NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No, 149. 1908,
Woensdag 25 Ms art.
CHRISTELIJK-
2e Jaargang.
HISTORISCH
De Bijbel 1b Casablanca.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed,. S J, DE JONGE-VERWEST* te Gees
f. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Raadsverkiezingen.
II. J. TICHELMAN.
JAN ROTTIER.
W tó KLflOS HEI D.
Ed nu zegge men niet: de werkman staat
dadelyk klaar om te vragenwant dat is
niet zoo. Menige werkman lijdt: liever „fat
soenlijk" armoede, dan bij particulieren of
diaconie of armbestuur aan te kloppen.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p. p. i,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
SN VAN
van S—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 een?.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent
Zij, die zich met 1 April op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot
dien datum gratis.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Wy herinneren dat de candidaten der
anti-revolut. kiesvereenigingen zijn te
Vlissingen III
Kap ell e
Er aijn in verschillende gemeenten weer
heel wat nijvere werklieden van da kiezers
lijsten geschrapt omdat zij in het laatst
verloopen dienstjaar bedeeiing hadden ge
noten.
Nu is dit op zichzelf wel niet 't ergste
dat den werkman treft. Veel erger is de
toestand van werkloosheid zelve.
Dat is een toestand dien men zieh over
't algemeen niet genoeg indenkt.
Vooral de treurige weersgesteldheid der
laatste maanden heeft over den stand der
losse arbeiders in onze dorpen groote zorg
gebracht. En want wij willen niet
eenzijdig zijn ook de werkgever, met
name de landbouwer heeft er al de onaan
gename en onvoordeelige gevolgen van
ondervonden.
Ook in de steden heeft de werkloosheid
duizenden tot haar prooi gekozen en van
die werkloosheid is de terugslag gevoeld
door onzen nijveren winkelstand.
Er is veel op de pof gekochter is nog
meer in 't geheel niet gekocht, of door
mindere qualiteiten van winkelwaren ver
vangen. En in 't algemeen, wanneer de
betere tijden komen, geschiedt aanzuive
ring der oude sehuld o, zoo langzaam
indien zij dan nog maar geschiedt.
Het is een ontzettende toestand. Handen
aan 'tlijf te hebben; een gezin te hebben,
dat men moet onderhouden, en tooh ledig
aan de markt te staan, en des Zaterdags
avonds met leege hand of beurs in den
~~FEUILLETOIT.
Zeer belangrijk om te lezen is het vol
gende uit De Nederlander
De kanonnen, die Gasablaneain Marokko
beschoten verwekten een echo in de bladen
der geheels wereld. Of echter velen, die
van deze ernstige gebeurtenis lazen, er aan
dachten, dat deze stad reeds vele jaren
het middelpunt is van waarnit het Britsohe
en Buitenlandsohe Bijbelgenootschap de H.
Schrift in Marokko brengt
Sedert vier jaren arbeidt hier de heer
Stevens. Nadat hij reeds vele jaren onder
de Mooren gewerkt had, trad hij in 1903
in dienst van het Bijbelgenootschap en
werkt hij met groot geduld en algeheele
toewijding, opdat het lieht des Evangelies
onder de fanatieke Muzelmannen van
Casablanca en zijne omgeving heerlijk
sohijne.
De heer Stevens was na een ernstige
ziekte sedert verleden voorjaar met verlof
en heeft derhalve het bombardement niet
bijgewoond, maar zijn persoonlijk eigen
dom en voorraad Bijbels zijn geheel ver
loren gegaan. Aan een schrijven van den
heer Stevens ontleenen wij het volgende
„Sedert de beschieting van Casablanca
bid ik veel voor de -loden en Mooren in
deze ongelukkige stad, vooral voor hen,
die reeds in meerdere of mindere male
voor het Christendom gewonnen waren.
Ik mag gelooven, dat velen, zoo niet allen,
die bjj deze verschrikkelijke oatastrophe
om het leven kwamen reeds van God
gehoord of de H. Schrift gekocht hadden,
kring der zijnen te moeten terugkeeren.
