJDAG.
hit m imm.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 5,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent-.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cenl
Wonderlijk!
„Een kind is ons geboren, een zoon is
ons gegeven en men noemt zijnen Naam
„Wonderlijk."
Zonder zonde kan van geen wonder
sprake zijn, dan toch loopt alles ongestoord
regelrecht op bet te voren gestelde d- el
of eindpunt, door de zonde komt er ver
warring. Het woord door zonde aangeduid
is dan ook van een schutter die schiet doch
zijn doel mist. Zoo is het ook door de
zondehet doel dat de Dieëenige God met
de Schepping zioli gesteld had, zou gemist
z|jn door de zonde, had niet Eén zioh
aangegord om de werken Gods te verlossen
van zonde, dood en hellemacht. Had niet
éin gesproken „zie Ik kom om Uwen wil
te doen o mijn God".
En die Eóne, het was het Woord, de
Goddelijke Logos, de geinoarneerde ge
dachte Gods, door wien alle ding aan
vang, wezen en vorm ontving. Die Eéne
nu werd ons ten Kind geboren, ons tea
Zoon gegeven en toen werd Zijn Naam
Wonderlijk.
Wonderlijk is al zijn handelen en spre
ken, wonderlijk zijn wording en einde.
Wonderlijk is zijn wording: niot door
den wil des mans, maar uit God geboren.
Wonderlijk is zijn optreden, omgeven
door eenige verachte lieden wonderlijk
was zijn spreken, met macht geeselend de
eigengerechtigheid der trotsche geleerden.
Wonderlijk was zijn leveD, onbegrepen
zelfs door zijne Diseipelen. Wonderlijk was
zijn einde. Zijn tragisch einde dat nog
het hart van wie Hem versmaden roert,
(denk aan den Dichter Verweij).
En toch daarom is zijn naam niet Won
derlijk. Al het genoemde, bet komt voort
uit Zijn wezen en juist de naam van Zijn
wezen isWonderlik.
Wonderlijk, zoo is Zijn Naam, omdat
Hij Zijne heerlijkheid verliet om zonde
gemaakt te worden voor ons. Wonderlijk
is Zijn Naam omdat hij de Zoon zijnde
knecht wilde worden, en om kneoht te
kunnen worden moest hij zioh vernederen,
en om zioh te kunnen vernederen moest
Hij menseh worden en toen is Zijn Naam
genoemdWonderlijk.
Bij is gesteld tot vertegenwoordiger der
menscfckeid evenals Adam, en voor die
aneusohheid moest Hij de Wet Gods vol
brengen, maar ook de overtredingen ver
soenen en waar er geen verzoening is
zonder voldoening, daar heeft het zwaard
van Gods wrekende gerechtigheid Zijn
gansohe leven op aarde Hem door de ziel
gevlijmd, terwijl zonde, dood en helle
macht zioh met de uiterste krachtsinspan
ning op Hem aandrongen.
Ja zelfs zijn vrienden hem niet begrepen
en de hartstochtelijke tranen van Jerusa-
Jems dochteren zijn ziel benauwden,doordat
bij zag dat straks een van Jerusalems
wallen roet kruisen bezet zal zijn en aan
elk van die een vloekende Jood die het
Messiasbloed onrein acht.
Voor Thabors glorie had hij iets ge
proefd van het lijden, van den strijd en
de angsten der helle, maar oneindig zwaar
der zou dat lijden worden, zou die worste
ling, zou die hellebenauwdheid worden,
-en daarom wanneer hij wilde hij kon het
Üijden uit. Maar Mozes hield hem de ge
schonden Gerechtigheid Gods voor en Elia
profeteerde van do rijke vruoht op den
arbeid zijner ziele. En toen trad hij het dal
der doodssohaduwen in,aangemoedigd door
"b Vaders stem „Deze is Mijn Geliefde".
Toec zijn wezen in zijn wonderlijkheid
geopenbaard als offer en priester saam.
Toen is yan alle kanten, uit hemel en
aarde, uit afgrcmd en helle een aanhoudend
geroep tot hem genaderd en de stem die
sprak was deze1 tuist Hem Kruist Hem
Dat kreet niet alleen as opgezweepte volks-
massa, dat riepen niet aiJson de oversten,
dat hoonlachten niet alleen de Duivelen
in de hel. Neen Kruist HemDat eisohte
de Vader, dat wilde de Zoon, dat stamelde
juet stille eerbiedenis de geloovige.
„Zie Ik kom om Uwen wil te doen", had
hij gesproken en het Kruist Hem" was 's
Vaders antwoord.
