No. 157. 1906. NIEUWSBLAD Vrijdag 3 April, 22e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH Het probleem eeeer nieuwe armenwet. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed S. PRIJS DER ADVERTENTIËN üuiteilxBdsch Ovsrzlebt. iin i:> o u w EsessïKïsssa iwswibwwM.BaMbaaMBBaaaaBMBaafc s® 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers 0,026. UITGAVE DER FIRMA J0N6E-VERWEST, te Goei m v.te, van 5—5 regels 40 cent, iedere regel meer s cenv. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regei meer 10 cent. Dg. R. J. W. Rudolph schrijft in de An tire v. Rotterdammer: I. H>e groot 't verschil van inzicht over staatsarmenzorg ten onzent ook moge zijn, op één punt bestaat onder alle partijen thans wel communis opinio, dat de armen wet van 1854 totaal Hasoo heeft gemaakt. Het doel der wet is niet bereikt, de wet zelve wordt niet nageleefd. Volgens art. 20 dezer wet wilde de overheid de geheele armenzorg overlaten aan de kerkelijke en particuliere instel lingen van weldadigheid. De wetgever verwachtte, dat de overheid zioh langza merhand geheel van het gebied der armen zorg kon terugtrekken. Deze verwoohtiag is evenwel op bittere teleurstelling uitge- loope. Circa van de ondersteuning, die ten onzent aan de armen gegeven wordt, komt uit de overheidskas. Naar artikel 21 der armenwet mogen burgerlijke armbesturen slechts dan aan armen ondersteuning verleenen, wanneer deze geen onderstand van kerkelijke of partiouliere instellingen van weldadigheid kunnen krijgen, en mogen de burgerlijke armbesturen de helpende hand dan ook nog slechts reiken iD geval van volstrekte onvermijdelijkheid. De mogelijkheid van «dubbele bedeeling" is door dit artikel geheel uitgesloten. Gelijk wij vroeger reeds zagen wordt dit stelsel van «dubbele be deeling" evenwel ten onzent tamelijk al gemeen toegepast, en wordt een der grond- bepalingen dezer wet alzoo stelselmatig overtreden. De proef die met de wet van 1854 ge nomen is, mag derhalve tamelijk wel als geheel mislukt worden beschouwd. TrouwenB de gansehe wet was dan ook niet meer dan een proefneming. Met even zoovele woorden was dit in 1854 door de regeering zelve uitgesproken. Volgens haar eigen woorden, bij de behandeling der wet uitgesproken, werd deze wet door de re geering niet anders beschouwd dan als «eene proefneming, een overgangsmaat regel om uit den deerlijk verwarden staat van zaken te komen". Desniettegenstaande bieef de wet behou dens een kleine wijziging in 1870 thans teeds meer dan een halve eeuw van kracht. Blijkbaar dorst men de fundamenteele herziening dezer wet niet aan. Bewijs alzoo, dat inzake deze herziening wel van een probleem mag worden gesproken. Inmiddels verkeeren we nog op dit gebied in den tijd van overgang en tamelijk al gemeen zijn de klachten, dat deze tijd van overgang spoedig moge overgaan. Met klimmende kraeht toch werd in de laatste jaren op een grondige herzie ning onzer tegenwoordige armenwet aan gedrongen. Deze aandrang kwam zeker niet in de eerste plaats van de zijde der Kerken. Zij kwam niet van de zijde van die Kerken, wier armen door de burgerlijke armbestu ren ten deele werden ondersteund. Deze Kerken hadden zioh over deze armeDweten haar toepassing weinig te beklagen. Hare diaconieën profiteerden van de dubbele bedeeling. De wet werd ten haren faveure stelselmatig overtreden. Van een herziening der tegenwoordige armenwet zouden zij weinig beter worden. Zij hadden dus alle reden om zioh muisstil te houden. En deze aandrang kwam evenmin van de zijde der Gereformeerde Kerken, die geheel en al leen hun eigen armen onderhouden. Deze kerken hebben van de tegenwoordige ar menwet weinig last. Zij laat aan hare diaooniën de volkomen vrijheid Meer