NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 147. 19 38. Maandag 23 Maart. 22e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JÖNGE-VER'WEST re Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIE? Raadsverkiezingen 18. J, TICHEEMAM. JAW ROTTIER. UIT m PERS; DIT DE PROVINCIE. Middelburg. De milicien korporaal Lamaiu van het 2e bat. 3e reg iof. alhier, •wordt op 28 Maart a. s. bevorderd tot milicien-sergeant bij genoemd bataljon. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers 0,02'. UITGAVE DER FIRMA EH VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 certe. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ceni. Zij, die zich met 1 April op ons blad abonneeren, ontvangen het tot dien datum gratis. Wy herinneren dat de candidaten der anti-revolnt. biesvereenigingen zijn te Vlissingen III: Kap ell e 21 Maart 1908. De kaneen voor het Noodwetje van mi nister Sabron (blijvend gedeelte) schijnen niet kwaad te staan. Evenals Talma voor zjjn zaakrijke verdediging van de Boter- wet, krijgt Sabron een pluimpje van de vrjj-liberale pers voor den kloeken opzet van zijn Memorie van Antwoord. En dat niet alleen, ook de inhoud van het ontwerp is aan die zijde in goede aarde ge vallen. De Nieuwe Courant licht dit nog eens als volgt toe Men heeft wij kunnen, het niet gene eg herhalen hier met een maatregel te doen, strekkende om wat het blijvend gedeelte der infanterie betreft, den toestand te herstellen, waarin, krachtens de verklaring die aan de reconstructie van het Kabinet-De Meester in April 1907 ten grondslag lag, door de Re geering geen verandering zou worden gebracht dan in gemeen overleg met de Staten-Generaal. Die verandering heelt toch plaats gehad, ondanks de belofte, welke, zij het onopzettelijk en geheel te goeder trouw, door de bekende vergissing van minister Van Rappard werd verbroken. Ware die vergissing niet begaan, de toestand zou op dit oogenblik zoo zijn als de minister Sabron dien door zijn ontwerp beoogt te maken. Slechts zou de buitengewone aanvraag van gelden voor 't uitkeeren van premies niet noodig zijn geweest. Op deze motiveering, welke van feitelijken aard is, stuit alle op het wetsont werp geoefende critiek af, als zou dit een politiek karakter dragen of militarsche reactie beduiden. Het eenige verschil is dat de minister Van Rappard in de gevolgen van zijn vergissing heeft, en verder zou hebben, berust terwijl de minister Sabron zich daarmede niet verantwoord acht. Hij is steeds van gevoelen geweest zoo lezen wij dat beperking van het blijvend gedeelte, zooals deze onder do Ministers Staal en ridder Van Rappard is tot stand gekomen, nadeelig was voor het leger". Indien ook hij erop bedacht wil zijn, de op de dienstplichtigen wegens den dienst bij het blijvend gedeelte drukkende lasten te verlichten, dan zal dit niet zijn door een vermindering van het aantal onder de wapens zijnde manschappen maar door een (Militie) wetswijziging die „zal veroorlooven dat de druk van dienstplicht ge lijkelijk over de schouders van alle lotelingen van eenzelfde wapen zal worden verdeeld". De Nieuwe Courant biedt dan ook on- voorwaardelijk steun in haar aldus luidend slotbetoog«Ons komt het voor dat de minister van Oorlog met zyn helder, bon dig en krachtig antwoord, het pleit reeds heeft gewonnen. Er moge geen «kleur" op zitten er zit ■pit in." Wy hopen dan ook dat dit wetsontwerp met de stemmen uit alle partyen tot wet verheven zal worden. De enkele leden ter Rechterzijde die nog aarzelen, zullen zich allicht door vertoogen als die van de Nieuwe Courant laten ge- zeggen. Vruchten. Men herinnert zich het grcote Réveil, dat in 1904 in Wales opkwam. De heer E Ponsoye heeft nu, na verloop van twee jaar, een onderzoek ingesteld naar de blij vende vruchten van dit Réveil. Nu laten we de geestelijke vruohten, door hem geschat op 75,000 personen, die voor goed van ODgelooftot geloof zijn gekomen, in een politiek blad rusten. Maar wel mag gewezen op de vruchten van dit Réveil in den strijd