NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 124. 1908.
erbrand
Dinsdag 25 Februari.
22e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
lüSstSf
J. BEZE-
hnisvrouw
van Win-
zoo is de
van deze
stond mij
me toe het
.oud toe dat
vroeg zij
mij het
deDoor
zicktigheid
de een ketel
water van
oktoestel af
geheele in
stortte over
o'n pijn, dat
en te zullen
sterk gestel
et deed mij
>ijn. Ik had
mijn voet
klaarde dat
>oi zou zijn.
wonderlijke
terbalsem,
vernomen
jl voor mijn
wenden. Ik
loosterbal-
HAVE te
In dag nadat
L ondervond
ng en beter-
las ik totaal
verklaiing
Ibezemer
hm ltloos-
[:neest outle
brnnd-
lumatiek,
pnuwpij-
i,Isoliia«9,
»hei«l iii
[rstuiliin-
iui iii tien
jikingon,
winte**-
1,20 en f2,50.
ihte KIoos-
Ij.poleij,
IÜIJDWEG,
fOK, Krab-
DEKKER,
Cortgene
blijnsplaat;
|rke; M. J.
aburg; W.
|rke; J. C.
astkapelle;
ontelande
lestkapelle
lrijpskerke
IRAHAMSE
5, Camper-
IWolfaarts-
West-Soo-
j-nemuiden;
|em en J.
|(W.)Mars.
Wed. D.
blijnsplaat;
Iwdorpl.
|estkapelle;
ikelier, Big-
f BROEKE,
Ibregtse,
iade
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S.
DE JON GE-VERWEST, te Goes
en van
F. P. D'HUSJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
II e IS a 3 a ii s.
264)
FEUXLLETOH.
Snippers uit de oude doos,
JRGl -
L6
ldt ons uit
iad ik een
die zich
een nood-
en over
wijndrecht
Indrecht.
leneest, deze
loden band
de handtee-
lotterdam,
lis namaak.
MULDER,
rSE, Korte
elburg A.
roordige wordt,
feren, met Mei
boerensrand en
[hoog loon, by
Coosje Bus-
n.
an stonden aan
Adres Boekh,
brwest - Goeg,
(»-
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,026«
UITGAVE DER FIRMA
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 3 cenr.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 eent.
WMiiiiiii»MH'B3r3BaEB»«^'ga«awaaMcgBBKTa
Het Handelsblad laat 't heengegane kabi
net nog eens de revue passeeren. Zij noemt
minister Foek den gelukkigste, dewijl hy
een negental wetsontwerpen in't Staatsblad
kreeg, onder welke de herziening van de
rechtsbedoeling over inlanders (o.a. inland-
sohe christenen. Dit ontwerp was echter
nog van zijn voorganger); en aanmoediging
der bananen-cultuur.
Minister Veegens bracht alleen tot stand:
het Bathpolder-subsidie (voor min. Kraus),
de keuring van uitvoervleesch, de afschaf
fing der tiendenhet voorschot aan de Zuid-
Amerikalijn, voortzetting der mijn-exploi
tatie en exploratie.
Dit resultaat is zegt het vrijz. blad
niet groot.
Minister Krans zoo vervolgt zij
heeft nagenoeg geen belangrijke wettelijke
maatregelen tot stand kunnen brengen.
Alleen de tramlijnen in de Haarlemmer
meer beteekent nog wat.
Minister Van Raalte bracht het arbeids
contract van zijn voorganger. Dat het nog
niet wordt uitgevoerd,komt doordien't„aan-
vullingswetje" door de Eerste Kamer ge
vraagd, nog niet door die Kamer is be
handeld.
„Overigens bleven ook de belangrijke
ontwerpen van Justitie onafgedaan. Noch
de wijziging van de rechterlijke organisatie
nooh de invoering van de administratieve
rechtspraak, nooh de vereenvoudiging van
de Kantongereohtsprooedure, nooh da her
ziening van het bewijsrecht in burgerlijke
zaken alle onderwerpen van groot be
lang, Vaarover wetsontwerpen, deels zelfs
nog van 't ministerie-Kuyper afkomstig,
aanhangig zijn gemaakt brachten het
tot openbare behandeling".
Iets meer suooes had minister Rink.
„Twee kleine partieele Drankwetwijzi*
gingen, de aankoop van de eollectie-Six, de
Brabantsohe paardenbelasting, de onder-
wijzerssalarissen wet ziedaar min of meer
beduidende wettelijke maatregelen die tot
stand kwamen onder zijn leiding".