be- geeren zij niet. Maar deze aandrang kwaw eensdeels van heel die breede reeks van mannen en vrouwen, welke zioh op 't terrein der particuliere weldadigheid bewegen, an derdeels van de zijde der sociaal-demo craten die door middel eener diep ingrij pende armenwet ten bate der paupers in 's rijks schatkist wilden gegrepen zien, en op deze wijze een naar hunne opvatting billijker verdeeling der rijkdommen wilden beginnen. Van de zijde der scciaal-domocratie ging echter ten deze weinig invloed uit. De krachtigste drang kwam van de philantro- pen van allerlei richting, die zich praotiseh met de particuliere weldadigheid bezig hielden. 't Valt niet te miskennen, maar het moet integendeel met groote dankbaarheid wor den geconstateerd, dat de particuliere wel dadigheid in de laatste jaren ook ten onzent een grooten «Aufschwung" maakte. Naar waarheid mocht dan ook in de Memorie van Toelichting op het ontwerp - Goeman Bor- gesius van 1901 worden getuigd „Vooral in de laatste tien jaren werd «allerwegen in ons landde belangstelling in «armenzorg-aangelegenheden levendiger. «De vereoniging voor de Staathuishoud- «kunde en de Statistiek stelde een enquête «in over het armenwezen in Nederland en «deed de vruchten van dat onderzoek in de «grootste gemeenten publiceeren. De Maat- «sehappij tot Nat van het Algemeen droeg «aan een commissie op een verslag uit te «brengen over het vraagstuk der armenver zorging, welk rapport in 't einde van 1895 «verscheen. Eanige jaren later werd onder «den naam „Gids der Nederlandsche Wel - «dadigheid" 'n opsomming en beschrijving «van alle in Nederland bestaande weldadige «instellingen uitgegeven en laastelijk werd «een tijdschrift bezorgd,dat uitsluitend aan «de bespreking van armen-vraagstukken «gewijd is". Toch is er aan deze opleving der particu liere weldadigheid een donkere schaduw zijde. Geen gering deel der philantropen, die op dit gebied met eere vooraan staan, leven geheel zonder eenig kerkelijk ver band, of bemoeien zich althans zeer weinig met de kerk. Van de kerk hebben zy voor de hervorming der armenzorg niet de aller geringste verwachting, voor reformatie der kerk ook op dit terrein hebben zij in het geheel geen oog en hart. Toch gevoelen zy behoefte aan een macht, die de oplevende particuliere barmhartigheid organiseert en centraliseert. Deze macht ban voor hen geen andere zijn dan de macht van den Staat. Van den Staat wachten zy derhalve de her vorming op dit gebeid. De overheid moet de generaal zijn, die het gansehe leger, dat het monster der armoede bestrijdt, disci plineert. Vooral het zoogenaamde Elherfelder stel sel heeft in de laatste jaren onder deze philantropen veel opgeld gedaan. We willen dit stelsel dus even in't kort trachten te schetsen. Het werd 9 Juli 1852 bij stedelijke ver ordening in de stad Eiberfeid ingevoerd, Deze verordening werd 4 Januari 1861, 21 November 1876 en 2 December 189o herzien. Volgens deze verordening bestaat het stedelijk armbestuur behalve den voorzitter uit vier leden van den Raad en vier stem gerechtigde burgers, die door den gemeen teraad voor den tijd van 4 jaren worden gekozen. De burgemeester is voorzitter van dit armbestuur. Het bestuur wordt onder steund door 81 „Wijkopzieners" on 434 «armen verzorgers". De bedoeling van dit stelsel is de in- dividualiseering van de burgerlijke armen- menzorg. Ieder armenverzorger neemt slechts twee of drie arme gezinnen voor zijn rekening, op welke hij een geregeld toezicht moet oefenen. Minstens eens in de 14 dagen moet hij elk gezin bezoeken. Evenwel moet hij niet als spion maar als vriend van den arme het gezin binnen treden. Op elke vergadering van het arm. bestuur wordt het bedrag derondersteuning vastgesteld, de