tegen de Alcohol. In ClamorgaD, het distriet van Wales waar 't Réveil uitbrak, werden in 1904 gericht 10,686 overtredingen van de Wel door dronkenschap. In 1905 zonk dit op 8422. En nu laatst in 1906 op 5673. Dit zijn cijfer9 die spreken en oontióle kunnen lijden. Welnu, deze anti-alcoholische vrucht alleen beduidt: zooveel geldt gespaard, zooveel gezondheid gesterkt, zooveel hu welijksgeluk aangebracht, zooveelpersonen gered uit een ellendig geleid leven. Immer dit oijfer wijst nog alleen op mindering van het kwaad bij de ergste soort drinkers, die met de politie in aan raking kwamen; maar juist daardoor wijst het op nog veel grooter winst bij hen, die veel drinken, maar zich niet tegen de politie bezondigden. Ze weten niet, de bestrijders van den invloed der Religie, wat kapitaal aan zedelijke kracht en huiselijk geluk ze door het wegnemen van den steun der Religie aan breede klassen van de maatschappij ontrooven. Dienstknecht van Christus te worden is de ware vrijmaking van het individu vrijmaking van ïonde en van ellende. Noodeiooze bedroefdheid. Onder dit opschrift beantwoordt De Nederlander de iSiddelb. Crt., die in een als naar gewoonte met slim overleg geschreven verdeel-en-heersch-artikelt je van de «ach teruitzetting van dr. Kuyper" in verband met de critiek der chr.-historischen ge waagd had. De Nederlander antwoordt hierop De „Middelburger Crt." is van oordeel dat „de rol van dr. Kuyper als leider in Kamer en Re geering is afgespeeld, en hoogstwaarschijnlijk ook als leider der antirevolutionaire partij." Dit droeve, nochtans voor het blad vroolijke, voor uitzicht brengt het blad in nobele stemming. Het oordeelt dat, van den kant zijner vroegere bond- genooten men hem ten slotte onbillijk behandeld heeft. Zulk een eminent man, aan wien men zoo veel te danken heeft, zet men niet op eene der gelijke wijze a's thans geschiedt, op zijde. En wat aangaat de kritiek van de „Ned.,'' deze is, naar de meening van het blad, volkomen juist, maar daar staat tegenover, merkt het op, „het niet te loochenen feit, dat de leiders van dat blad van 190I1905 alles beaamden en steunden wat dr. Kuyper deed, en bij de stembus met hem hebben mee geageerd." En het besluit Dat zij nu met de christelijk-historischen, achteraf den grooten man de lauweren niet gunnen, die hem eerlijk toekomen, zijne ver dienste verkleinen en aanwijzen al wat er ver keerds door hem is gedaan, zonder dat zij gesproken hebben, toen het daarvoor tijd was en 's lands belang dit meebracht,dat pleit tegen hen en is een bewijs hoe onwaar, hoe leugen achtig en hoe volksmisleidend heel de coalitie politiek was en nog is. Wanneer men terugdenkt aan die jaren, dan treedt vanzelf op den voorgrond hoe zij, die toen het hardst jubelden en Hosanna riepen, nu het anathema over dr. Kuyper uitspreken. Hoe zij, die destijds 't meeste voordeel trokken van zijn politiek, vooral op onderwijsgebied, nu hem den rug toekeeren. Destijds lieten mannen als dr. De Visser en Talma zich door dr. Kuyper en de zijnen dragen naar het gestoelte der eereen nu ver loochenen zij hem in meer dan één opzicht. Zulk een christelijke politiek is ons een ergernis. Zij houdt eigenlijk op Christelijk te zijn, want zij mist alle eerlijkheid en goede trouw. Wie moet de meewarigheid van die courant met den in haar oog voor goed van het tooneel afgetreden geweldigen antagonist niet loven en prijzen wie zou, bij zoo edelmoedige bejegening van den zoo gehaten staatsman, niet de gedachte onderdrukken, of wellicht het blad zich ook zou toeleggen op het zaaien van haat en verdeeldheid tusschen de partijen, die nog niet van het staats- looneel afgetreden zijn, ja nog toenemen in kracht. Laat ons het blad au sérieux nemen. Laat ons voorts aannemen wat natuurlijk feitelijk ge heel onjuist is dat de rol van dr. K. is afge speeld. En laat ons dan zien, wat er van boven staand geschrijf aan is. In de eerste plaats, de terzijdestelling van dr. Kuyper. Wie heeft zich dagyaan schuldig gemaakt Niemand zal onderstellen