Te gelde gemaakt wat maar eenigs-
zins kan. Naar de lommerd gebracht
waar deze nog geld op gaf en toch geen
beterschap. Steeds maar weer met eiken
nieuwen morgen dien grimmigen blik van
den honger.
De liefdadigheid heeft veel gedaan tot
lenigingde werkverschaffing ook. Maar
toch wat deze beidon vermogen,is onvol
doende hulp waar dan nog bykomt dat de
werkverschaffing den man tot arbeid zet,
waaraan hij niet gewoon, waarop hij niet
aangelegd is, terwijl hierdoor toch ook
weer aan andere handen elders dit werk
moest worden onttrokken.
In sommige steden heeft men naar den
omvang der werkloosheid een onderzoek
ingesteld, en toen is gebleken dat de mid
denstand, waartoe dan al onze winkeliers
behooren, door de werkloosheid groote
schade hebben geleden.
Wü wezen reeds hierboven op het groote
aantal borgklanten.
De middenstand heeft er derhalve groot
belang bij dat de geldelijke gevolgen der
werkloosheid worden verzacht.
De pogingen daartoe heeft hy derhalve
in zijn belang te steunen.
De gemeenten zullen na korter of langer
tyd voor dit ingrijpende vraagstuk ge
plaatst worden.
Een van de wegen om tot een aanvanke
lijke oplossing te komen is het bieden van
steun aan vereenigingen tot verzekering
tegen de gevolgen van werkloosheid.
Er zijn reeds arbeiders, die zich daartoe
zelf hebben aangegord doch hun aantal is
over 't gansche land nog te geringslechts
8 op de honderd.
Door het betalen van een wekelyksche
premie krijgt de werkman recht op uit-
keering van een bepaalde som bij werk
loosheid.
Natuurlijk is hier strenge, onpartijdige
controle noodig. In do eerste plaats van de
zyde der vakvereenigingen. De besturen
dier vereenigingen dienen toe te zien dat
geen onrechtmatige uitkeeringen plaats
waarin zij lezen kunnen, dat erin Christus
Jezus, ook aan gene zijde van het graf,
een zékere hoop is.
Ik denk dikwijls aan dien Moor, die,
door de spreuk, welke boven de deur van
ons depót hing, aangetrokken, binnentrad.
De spreuk luidde: „Roept Mij aan in
den dag der benauwdheidIk zal er u
uithelpen, en gij zult Mij eeren." Dit had
zijn hart getroffen en hij vroegWie
heeft deze woorden gesproken, en waar
kan ik ze vinden
Ik antwoordde, dat God ze door zijn
knecht David gesproken had en gaf hem
een exemplaar van de Psalmen, waaraan
het Evangelie van Mattheus was toege
voegd. Nadat ik hem Ps. 5015 aange
wezen had, vestigde ik zijn aandacht op
Matih. 11:28: „Komt herwaarts tot Mij,
allen, die vermoeid en beiast zijt, en ik zal
u rust geven." „Aob, rust," riep hij uit,
„daaraan heeft het hart behoefte I" en toen
hij mij verliet, zeide hij nog „Zulke woor
den staan in den Koran niet."
Op zekeren dag kwamen eenige Mooren
uit den gegoeden stand in mijn depot om
een onderhoud met mij te hebben. Na een
ócgenblik maakte een hunner de zeer juiste
opmerking: „Wanneer men ook toegeven
moet, dat in den Koran vele wijze spreuken
staan, kan hij toch niet met den Bijbel
vergeleken worden, want wanneer gij het
Evangelie voorleest, is het als voelt men
de tegenwoordigheid van een levend wezen,
dat iemand tot zioh trekt." Hoe kan het
ook anders, daar Christus onze levende
Heiland is en Mohammed slechts een doode,
ealsche profeet P
De volgende gebeurtenis is een bewijs
van de kraoht van Gods WoordToen ik
hebben. In den regel zullen zij dit, zonder
aandrang van buiten, gaarne doen, want de
verzekeringskas wordt bekeerd door de
zelfden die ook de contributiekasbeheeren,
en uitkeering aan niet-rechthebbendsn zou
al spoedig tengevolge hebben dat da pen
ningmeesters voor een ledige kas stonden.