armenverzorger reikt even wel zelf de ondersteuning uit. Ziehier een stelsel van burgerlijke armenverzorging, dat ook den Nederland- sohen niet-keTkelijken philantropen alles zins aantrekkelijk moest toeschijnen. De Nederlandsohe armenwet, die dekerkelijk9 en partiouliere armenzorgopden voorgrond, de burgerlijke op den achtergrond dringt, staat evenwel aan da invoering van dit stelsel ten onzent beslist in den weg. Wat wonder dan, dat dit buitenlandsoh aanlok kelijk model des te dringender om her ziening onzer armenwet deed roepen Eindelijk werd deze roepstem in het regeerkasteel gehoord. 8 Juni 1901 diende minister Goeman Bor- gesius zijn ontwerp-armenwet in, waarin een geheel nieuwe regeling van het gansehe armwezen ten onzent werd voorgesteld. Een volgende maal willen wij deze voor gestelde regeling meer van nabij bezien. In den laatsten tijd ia 't nog al eena voor gekomen,dat de bewoners van Middelburg, voor zoover zy aan de waterleiding range- sloten zijn, door een gebrek aan de leiding gelukkig werd het spoedig verholpen de watertoevoer zagen afgesneden. De kraan stond open maar het water ont brak. Groot ongerief alzoo. Te meer als dit op Zaterdag, dea schuur- en piasdag by uitnemendheid, ontstond. Dit verschijnsel van watergebrek is gedeeltelyk ook wel een gevolg van onnoodig waterverbruik. De bewoners van Middelburg, voor zoover ze zijn aangesloten, genieten door de vrijge vigheid van den raad nog op onbeperkte wijze de voordeelen van de waterleiding en kunnen zich schier den tjjd niet meer in denken, dat zij of hunne ouders zich in droge zomers moesten vergenoagen met rivierwater van elders aangebracht en per emmer toegemeten. Nu wordt hun by aan sluiting voor een dragelijke som, water op ruime schaal, dus zonder limiet verstrekt. In dezen heeft de raad getoond en toont dit vertrouwen nog, dat hy goede verwachting heeft van de inwone;s ook in zake 't zuinig baheer van 't aan hen toevertrouwde water. Moge die verwachting niet beschaamd worden. Maatregelen ter beperking van ODnoodig waterverbruik zijn waarlijk niet te verlangen. Eu toch zou het er op den duur toe mreten komen, indien het onnoo dig waterverbruik toenam. Waf een sohrik- beeld voor velen zon het zijD, als er in ernst sprake zou gaan komen vau verplichte invoering van watermeters voor huishoude lijk gebruik. Waar bleef dau de spreek woordelijke zindeljjkheid, waar nu de buitenlander met zooveel ophef vanspreekt! In allen gevalle had zij een tegenstander te meer n.l. de beurs, die zioh nu met het gewone, bestaande tarief nog wel kan vereenigen. Meer en meer gaan er stemmen op, die pleiten voor verbetering van het gevange niswezen, in het bijzonder de celstraf, waarbij vooral de straf het karakter be houdt van strenge tuchtoefening. Dene marken wordt dan als voorbeeld gesteld. In dit kleine laud zijn de geisoleerden in klassen verdeeld en wel in vier. Goed gedrag brengt de misdadiger in een hoostere klasse, gelijkstaande met lotsverbetering. Die verbetering bestaat in beter inge richte cel, betere d i. andere Sleeding, beter loon voor het afgeleverde werk alsmede het vaker toegestaan bezoek van familie en kennissen. Zelfs kan het voorkomen, dat de arme verwanten ondersteuning genieten uit de arbeidspremie. Zoo zou de onge lukkige misdadiger het in eigen hand heb ben om 't zoo treurige gevangenisleven wat dragelijker te maken. Inderdaad, voor dergelijke verzachting is o.i. wel wat te zeggen. Het lot der ge vangenen blijft nog hard genoeg, te meer als er een gevoel is van de gevolgen van het bedreven kwaad, voor den persoon zelf en voor de nabestaanden. Voor gevoelige zielen en die kunnen ook onder gevan genen zyn is de gevangenis een hei, afgedacht van de humane