of heeft ondersteld, dat aan het votum tegen Van Rappards begrooting de geheime begeerte ten grondslag lag, om dr. Kuyper uit den zadel te lichten. Wij mogen aannemen, zouden misschien wel kunnen bewijzen, dat geen sterveling op dat moment daaraan gedacht heeft. Vast staat ook niemand heeft het betwist dat mr, Heemskerk de eerstgeroepene was om de politieke gevolgen van zijn daad te aanvaarden. Dat eenvoudig te weigeren was, zonder op politiek terrein zijn naam voor goed te verspelen, onmogelijk. Maar wèl mogelijk was het voor hem terug te treden voor dr. Kuyper. Het geldt hier niet het bewijzen van beleefdheden aan elkander, maar uitsluitend het belang des lands. Mr. Heemskerk kon dus zeggenIk ben bereid op te treden, want ik heb mijne partij achter mij en deze zal mij steunen, maar ik ben in mijne partij niet de eerste. Dit is dr Kuyper. Deze kan niet zitten naast mij als Premier, ik wel naast hem als Premier. Wil ik den eminenten staatsman zitting doen nemen in een antirevolutionair Kabinet, dan moet ik voor hem terugtreden, hèm althans de formatie van het Kabinet overlaten. Gesteld dat hij zulks gedaan heeft, waar blijft dan «de terugzetting van dr. Kuyper"? En wanneer nu dr. Kuyper zelf van oordeel mocht zijn geweest, dat zijn optreden niet gewenscht wasdat b. v. in een Kamer, wier meerderheid enkel en alleen steunt op afkeer van hem, zijn optreden onmogelijk zou zijn, en dat, indien verzet tegen zijn optreden leidde tot Kamerontbinding, de daarop volgende verkiezingen dezelfde uitkomst zouden opleveren als in 1905, nog eens, waar blijft dan «de terugzetting van dr. Kuyper" En indien nu eens allen, 09k zij die tot andere groepen dan de antirevolutionaire behooren, voor zoover zij geroepen werden advies te geven, eenstemmig van oordeel zijn geweest dat, indien dr. Kuyper zelf zijn per soonlijk optreden gewenscht achtte, de partijen van rechts hem niet zouden afvallen, wat blijft er dan over van het verwijt, dat «de bondgenooten hem onbillijk behandeld hebben" Hoe de gang der zaken precies geweest is, is niet gepubliceerd en is dus onbekend. Maar hij kon zóó geweest zijn als wij aanduiden. Zoolang derhaive de M i d d. C t. niet beter ingelicht is dan wij, heeft zij niet het recht de meegedeelde beschuldigingen naar het hoofd te werpen van de groepen van rechts. En nu de critiek van de Nederlander. Dat wij bij de stembus in 1905 met alle kracht het Kabinet-Kuyper hebben gesteund, bekennen wij. Zou de M i d d. Ct. meenen, dat wij, ook al hadden wij nog zooveel kritiek tegen dit Kabi net, zouden hebben moeten adviseeren om links te stemmen Zoo iets ware natuurlijk te gek En wat nu aangaat dat falies beamen en steu nen van wat dr. Kuyper deed", zoo betwisten wij dat zoogenaamd »niet te loochenen feit" ten allerstelligste. Ziehier eenige gewichtige punten van verschil, zoowel in ons blad als van de zijde der Chr.-hist. partij in de Kamer herhaaldelijk ter sprake ge bracht. Na oen opsomming van deze punten gaat 't blad voort Indien thans door ons de verzekeringswetten worden gecritiseerd, dan is ook dit niet het minst in str jd met vroegere houding, .integendeel. Als bewijs der groote werkzaamheid van dr. Kuyper hebben wij ze steeds geprezen en dat doen wij nog. De inhoud ervan is nimmer door ons be sproken veel min is daar instemming mee be tuigd. Alleen met de bedoeling dier wetten stemden wij en stemmen wij nog in. Waar of wanneer hebben de Christ.