Dat wilde de Zoon. Met Thabors glorie
zou het tarwegraan in de aarde ni6t zijn ge
vallen en dus geen vrucht hebben gedragen;
doch door den arbeid zijner ziele op Golgo
tha, hij weet het, zal hij de Heidenen ont
vangen tot Zjjn erfdeel, de einden der
aards tot Zijn bezitting.
„Kruist Hem" dat stamelde stil de ge-
loovige.Degenen die in d3n Man vanSmarte
zagen hun Borg, hun Verlosser en Redder,
ze wisten dat de Christus lijden moest. Ze
wisten dat door Zijne striemen alleen gene
zing te verkrijgen was ze wisten dat het
offerbloed van stier en bok slechts 't beeld
der „zaak zelf" was.
Ze wisten dat het bloed van rund en lam
riep om mensehenbloed dat alleen verge
vend stroomon kan.Ze geloofden, ten slotte,
dat al de vloek en toorn Gods op Hem voor
hen gelegd was en daarom, hoe ze ook hui
verden om Hem, den heiligen en rechtvaar
dig. n uit hun midden als een doemschul-
dige te zien veroordeeld worden, toch was
er in hun innerlijk bewustzijn een sprake
die hua verkondigde dat de Christus lijden
moest en zoo kwam het stamelend ook over
hun lippen „Kruist Hem"
En zoo is, terwijl Jezus voor den rech
terstoel stond, Hemel en aarde bewogen en
alles, alles om bem heen tot in de hoogste
hemelen en tot in de diepste diepte der
helle gaf maar een stemme en die stemme
riep „Kruist Hem I"
Dat was het nu wat de zonde veroor
zaakt had.
De heilige en rechtvaardige staat daar,
en in hem, of liever op hem is alle zonde
als in een brandpunt saamgetrokken, ge
concentreerd, en zoo sterk is de macht der
zonde dat nu, hoe heilig en rechtvaardig
ook de persoon des Middelaars z\j, toch
door al wat geest en adem heeft, zijn kruis
dood geëischt wordt.
Kruist HemZoo roept Satan en zijn
trawanten onder duivelen en menschen,
want door die kruisiging poogt hij Gods
werk onherstelbaar te vernielen, voor
eeuwig God in den hemel op te sluiten en
zelf hier op aarde de absolute heerschappij
te voeren.
Kruist Hem I Zoo eischt de Vader, op
dat Zijn verbolgenheid van op de schep
ping worde weggenomen en Zijn oog, Zijn
Vader-oog, weer met welgevallen kan
blikken in 't eigen werk zijner handen.
En terwijl Hij aan het kruis in 's Vaders
handen beveelt Zjjnen geest en zijn zielloos
lijf geborgen wordt in de grafspelonk,
juicht het God geheiligd gemoed in aange
name rust verblijd„Hij is onze Vrede".
Men zegge niet dat die jubel te vroeg op-
gteeg. Want, waar alle menschelijke kwel
ling en helsche benauwdheid Hem niet
konden overweldigen, ja, waar zelfs de ont
zaglijke zwaarte van Gods toorn niet in
staat was Hem te verteren, daar bleek dat
Hjj niet als een Overwonnene, maar als
Overwinnaar, in den dood ging, om daar
den, van alle wapenen beroofden, vijand af
te maken, den genadeslag te geven.
Bet Tarwegraan is in de aarde gevallen.
Het is gestorven. Men noemt Zijnen Naam
Wonderlijk. Straks staat Hij op uit den
dood. Straks noemt men Zijnen Naam
„Sterke God".
Christus, die zeide „Ik ben van eeuwig
heid af gezalfd", Hij zeide ook: „Gij legt
Mij in het stof des doods".
Dien heeft God verbrijzeld.
Daarom is Bij onze Vrede.
Men noemt Zijnen Naam Wonderlijk.
J. MAAS Jz.
Koudekerks, Goeden Vrijdag 1908.
Jesus In Gethsemane.
Geen grooter wonder is er ooit gebeurd,
Verwondert u, gij vlekkelooze Eng'len,
Gods Zoon wordt van zijns Vaders gunst ge
scheurd,
Wiens liefde-arm hem altijd plagt 't om-
streng'len,
Hier zie ik 's Vaders Zoon en lieve Kind,
Vertrapt, vertreen, gescheurd, gesold, bespogen»
Die nergens heul, noch troost, noch hulpevindt,
Noch iemand om zijn tranen af te droogen.
Hoe kruipt hij als een wormpje in den hof
Hoe rolt het bloedig zweet langs zijne wangen
Hoe kruipt die Hemelvorst en Heer in 't stof 1
Wat viel dat 's werelds Heiland naar en bange.
