NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
ZaaimacHne,
[erriepaarfl,
.ammeren
msknecht
ienstbode
No. 137. 1908.
Woensdag li Maart.
22e jaargang.
CHRISTELIJK-
5p
5p
HISTORISCH
gbeer
alfvaars
fceid.
3p
5p
koop,
Koeien, bij
)p
verschijnt zesmaal per week
Wed.
"feuilleton.
Een groot man in felbewogen tijd,
X DE JONGE VERWEST, te Goes
P, DHUIX te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
3EBOJ
nieuw model,
orstad, Goes.
J. 'VERHAGE,
f Maart, bij J.
'ge.
m
OostkapeUe.
WATTEL,
tede „Schoone-
'Jh
Domburg.
3t metselen, bjj
Iphaartsdyk.
m bij Boekh.
arg B 16.
eisje
en de kinders.
-JONGBLOED,
straat, Goes,
i
IS, Seroos-
-ZIERIKZEE.
aorgens 7,30 u.,
|n 23—31 Maart
aiddags geen
.20 7,30
3,-
.21 7,30
.22 7,30
3-
.23 7,30
3-
24 7,30
3,-
1 25 7,30
3,-
.26 6,30
3,-
.27 7,30
•.28 7,30
3,-
3,-
.29 7,30
l.30 7,30
3,-
31 6,30
3,-
SCHELS E".
1.21 7,30 10,30
22 8.— 10,30
1.23 8,30 11,30
24 8,30 11,30
l25 6,— 12,30
.26 8,30 11,—
.27 8,30 12,—
Jr.,28 8,30 8,30
29 9,- 9,30
.3010,30 10,30
3110,— 11,—
ter een datum is
tweede getal is
ROTTERDAM.
Middelb. v. Rott.
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
brweat - doei,
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02s.
Zij, die zich met 1 April op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot
dien datum gratis.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Het spreekt haast van zelf dat nieuw
opkomende richtingen in het geestesleven
des volks ook hun zedeleer trachten vast
te stellen en smakelijk te maken.
Zoo doen in onze dagen de Theosofen
en de Tolstoianen. Zoo doen ook de sociaal
democraten.
En het spreekt evenzeer van zelf dat
iedere aanval die de nieuwe zedeleer rich
veroorlooft, gericht is tegen het Christen
dom. Het christelijk geloof en zijne zede
leer en wereldbeschouwing heerseht sinds
eeuwen en is daarom het onderwerp van
aanval bij uitnemendheid.
In tegenoverstelling van een bekende
schrijfster in ons midden die zich Enka
noemt en die christendom en socialistische
levensbeschouwing vereenigen wil, komt
het lid van den Amsterdamsohen gemeente
raad, de bekende socialist Vliegen, aan
het Nederlandsohe publiek een nieuwe
zedeleer" aanbieden. Het is niet zijn werk
die te ontvouwen, maar dat van een bui-
tenlandsohen professor.
Het bestudeeren van deze nieuwe zede-
'kV»- leer is tevens hare veroordeeling en het
lezen alleen een daad van ware zelfop
offering.
Als wij zeggen dat het dikke woord
BSociale machtsverhoudingen'' zoo ongeveer
de maat aangeeft waarnaar alles gemeten
wordt, de keursteen waaraan alles getoetst
wordt, dan hebben we, naar we meenec,
de kern van deze nieuwe zedeleer gegrepen.
Zedelijk zoo leert een van de voor
naamste stellingen van deze zedeleer
handelt hij die dit doet in verband met de
sociale machtsverhoudingen, onzedelijk hij
die daartegen ingaat. En als deze zede-
meester het geweten bespreken zal dan
heet hetwat wordt het geweten sterk
overschat. Waarlijk het heeft niet dien ge-
Herinnering
aan
JOHN MILTON.
't Leven onzer groote mannen
Leert ons hoe men heerlijk strijdt,
Hoe men eens een voetspoor nalaat
In den zandzoom van den Tijd.
Ten Kate (naar Longfellow.)
Three poets, in three distant ages born,
Greece, Italy and England did adorn
The first in loftiness of thoughst surpast,
The next in majesty; in that the last,
The force of nature could no farther go,
To make a third, she joined the iormer two.
Dryden.
De vreemdeling, die Londen bezoekt,
cal ontegenzeggelijk, indien de beschik
bare tijd het maar eenigszins gedoogt, niet
nalaten, de Westminster abdij te gaau
bezichtigen, een meesterstuk der Gothisehe
arohiteoluur, met hare forsohe lijnen en
statige bogen, niet ten onreohte door Al-
bions zonen, om de keur der graven en
de praebt der tomben hun nationaal
Walhalla genoemd.