-hist. ooit hun recht van kritiek prijsgegeven of niet uitgeoefend Of zouden zij, gelijk de M i d d. C t. schijnt te meenen, dat moeten prijs geven, enkel omdat dr. Kuyper ook met hen heeft meegewerkt tot ver betering dei onderwijstoestanden. Dat overigens mannen als dr. De Visser en Talma zich door dr. Kuyper en de zijnen hebben laten dragen naar het gestoelte der eere", is een even dwaze vergissing, als dat zij hem nu ver loochenen". Het spijt ons wel voor onze Zeeuwsche zuster, maar ditmaal heeft zij haar weemoedige ver ontwaarding verspild. Voor het storten harer tranen over onze verdorvenheid, was er ditmaal geenerlei oorzaak. De Middelburgsche antwoordt 't volgende Wij zullen op deze zuurzoete beschouwing van De Nederlander niet breedvoerig ingaan. Maar eene enkele opmerking zij ons geguud. Hoe veronderstellcnderwijze is die nabetrach ting op menig punt En hoe opmerkelijk dat daarin heel wat woor den worden gebezigd 0111 de houding tegen dr. Kuyper goed te praten maar toch tevens allerlei lieflijkheden aan diens adres worden gericht. Het geheel heeft ons niet kunnen overtuigen van ons ongelijk in dezen, en dat wij onrecht deden door onze bewering omtrent de heeren De Visser en Talma. Dat dr. Kuyper zelf het met De Neder lander eens zou zijn over hunne houding tegenover hem, hebben wij alle reden sterk te betwijfelen. Voor het overige vechten jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, de redactie van het blad, de Christelijk-Historischen in 't algemeen en De Standaard-mannen den onderlingen strijd zeiven maar uit. Voel zal De Nederlander hier wel niet op kunnen antwoordenniet ona de af- doendheid maar om de onbeduidendheid van deze Tepliek. Want heSzij ze kwispelt, hetzij ze afbijt, in haar verweer is deze Middelburgsche aanvalster slechts zelden de sterkste. Eenigszins comisch is deze klacht. Had de Middelburgsche liever stellige mededeelingen gehad omtrent dingen die haar niet aangaan Red. Zeeuw. Middolhurg. In de Raadsvergadering van Woensdag 25 Maart, te 2 ure, worden behandeld de onderstaande zaken1. Notulen. 2. Stukken. 3. Eervol ontslag onderwijzer Hogerland. 4. Benoeming gemeente-genees- heeren voorgedragen worden: iste vacature, ie L. Weijl, Middelburg, 2e R. WeijlSnuijf, idem, 2e vacature, ie Dr. J. Lankhout te 's-Gravenhage, 2e A. P. Smitt, arts te Am sterdam. 5. Benoeming lid van den Raad tot bestuurslid van het Middelburgsch Muziek korps. 6. Staat oninbare posten Inkomsten belasting 1907. 7. Bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting. 8. Af- en over- schiijving begrooting B. A. 1907. 9. Een voorstel van B. en W. tot het afstaan van terrein, het sluiten van een leening en het geven van subsidie aan het Bestuur der Ambachtschool voor het nieuwe gebouw. 10. Idem tot reorganisatie Burgeravondschool. 11. Idem tot regeling jaarwedden leeraren aan die school. 12. Idem naar aanleiding van het voorstel van het Burgerlijk Armbestuur om de jaarwedden van den Secretaris en den bode te verhoogen. 13. Idem inz. het verzoek van arts Henkes om te worden benoemd tot Ge meente-geneesheer voor oor-, keel- en neus- ziekten. 14. Idem inz. de door Curatoren van het Gymnasium voorgestelde vergoeding aan de leeraren van het Gymnasium voor lessen gegeven tijdens vacaturen. 15. Idem tot ver lichting van den Stijfselweg. Middelburg. Hedennacht ontstond brand in het pakhuis, tevens bergplaats van de gebroeders Denevers. Omstreeks drie uur ontstond ds brand en pas ruim half vier werd de eerste waterstraal in het perceel geworpen. Gelukkig dat het stil weer was, anders hadden wellicht het aangrenzende perceel en het kerkgebouw der Gerefor meerde kerk A welke er aan de achter zijde tegen liggen belangrijke schade be komen. De oorzaak van den brand is onbekend, vermoedelijk is er een vonk uit de kachel gevallen, welke gestookt was om de limonade te koken. Vlissingen. De woorden door Prins Hendrik eergisteren gesproken bij het te water laten van de Tabanan luiddenIk doop u Tabanan. «Moogt gij onder Gods hoede veilig varen op den Oceaan". Stavenisse. In de Vrydsg gehouden raadszitting werd de verordening rot rega ling der onderwijzers] aarwedden vastge steld in overeenstemming met da minimun by 't salariswetje aangegeven, mst uitzon dering van die van het hoofd der school dat op f 50 boven bet minimum werd bepaald. Gewijzigd wordt de verordening tot rege ling van het herhaliogsonderwys, terwijl mej.W. H. Odink wordt aangewezen tot het geven van onderwijs in de nuttige hand werken. Tot lid der c. 1. w. r. s. werd be noemd do heer M. Plansoen.In verband met nader door