Natuurlijk zou er ook bepaald moeten
worden dat slechts die werkloozen recht op
de wekelyksche uitkeeriDg hebben, die
bijvoorbeeld een jaar of een half jaar lid
van de vakvereeniging zijn eD gedurende
dien tijd in het w8rkloozenfonde hebben
bijgedragen.
Hoe hoog die bjidraga moet zijn, en hoe
groot het bedrag der uitkeering, ia nstuur-
niet zoo maar vooruit te zeggen. Het zou
moeten blyken uit de werkloosheid van
eenigo jaren terug in esn bepaald vak. Wan
neer men maar eerst begint met juist op te
teekenen, hoeveel werkloozen er in de vak
vereeniging zyn, kan men al dodelijk uit
rekenen hoe hoog de premie wel zou moeten
zijn.
Maar, wyl nu de geheele gemeente er be
lang bij heeft, dat de werkloozen geholpen
worden,is het billijk dat zy de uitkeeringen
verhoogt met subsidie san da vakvereeni
ging verstrekt, die hare werkloozen onder
steunt. Bijvoorbeeld zoo deze f0,50 per
dag en per man uitkeert, zou de gemeente
er evenveel bij kunnen doen.
Dit noemt men het Gentsehe stelsel.
Het moeilijkste ven het geval is echter
om de niet-georganiseerden te verzekeren,
dat zyn zij, die geen lid zyn van de vakver
eenigingen en derhalve ook niet in de ver
zekering hebben bijgedragen.
Volgens het Noorsche stelsel heeft de
vakvereeniging by steun door de gemeente
den plicht ook dezulken in tyd van werk
loosheid te helpen.
Het is daarom gewenscht dat alle vakver
eenigingen zooveel mogelijk er op uit gaan
om allen die DOg niet tot haar zijn toege
treden te overreden om ook toe te treden.
De chr. vakvereenigingen hebben die
roeping in de eerste plaats ten aanzien van
gelijkgezinden, die om een of andere niot-
geldende reden nog van verre staan.
En natuurlijk moeten ook zy gewonnen
worden die vry zeker er van zijn dat zij van
eigen werkloosheid nooit last zullen
hebben.
eens op een Zondagmorgen tot 89 a 100
Joden sprak, stond een hunner op en zeide
„Lieve broeders, ik betuig voor u alle»,
dat ik heden den Heere Jezus als mijn
Verlosser en Messias aanneem." Een andere
Jood, die mij sinds lang geregeld bezocht,
bekende ook ziju geloof en bracht mij later
zijn zoon, opdat ik ook hem tot Christus
leiden zou.
Ik geloof, dat een Bijbeldepot een ge
heiligde plaats is, althans door de wijze
waarop wij onzen arbeid verrichte», daar
toe gemaakt kan worden. In Casablanca
hebben mijn vriend Nott, zendeling in
Noord-Afrika, ea ik dikwijls in dit depot
ons tot het gebed vereenigd, dat de Heere
deze ruinate ter zyner verheerlijking en tot
redding van mensohen gebruiken wilde.
Een Moorsch schipper, die in de haven
van Ca3&blanea aan het werk was, kwam
tot mij en vroeg, hoe hij van zijn verschrik
kelijke neiging tot den drank verlost kon
worden en voegde er bij dat hij gaarne
Christen wilde worden. Ik vroeg hem of hy
lezen kon. „Ja, een weinig", was zyn ant
woord. Ik gaf hem een Evangelie van Lu-
kas in zyn taal en trachtte hem san te too-
nen, dat alleen de Heiland hem de kracht
kon geven, de neiging tot den drank en
elke andere zond9 te overwinnen. Hy ver
liet mij met de belofte het Evangelie bid
dend te zuilen lezen, en ik beloofde hem,
getrouw voor hem te zullen bidden. Zou
die man nog kven of een slachtoffer ge
worden zijn van hot bombardement
Toen ik eens in Rabat vertoefde, liet my
een Muzelmansche student om een onder
houd verzoeken. Hy kwam op het bepaalde
uur in gezelschap van eenige andere stu
denten. Sedert jaren ken ik hen. Het doel
Draagt elkanders lasten, on vervult alzoo
de wet Christ).