Het is de tempel van den Rcero, wel
is waar, ook betreden, om den Schepper
boven het schepsel te eeren, maar niettemin,
ceer dikwijls bezooht, om het genie te
bewonderen van hen, die naar de bekende
uitspraak van Irving tijdens hun leven
de wereld met hun roem en de geschied-
rollen met hunne daden hebben gevuld
En als dan de bezoeker dier gewelven,
na den Noorder- en Zuidervleugel te
hebben bewonderd, de namen heeft ge
weldigen poëtischen inhoud, die godsdienst,
filosofie en kunst het altyd toedichten. Het
geweten kan slechts bestaan in de vrees
voor de nadeelige gevolgen van den strijd
tegen de sociale machtsverhoudingen.
En het zijn volgens zijn leer, nu niet
precies sociale machtsverhoudingen, maar
dan toch ook machtsverhoudingen, ditmaal
ingewortelde, die de leer van het christen
dom er bovenop houden. De wonderen van
Christus tracht men langs wetenschappelij-
ken weg te verklaren en de hoog heilige per
soonlijkheid van Christus wordt niet san-
getast, juist omdat men stuitte op de groote
in den loop van j&arduizenden, ingewor
telde machtsverhoudingen.
Die machtsverhoudingen schijnen, even
wel gewijzigd, naar de meening des schrij
vers, den goeden weg op te gaan, want hij
onderscheidt in de zedelijke ontwikkeling
der W estersche besohaving drie perioden.
Eerst de t^d der volksgodsdiensten by de
Grieken, Romeinen,Germanen en Slavische
volken, ten tweede den tijd van het chris
tendom en ten derde het naderende tijdvak
van het socialisme.
De socialistische zedeleer zoo verkon
digt hij ziet af van eiken religieusen
grondslag, van de voorstelling, dat de zede
lijke geboden van 'n Godheid afkomstig zijn,
van verwijzing naar een toekomstig leven,
waar het mensohelijk doen en laten zijn
rechtmatige beloocing of bestraffing wacht.
Daarentegen zal het socialisme de overge
leverde sociale machtsverhoudingen zoo
omwentelen, dat uit de nieuwe machtsrege
ling een hooger stoffelijk leven met natuur
noodwendigheid zich ontwikkelen moet.
Ziedaar de kerk van de nieuwe zedeleer, de
socialistische zedeleer. Eenvoudig is ze
zeker niet en overduidelijk ook niet.
Uit christelijk oogpunt bezien plaatst
deze socialistische zich vierkant tegen haar
over.
Het geldt hier de tegenstelling tusschen
sociale machtsverhoudingen aan de eene en
christelijk geloof aan de andere zijde Ter
wijl de socialist de ontwikkelingsgang der
schepping en der maatschappij nit bloot
stoffelijk (materialistisch) oogpunt ver
klaart, ziet de christen denzelfden ontwik
kelingsgang van maatschappij en schep
ping door Hooger hand geleid en door.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 4G cent, iedere regel meer 8 cenr.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
lezen van zoovelea, die op het tooneel der
wereld als staatslieden eene groote rol
hebben gespeeld, of als gesohiedsohrijvers
en kunstenaars meer in stilheid zich een
onsterfelijken naam hebben verworven,
dan ziet hij zich in Poets' corner na het
standbeeld van Thomson, den dichter der
Jaargetijden en het forsohe monument van
Shakespeare, den koning van het drama
te hebben bezichtigd, voor eene buste ge
plaatst, welke, schoon eenvoudiger dan
vele andere, toch met niet minder gevoel
en in overeenstemming met het karakter
van den dichter, dien zij huldigt, de na
gedachtenis van een genie eert, dat door
eenvoud van gemoed en adel van ziel
boven vele tijdgenooten uitblonk.
Het is de buste van Milton, van Shake
speare, den grootsten van Engelands
dichters, den Schepper vsn het epos, in
Engelands litteratuur ten zeerste de hoog
ste plaats onder zoovele mindere goden
in dit Walhalla overwaardig.
