mem.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No, 125. 1908,
Woensdag 26 Februari,
22e Jaargang,
rraagd
rig Agent
it gevraagd
ihondster
HISTORISCH
testrit
CHRISTELIJK-
vraag cl
aecht
„Vrederust" komt!
RIJ.
OP
OP
koop,
scht
m aankomende
ECHT
knecht
Eeld.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
DE JÖNGË-VERWEST, te Goes
F. P. DHUIJ, ie Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
BVMGï -
den afkoop van
uitsluitend
ïeffer is, kunnen
sschen 11 en 1
mdergeteekende,
t G 217, kennis
waarvoor het
ewijze kan
de voorwaarden
itmeester,
HURGRONJE.
t op den besten
ïsreden, ter over-
in volle werking
Koopsom, met
litale woonhuis,
;ens de helft als
d blijven,
eau DE ZEEUW,
welke per schip
n.
gave hoeveel-
ORSTANJE Lz.,
chaap
:t, bij K. JANSE
ning, zesde kalf,
>elen, bij L. P.
is, Nadorst.
rekening, bij A.
;he Weg,
d d e 1 b u r g.
gd
31 VEL AND
n Beetwortelen
fabriek).
ve van referentie
ZEEUW, Goes.
an beetwortelen
L
DT, N i s s e.
p i n g e.
en kan, bij L.
ce, Hoogelande.
kker, Wisse-
raagd
ilwerk, bij J. J.
a.s.
DE SCHIPPER
KORSTANJE,
en.
1 terstond
tl DE JONGE,
nan alleen.
E, landbouwer,
Verweet - Goes.
•V,
If
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p, p. 1,23.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
m -Jkïi
van —5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Terwijl onze eigen inkomsten misschien,
onze Stadsinkomsten zeker, de gevolgen
ondervinden van de dalende beursnolee-
ringen van het vorige jaar terwijl onze
politieke toestand de gevolgen ondervindt
van de politieke malaise die het gansohe
bestaan van het Kabinet de Meester heeft
gedrukt en zijn levenseinde verhaast
terwijl de pers zioh bezig houdt met het
opmaken der geboorte-aoie van het nieuwe
Kabinet en persoonsbeschrijving van zijne
leden, in afwachting van de dingen die op
10 Maart, als de TweedeKamerbijeenkomt,
staan te komen, schijnt ons de tijd gekomen
oin onze lezers even te onderhouden over
een provinciaal en een christelijk belang
in eigen omgeving.
Het laat zich nu wel aanzien dat nog
dit jaar een aanvang zal gemaakt worden
met den bouw van de meest omvangrijke
stichting die Zeeland de zijne zal mogen
noemen, de stichting Vrederusttot chris
telijke verzorging van Krankzinnigen voor
Zeeland, bij Bergen-op Zoom. Tallooze
moeilijkheden die zioh openbaarden, vooral
bij de keuze en het geschikt maken vsn
terrein zijn overwonnen, en de geldleening
noodzakelijk voor den bouw, sinds een
viertal weken uitgeschreven, had reeds
zooveel succes dat het welslagen aan geen
redelijken twijfel onderhevig sohijnt.
Vrederust is komende.
En met Vrederust wordt een provinciaal
en een ohristelijk belang gediend.
Een provinciaal belang.
Wie kent niet de bezwaren voor onze
kranken naar den geest en hunne familiën
verbonden aan het wegtrekken naar verat-
gelegen en overbevolkte gestichten
Wie telt de berichten „geen plaats" in
gekomen op zoovele aanvragen
Nog altijd heeft de provincie Zeeland
voor de zorg van zijne krankzinnigen
leentje-buur moeten spelen bij Holland, en
zonder dat we ons hebben te beklagen
over min-heusche behandeling spreekt het
tooh wel van zelf dat het hemd nader is
dan de rok.
Vol is nu eenmaal vol, en als de plaatsen
waarvoor Zeeland contracteerde nu een
maal bezet zijn, dan valt er ook niets te
zeggeD, als op drie aanvragen uit Zeeland,
265)
FEUILLETON.
DOOR
SCALDIS.
Iets over de oude Gilden.
III.
Bij gemis aan middeleD, om in eigen
onderhoud te voorzieD, werd de broeder
uit de gildekas ondersteund. Bij zijn over
lijden werd hij door zijne medeleden naar
het graf gedragen, tenzij de nabestaanden
dienaangaande andere beschikkingen moch
ten Jgemaakt hebben en zijne weduwe werd
geenszins aan haar lot overgelaten.