behandeling, welke de gedetineerden in onze dagen daar ondervinden, vergeleken by de dagen van ouds, waar galg en rad schering en inslag waren by de lijfstraffelijke rechtspleging. Engeland. De minister voor Ierland, Birrell, heeft in het Lagerhuis een wetsontwerp ingediend tot stichting van 2 nieuwe universiteiten in Ierland n.l. te Dublin en te Belfast. Da be doeling is in Belfast hot tegenwoordige Queens college tot 'n universiteit te maken, in Dublin het Trinity college onaangetast te laten maar de daar te vestigen universi teit te vormen uit de colleges van Corck en Galway. Aan de nieuwe universiteiten zullen pro fessoren noch studenten een religi6usen eed moeten aflsggen. Voor de theologische leerstoelen zullen geen staatsgelden mogen worden gebezigd maar de rector der nieuwe universiteit in Dublin moet eenroomsche leek zijn. Uit de schatkist wil Birrell deze beide universiteiten tezamen 80,000 pd. st. toegewezen zien, ook voor debenoodigde gebouwen zijn aanzienlijke bedragen uitge trokken. De leider der conservatieven Bal four en de nationalist Dillon verklaarden zich voor het wetsontwerp. Door deze wet krijgt het Iersche volk echter geen volkomen bevrediging Die zal 't eerst hebben, wanneer een Home- rule-wet, dat wil zeggen een wet die den Ieren een zelfstandig bestuur uit eigen middelen toestaat, zal worden ingevoerd. Doch op zulk een wet behoeft 't nimmer te rekenen. Een platonische liefde voor Ierland en zyn Home Rule heeft de liberale party steeds aan den dag gelegd. ]j?och wanneer 't op handelen aankwam, op het in practi'k brengen van de goede woorden in verkie zingsredevoeringen tot de kiezers gespro ken, dan stond een groot deel der liberale party van achteren. Sedert Gladstone's laatste ministerie was van liberale ziide geen poging meer g3waagd otn Home Rule te verkrygen. Het desbetreffend ontwerp werd toen verwor pen. In een der jongste zittingen van het Lagerhuis werd deze quaestie op nieuw aan de orde gesteld door de be kende morie van John Redmond, waarvan de eenige bedoeling was de groote liberale meerderheid in het Huis in ste at te stellen te getuigen, dat zy Home Rule voor Ierland nog steeds in haar vaandel hield geschre ven en dat onjuist was de opvatting dat de rrgeering in de thans loopende wetgevende periode geen Home Rule aan de orde zou bunnen stellen. Immers dat is steeds be weerd, hoswel allo leden van het Kabinet blïikbaar die opvatting niet deelden. Minister Birrell verklaarde dat hij nog steads voor Homcrule was en de liberale party op dit punt hare beginselen nooit zou verloochenen. Dat de Iersche afgevaardigden in zake Home Rule niet eenstemmig zyn, bleek later uit de rede van den afgevaardigde vad Belfast, den heer Clarcb, die zoide dat de mannen van Ulster or niets van wildea weten. In dat deal van Ierland wilde men niets liever dan vreedzame samenwerking met de huidige Unie regeering tot welvaart van het land. Niet de regaeringsvorm in Ierland moest gewijzigd, doch het karakter van 't Iersche volk, en hij beriep zich op de Schotscha landhonwcommiasie", door dan tegenwoordigen minister van Schotland be noemd, en die in baar rapport, na 'n bezoek aan Ierland, had verklaard, „dat de boeren bevolking van het Noorden van Ierland niettegenstaande 't kHmaat daar hen meer tegenwerkt, meer geestkracht toonde, min der lui was dan de boeren in hst Zuiden en daardoor meer welvaart bezat". Dat deed 'n incident ontstaan, zoo als men ze in de cbstructie-dsgen der Parrellisten in het Huis zoovele had gezien. De nationa listen, Redmonds aanhangers, deden kreten van protest opgaan en O'Connor, de afge vaardigde van Kildare, riep„Kjj is een lafaard De waarnemende Speaker gelastte hier op den rustverstoorder heen te gaan, het