Een eenvoudige lier, rond welke zich een
slang kronkelt, met een appel, doet den
aandachtigen beschouwer bijna onmid
dellijk raden, hoe de kunstenaar hier zin
speelt op Miltons meesterwerk//Para
dise lost", dat vanwege het verhevene
en goddelijk sehoone, waardoor het zioh
kenmerkt, te allen tijde de edelste aan
doeningen wekt van hen, die, zij het dan
ook van ver, eenigerinate de heerlijkheid
hebben leeren bewonderen, diedeSohep-
per in een machtig kunstgenie heeft gelegd,
als flauwe afstraling van zijn eigen Wezen,
naar welks beeld ook dit genie is gevormd,
Milton! Welke herinneringen roept
die naam voor den geest, uit den tijd
van Engelands roemrijk verleden, her
inneringen vau strijd en zegepraal, van
zedelijke (niet alleen stoffelijke) krachten
beheerscht.
Dat is de klove die sociaal-democatie
en christendom scheidt, en Enka moge
in het jongste nummer van Patrimo
nium het denkbeeld bepleiten dat samen
gaan met de sociaal-democraten en chris
tendom in oeconomischen zin mogelijk is
omdat dit en dat niet verboden ie, dat is de
kwestie niet.
Wie den tempel van Marx binnen gaat
zoo lazen we ergens met onovertroffen juist-
beid legge het vrachtje godsdienst, dat
hij by den ingang dragen mocht, gerustelij k j
neer. Hij wiens geestes- en gemoedsleven
zich boven het materialisme verheft, vindt
in de nienwe zedeleer zooals die vertolkt
wordt door den heer Vlieger geen zedelijk- j
heid en geen houvast.
En wy voegen er gaarne by dat eene
nieuwe zedeleer er anders zal moeten uit-
zieu als deze om de oude te overwinnen.
Alle verandering is nog geen verbetering.
10 Maart 1908.
Wat is er van aan
Het Kamerlid Hugenholtz zal weldra
den minister van justitie interpelleeren
over een rechtszaak die verleden week is
afgehandeld en waaraan builen kleven,
door een veldwachter te Papendreoht aan
een sjouwer aldaar ten gemeentehuize
bezorgd.
Wij nemen 't relaas der feiten over, ge
lijk wij dat vinden in Het Volk, die het
ontleent aan Het Handelsblad.
De sjouwer Garsthagen, te Papendrecht,
komt op een morgen in September op het
gemeentehuis om inlichtingen te geven in ver
band met het vernielen van een glasruit van
het gemeentehuis, een paar avonden te voren
geschiedt. Hij weet, dat de politie hem van
deze daad verdenkt, daar zij hem overal ge
zocht heeft, doch vruchteloos, omdat hij zich
verborgen had uit vrees van geboeid opgebracht
te worden, evenals met een makker van hem
reeds geschied was, die van hetzelfde verdacht
werddeze was de werkelijke dader, doch
weigerde te bekennen. Daarom begeeft Garst
hagen zich bereidwillig naar de politie om de
zaak toe te lichten.
Hij beweert bij die gelegenheid mishandeld
te zijn door twee veldwachters, eerst in tegen
woordigheid van den burgemeester, later in
angst en blijdschap, in staat, kerk en
maatschappij, herinneringen van verdruk
king en vrijheid, naar liehaam en geest
beide en als de grijze muren van Enge
lands staatsgevangenis, den Tower, spre
ken konden, aoh, hoevele namen zouden
zij weten te voegen bij het aantal op de
oiïicieeie lijsten van hen, die om de
vrijheid vau geweten en staalkundige
gevoelens onder de eerste Stuarts, ge
lijk vroeger onder de laatste Tudors, hun
ellendig bestaan in vunzige kerkerholen
moesten voorlsleepen of meedoogenloos
vielen onder het slagzwaard van den beul.
Te midden van dien benardea tijd leefde
Milton en nam door zijn geschriften een
werkzaam aandeel in den strijd voor j
vrijheid en reohf, hoezeer het hem aan j
het hart ging toen de lier te laten rusten.
Milton was niet alleen dichter, staats-
man en wijsgeer, maar ook goed Pa
triot, niet alleen Puritein, maar wat
meer zegt, bovenal geloovig Christen, kam
pioen en martelaar tevens voor de zaak
der vrijheid, die niet dulden koD, dat de
rechten van Engelands volk door wille
keur en dwingelandij zouden worden ge
schonden.
Hij was een veelzijdig genie, en heeft
den stempel van zijn geest gedrukt op den
tijd, waarin hij leefde, zoowel als op de
kunstwerken, die hij schiep. Het is in
geenen deele onze bedoeling eene vermetele
poging te willen wageD, om den fijnge-
slepen diamant, als men het schitterend
genie van den dichter met dien edelsteen
mag vergelijken, van alle zijden (e laten
zien, evenmin om den vollen omvang
vaude majesfeit van zijn geest te too-
nen immers alleen het oog van den
adelaar is tegen het verblindend zon-
tegenwoordigheid van een derden veldwachter.
