No. 120. 1908.
22e jaargang.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
zaak.
Donderdag 20 Februari.
ïlioudsler
GHRISTELIJK-
HIST0RIS6H
loden
snhout
S3—
esch a
1 Ketel,
Dop
rlngbeeren
30P
ISKELPUI
OP
ÖP
koop,
Jieclit
Knecht
houdster
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE J0NGE-VERWEST, te Goes
F,. P. D HUIj. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Vereenlgingsleven.
Snippers uit de oude doos.
1
LBV MO: -
Goes.
ild kost
be)
Vrij'
f 0,20
- 0,50
-0,90
-0,50
-0,15
-0,15
-0,24
0 60 ct. per kilo.
oriing (bou).
3E, Drogist.
c.M. En 24 M.
unijzers.
£4. VEN, Segeer-
ik. 16 Febr., en
i Arbeider be-
JAC. VAN DER
(geen scheeps-
ïd) geschikt voor
gten van 2 tot 7
mde zwaarten tot
tot zeer billyken
te partijen
50P.
ESTKAPELLE
lall. Inlichtingen
opzichter van den
,r.
DP
L van het perceel
WITKAM, Goes.
ek. 29 Febr., en
bij A. WIELE-
e k e r k e.
sur uit vier, bij
1 i s k e r k e.
skoraen
e k e r k e.
Haart,
r e.
'erooskerke (W.)
f Mei
iieclit
E, Arnemuiden
n tegenwoordige
ER Jz. te Melis
art
JBU,
e wou t s d ij k.
terstond
iT DE JONGE,
san alleen.
ij) bij C. DE
D Wemeldinge,
erwest- Goe»,
il"
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p, p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EH VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cenr.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meet 10 cent.
Nationale Christen Onderofficieren-
Vereeniging.
In Christen-gezinnen was er altijd heel
wat over te doeD, als een van de zoons
in dienst" moest.
Niet omdat men tegen het «dienen" op
zichzelf bezwaren zou hebben, want van
oudsher is bij ons Christenvolk de zaak
van het vaderland een heilige zaak ge
weest, en een eere was het steeds voor de
zonen uit Christelijke gezinnen, dat ze
moohten strijden voor den dierbaren ge
boortegrond. En daarom werd ook het
dienen in vredestijd, het zich bekwamen
voor den oorlog, die onverhoopt eens moeht
uitbreken, nimmer een schande geacht.
Neen, daar zat het hem niet in.
Maar de wetenschap dat in het leger nu
juist niet de bloem des volks saamgebraeht
was, doch veel meer de maatschappelijk
het meest laagstaande elementen, en dan
de overweging, dat het dienen van God
in den kring van hen, die dienen moesten
in de landsverdediging, tot een smaad en
bespotting gerekend werd, tot iets dat uil-
geroeid oi tenminste tegengegaan moest
worden, waren oorzaak, dat het voor een
ramp gold als de jongelingen uit God-
vreezende gezinnen «er in geloot" waren.
Nu is er in dezen eenige verbetering, ja
zelfs veel verbetering gekomeD, voorzoover
door de invoering van den persoonlijken
dienstplioht het maatschappelijk peil van
den gemeenen soldaat zeer gerizen is.
Evenwel, met die maatschappelijke ver
betering heeft de vooruitgang, in zedelijken
zin geen gelijken tred gehoudeD, ja ook
niet kunnen houden.
En dat wel om deze eenvoudige reden,
dat onder hen die door minder gunstige
iinantieëie omstandigheden, wel genood
zaakt werden, zelf voor hun nummer op
te komen, over 't algemeen meer gods
vrucht gevonden werd, dan bij de meer
gegoeden, die zich destijds een remplaoant
konden koopen, maar nü eveneens gedwon
gen zijn persoonlijk hun dienstplicht te
vervullen.
Het zedelijk gevaar dat het dienen voor
261)
FEUILLETOU.
DOOK
SCALDIS.
VEERE.
VI.
Niettegenstaande de beeldstorming in
Holland en de meeste andere provinciën
en steden reeds in 't jaar 1566 plaats had,
was nochtans Veere er van bevrijd ge
bleven tot aan Sacramentsavond van 1572.
Op dien dag gaf de Magistraat van Veere
een maaltijd, waarbij ook tegenwoordig
was de Gouverneur van Vlissingen,
Tseraarts. De soldaten hier in bezetting
vielen toen in den namiddag van dien
dag in de kerken, smeten de beelden om
ver en vernielden de altaren.
Eenigen die in het koor waren, be-
gODnen nu, in brooddronkenheid ook de
wapens der Heoren van da Orde van het
gulden Vlies in stukken te slaaD.