Wat aangaat de verdere verplichtingen
der Gildebroeders onder elkander, was het
hun niet geoorloofd elkanders leerjongens
te onttrekken, zoolang deze hun tijd niet
hadden uitgediend.
Evenmin mochten zij iets verkoopen,
wat niet behoorde tot het handwerk, waar
voor zij eene proef hadden afgelegd wel
is waar dat er in dit opzicht meer dan
eene gelegenheid bestond, om de bestaande
bepaling te ontduiken, deels door de plaat
sing van een knecht, die voor een ander
ambacht was opgegeven, deels door het
onbepaalde van de grenzen, binnen welke
de verschillende stijlen zioh moesten hou
den, doeh er werd zooveel mogelijk, zoo
wel in het een, als in het andere voorzien.
Was een der broeders gestorven, dan
gelijk voor een paar weken gesohieddei
het antwoord komt //geen plaats".
IntusBchen de kantonrechter gaf, op
advies van den geneesheer, bevel tot ge
stichtsopname en zoo moet de patiënt, tegen
den zin van familieleden ondergebracht
worden in een gesticht buiten zijn gewone
levensfeer.
Voor vier jaren kwam er in Zeeland
een merkwaardige opwekking, van twee
zijden tegelijk. Eerst van liberale en een
oogenblik daarna van christelijke zijde.
Aan de vele klachten, sinds jaren ge-
rezeD, had de Kantonrechter van Middel
burg uiting gegeven in de pers Eenige
Zeeuwen van vrijzinnigen huize vereenig-
den zich om een stichting voor Zeeland
en Westelijk Noord-Brabant te vestigen,
en een twintigtal Zeeuwen van ohristelij-
ken huize vereenigdeu zich om een stichting
voor Zeeland te doen verrijzen.
Eerstgenoemde plaatste zich op neulraal
(errein en laatstgenoemde op christelijk
terrein.
Eerstgenoemde nam twee provinciën in
haar plan op on laatstgenoemde slechts één.
Het bleek al spoedig dat eerstgenoemde
zioh terugtrok an dat laatsfg* noemde zich
in terreinkeuze vergist had. Zeeland le
verde voor zoodanige stichting geen terrein
en het klinkt bijna ongelooflijkgeen
water.
En nu reeds is, met vrij groote waar
schijnlijkheid, te voorspellen dat op dezelfde
gronden die voor weinige jaren bij het
liberaal Comité in optiè waren de stichting
tot christelijke verzorging van Krankzin
nigen in Zeeland zal gebouwd worden.
Zandgrond en dennenbosch is in waar
heid neutraal.
Ook een christelijk belang wordt door de
komende stichting gediend.
Indien ergens ter wereld en waar niet
de antithese tusschen christelijke en
onchristelijke wereldbeschouwing open
baar wordt, dan toch zeker wel op 't terrein
van krankheid en ellende.
Christus, toen hij op aarde was,deed twee
dingen. In de eerste plaats predikte hij het
Woord en in de tweede plaats genas Hij de
blinden, de dooven en de bezetenen.
De christen moet in navolging van Hem
zonde en ellende bsatrijdan.
En waar ter wereld ligt meer ellende te
bestrijden of liever ellende te lenigen als
onder het zoo jammerlik toenemend santal
onzer krankzinnigen. Vrederustkomt.
Laat hot een blijde tijding zijn voor heel
het christelijk Zeeland.
mooht alleen ziekte de overigen terug
houden, om de laatste eer aan den
doode te bewijzen, op den bepaalden tijd
moesten zij, voorzien van een mantel
(pelle), voor het huis van den boekhouder
verschijnen, en had da familie van den
afgestorvene geen dragers uitgenoodigd,
dan rustte op de acht jongste broeders
deze taak.
Ook tegenover kunne begunstigers waren
hun plichten opgelegd. Zouden tooh de
voorrechten den Broeders toegekend, lich
telijk ten gevolge hebben, dat hunne af
nemers, tegen hooge prijzen, middelmatig,
zoo geen slecht werk ontvingen, er waren
in de gildeweiten bepalingen opgenomen,
door welke dit bezwaar werd opgeheven.