Hij dient een aanklacht wegens mishandeling
in tegen de veldwachters en zet te g e 1 ij k
een stuk in de Dordrechtsche Cou
rant (li September), waarin hij een relaas
geeft van wat hem zou overkomen zijij en
waarin hij het optreden van de politie «beest
achtig" en de veldwachters «beulen" noemt.
Ten gevolge van de klacht van Garsthagen
worden in een instruktie gehoord verschillende
getuigen, niet echter cle dokter, die
G. anderhalf uur na zijn terugkomst uit het
gemeentehuis behandeld heeft wegens een
sterk gezwollen neus, waarop zich een segment,
zijnde een restant van een bloedbaar bevond.
De klacht van Garsthagen wordt door de
Justitie als ongegrond beschouwd. Een
oud liedje.
Wegens het stuk in de krant echter dienen
de veldwachters een klacht tegen G. ina.
wegens lasterlijke aanklacht en b. wegens
smaadschrift of laster. Volgens hetgeen de
verdediger ter terechtzitting van het Hof mee
deelde, liep de klacht der veldwachters niet
over smaadschrift, doch over laster (zie artikel
262 W. v. S.) terwijl het O. M. vervolgde op
grond van smaadschrift.
13 December wordt deze strafzaak voor de
Dortsche rechtbank behandeld.
Als getuigen k charge worden vanwege den
officier gedagvaard de twee beleedigde veld
wachters en de prokuratiehouder van de
Dordrechtsche Courant, terwijl ter
terechtzitting vanwege het O. M. nog een derde
veldwachter als getuige wordt geroepen.
A décharge werd een 12-tal ge
tuigen gehoord, dieverklarendat
zij door depolitiemishandeldzijn,
van wie dehelftdezebehandeling
ondervond op het gemeentehuis;
ook werd gehoord een vroegere
nachtwaker te Papendrecht, die
verklaarde, dat de politie te Pa
pendrecht «eropslaat, als de ar
restanten niet willen bekennen
of weigeren hun naam op tege-
v e n"eindelijk werden nog gehoord vier
getuigen, die allen Garsthagen gezien hadden
even vóór hij het gemeentehuis binnenging
en die eenparig verklaren, dat hij nuchter was
en niet gewond.
De verdediger had als getuige en deskundige,
gedagvaard den heer B., arts te Papendrecht,
die pertinent verklaart, dat de verwonding van
Garsthagen onmogelijk kon ontstaan zijn op
de wijze, die de veldwachters opgeven als de
oorzaak der wend (nl. het vallen tegen een
deurpost dcor het struikelen over een mat),
welke meening hij uitvoerig uiteenzet.
Eveneens had de verdediging dén burgs.
lieht bestand maar mooist het ons
gelukken, eenige stralen op te vangen van
het lioht, dat de diamant weerkaatst, en
iets van den verwarmenden invloed te
gevoelen, welke deze »zon" mededeelt,
dan voorzeker was het doel bereikt, dat
de schrijver zioh met de herinnering aan
en de nagedachtenis van dien grooten
zoon van Albion voorstelt.
John Milton werd 9 Dec. 1608 te Londen
uit een oud aanzienlijk Roomseh-Katho-
liek geslacht geboren. Zijn vader wa3
tegen den zin zijner ouders tot het Protes-
tantsch geloof overgegaan en daardoor
genoodzaakt zich met den toenmaals zeer
bescheiden werkkring van notaris te ver
genoegen. Behalve eene doohter Anna bed
deze twee zodcd, John, den oudste en
Christcflel, die in den Burgerkrijg met
beslistheid de zijde van den koning koos
en later naar het Pausdom overhelde.
Onder Jaeobus II werd hij tot rechter
benoemd, welk ambt hij tot zijn dood
bekleedde. Zeer waarschijnlijk werden de
kinderen in Puriteinsclien geest opgevoed
en vlijtig in den Bijbel onderwezen. Van
daar dat onze John, met wien wij ons
gaan bezighouden, eene zeldzame Bijbel
kennis aan den dag legde, welke hem
vooral op lateren leeftijd zeer te stade
kwam.