O Goddelijke Leeuw uit juda's stam,
Is uwen heldenmoed geheel verloren
Hier vindt g'als Iaaak in uw plaats geen ram
Dit is uw lot waartoe gij zijt geboren.
Een Koning wentelt zich in stof en asch,
En klaagt en kermt van bange zlelstormenten,
O Hemelen ontzet u op dit pas
De Borg betaalt zijn duizenden talenten.
Die groote schuld die Adam had gemaakt,
Vereischt rantsoen van eindelooze waarde,
Zoodat Gods eigen Zoon aan 't worstelen raakt,
Met 's Vaders toorn, dit zijne angsten baarde.
Een hof gebouwd, geplant, voor zomervreugd,
Om 's Hemels goedheid en weldadigheden,
Te ondervinden met een zoet geneugt,
Dat was het veld daar Jesus heeft gestreden.
In eenen Lusthof van God aelf geplant,
In Eden, was het werkverbond geschonden,
In eenen hof stelt Jesus zich te pand,
Ter wrake Gods, betalende de zonden.
O I hoe weemoedig weent, en zucht, en kermt
Den Heiland, ende klaagt zijn lievelingen
Och is er niemand die zich nu ontfermt
Ik ben bedroefd ter dood, en mij omringen
Der hellen angsten, en des doods geweld.
O kunt gij niet een ure met mij waken
Mijn Vaders toren mij zoo naar ontstelt,
Wat zal ik nu in dezen nood gaan maken.
De Hemel, aard' en afgrond al te zaam',
Werkt alles om mijn smerte te vergrooten.
Mijn Vadervordett dat uw eer en naam,
Dat ik moet zijn zoo ganschelijk verstooten.
Zoo 'tmooglijk is och wierd ik wat verschoond,
Om 't laatste grondsop niet geheel te drinken
Maar, Vaderdoe uw wil, als gij mij loont,
Om met mijn Volk in glorie rijk te blinken.
De Satan als de vorst der helsche magt,
Heeft dezen held met al zijn magt bestreden
Dit was voor dezen Held een nare nacht
Maar doch, hoe zwaarder strijd, hoe meer ge
beden
Des Vaders toorn, en den vloek der Wet,
Des duivels list en zijne helsche woede,
Zijn jong'ren slaapzucht onder zijn gebed
En lijden, alles maakt Hem bang en moede.
Waar hij Hem keerde heen of weer,
't Scheen al tot zijn bederf te zaam gezworen.
Doe daalde een gezant des Hemels neer,
En sprak hem aan geeft toch geen moed ver
loren,
Doorluchte Vorsten gij onwinb're Held
Houd moed, gij zult eens eeuwig lauw'ren
dragen,
En zult ontworstelen het helsch geweld,
Van toren, vloek der wet, in weinig dagen.
Houd moed, mijn Heer! en souvereine Vorst
Dit is 't rantsoen en losgeld uwer erve,
Het heil uws volks, daar gij zoo zeer na dorst,
En zult een eeuwig heil hierdoor verwerven
Dit 's eeuw'ge roem voor uwes Vaders Naam,
Dit stelt Gods hooge regt in al zijn luister,
Dan vliegt uw werk op vleugels van de faam,
Al is hel nu van alle zijden duister
Na weinig dagen zit gij op Gods thtoon,
Als opperheer van Hemel en van aarde.
Gij rwaait uw rijksstaf tot uw arbeidsloon,
Dees bange strijd u eeuw'ge vreugde baarde.
Als overwinnaar van den dood, den dood
Ten trots zult gij eens eeuwig zalig leven,
En rusten in uws Vaders liefde-schoot.
Houd moed, doorluchte Heldwat zoudt gij
beven.
Gij Goddelijke Leeuw uitluda's stam,
Gij zult den strijd voorzeker winnen,
O Priester en gij God'lijk Offerlam,
Dus dringt g' in 't Heiligdom des hemels binnen.
Uit a De Lofzangen Israelsdoor Jacob
Groenewegen.
16 April 1908.
De strijd tusschen Nederlander en Stan
daard dezer dagen gevoerd verlevendigt de
hoop van de Middelburgsche Courant op een
voor hare partij gunstige uitkomst van den
verkiezingsstrijd in 1900.
Bij voorbaat wordt het door haar onmo
gelijk geacht dat de calvinistische partij
met haar orgaan dhr Lohman candidaat zal
kunnen stellen, tenzij zjj zich aan verre
gaande zwakheid van karakter schuldig
maakt.