Reeds in de ordonnantie van 1586, was
den tinnegieters ea zilversmeden gelast, dat
zij alle grootwerk zelf zouden maken of
doen maken binnen de stad, en dat wel
z/tot suleke redelijcke prijze als dat be
hoort, soodat men geen klagie da9raf en
hoore", en in die van 1789 was bepaald,
dat, zoo er tusschen een Gildebroeder en
een particulier persoon versohil ontstaan
mocht over eenig werk of over eene reke
ning, Dekenen, des verzocht zijnde, in
overleg met den Oyerdeken, daarover uit
spraak zouden doen.
Voorts waren zij verplicht, den li. Sa
cramentsdag met hunne tegenwoordigheid
op te luisteren. In dien omgang werd het
Smeden-gilde de eerste plaats toegekend
na het Gilde „dat Oase Lieve Vrouwe
Zij het nu reeds, terwijl het in wording
is, opgenomen onder onze kinderen, die ons
gemeenschappelijk huisgezin komen ver
meerderen, en die we, hoezeer wetende dat
ze veel zorg medebrengen, toch met vreug
de begroeten en met sympathie tegemoet
treden. s
25 Februari 1908.
Roomsche antirevolutionairen.
O ver deze door mij gebezigde uitdrukking
schreef de Nieuwe Tilburgsche Courant van
30 Jan. 1.1. het volgende
Deze uildiukking, waarmede professor Fabius
eenige katholieke schrijvers aanduidde, kan goed
zijn doch ook slecht.
Zij is goed, wanneer bedoeld wordt aan te
geven, dat onder de antirevolutionairen, die in
de wereld de beginselen der Fransche revolutie
bestrijden, ook de Roomschen moeten worden
gerekend.
Zij is evenwel verkeerd, wanneer men er
mede te kennen zou willen geven, dat onder
de katholieken personen gevonden worden die
wèl, en anderen die niet antirevolutionair zijn.
Een katholiek immers is antirevolutionair van
huis uit. Zonder het een bestaat het ander niet
en dat is zoo waar, dat de katholieken de
Hervorming niet anders dan als een revolutie
beschouwen, die zelfs als verwijderde oorzaak
de Fransche revolutie heeft voorbereid..
Mijne bedoeling was zoo welwillend, zoo
waardeerend als mogelijk is.
Om aan te duiden dat onder de bestrijders
der Revolutie zoowel Roomsehen als Pro
testanten zijn.
Maar een //katholiek immers is anti
revolutionair van huis uit".
Groen van Prinsterer schreef(,Ia be
ginsel is elk christen anti-revolutionair".
„Alleen wanneer hij op politiek terrein
zich in den aard en de verhouding der
partijen vergist, kan de Christen* aan het
liberalisme de hand reiken en voor het
evangelisch beginsel, in den (door de Re
volutie in het leven geroepen anti-revo
lutionairen vorm, beducht zijn" (Ned. Ge
dachtendl. I., bi. 13).
Dergelijke vergissingen zijn mogelijk
bij Roomschen zoowel als bij Protestanten.
Vergissingen. Men mag daarom zelfs den
Christennaam niet kortweg ontzeggen aan
wie onder de vanen van het liberalisme
worden aangetroffen.
Maar de Roomsche Christen, die zich
niet vergist, is dan toch bij uitnemendheid
anti-revolutionairhij beschouwt ook de
Hervorming ais een revolutie, //die zelfs als
verwijderde oorzaak de Fransche revolutie
heeft voorbereid".
ommedraeoht", wel een bewjjs dat het
eene voorname plaats onder de Gilden
bekleeddezij waren ook nog lang na de
Hervorming verplicht tot eene bijdrage
voor het onderhoud der glazen van de
Groote kerk.
De fondsen van het Gilde werden ge
vonden, deels uit boeken van verschillenden
aard, deels uit bijdragen, bij reglement
voorgeschreven.
Wanneer de broeders geen aangifte
deden bij den boekhouder van leerlingen
door hon aangenomen, verbeurden zij tien
sohellhet zelfde bedrag voor een proef-
meester, die vóór het opnemen van zijne
proef, eenig ander werk zou afgemaakt
hebben.
Hij, die een leerling van een ander, ge
durende diens proeftijd in dienst nam, werd
beboet met tien sohell. Voor hem die zijn
overheid kwalijk bejegende, wss de boete
twee Pond Vis. en niet verschijnende op
de vergaderingen twee schel!.