Ged. Staten gevraagde inlich- tingen boti effende de heffing van haven- en kadegeld wordt besioten, deze te verstrek ken en de tarieven onveranderd te laten. Besloten wordt 't bekeien van den Achter weg en tot aangaan eener geldleeoing van f 2000, rentende hoogstens 4 pCt. en met 'n jaarlyksche aflossing van minstens f 250, ter bestrijding der kosten. Afwijzend wordt beschikt op 'n verzoek van gebrs. Suurland tot het mogen afheinen van een perceeltje gemeentegrond, voor hunne woning gele gen, en op dat van eenige ingezetenen om een perceel gemeentegrond op het haven- torreie in eifpacht te mogou ontvangen tot oprichting eener derde weegbrug. Het tractement van den lantaarnopsteker wordt van f 45 verhoogd tot f 55. Westkapelle. Heden had 't examen plaais der leerlingen van den nu voor den tweeden winter alhier gehouden landbouw- oursus. Tegenwoordig waren 0 a, de heer Kakebeeke, rijkstandbouwieeraar te Goes en de leden van de oom missie van toezicht. Alle acht leerlingen slaagden, te weten J. L. Verhage, J. Houmes, J Cijsouw Hz., L. Mindexhoud, S. Leijnse, W. v. liooijen, K. Minderhout), J. Cijsouw Lr,. Na het examen sprak de heer Kakebeeke een woord van dank aan de leerlingen voor hunne betoonde vlijt in het volgen der lessen en de betoonde vaardigheid, waarop de diploma's op grond van het reglement van den Wintercursus Landbouwkunde werden uitgereikt. Hierop werd door K. Minderhoud, als oudste leerling, namens allen een woord van dank gebracht aan den heer Kake beeke, zoomede aan de onderwijzers de heeren Mesu van N. en St. «Joosiand, en Roosendaal van Biggekerke, ook aan de Commissie van Toezicht, waarop door de leerlingen W. van Rooijen en J. Cijsouw een souvenir, bestaande uit een rookstel aan den heer Mesu en een ink'stel aan den heer Roozandaal werd aangeboden, waarop deze wederom de leerlingen voor die ver rassing bedankten. Voorwaardeli/lce aanmelding vrij- willig" gedeelte. De minister van oorlog heeft onder dag- teekeniug van 17 dezer bet volgende be richt aan de oommaodesrende oöieieren van da onderscheidene regimenten infan terie gezonden Bij mijne aanschrijving van 4 Maart j.l., afd. militie en landweer (M.) No. 112, te uwer kennis gebracht door den inspecteur van het wapen, werden bepalingen vastg.steld, voigens welke de miliciens der onderscheidene lichtingen zich konden beschikbaar stellen voor vrijwillig ver blijf onder de wapenen in het tijdvak van 27 Maart tot 23 Juli a.s. Naast de wijze van beschikbaarstelling, zooals die bij genoemde aanschrijving werd geregeld, komt het mij noodig voor. nog de gelegenheid open te stellen tot voorwaardelijke be schikbaarstelling op den voet, als hierna is om schreven. Die voorwaardelijke beschikbaarstelling staat echter alleen open voor de manschappen der derde ploeg en voor de groot-verlofgangers, die, ingeval van onvoldoende onvoorwaardelijke vrijwillige aanmelding, nog in aanmerking zou den komen, om voor 't hiervoren genoemde tijd vak onder de wapenen te worden geroepen. Aan de verlofgangers van beide genoemde categorieën moet door u eene kennisgeving worden gericht, houdende da bepalingen nopens het vrijwillig verblijf onder de wapenen, zooals deze bij de aanschrijving van 4 Maart jj. wer den vastgesteld, en waarbij alzoo ook melding moet werden gemaakt van het voorbehoud, dat het vrijwillig verblijf op den daarbij bepaalden voet alleen zal doorgaan zoo de Wetgevende Macht de voor de premie benoodigde gelden toestaat. Voorts moet hun daarbij worden medegedeeld dat zij, bij ontoereikende aanmelding voor het vrijwillig verblijf, kans loopen om onder de wa penen te worden geroepen, dat zij in dit geval geen aanspraak hebben op de premie van f 120 en dat hun daarom de gelegenheid wordt geboden, zich alsnog voor het vrijwillig verblijf op te geven, onder voorwaarde, dat zoo door voldoend ruime aanmelding hun nummer niet j meer aan de beurt zou komen om onder de wa penen le worden geroepen, hunne aanmelding

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1