Zou de Midd. Crt. dat nu werkelijk mee-
nen of slechte hopen f
Zou er wel iemand zijn, behalve zij die
door partijdigheid minder helder zien kun
nen, die ter oorzake van partijleiding,
daarover toch loopt alleen het geschil, het
vertrouwen zou opzeggen aan een beproefd
en vertrouwd en geëerd staatsman als jhr
mr De Savomin Lohman f
Het is toch waarlijk al te mal.
Do geschiedenis van de la tste crisis
geeft aanleiding tot een vrij onbeduidend
verschil, niet eens van opvatting, maar nog
slechts van veronderstelling en nu reeds
lekt de vrijzinnige pers zich den baard in
de hoop dat het spaak loopen zal.
Mijne heeren, het zal, als het niet erger
wordt, best schikken.
By u komen vragep om de kenmerken
van sterke karakters, is gelijk aan het te
biecht gaan bij een onbetrouwbaren con
current.
Bij alle verschillen tusschen antirevolu
tionairen en christelijk-historischen in den
lande, verschillen over meerderen of min
deren invloed of recht op aantal afgevaar
digden over organisatie of do grenzen
van geoorloofde organisatie over per
soonlijke voor- of tegeningenomenheid ver
dient 't onze aandacht dat onze Zeeuwsche
districten tot nu toe van die splijtziekte
verschoond bleven.
Vooral het ceDtrura onzer provincie, Wal
cheren en Beveland, kan aan het geheele
land ten voorbeeld strekken, hoe men in
eenheid werken kan voor aller belang.
Ea ook hoe men arbeiden kan voor het
doel dat men zich voorstelt, zonder zich
telkens te laten afleiden door allerlei ge
schilpunten die op dat oogenblik en te dier
plaatse niet aan de orde zijn.
Dit zij bij veel onaangenaams dat ons de
pers der reobterzijde dezer dagen te slik
ken geeft ons een troost, ajj het dan ook een
schrale.
Broedertwist.
De strijd in het anti-revolutionaire kamp
gaat buiten het katholieke erf om schrijft
De Tjd maar tooh vreest het blad voor
de noodzakelijke eenheid der rechterzijde,
waardoor de positie van het tegenwoordige
Kabinet wordt bemoeilijkt. In die omstan
digheden schrijft het blad
Wij verlangen niets vuriger, dan dat ons het
partijkiezen in den broederstrijd van onze protes-
tantsche bondgenooten zal gespaard worden.
Zouden wij tegen onzen wil erin gesleept wor
den, dan is onze houding van te voren bepaald.
In geweten zouden wij dus in dat geval ons
verplicht achten naar beste krachten loyalen
steun te verleenen aan het thans zitting heb
bend Kabinet en als vijand te beschouwen ieder,
die, om welke reden ook, het bestaan van deze
regeering in gevaar zou brengen.
't Laatste nu doet o. i. zeer stellig hij, die óf
het goed recht van optreding dezer regeering
in twijfel trekt öf wel deze regeering, in strijd
met haar eigen verklaringen, zou willen voor
stellen hetzij als een zake n-Kabinet, hetzij
als een overgangs Kabinet, hetwelk, zoo spoedig
de omstandigheden het toelaten, voor een ander
Kabinet der rechterzijde zou hebben plaats te
maken,
Ons reddingswezen.
De Standaard schrijft
De Prins heeft niet het minst door zijn
optreden als President aan het hoofd van
een commissie voor het Reddingswezen zich
populair op onze kusten en bij al 't volk
gemaikt.
Zijn optreden bij de schipbreuk van de
Berlin was hier slechts de aanleiding toe,
maar het is zijn werkzaamheid als Presi
dent van deze Commissie die duurzame
vruchten belooft af te weipen.
Het Zee-reddingswezea bleef dusver een
zaak van particulier initiatief. Van Enge
land ging de actie uit. Sir William Hil-
larys gaf er den stoot toe, en de in 1854
gestichte Royal National life-boat Institu
tion, is slechts de voortzetting van de reeds
in 1824 gestichte maatschappij. In ons land
volgde men in betzelfde jaar met de stieh- j
ting van soortgelijke maatschappij, en sinds
vindt men althans in Europa en Ameiika
op elke kust de inrichtingen gereed, om
bij schipbreuk te hulp te komen. Maar het
eigenaardige is, dat, België en de Ver-
eeoigde Staten uitgezonderd, waar de zaak
van de Overheid uitgaat, dit Reddings
wezen iu alle landen geheel in handen vau
particuliere maatschappijen is.