Ook in zijn //Paradise lest'' komt (en
zeerste uit, over welk eene uitgebreide
kennis der H. Schrift Milton kon be
schikken en met welke vaardigheid hij
er zioh van wist te bedienen.
Tochmeene men niet, dat Mitton's vader,
al was hij ook de beginselen der Puri
teinen toegedaan, behept was met die
zonderlingheden, welke als zoovele kleine
meester gedagvaard, die verklaarde dat hij
juist in de gang van het raadhuis stond te
praten toen G. binnenkwam dat hij niets ge
zien had van de mishandeling en dat G. later,
toen de burgemeester in de raadzaal kwam,
zelf gezegd had, dat hij zoo bloede van het
stooten tegen den deurpost.
Wij weten natuurlijk niet of dezesjouwer
mishandeld is, en of de rechtbank, en later
't Haagsohe gerechtshof zioh vergisten met
hem wegens laster te vr nnissen. Wij ge-
looven dit laatste vooralsnog niet, dewijl
wij nog gelooven in de nuchterheid en
onpartijdigheid der rechtspraken.
Wij zouden niet gaarne, dewijl wij niets
zekers weten, ook maar één onpuntelijk
woord tot een der partijen in deze zaak
spreken.
Wel spreken wij echter de hoop uit dat
de inferpellatie-Hugenholtz lioht brenge
over deze treurige zaak.
:fc
In onze dagen waar men zeer dikwijja
ziet en hoort van het toepassen van elee-
trioiteit op allerlei bedrijven, wekt het geen
verwondering als we steeds meer hooren
van proeven genomen om den plantengroei
door middel van eleotrisiteit te bevorderen.
De laatste proeveD op dit gebied zijn
het vorige jaar in Engeland door eenen
Nieuwman geleid.
Te Bristol, te Gloucester en teEversheim.
Bij die proeven werden zoowel de bodem
als de planten aan eleetrische stroomen
blootgesteld, en het bleek dat komkommers
door de eleotriseering 17 pet. boven de
normale in opbrengst hadden gewoDneD,
dat aardbeiplanten van vijf jaren 36 pet.
in opbrengst wonnen en van een jaar 80
pot. Snijboonen given vermindering van
opbrengst, maar ze waren eenige dagen
vroeger tot gebruik geschikt. Suikerbieten
gaven een productie vermeerdering van
30 pot. en waren in suikergehalte 10 pet.
hooger dan de niet gelectriseerde bieten.
Ook bij granen was een sterke vermeerde
ring van opbrengst te constateeren waar
eleetrische bewerking was toegepast.
Wij, Nederlanders, komen nog al eens
achteraan tegenover anderen. Sommigen,
maar het zijn ontevredenen, willen ons wel
eens de Caineezan van Europa noemen.
vlekken het anders zoo zuiver gewaad
dezer partij ontsierden. Integendeel, on
danks den kalmen ernst, in de fiere trek
ken van zijh gelaat onmiskenbaar te lezen,
stond de werkzame, welwillende notaris
uit Breadstreet als vurig minuaar en be
oefenaar der sehoone kunsten, vooral der
muziek, onder zijne vrienden bekend.
Als de avond gedaald en de dagtaak
volbracht was, vereenigde zioh het gezin
in de huiskamer roud bet orgel, waaraan
de vaardige vingeren van den vader beur
telings vroolijke en sombere, doch altijd
welluidende tenen wisten te ontlokken.
En als dan de trouwe vriend des huizes
Henry Lawev, een zeer beroemd hofoom-
ponisf, in de lange winteravonden de
familie de eer aandeed, deel te nemen aan
een huiselijk oonoerf, dan steeg de vreugde
ten top.
Dan zag men een huiselijk tooaeel, het
penseel van een Rubens overwaardig.
Voor het eenvoudig oigel zit de vader,
met de tonen van het instrument het
gezang begeleidend, bijwijlen zijn stroeven
ernst afleggend voor den gullen lach, die
ca afloop van elk stuk, onwillekeurig cm
zijne lippen speelt, als hij bij zijn jeugdigen
John, met zijn stemmig gewaad en tiaditio-
neelec, geplooiden halskraag, indetinteling
van het oog die ontluikende gave der
kunst bespiedt, welke zich later bij den
dichter in volle kraoht zal ontplooien; in
een kring, om het speeltnig heen, scharen
zich, behalve de moeder en den gewaar-
deerden gast, de beide oudste kinderen,
Anna en John, die ook hunne zilveren
stemmen paren met de liefelijke tonen
van het orgel,
(Wordt vervolgd.)