Die goederen maakte of ontboot, om te
verkoopeo, buiten degene, waartoe zijn
proef hem recht gaf, verbeurde vier Pond
3 sohell. en 4 groofendie een knecht
van een ander op zijn winkel nam tien
sohellen eindelijk die zich zonder wet
tige reden aan de begrafenis eens broeders
onttrok één sohell. en voor een drager twee
sohell.
Niet minder waren er boeten bepaald,
voor vreemde kooplieden, die goederen
aan particulieren verkochten, zij verbeur-
Waartegenover ik dit tweetal stellingen
van Groen van Prinsterer plaats
*1. De Reformatie heeft in de zestiende
eeuw het revolutionair ongeloof gestuit.
«2. Alleen door het verflauwen van den
geest der Hervorming, heefi, in He acht-
tiende eeuw, het revolutionair ongeloof de
overhand behaald".
Van welke stellingen men de toelichting
kan vinden in Ongeloof en Revolutie2de
dr., bl. 152 en voigg.
(Rotterdammer.) D. P. D. FABIUS.
Wij herinneren ons niet dat ooit eenig
gezaghebbend Roomsch orgaan of staatsman
tegen den naam antirevolutionsirwoor zich
is opgekomen, zoowel aan Links als aan
Rechts.
Dr. Schaepman gebruikte deze namen
gaarne en zelfs mr. Huffoaaus verklaarde
eens in een der Kamerzittingen onder
het 8e minielerie-Heemskerk: Wij zijn alte-
maal jongens van Groen van Prinsterer,
Red. Zeeuw.
Het optreden van drie Kamerleden ala
ministers maakt in de volgende maand een
drietal Kamerverkiezingen noodzakelijk,
en wel in Rheden, Tietjerksteradeel en
Sliedrecht.
In Rheden waar een wedloop tusschen
twee katholieken schijnt uitgeschreven, zal
de uitkomst wel niet twijfelachtig zijn.
In de beide andere districten zal echter
werken de boodschap zijn want blijkbaar
is daar wel eenige achteruitgang te be
speuren.
Neem bijvoorbeeld Tjietjerksteradeel.
Ia 1901 werden er uitgebracht 5447 gel
dige stemmen. Hiervan verkregen Talrna
3026: Troelstra 1247 en De Kantor 1174.
Dus Tslma 705 meer.
In 1905 stond hetTalma 3853 Borge-
sius 1916, Trooistra 1469 van de 7238. Dus
had Talma toen 468 meer.
Nu, met 68n candidaat minder bekend in
't district, minder handig in 't debat, en
daarbij een nieuweling, zal 't meerder-
heidsciifer allicht nog minder gunstig zijn.
Hopen w(j maar, dat de zaak met moed,
beleid en trouw in dit Friescha district,
waarop aller oogen, ook hier, gericht zijn,
worde aangepakt en behandeld.
Reeds bij eerste stemming.
Heeft men van dit ministerie ook iets in
het belang der openbare zedelijkheid te
verwachten
Wij stellen onze verwachtingen niet te
den drie Pond, zes sohell. acht groeten.
Indien erfgenamen van een overleden
broeder, met uitzondering zijner weduwe,
na drie maanden van het overlijden, goe
deren aan particulieren verkochten wer
den zij beboet met vier Pond 3 sohell. 4
grooten.
Wanneer burgers, buiten de jaarmarkt
om, goederen verruilden of verkoohten aan
vreeraden of niet-gildebroeders verbeurden
zij drie Pond 6 schel]8 grooten.
Voor oude kleer-, oudijzer-, koper- en
blikverkoopers was de boete bepaald op
één Pond, wanneer zij aan de goederen,
door ben geveild, iets herstellen of deden
herstellen en tien schell. bedroeg zji, wan
neer vreemde ketellappers, scharenslijpers
enz., buiten de jaarmarkt iets repaieerden.
Inkomsten waren voortsvoor een
nieuwen meesterZes Pond voor een in
boorling en voor een vreemde negen. Bij
aanteekening in het Gildeboek van een
nieuwen leerling gaf deze tien schel!.
Oud-ijzer, -koper, -tin, -lood-, en blik-
verkoopers, waartoe ook de veïkoopers
van messen, scharen, naalden, spelden enz.
gerekend werden, moesten per hoofd twee
schell. storten, tot onderhoud der kerk
glazen.
