NIEUWSBLAD
YOOB ZEELAND,
aMerii
No. 138. 1908.
Donderdag 12 Maart.
22e Jaargang,
Lammeren
CHRISTELIJK-
P. E.
HISTORISCH
e Pap.
a ad.
te koop
sknecht
-©id.
-eid.
opeenden.
water 51.
neoht
eicL
S|
96
jl2.I9|
0 es.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed,
Een groot man in felbewogen tijd.
5. X DE JQNGE-VERWEST, te
f. P. D'HUIJ, tö Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
ZJEGl -
et nu tijd voor
rachtboomeii.
rs bij ons te
t R. L. Proef-
dat ons echt
ezaad) een zeer
Wjj kunnen
anbevelen. Het
rg in voorraad.
eder- en
mesthandel
BOOGERD,
s f 1,50. Bij
or den kooper.
naar volgorde
koop gevraagd
D, vertrouwd,
er No. SlO,
ISSE,
ddelburg.
d, nieuw model,
orstad, Goes.
P
Domburg.
mende
ENGELAAR,
e r k e.
LEMAKER, te
thoek.
30 a 40 jarige
LAANDEREN,
g-
enoodigd bij J.
e (Buttinge).
Mei
BOEET, Sint
S, Badhuisstraat
agt tegen 1 Mei
$6.45
§•2
iïs
•s s
6.55
7-4
7.22
7-57
8.10
8-37
8.50
ji<M3
10-54
9-29
I0.03
,11.13 I
burg, Z. Duitschl.
Roosendaal—Lage
meer dan 150 KM.
10.38! 2.6 6.17
11.28
11.40
12.38
12.54
1.10
1.296.3
3.097.16
;342;7.47
;3-58;8.oi
- 14.1218.15
L
7-36
746
7-53
8.1
8.8
8.17
8.25
8.32
8-37
8-47
8.54
9-7
9.20
9.29
9.40
10.56
11.36
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. f ï,25.
Enkele nummers 0,026.
V
Zij, die zich met 1 April op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot
dien datum gratis.
11 Maart 1908.
Wij ontvingen een circulaire, waarin het
volgende wordt meegedeeld
De Afdeeling Middelburg—Vlissingen
der Nsderl. vereeniging van Chr. Kantoor-
en Handelsbedienden stelde sedert Ootober
1906 tegen zeer geringen prijs, opdat de
deelneming zoo algemeen mogelijk zoude
zijn, voor hare leden en alle Kantoor- en
Handelsbedienden uit Middelburg en om
liggende plaatsen de gelegenheid open tot
deelnemiDg aan een cursus in het boek
houden, onder leiding van den heer W.
Kosten, Leeraar Boekhouden en Wis
kunde alhier.
Zjj splitBte dezen ourBus in eenen voor
bedienden, die zieh alleen praotisoh willen
bekwamen en in eenen welke bedoeld is
voor hen, die zieh aan een der examens in
het boekhouden wensehen te onderwerpen.
Haar doel is das mede te helpen, om
degelijke krachten voor het kantoor te
vormen.
Wil zij echter op den ingeslagen weg
kunnen voortgaan en den bedienden en
anderen ook nog de gelegenheid kunnsn
openen, om zieh, eveneens onder goede
leiding, in de Handelseorrespondentie te
bekwamen, dan is het dringend noodzake
lijk, dat zij fioantieel worde gestennd.
Aangezien nu Heeren Patroons er aller
meest belang by hebben goede, in hun vak
thuis zijnde, krachten op hunne kantoren
te hebbeD, zal haar streven ongetwijfeld
hunne goedkeuring kunnen hebben en
wendt het bestuur zieh mitsdien in de
eerste plaats tot hen met het beleefd ver
zoek de Afdeeling hnantieel te willen
steunen.
Is dan ook het doel, dat de Afdeeling
beoogtvorming tot degelijke voor hnn
vak staande bedienden den patroons wer
kelijk sympathiek, dan zullen zij aan deze
sohoone poging van voornoemde afdeeling
zeker hun gewaardeerde medewerking niet
onthouden en tevens bij eventueele vaca
tures op hunne kantoren de voorkeur
willen geven aan den bediende, welke
een deel van zijn vrijen tijd gebruikeom
zieh in zijn vak te bekwamen en voor
zijne ontwikkeling een open oog had.
Deze mededeeling verheugt ons, en het
2 FEUILLETON.
Herinnering
aan
JOHN MILTON.