Na opsomming van zijn nalatenschap,
verzucht Het Handelsblad-.
„Schoon dus minister Rink niet zonder
heeft,
DQOB
S C A L DIS.
lets over de oude Gilden.
II.
Wensehte een Roomsohgezinde in het
Gilde opgenomen te wordeD, dan moest
hij een inboorling zijn.
Nog in het laatste der 18e eeuw werd
dit privilege gehandhaafdwant toen
zekere Pieter Fabrij verzooht, om na ge
dane proeve, in de smederij bij de
II ll.kinderen-yooit als hoefsmid te fun-
geeren, onder belofte, dat hij tot de Her
vormden zou overgaan, toen werd hem
zulks wel toegestaan, maar tevens een
termijn van zes maanden voor zijne be
lijdenis vastgesteld, zullende, zoo hij in
dien tijd aan zijne belofte niet voldeed,
de vergunniag der regeering worden ia-
getrokken. Later werd mon op dat punt
vrij wat toegevender. Althans in de raads
vergadering van 29 Maart 1795, werd een
verzoek van het geoombineerde Smeden
gilde om daarin geen Roomsohgezinde,
tenzij diens ouders burgers en ingezetenen
geweest waren, te admitteren, van de hand
gewezen.
Verder was het voor hem, dia opge
nomen wensehte te worden, een vereisohte,
dat bij twee jaren lang, als leerling bij
een meester van het gilde verkeerd had,
hetwelk hij door het overleggen van een
leerbrief bewijzen moestmeestal werd
ook deze bepaling gehandhaafd. Tooh
waren hierop uitzonderingen, wat blijkt
ten opziehte van een zekeren Jan Mondon.
Pezen werd toegestaan dat hij zijne proeve
j}ls horlogemaker doen en daarna dit hand
eenig legislatief succes gearbeid
meegeloopen is 'l ook hem niet1'.
Dan wijst het blad er op dat Marine
twee ministers had de eerste Cohen
Stuart veroverde slechts en panisersehip
voor Indiëde tweede Wentholt
is nog te kort minister.
Ook Oorlog had twee ministers. Van
den eerste (Staal) zegt het blad, is alleen
veel herinnering geblevende tweede liet
slechts een, en dan nog onbehandeld, ont
werp na: dat betreffende de hoogere be
velvoering.
Minister Van Tets bracht slechts eenige
verdragen tot stand, waaronder een betref
fende internationaal privaatrecht, doch
waarvan de maker niet in 't departement
van buitenlasdsohe zaken zetelt.
Minister de Meester slaagde in de goed
keuring der herziening van de Sniker-
oonventie; de invoering van den nikkelen
stuiver en van Staaissohuldboekjes en de
wijziging der wet omtrent de heffing'' an het
invoerrecht naar de waarde der goederen.
Maar noch het instellen van een consig
natiekas, nooh de zoo noodige herziening
van het Personeel, nooh de belasting
wetten brachten het tot openbare
behandeling.
De totaalindruk is dan ook povertjes.
Het Handelsblad erkent en vergoelijkt
't in de volgende woorden
«En zoo kan men dus, als men ziet wat inge
diend werd en daarnaast wat tot stand kwam
en als men ook nog eens zou kijken naar wat in
drie achtereenvolgende troonreden bovendien
nog werd in uitzicht gesteld alleen van den
heer Fock constateeren dat hij goeddeels be
reikt heeft wat hij zich had voorgesteld. De
andere ministers konden het voornaamste deel
van hun voornemens niet of slechts in geringe
mate verwezenlijken (met uitzondering van wat
Minister Van Raalte behaalde, doch alleen in
zake het Arbeidscontract, dat niet vanhem was)
Blijkens de lijst van wat nog liggen bleef is dit
manco hoofdzakelijk te wijten aan twee om
standigheden dat aan het Kabinet slechts
een leven van amper twee en een half jaar
werd gelaten en dat de Tweede Kamer lang
zaam werkt."
Wij zullen dit laatsteargument onthouden.
Toen wij 't in 1905 bezigden werden
wij er om uitgelachen.
werk mocht uitoefenen, ook zonder ver
tooning van zijn leerbrief, maar hem werd
tevens opgelegd, dat bij dien brief binnen
twee maannen van Genève ontbieden zou,
zullende, niettegenstaande zijne proeve,
zijn meeslersohap vervallen, zoo het blijken
mocht, dat hij geen twee jaren geleerd had.