Dit nu mag toegejuicht. Een volk dat
zioh zelf helpt, helpt zioh het best. Maar
vergeten mag toch niet, dat dit particulier
initiatief ineonveniënties met zioh brengt,
o.m. van verdeeling vaD het kustterrein en
genoegzame aansluiting.
Redding van schipbreukelingen mogelijk
te maken is een nationale plicht. Al wat
langs onze kust vaart of op onze kust aan
komt, moet zeker zijn van bij ongevallen,
op elke plek en bij elk noodweer, de
onmisbare hulp gereed te vinden.
Geheel zal de Regeering zioh daarom op
den duur aan deze aangelegenheid niet ont
trekken kunnen. Zekere regeling zal niet
kunnen uitblijven. Zeker verband zal
moeten gelegd wordeü. Altoos onder voile
waardeericg en eerbiediging van de be
staande maatsehappijeD. En mag het aan
den Prins met zijn Commissie gelukken,
deze in verband zetting en controle tot
stand te brengen, zoo zal hij zioh ook bier
door verdienstelijk hebben gemaakt jegens
zijn aangenomen vaderland.
Uit Dr. Bronsveld's Kroniek.
Aan Dr. Bronsveld's Kroniek in de
Stemmen voor waarheid en vrede ontleenen
wij het volgende
Het ministerie-Heemskerk is voor de volks
vertegenwoordiging gelreden met een soort
program en belijdenis van beginselen.
Het is een uitvoerig stuk, geschreven in een
stijl, die vlot maar niet karakteristiek, meer
voorzichtig dan doorzichtig heeten mag.
Er komt niet een enkel uitdagend woord in
vow, en de Standaard is er bedroefd
over, dat in dit pogram het woord „christelijk"
niet wordt aangetroffen.
AU dat woord maar genoemd wordt, dan
komt over velen zulk een gevoel van gerustheid
en veiligheid. En dat gevoel ontving de S t a n-
d a a r d niet, toen het geliefde woord niet
kwam over de lippen van den heer Heemskerk,
zelfs niet, toen de heer De Waal Malefijt het
den Minister om zoo te zeggen vóórzegde.
Met bescheidenheid getuigen wij, dat het
ministerie zich voorstelt te regeeren ongeveer
in den trant, dien wij op 't oogenblik den meest
gewenschten achten. En dat daarbij de „vrije
liberalen" bij kritieke gelegenheden een groot
gewicht in de schaal zullen leggen, is reeds
gebleken.
De minister Sabron zou een échec of zoo
goed als een échec geleden hebben in de
Tweede Kamer, indien niet de H.H. Tydeman
c. s. gestemd hadden voor het in dienst treden
der manschappen door den minister verlangd.
Wij verwachten dat deze constellatie zich meer
malen voor zal doen, en verheugen er ons dus
over, dat de fractie der liberalen, voor wie wij
steeds de meeste sympathie hebben gevoeld,
thans positief en negatief zulk een grooten in
vloed kan uitoefenen.
Hiermede bedoelen wij niet, dat het minis
terie-Heemskerk zijn «rechtsch" karakter ge
stadig verloochenen zal. Dat zou te veel geëischt
zijn. Ja, wij achten de bijna schertsende manier
waarop de president-minister zeer ernstige
dingen weet voor te stellen in sommige ge
vallen bedenkelijker dan de strenge en pole
mische toon, waarmede andere calvinisten
optreden. De invloed van dr. Schaepman was
ook voor een niet gering deel te wijten aan
zijn jovialiteit.
Doch hoe het zijop een ernstigen strijd
hebben wij ons voor te bereiden in 1909 of
eerder. En wat ons daarbij verontrust, is
de mij onverklaarbare houding van de partij,
die zich noemt christelijk-historisch in haar
onderscheiden nuances.
In Klein Azië was een gemeente, die «dit
had", dat zij de Nicolaïeten haatte. De Chr.
historischen schijnen niet ta willen gedoogen,
dat dr. Kuyper lid wordt van de Tweede Kamer.
Maar zij werken er dapper toe meê, dat de
invloed van zijn partij en zijn beginselen niet
afneemt. Bij een verkiezing te Rotterdam hiel
pen zij «een schitterende overwinning" bezorgen
aan een anti-revolutionair, gelijk zij zich beijverd
hebben, om de H.H. Talma en Heemskerk in
de Tweede Kamer door antirevolutionairen te
doen vervangen.
Welk verschil is er nu tusschen antirevolu
tionairen en christelijk-historischen, indien bij
de stembus dat verschil niet schijnt te bestaan
Misschien is het kortzichtigheid bij ons, maar