Inderdaad, het was een gelukkig gezin,
dat van den notaris in Breadstreet, en
ons bevreemdt het geen oogenblik, dat
Milton in zijn verder leven, tot zelfs in
zijne gedichten, niet onduidelijk zinspeelt
op den gelukkigen tijd zijner jeugd, waarin
Apollo zijne gaven onder vader en zoon
verdeelde. Nu, de zoon had over zijn deel
volstrekt geen reden tot klagen.
Na zijn eerste onderwijs genoten te
hebben van Dr. Th. Young, geboren Sohot
en een der bekwaamste Puriteinen aan wien
hij zeer was gehecht, bezocht hij op zestien
jarigen leeftijd de universiteit van Cam
bridge, met het doel om predikant te
worden, van welk voornemen hij later
afzag.
Hier onderscheidde hij zieh reeds door
degelijkheid en trok hij de aandacht door
zijne verhandelingen in zuiver en keurig
Lat|jn. Gedurende dezen tijd schreef hij
ook eenige zijner „sonnets en kleinere ge
dichten, waaronder vooral uitmunten ,/op
den dood van een lief kind" (1626), op
den morgen van Christus geboorte, aan
den nachtegaal, en niet het minst een vers
op 'l bereiken van zijn 23-jarigen leeftijd".
De jaren, welke Milton aan de universi
teit te Cambridge doorbracht, zijn van on-
hereken baren invloed geweest op zijn
verzoek steunen wij. Het is namens het
bestuur der Afdeeling geteekend J.Damen, i
Voorzitter, Rotterdamsohe Kade; B. Kruze, 1
Secretaris, Wal; M. Vader, Algemeen j
Adjunct. Onder aan het stuk leest men: j
De ondergeteekende, van zeer nabij
bekend met het streven dezer vereeDiging
wekt alle Patroons teg zeerste op deze zaak 1
te steunen, (get.) W. Kosten.
Wij hopen dat de patroons deze poging
near vermogen zullen steunen, door hun
bijdrage, en door bij plaatsing van perso
neel met 'l bovenstaande rekening te willen
houden. Dit wil zeggen finanoieelen en
moreelen steun zullen bieden. Alleen zoo
kan deze actieve afdeeling slagen.
De Kameroverzichtsohrij ver van De
Telegraaf geeft de volgende beschrijving
van het eerste optreden van het kabinet-
Heemskerk.
Overal gedrang vanmiddag; in de Kamer,
èn op de beine tribunes voor het publiek.
Maar vooral beneden er ontbraken daar
niet veel aan de honderd I Zij waren allen
gekomen, om de „Heemskerk" te zien van
stapel loopen, de nationale vlag in top
maar bedenkelijk smal het roode baantje.
Vóór den ingang van het gebouw stond
'n man van 'n plaatjeskrant, gereed om de
aankomende bewindslieden te kieken.
De heer Wentholt, het „blijvend gedeelte1'
van een vorig Kabinet, stoof met z'n gewone
vaart naar binnen. Ik ben zeker, dat de
opname mislukt is.... Daarentegen de god
geleerde agronoom Talma, met hoogen
hoed en grijze jas, juist au moment suprème
midden op het Binnenhof 'n gesprek aan-
knoopend met de heeren Van NispeD, Van
Wijnbergen en Regout, waardoor de man
van de kodak rüstig mikken kon. Leve
de coalitie; de heer Talma zal er uitstekend
ópstaan. De heer Heemskerk was bruyant,
opgewekt, elegant, gelijk immer, 'n Prach
tige verschijning voor 'n premier. Een
kerel met pit erin, geknipt voor 'n Fransoh
parlement.
Generaal Sabron daarentegen lang, mager,
als uit steen gehouwen. Maar de minister
Marees heeft het model van 'n gymnasiast
uit de vijfde klasse, in de éérste laDge
broek, en is in beweeglijke gratie het
andere uiterste van z'n voorganger Van
Tets. De heer Bevers is het type van oen
sjieken Hagenaar, op z'n fraaist uitgedost.
volgend leven. Reeds het tijdstip, waarop
hij zijn academische loopbaan begon,
was zeer gewichtig. Men schreef 1624.
Koning Jaoobus was in onmin met zijn
Parlement, dat herhaalde malen weigerde
de geldsommen toe te staan, die de koning
noodig had, ook ten gevolge van zijn
weelderig, wellustig leven. Dit verzet van
het Parlement deed den koning de grenzen
zijner macht overschrijden. Zijne eigen
aardige opvatting van het goddelijk recht
der vorsten, waardoor de Vertegenwoor
diging tot een ornament der kroon werd
herleid, deed het vuur ontbranden. Tegen
deze beweringen toob, straks door han
delingen gevolgd, protesteerde het Parle
ment Dit ernstig protest was Jaoobus een
doorn in het oog. Hij liet de leiders in deze
zaak eigendunkelijk gevangen nemen.