Ook een zekere Corns Snoep werd als
goud- en ssibwsmid toegelaten, ofsohoon er
nog zeven of acht maanden aan zijne leer
jaren ontbraken.
De nood dwong er echter wel eens toe
zoo was het o. a. in 1763, toen men Anth.
de Ridder als glazenmaker toeliet, ofschoon
hij geen twee jaren leerling was geweest.
Omdat geen der meesters van het Gilde
de reparatie der Kerkglazen had aange
nomen.
Nadat dan een leerling zich twee jaren
bij een meester geoefend had, en zich
gedurende dien tijd aan niets had schuldig
gemaakt, waardoor hij van de vrijheid tot
bet doen eener proeve moest verstoken
blijven, kon hij hiertoe overgaan. De
plechtigheid had op den winkel van een
der Dekens plaats, ten overstaan van al
de Dekens, en later ook van den O ver
deken.
De aanstaande broeder moest zijn proef
stuk geheel zelf maken en de Bestuurders
deden uitspraak over hetzelve. Dit proef
stuk bestond voor:
Een slotenmakerin het maken van eeu
Voorhamer van tien Ponden zwaar, alsook
het maken van een Dag- en Nachtslot.
Een hoefsmidin het maken van een
Kuipers Baarse en een Ploegscharre
Een zilversmidin het maken van een
Hansje in den Kelderen een toevouwende
lepel met een holle steel.
Een goudsmid: in 't maken van een draad-
werks goud Buisje en een Moesring of Suffe
24 Februari 1908.
Als de kok met de keukenmeid kyft,
Dan weet men waar de boter blijft.
In Het Volk van den 20en wordt verhaald
van een quaestie op de fabriek van den li
beralen fabrikant v. Dam, die een soc.-dem.
werkman onrechtvaardig zou hebben ont
slagen.
By gelegenheid van die quaestie moet
genoemde liberale „kapitalist" den soc.-
dem. arbeider verweten hebben dat hy
de kapitalist in 1905 wel goed was om
den soc.-dem. v. Kol met zyn geld mee in
de Kamer te helpen brengen.
Het Volk vertelt echter dat genoemde ka
pitalist om den r.-k. werkman EDgels te
weren by de herstemming aan de verkie
zing van den soc.-dem. „heer" v. Kol heeft
meegewerkt door o.a. f 10 te teekenen op
de lijst voor te maken kosten.
Wemneer genoemde „kapitalist" dit by
don twist met zyn soc -dem. arbeider
niet had uitgebracht, zou men dit wel nooit
te weten gekomen zyn.
Het is een aardig staaltje"
Ook in Rotterdam schynen toen liberalen
geld te hebben gegeven voor de verkiezing
van een soc.- dem. Of was 't niet te Rotter
dam De Rotterdammer liet by de vermel
ding van bovenstaande, althans iets merken
datt zij daar meer van weet dan zeggen wil.
In Enschedé bracht de liberaal zelf het
niten Het Volk komt 't bevestigen.
Pot en ketel.
Onze aandacht werd in datzelfde nommer
van Het Volk getrokken door onderstaand
berichtje
Ontgoochelds werklieden. De Werkmans
bode van het Alg. Ned. Werkliedenverbond
heeft een plaat. In een ministerieel bureau ziet
men een groep oude arbeiders staan. Minister
Kuyper is de deur al uit, minister Veegens is ge
reed om heen te gaan en daaronder
„De verplichte verzekering tegen de gevolgen
van ziekte, invaliditeit en ouderdom worden
voorbereid." (Troonrede i9oi, ministerie-
Kuyper.)
Aan uw oordeel zullen worden onderworpen
regeling van de verplichte invaliditeits- en ouder-
domsverzekcring." (Troonrede I905, ministerie-
De Meester.)
Een glazenmakerin het maken van een
glazen Lantaren.
Een tinnegieter: in het maken van een
geslagen tinnen Schotel van drie ponden
zwaar, en ook de Vorm, om dezelve te
gieten.
Een loodgieter: in het maken van een
Pomp, geheel uit plat lood.
Een horlogemakerin het maken van
een Schakelrad voor een toren-horloge van
ijzer, en voor een zak- of /tttishorloge
vau koper.
Een koperslager in het maken van een
koperen Schuite en een roodkoperen Pul
aker, nit een platten bodem geslagen.
Een blikslagerin het maken van een
blikken komfoor en een dito kruiddoosje.
Een messenmaker in het maken vsn een
Scheermes met zijn heft er aan.