geen hij wijselijk deed anders toch had dit, gelijk in Parnells tijd zoo he-haaldelijk gefchieddc, door deu sergeant of a.risen helpers moeten plaats hebben. Ten laatste werd, nadat met 334 tegen 142 stemmen verworpen was een motie van Lord Percy, waarin Home Rule zoowel voor Ierland als Groot-Brittanje gevaarlijk was genoemd, de motie vau John. Redmond met 313 tegen 157 Stommen aangenomen. De beslissisrg zegt thans voor het invoe ren van Home Rule natuurlijk niemendal, maar de nationalisten hebben hun zio de liberale partij heeft in zake deze be langrijke aangelegenheid, dia reeds zooveel tientallen van jaren Engeland bezig hield, nog eens kleur bekend en de gevolgen er van zullen zioh eerst bij de eerstvolgende algameene verkiezingen doen kennen. Dan zou 't wel eens kunnen gebeuren, dat Home Rule de «ori", de wanhoopskreet der liberale partij werd, de eenige kreet, waaronder zij met eere nog zal kunnen optrekken, om dan, voor wie weet hoelang, terug te treden in haar positie van zwakke, verdeelde, grondslagloeze minderheid. Want de liberale partij bergt vijf elemen ten in haar schoot, die op den duur mal kander zullen verdringen uit de liberale huishouding Het zijn de orthodoxe Schot ten, de socialisten, de radico socialistische union-traders, de vooruitstrevend liberalen en de oud-liberalen welke met de Recht- sehe unionisten slechts in naam meer ver schillen En de groote man diedezogroepen, zij 'took lijdelijk, kon bijeenhouden, ligt op sterven. Wat helaas, het ontbindings-proces dezer eens zoo machtige Whigs partij slechts kan verhaasten Spanje. De minister van Biuuenlandsche Zaken, Lacierva, beeft een wetsontwerp op werk stakingen ingediend. Moge die poging hem beter gelukken dan de mielukt8 proefne mingen van ettelijke zyner voorgangers Het ontwerp bevat o.a. de farmeele erken ning van het stakingsrecht mits met 10 dagen voorafgaande aankondiging, zoo de staking da levering van licht of water of hulp voor zieken bedreigt, en van 5 dagen zoo zy alle inwoners eener stad dreigt te barooven van een onmisbaar artikel ■"au algemeen gebruik. Italië. Do heftige strijd tueschen clarxcslisme en auti-clericftlisme, of liever tusschen de voorstanders van godsdienst en die van de godsdienetloosheid, is g'ëicdigd met da verwerping in de Kamer van de motie van den anti-clericaal Bissolatie tot afscb&f- j firtg van het godsdienstonderwijs op school 1 Nu zal het reglement van openbaar bestuur vau minister Reva in werking treden waar- bij f,hz huisvaders het recht wordt gegeven j aan hun kinderen godsdienstonderwijs op j school te doen geven zoosii zuikswcaschen. Velen vreezen dat daarmede de regeeri: g- j hot tegenovergestelde bereikt van hetgeen i zij wenschtte. «Geen anti c'e< ieatisme" I was haar leus. Nu echter de vraag of al dan j niet godsdienstonderwijs zal worden ge geven aan da beslissing eener meerderheid in een gemeente wordt overgelaten, staat te vreezen, d».t de strijd uit 't parlement i den boezem dor gemeenten is overgebracht. Het katholieken-congres te Genua heeft zich dan ook bereids hiertegen verzet. 0 t wil een meer p ir.oipieele regeling, onaf hankelijk van wisselende of foevaï'isa meerderheden in de gemeenteraden Hiermee is derhalve de schoolstrijd ook ia het radicale Ital ingeluid. i Den 23 dezer woTdt in het „Grand Hotel" te Middelburg de voorjaarsvergadering gehouden van de leden van 't hoofd beduur der Zeeuwsche lsndbouwmaatschappij. Wij ontvingen het verslag over de vanwege het Rijkgesubsidieerdelandbon w- proefveldeu in Zeeland gedurende 1907. De rijkslandbouwleera.'.r voor die pro vincie, de heer I. G. J. Kakebeehe, zegi daarin dat het afgeloopen jaar voor de

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1