Uit deze fondsen werden betaald het
tractement van den Boekhouder en dat van
den Gildeknsap eene bijdrage voor repa
ratie der kerkglazen de uitkeeringen aaa
behoeftige Gildebroedersde verteringen
bij de maaltijden en speelreisjes en de
hoog; en wij verwachten 't in de eerste
plaats ook niet, van gestrenge wetgeving
maar van een omzetting der openbare mee-
Bing door woord en geschrift.
Toch geeft sommiger aanwezigheid in dit
kabinet ons eenige hope op beterschap.
De Getuige, het Maandblad onder redac
tie van den hooggeschatten H. Pierson uit
Zetten, herinnert wel aan veel dat er nog
niet is. Als daar zijn een wet op strafbaar
stelling van bordeelende wettelijke be
strijding van het Neo Malthusianisme ver
betering van de wetgeving ten opzichte
van koppelarij, verleiding, onzedelijke ge
schriften en voorstellingen, en het wettelijk
herstel van het onderzo'ck naar het vader
schap.
Maar er mag dan ook gezegd worden dat
de aanwezigheid van de ministers Heems
kerk, Kolkman, ldenburg en Talma in dit
kabinet .ons waarborgt dat, de aandacht van
deze nieuwe regeericg niet aan deze nood
zakelijke verbeteringen zal onthouden
worden.
Mr. Heemskerk heeft hier een goeden
naam op te houden.
Reeds op het //Nationaal Congres tegen
de Prostitutie" gehouden in April van het
jaar 1889 leverde hij een referaat over
«De houding van den Staat tegenover de
huizen van ontucht en op de vraagelke
houding de staat heeft aan te nemen volgde
zijn antwoord //Het houden vaneen huis
van ontucht moet bij de strafwet als mis-
dr(jf gestraft worden." Na dit congres heeft
de heer Heemskerk zich meermalen over
dit en andere bovengenoemde onderwerpen
uitgelaten.
De protesten van mr. Kolkman tegen het
Neo Malthusianisme en de pornografie
(onzedelijke platen en boeken) liggen nog
versch in het geheugen.
De heer Talma heeft er te Arnhem zy'n
geheele persoon aan gegeven, om 't kwaad
der bordeelen tegen te gaan, toen hij bij
zijn veel omvattenden arbeid toch nog ge
legenheid wist te vinden om met de leden
der Middernaehtzending te Arnhem nach
ten achtereen op post te trekken.
Hij is nog altijd lid van het Hoofdbestuur
der Nederlandsche Middernachtzending-
vereanigicg, en terecht herinnert genoemd
Maandblad aan een zijner uitspraken Het
is noodlottig voor het volk en zonde voor
God wanneer de overheid het kwaad niet
kwaad noemt en ais kwaad bestraft".
Terwijl voor den heer ldenburg de lof
reeds is uitgegaan dat hij als Gouverneur
van Suriname zich beijverde om te Suri-
sieraden, die men voor het Gilde deed
vervaardigen.
Was er bij de jaarrekening een batig
saldo vaD meer dan honderd gulden, dan
moest dit redegevend belegd worden in
stads- of andere solide fondsen.
Een batig saldo was er evenwel niet
ieder jaar zoo hooien wij, in 1660, Dekens
en Gildebroeders de klacht aan de regee
ring uiten„dat de jaerlijokse inkomsten
van het Gilde minder sijn, ais sij van rente
aan de kereke moeten betalen, sulex dat
sij niet magtlg sijn haren Bode te betalen,
en sulex ook 't eoneooiale oamagtig om
een verloopen Gsldebrcoder eenige assisten
tie te doen".
Wat de zooeven genoemde maaltijden
en uitspanningen aangaat, ij stellen ons
de afoeeldingen op oude sobik e ijeD, zcoals
er nog vele aanwezig zijn, de broeders
van de daarop voorgestelde corporation,
voor, als gezeten aan een niet karigen
maaltijd en een schuimenden beker.
Het gezicht van zulke schil ierstukken
doet dan onwillekeurig bij ors den wensoh
ontstaan, om de opgave van de verteringen
op zulke maaltijden te kennen. Nu, hiertoe
zijn we instaat, want dat ook onze St. Eli-
gius-broeders, wanneer zij van de zorgen
hunner betrekking ontslagen waren, den
inwendigen menscfc, met nat en droog goed
verste'.kten, zal niemand onzer betwijfelen.
Een volgenden keer hopen wij dan te
hooren, wat zij, op zoo'n bijeenkomst zooa
gebruikten. (plot volgt.)
K