Deze handelingen, indruisend tegen de
rechten der natie, hadden die natie diep
gekrenkt en gegriefd. Ook in Miltons ge
moed hadden deze feiten een onuitwiaeh-
baren indruk achtergelaten, een indruk
nog versterkt, toen na Jaoobus dood, zijn
zoon en opvolger, valsch en trouweloos,
de staatkunde van zijn vader voortzette.
Allioht zou men geneigd zijn te ver
moeden, dat vooral de hofschandalen,
waarvan de beriohten ongetwijfeld ook tot
Cambridge waren doorgedrongen, Milton
genoopt hebben, beslist de zijde der Pu
riteinen te kiezen. Immers de Puriteinen,
die uit kraoht hunner beginselen reeds
partij moesten kiezen tegen de Stuarts,
zagen met smari, hoe laag het peil der
zedelijkheid aan het hof was gedaald.
Zy keerden zieh dan ook met het gansehe
UITGAVE DER FIRMA
EU VAKi
De heer Kolkman dezelfde a's immer. En
de heer Nelissen bescheiden, vreemd in
de Staten-Generaal, en druk bezig voor
gesteld te worden. Maar als over 'n paar
weken eens 'n juridisch thema bedebat-
teerd wordt, zal de Kamer eerst merkeD,
welk 'n knap, logisch, welsprekend man
men hier vóór zieh heeft,Trouwens welspre
kend is dit Kabinet in hooge mate. Daar
is 'n sohare van voortref! ilijke sprekers
onder, wat van het vorig Kabinet aller
minst gezegd kon worden. En de koloniale
chef, laDg niet de slechtste van de negen,
moet nog komen. Als alle knoppen open
gaan, zullen ook zijne bekwaamheden weer
ontluiken in 's lands vergaderzaal.
Morgen zal de heer Borgesius den aan
val openen „Krijgen we een lang debat
vroeg hem luidkeels de premier. Maar de
stille verwekker uit de dagen van 1901
haalde sceptisch de schouders op.
Die van het Handelsblad geeft zijn indruk
als volgt weer
De Kamer zelve wemelde als een mieren
hoop en gonsde als een bijenkorf. Des
voorzitters witte das voorspelde een
extra'tje een beSsdiging, maar bovendien
bleek al heel spoedig uit het binnenkomen
van de Ministers, moeilyk waar te nemen
tusachen het dichte gewoel der l6den, dat
een Regeeringsverklaring te wachten was.
De nieuwe Excellenties schoven op tot
achter den presidialen zetel en begroetten
daar, druppelsgewijs den voorzitter,kennis
met hem makend voor zoover het noodig
was. Daarna dompelden zy zich weder in
de menigte van de Kamer en eerst eenigen
tyd later zag men, hier en daar, er weer een
opduiken, nu meer in de buurt van de Mi
nisterstafel.De heer Nelissen,gemoedelijke
kop met humoristisch steilen, gryzen haar
borstel en een droog-komieken neus, vond,
aan de rechterzijde, terstond Katholieke
kennissen. HJj koutte daar geruimen tyd,
met zyn bruine glacé'tjes in de hand, nog
onbekend met de ceremonieels gewoonten
van de Kamer.
De heer De Marees van Swinderen,
kleine, magere diplomatenfiguur met klei
nen, kraohtig uitgewerkten kop en aanleg
tot een glimlach op zijn Amerikaansoh-
kleurig gezicht en in zijn oogen, vond eerst
dan heer De Beaufort, toen den heer Van
Heemstra, daarna den heer Ketelaar en
eindelijk den heer Van Nispen tot spreek-
GOSS
volk verachtelijk af van een vorst, die
ziehzelven niet meer eerde.
Vergefe men echter niet, dat Milton bij
de intrede van de Hoogeschool nog sleohts
een jongeling was van zestien jaren en er
later na de troonsbeklimming van Karei
van geen ergerlijk levensgedrag of losban
dig hofleven sprake was. Dieper, veel die
per lag de oorzaak, waardoor MiltoD, zeker
na veel strijd en twijfel, zieh aan de zijde
d8r verdrukten begon teseharen endielater
uit volle overtuiging koos. Zijnvrije, milde
geest duldde niet de minste verdrukking
of achteruitzetting van wie dan ook.
De vrijheid, welke hij voor ziehzelven
begeerde, wenschte hij ook voor anderen.
Hier ziet hij echter een deel en niet het
minste der natie, waartoe hij behoort en
die hij liefheeft, in verdrukking en lijden.