Na de goedkeuring der proeven, be
taalde de proeftnee3ter zijn inkomstgeld,
benevens de bepaalde beloocing voorden
Gildeknaap, eeDe vastgestelde bijdrage
voor het onderhoud der Gilden-pelle en
voor de weduwenbeure, waarna hij, op
zegel bet bewijs van vrij meesterschap
ontving om voortaan te deelen in al de
voorreohten en verplichtingen van het
Gilde.
Het hoofdbestuur was in handen van de
stedelijke regeering; zij stelde de ordon
nantiën op en werden deze, naar omstan
digheden, door haar gewijzigd, gehand
haafd en vernietigd. Zij waakte voor de
Gildereohten, hoorde de rekeningen, be
noemde de Dekens of nam van de gedane
benoemingen kennis.
Onder dit opperbestuur stonden aan het
hoofd van het Smeden-gilde een Overdeken
met zijne Dekenen. Aan hen, we hoorden
het reeds, was de opneming door proeven
opgedragen.
Het is even scherp als juist.
Toch zal het Werkliedenverbond zich een vol
gende maalweer voor hetkarretje van 'n nienwen
Veegens laten spannen en zijn er nog altijd arbei»
ders die zulke leiding volgen.
Dit wordt hier nu net verteld of do soc.-
dem. zeiven in 1905 ook niet aan datzelfde
karretje hadden getrokken.
Reeds in 1904 waren de ontwerpen van
minister Kuyper in de troonrede van 1901
aangekondigd, by de Staten-Generaal in
gediend.
Toch hielpen de soc.-d9m. dapper mee
om de vrijzinnigen aan een meerderheid te
helpen, waardoor bedoelde ontwerpen van
de baan raakten.
Moest het heden weer stemming voor de
Kamer zyn, deze menschen zouden weer
even bard mee loopen „voor het karretje
van eeu nieuwen Veegens".
Zy hebben 't in 1901 getoond, liever „een
nieuwen Veegens" dan een Reehtseh kabi
net liever geen „verplichte verzekering
tegen de gevolgen van ziekte, ouderdom en
invaliditeit"; dan wèl, wanneer die ons toe
komen moet uit de handen van minister
Kuyper.
Het standje aan de mannen van het
Werkliedenverbond bohoorde Het Volk dus
ook aan Het Volk ta adresseeren.
Patrimonium herinnert er aan dat de soc.
democraten te Rotterdam naast de bestaan
de vereeniging van Havenarbeiders een
nieuwe vakvereeniging van Transport
arbeiders hebben opgericht.
„Onder eigen banier".
„Om principieele verschillen".
Zoo verdedigt het de heer Spiekman, de
leider der Rotterdamsche soe.-democraten.
Terecht wijst Patrimonium er op, dat
deze daardoor zijn overgestapt in het
schuitje van Patrimonium, die altyd op
„principieele gronden" he6ft aangedrongen
op vakorganisatie onder eigen banier.
De oprichting der nieuwe vereeniging
geschiedde omdat de oude vereeniging niet
wilde zeilen in het zog der soc. democraten.
De nieuwe vereeniging heeft zich dan ook
terstond aangesloten bij dat N. V. V.
De mannen van Patrimonium werden
Eenige afwijkingen vsn de bestaande
Reglementen, waren aan hun oordeel over
gelaten, terwijl er, tot handhaving van hun
gezag, boeten waren vastgesteld, zoowel
voor heD, die, door de Dekens ontboden
zijnde niet verschenen, als voor de zoo-
danigen, die met schelden of iets dergelijks,
hen kwalijk mochten bejegenen.
Dit bestuur was evenwel niet geheel
eigenmachtig, ook wat de Gildebroeders
betrof, maar riep niet zelden deze op „om
over eenige zaken, betrekkirg tot het
Gilde hebbende te helpen resolveren".
Als dienaars van het Gilde waren een
Boekhouder en een Gildeknaap aangesteld.
Eenmaal 'sjaars was de eerstgenoemde
verplicht rekening en verantwoording af
te leggen. Ook moest hij zorg dragen dat
er eene lyst van de leerlingen aanwezig
was en gaf hij na gedane proeve het be
wijs van meesterschap afvoorts was hij
gehouden de nocdige ganteekeningen te
houden.
Voor deze diensten genoot hij één schel
ling van ieder Pond der inkomsten.
Door den knaap geschiedde de uitDOodi-
ging tot de begrafenis van een overleden
Gildebroederbij die gelegenheid adsi-
steerde bij, las de nameu af, teekende de
afwezigen aan en haalde de, door afwezig
heid, verbeurde boeten op.