Een ander punt is het voorkomen van
werkloosheid.
Hiertoe rekenen wy ook hetgeen de Mid
denstand al sedert enkele jaren bezig is te
ondernemen het bieden van steun aan de
oprichting van vak- en handelsscholen.
Er zyn tal van mannen die een zaak be
ginnen zonder eenig verstand te hebben
van bo6k houden, zonder eenige de minste
kennis te hebben van beheer. Daardoor zijn
vooral vele winkeliers en kleine patroons
„over den kop" gegaan en teruggezonken
tot den rang van proletariër.
Goei boek houden of goed nagaan of de
ondergeschikte goed boek houdt, is voor
deu bloei eener winkelzaak een eerste ver-
eischte.
De gemeenten werken de oplossing van
het werkloozenvraagstuk practisch in de
hand door de oprichting van vak- en han
delsscholen te bevorderen.
Ook kunnen zy zorgen dat by de uitbe
steding van gemeente-werken niet alles
tegelijk worde uitbesteed, en vooral niet in
den druksten tyd. Een goede werkverdee-
liug wordt daardoor in de hand gewerkt, en
veel werkloosheid voorkomen. Natuurlijk
wordt dit ook aan particulieren op 't hart
gebonden.
Er is toch veel timmer- en behangwerk
dat best in den winter kan geschieden.
Waarom moeten bijvoorbeeld oczesohil-
dersbazen vier maanden van hel jaar hunne
knechts in 't werk houden voor allerlei
arbeid die niet verzadigen kan terwijl zij
de vier volgende maanden overstelpt wor
den met overmatige karweien Waarom
moet zooveel wit- en schilderwerk worden
uitgesteld tot de schoonmaak weken, terwijl
't werk beat vroeger of iater zou kunnen ge
schieden
Een goed ding is ook de stichting van
arbeidsbeurzen. Deze bieden ds gelegen
heid om precies te weten wie werk verlangt
of arbeidskrachten behoeft. Het bestuur van
een arbeidsbeurs in de gioolere gemeenten
zou de taak der vakvereenigingen ona hei
aantal werkloozen te weten te komen, zeer
vergemakkelijken.
Met name in Den Haeg en Amsterdam wer
ken dergelijke arbeidsbeurzen, dank zij ook
den steun der gemeentebesturen, uitnemend.
van hun komst was, mij tot den Islam te
bekeeren. Nog voor ons gesprek geëindigd
was,waren zij in twijfel,of 't mij eeaig voor
deel zou brengen, wanneer ik hun gods
dienst aannam. Ik kon hen op de heerlijke
zijde van het Christendom wyzen, die verre
boven de leer van den Islam staat. Deze
studenten gingen met een Nieuw Testa
ment huiswaarts,dat zy gemeenschappelij k
hebben bestudeerd.
De Spanjaarden in Casablanca komen
dikwyls by mjj en koopen Bijbels in hunne
taal. Öp het vorige Kerstfeest hadden wy
een feestelijk samenzijn voor hen ingericht.
Terwijl ik een gedeelte der Schrift las en
een korte toe praak hield, werd een hunner
zeer onrustig. Hij werd tevergeefs aange
maand stil te zijn eindelijk zeide hij „Gy
leest en spreekt zulke ernstige woorden,
dat ik mij als een geheel slecht mensch be
gin te voelen." Zoo had Gods Woord zijn
hart getroffen.
Mijn vrouw en ik bezochten verschil
lende dorpen in de omstreken van Casa
blanca. Zij sprak met de vrouwen en
kinderen, terwijl ik de mannen om mij
verzamelde. Deze dorpen £zijn in den
regel van een aarden wal omgeven en
bestaan uit 6080 hutten, elke hut be
woond door gemiddeld vier personen. Ym
af het dak mijner woning zag ik ongeveer
twintig van zulke dorpen.
Wij ontvangen niet altijd geld in be
taling voor onze boeken het volgende
heb ik reeds in beteüag ontvangen uien,
beschuit, een tlesch limonade, kussensloo-
pen, eieren, gerst, melk en vrij caebtlogies.