Overgegeven aan wetsverkrachting en
geweld, blootgesteld aan smaad en ver
guizing, gekrenkt ia wat heilig en dierbaar
is tevens, schijnt het ten doode opge
schreven, en in den geest ziet hij reeds
het slagveld bezaaid met lijken, wier ge
beenten liggen te verbleeken in de gloeiende
stralen der middagzon.
Zijn blik overziet dit doodenheir, en in
de stilte, welke hier heersehl, leest hij toch
de profetie eeaer algeheele verrijzenis.
Van af dit oogenblik is zijne keuze be
paald en zijn besluit genomen.
Hij zal de man zijn, die als middel in
Gods hand mede roering zal brengen in
deze kille doodsbeenderen, en hen tot
nieuw leven zal wekken de dorre wilder
nis zal ook hier bloeien als de roos in
Sarons vlakte.
van 5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cenv.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere rege!
meer 10 cent.
partner. Den heer Talma zag men eerst
met den heer Lieftiaok en daarna met den
heer Lely in druk gesprek. De lange,
magere figuur van den heer Sabron met
't kleine, droge hoofd werd eveneens aeor
verschillende leden gesooht; de korte,stevige
gestalte van den heer Bevers was eenige
oogenblikken onder de socialisten ver
zeild hij trof daar dea heer Ter Laan als
oude bekende uit den Haagsohen Raad eu
den heer Hugenholtz... Eu de heeren
Heemskerk en Kolkman liepen laohend
en kwinkslagend rond onder degenen die
nog zoo kort geleden hun collega's waren,
als jonge professoren die nog vóór kort
studenten waren, en vreerad-meesterlijk
glimlaohen naar hun makkers van voorheen.
Alleen de heer Wentholt kon nog geen
jasknoop vinden, waartegen hij een onder-
baadsehe rede af kon steken, geen sujet dat
hij, met S vengali-gebaren, kon superdiaboli-
eeeren. Voelde hij zieh nog niet behaaglijk
genoeg gemetamorfoseerd van vrijzinnig
minister tot Excellentie „stoelend op den
woTtel des geloofs P" Voor hem moet het
anders gemakkelijk geweest zijn dat hij
op een blaneo-zetel heeft gezeten.
De Kamer ronkte als een fabriek met
honderd raderen. Even kwam er wat defe
rentie- en belangstelling-stilte toen de
griffier het nieuwe lid voor Rheden, den
heer Van Nispen tot Sevenaer, hoofdre
dacteur van De Residentiebode, neef van
het lid voor Nijmegen, binnenleidde en de
nieuweling zieh inet de moeite van zijn
beklagenswaardig physiek gebrek tot voor
de presidiale tafel had gebracht. De heer
Duymaer van Twist bood daar, gedienstig,
hem zijn steun aan, maar de nieuw-geko
zene dankte en hield zieh met zijn stokje
staande, terwijl hij de gevorderde eeden
aflegde. Carieuselijk was een der leden
van de Commissie tot onderzoek van zijn
geloofsbrieven zijn eigen oud-redaoteur
Van Vuuren geweest, bet Kamerlid voor
Zevenbergen.
Daarna stak het stemmenroezen weer op
om echter tot geheele stilte te verzinken
toen cle Voorzitter, na twee felle hamersla
gen, het woord gaf „aan den Minister van
Binnenlandscha Zaken, die het gevraagd
heeft".
Alle Ministers zaten toen achter de tafel
- natuurlijk op den heer Idenburg na, op
wiens afwezigheid wegens gezondheidsre
denen de heer Heemskerk aanstonds zin
speelde. Rechts en links stonden, van de
tafel der Ministers tot die van den presi
dent, in dichte rijen de leden geschaard,
vrijzinnigen en socialisten links, clerialen
rechts.
De heer Heemskerk stond op en las,
bedaard, nu en dan rust houdend voor een
slokje water hij heeft dit korte speeohje
met vochtiger lippen gesproken dan anders
tienmaal langere de Regeeringsver
klaring voor. Ze werd even bedaard door
de Kamer aangehoord. Bij het gewagen
van de „groote omzichtigheid", waarmede
verhooging van de rijksuitkeering aan de
gemeenten zou moeten worden behandeld,
werd er even, vrij algemeen, instemmend
gelachen. Bij den passus over het intrek
ken van do verzekeringsontwerpen staken
enkele liberalen de hoofden, fluisterend,
even bijeen. En toon de Minister ten slotte
verklaarde te meenen dat er nu wel ge
noeg te doen zou zijn, knikten rechts alle
hoofden en glimlachten daar alle gezichten.