Ook bij de proeven van da leerlingen
was hij aanwezig, eri, zoo noodig was hij
daarbij behulpzaam. Door hem had de op
gave van gestolen of vermiste goederen
aan de Gildebroeders plaats, gelijk hij
ook den broeders bericht gaf, wanneer er
buiten de vrije jaarmarkt vreemde koop
lieden in de stad kwamen cm hunne waren
den leden van het Gilde te koop aan te
bieden.
Voor deze diensten ontving hij een salaris
door deze zelfde heeron om hun optreden
onder eigen vlag steeds scheurmakers ge
scholden.
Maar wat zyn deze mannen van de
nieuwe vakvereeniging rm anders
De wortel des kwaad».
Een zieke zeide eens knorrig tot zijn
dokter: „Mynheer! gy hebt mij nu al zoo
lang onder handen gehad, doch zonder
merkbaar gevolgik moet u dus verzoeken
de kwaal wat krachtiger aan te pakkeD, en
den wortel des kwaads met één slag te ver
nietigen".
„Dat zal ik dadelijk doen", antwoordde
de arts lachendelichtte zijn stok op, en
verbrijzelde met één slag'n langhals,
die op de tafel stond.
Wie de veranderlijkheid van het weder
en wat is veranderlijker wil be-
studeeren, dat staat al lang onder geleerden
vast, moet den blik wenden naar de
Noordelijke IJszee.
En wie de loop van de oecomisehe ver
houdingen ook deze zijn veranderlijk
wil kennen wende het oog naar Amerika.
En als ge dau vraagtwaohter, wat is
er van den nacht Is de morgen nog niet
gekomen
Dan ia het antwoord van over den
Oeeaan nog maar pover.
Ziehier zooal wat laatstelijk beiiokt
wordt.
In New-York loopen 175.000 werke-
loozen rond. Er staan 400 OOU spoorweg-
wagons ongebruikt, terwijl er verleden
jaar om dezen tijd 100 OflO tekort kwamen.
De invoer van weelda-artikelen is ont
zettend gedaald. In fabrieken werkt men
gedeelten van den dag en dan nog op
voorraad.
De fondseDmarkt blijft gedrukt.
Ziedaar, hef, nog maar weinig opwek
kend, portret van den oecenomisehen toe
stand der Vereenigde Staten, voor ons,
als voor heel Europa, voor een goed deel
de thermometer van het stoffelijke leven.
Het woord Infante'. Het woord „Infante"
is in ziju tegenwoordige doorluohtige be-
van ééu Pd. Yls., benevens tien schellingen
voor elke begrafenis, uitgezonderd wanneer
een broeder van het armbestuur begraven
werd. Voor iedere proef van 'n leerling ont-
vi g hij tien sohell., van de bekendmaking
van gestolen of vermiste goederen één
schell.eindelijk genoot hij voor de aan
zegging van vreemde kooplieden tfweeschall.
Het voornaamste van de voorreohten
der Gildebroeders was de vrije uitoefening
van het handwerk, waarvan hij da proef
had gedaan. Niemand die geen gildebroe
der was, mocht met hem eoncurreeren,want
uitdrukkelijk was er bepaald „lsten soo
eal niemant van buiten alhier binnen deser
stede corner, met eeniger hande iser, tin,
nog silverwerk, hoedanig dat het sij, omme
des marokdaegs daer mede ter marekt voor
te staan erde te verooopen, binnen den
geheele [are, seders dan in de jaermarekt
deser stede". Zelfs aioeht geen ingezetene,
die niet tot het Gilde behoorde, van elders
goederen, die door de Meesters gemaakt
of verkocht werden invoeren om dezo te
verkoopen, of te verruilen, buiten de vrije
jaarmarkt.
Dit giDg zelfs zóóver, dat de oudijzer
tin-, koper- en JféAwerkoopets aan de oude
waren, door hen uiigevent, niets mochten
repareeren of doen repareerer, er» dat ketel
lappers en scharenslijpers eerie niet geringe
boete opliepen, wanneer zij eenig stuk
werk, onder het gilde bthoorende, her
stelden.
Bij overlijden van een broeder gingen
de rechten op zijne weduwe overdeze
inccht dan knechts en leerlingen hebban
en het ambacht voortzetten. Hertrouwde
zij later met eeu ciet-Gildebroeder, dan
hield het een en ander op.
Wordt vervolgd.)