Eens gaf mij een Jocd voor een evangelie
van Lukas een vouwbaren spiegel, die zeer
praktisch voor de reis was. Ik zeide hem,
21 Maart 1908.
In zake 't adres tot opheffing der Meisjes
school te Goes hebben wij ons op één punt
vergist. Wij meenden dat van vrijzinnige
zijde bedoeld adres Dog niet gesteund was.
Thans blijkt ons dat 't wel degelyk van die
zyde gesteund wordt en wel door deZeeute
sche Courant.
Oo een ander punt hebben wij ons blijk
baar minder verstaanbaar uitgedrukt.
Toen wy namelijk deden uitkomen dat
genoemde school voor geen enkel bepaald
vak of verdere opleiding voorbereidt,
plaatsten wy daartegenover dat zy slechts
den leerlingen de goede vormen en do be
schaving aanbrengt, welke noodig zijn voor
't later verkeer in beschaafde kringen.
Een ander blad hebft daaruit gelezen, dat
wij 't er voor bielden dat deze school anders
niet deed en dus geen goede leerschool zou
zijn.
Bedoeld noch gezegdzeggen wy hier
van. Integendeel, wij weten dat daar uit
stekend onderwijs wordt gegeven.
Ware 't anders,'t zou dan ook 'n schande
zijn, want in sommige klassen staat het
onderwijs met privaatles gelijk, en die er
onderwijs geven, behooren tot de besten.
Ook in onze omgeving heeft mon by het
optreden van den heer Talma als minister
van landbouw gezegd, wat weet nu een
dominé van landbouw
Wy hebben daar bereids het onze van
gezegd.
De minister heeft nu zyn eerste proef af
gelegd bq de behandeling der Boterwet.
Alle vrijzinnige bladen prijzen om'tzeerst
zijn gelukkig en zaakkundig optreden.
Esn vrijzinnig blad in onze buurt, dat
door die verschillende door ons bedoelde
bedillers gelezen wordt, schreef dat „de
Minister van Landbouw met groote kennis
van zaken het ontwerp verdedigde".
Dit is zeker wel het beste antwoord dat
aan hun adres past.
Een man als Thorbecka zou gezegd heb
ben wacht op mijn daden.
Esn man ais Talma zegt niets, doch toont
terstond met de daad dat hij aan Landbouw
op zyn plaats is.
Wy oonstateersn dit met genoegen.
dat ik in zijn spiegel mijn gelaat kon zien,
terwijl het boek een spiegel is, waarin hij
zijn ziel kon beschouwen. Ik stond eens
op de markt van Mazagan met mijn Bij-
beltaseh, toen een Moor tot mij riep „Zeg,
Nazarener, verkoopt gij bcekenover Jezus?
Teen ik bevestigend antwoordde, verzocht
hij mij te gaan zitten en mijn tasoh uit
te pakken. Vele personen verzamelden
zioh osa mij heen en terwijl ik hun de
boeken verkocht, vertelde ik Iiud, hoe
Gods heilsplan met de meeschen door
Christus ia deze boeken te lezen stond.
Zij hoorden aandachtig toe en menigeen
zeide„Ja, deze menschen kennen de
waarheid en bewandelen den weg des
leven», terwijl wij als verdwaalde seha-
pen zijn".
Denzelfden middag sprak, ik een Moor
aaa en gaf hem eea Evangelie van Lucas
met bet boek Job hij kocht het en ging
heen, dcoh 'kwam spoedig weer en vroeg
zijn geld terug. Ik. vroeg naar de reden
hiervan en als antwoord wierp hij het
boek op den grond en trapte er op. Ik
zag hem aan en zeide, dat ik zeer bedroefd
was, een men te zie», die geen achting
voor Gods casm had. „God zij dank, dat
ik die heb", antwoordde hij. ,Aisgijdio
werkelijk hebt", actwoordde ik, „dan ver
zoek ik u het boek open te slaanop
iedere bladzijde zult gij Gods naata lezen".
Hij deed bet en keek verwonderd op, dat
het werkelijk zoo was. Nu kuste hij het
boek, stak het in ziju gewaad, God aan
roepende, dat Hij hem zijn handelwijze
vergeven wilde.
-M-