Links bleef men strakker.
En toen was 'thek weer van den
dam en raakten alle beenen ec alle tongen
weer los. Men wisselde indrukken.
En minister Heemskerk wisselde aan
stonds met den lieer Roodhuizen grappen.
De heer Borgesius had inmiddels reeds
het woord gevraagd dat hij kreeg tegen
morgenmiddag om half twee.
Stationsdienst.
Niet zelden gebeurt het, dat onervaren
meisjes met toestemming vangoedgeloovige
ouders of voogden, zieh verhuren in een
dienst in een onzer groote steden, zonder
zieh eerst eens behoorlijk op de hoogte te
hebben gesteld of de nieuwe betrekking
inderdaad de toets der fatsoenlijkheid wel
ban doorstaan. -
Schoon klinkende ad vertentie's soms,
onder nommer dit of dat vol fraaie be
loften van hoog Iood, goede behandeling en
wat dies meer zij, worden de eenvoudige
en van niets geen kwaad wetende buiten
meisjes gelokt, om later in eenbordeel
of een of ander huis van ontucht tereoht
te komen.
Dat is het, waarvoor we willen waar
schuwen.
En met een reden van blijdschap des
te meer wijzen we op de Ned. Ver. tot
bescherming van jonge meisjesdie tegen
Maar tot die (aak is hij eerst na een
tiental jaren bekwaam.
In 1682 verliet hij nog Cambridge als
meester in de vrije kunsten, nog voor zijne
studiëen voltooid waren en bracht de vol
gende vijf jaren in de ouderlijke woning
door te Horton in Middlesex. Een groote
verandering aldus ia het leven van Milton,
eene verandering echter, waarin hij zieh
zeer goed kon vinden. Het leyen aan de
hoogesohool, waar hij, de meerdere van
allen, door weinigen werd begrepeD, daarbij
dagelijks te strijden bad tegen de bekrom-
pene meeningen van onvrije geesten,
bezat weinig aantrekkelijks voor hem,
ja, deed hem zeifs op min edele wijze in
botsing bomen met de strenge beginselen,
daar in ieder opzicht gehuldigd. De at
mosfeer, waarin hij zieh te Cambridge
bewoog, was hem, den onafhankelijke, op
den duur te drukkend en te benauwd
hij ademde wéér vrij, toen de poort van
de almatteater achter hem werd ge
sloten. Een andere wereld lag voor hem
open, die der vrije natuur en der vrije
studie.
Reeds als student trok hem de schoon
heid van beide machtig aan. Meer
dan eenmaal maakt hij er melding van,
hoezeer hij in het zomerseizoen, dwalend
door lanen en dreveD, nu eens toevend
aan don oever eener kabbelende beek,
dan weder z;eh neerzettend in de schaduw
vaa olm en beuk, genoot van de heerlijk
heid der Schepping.
Te midden dier landelijke tooneelen
deelde hij steeds in het gezelschap der
Muzen en wensohte hij niets liever dan in
deze rustige omgeviDg zijn jaren in vrije
studie to mogen doorbrengen.
Op eene dezer wandelingen, als men ten
minste de overlevering mag gelooven, had
hij zieh in de schaduw van een boom
neergevleid. Weldra werd hera Hypnos
te machtig en lag bij in zoets sluimering
ter ntèr.
Eene jonge dame, van eene oudere
gouvernante vergezeld, komt in haar rijtuig
die plaats voorbij. Getroffen door de schoon
heid van den jeugdigen student, laat zij
stilhouden en schrijft eenige Italiaansohe
verzen op een blad papier, hetwelk zij
zoo behoedzaam mogelijk en zonder den
bekoorlijken jonkman te wekken, in diens
handen laat glijden, waarna zij zich in alle
stilte verwijdert. Bij het ontwaken, helaas,
waarom zóó laat, leest hij met verrukking
de gloeiende zangen uit het zuiden, en
aanschouwt zijne verbeelding de liefelijke
gestalte, welke alleen zóó iets kan voort
brengen.
Nog geruimen tijd daarna was het
wonder zweefde het beeld van die on
bekende sohoone den jeugdigen student
voor den geeBt.
Wie die onbekende voor hem was P
Voorzeker, niemand anders dan Kaliope,
de voortreffelijkste der Muzen, die Milton
vauaf dit oogenblik in hare hooge be
scherming nam en hem langzamerhand
hare geheimen zou ontsluieren. Daartoe
bood de rustige omgeviDg te Horton eene
alleszins geschikte gelegenheid aan.
Wordt vervolgd.)