Zoodra dit wanbedrijf aan Tseraarts
was bekend gemaakt, ijlde hij naar de
kerk, trok zijn degen, en, eer men het
yerhoeden kon, doorstak hij een of twee
der aanvallers. Deze daad werd door het
meerendeel der soldaten zóó euvel opge
nomen, dat deze naar 't logement van den
Gouverneur trokken, en dreigden hem te
dooden onder allerlei dreigementen sohol-
den zij hem uit voor moordenaar, papist
enz. Door tussehenkomst van den baljuw
Bollé en eenige anderen, werd de zaak,
na veel moeite bijgelegd, «doch" zegt van
Meteren, Tseraarts kwam hierdoor in groote
baat bij al het krijgsvolk dat onder hem
stond"
Hoe de vestiging der Reformatie te Veere
jueb in den beginne heeft toegedragen,
onze jongelui meebrengt, is niet noemens
waard verminderd. Maar wel mag gezegd
wordeD, dat, door de degelijke studie onzer
beginselen, waaraan het zich zoo gunstig
ontwikkelende vereenlgingsleven (dat van
onze jongelings- en jongemannen-voreeni-
gingen, onzer propagandaclubs enz.) onze
jongelingen gewend heeft, zij in den strijd
tegen de zonde, die in het leger zoo bij
uitstek driest rondwaart, met Gods hulpe
sterker staan.
Onze joDgens behoeven zich niet meer
zoo eenzaam te gevoelen als ze ergens in
garnizoen zijn. Ze vinden veel meer dan
vroeger aansluiting aan elkaar en aan het
oh riste! ij k leven in de plaats waar ze «liggen."
In dezen doet ook de Nationale-Christen-
OnderofBoieren-Vereeniging een hoogst be
langrijk en nuttig werk.
Omtrent grondslag, doel en middelen
dezer vereeniging lezen we in hare statuten:
De Nationale-ohristen-onderoffioieren-
vereeniging erkent de Heilige Sohrift als
Gods Woord, en aanvaardt diealsgrondslag
en richtsnoer van haren arbeid.
De vereeniging stelt zich ten doelhet
bevorderen van de verspreiding der chris
telijke beginselen in leger en vloot.
Zy tracht dit doel te bereiken door
1. Samenkomsten in grooteren en in
kleineren kring tot onderlinge opbouwing
en tot het bespreken van leger- en vloot-
belangen uit een christelijk oogpunt
2. Persoonlijken arbeid der gewoneleden
onder hun kameraden en ondergeschikten
3. Het zoo mogelijk uitgeven van een
orgaan, om daardoor een middel van onder
ling verkeer voor de leden te bezitten en
de denkbeelden dsr christen- onderofficieren
ter kennis van hunne kameraden en onder
geschikten te brengen, on tevens aan de
verspreiding der kenDis van Gods Woord
bevorderlijk te zijn;
4. Het steunen van vereenigingen, die,
op gelijken grondslag gevestigd, het heil
van den militair beoogen.
En nu kan zich haar strijd niet uitsluitend
bepalen tot het tegengaan der directe ont
kerstening en ontzedelijking der soldaten,
maar moet zij ook tegengif bieden tegen
het langzaam maar zeker werkend middel
blijkt ons niet, maar vermoedelijk zal,
zooals op meer plaatsen in Zeeland blijkt,
de laatste pastoor, zooals wij dan verder
hooron zullen, met een groot deel der ge
meente tot de nieuwe leer zijn overgegaan.
Als eersten, vasten leeraar vinden wij
vernoemd
JAN VAN MIGGRODE.
Geboren te Aalstin Vlaanderen, den 6
Mei 1531, was deze uit een edel geslacht
afkomstig.
Tot den geestelijken stand opgeleid, werd
hij, na volbrachte studie kanunnik en pa
stoor aan de L. Proweekerk alhier. Nog
betrekkelijk jong zijnde, brak hij echter
met de voormalige eeredienst. en trad als
een groot ij veraar voor de Hervorming op.
Wij vinden hem al ten jare 1566, als een
vlijtig prediker hier in den omtrek, maar
moest hij, bij de vervolging door Alva
reeds in het volgende jaar vluchten en
vertrok toen naar Engeland.
Hij staat aldaar bekend als de eerste
predikant te Colchester. Hier te lande weder
gekeerd in 1572, begon hij in Zetland overal
te predikeD niet alleen, maar, waar hij kon,
ook gemeenten te stichten. Hem kan de
eer nagegeven worden, dat hij den grootsten
kerkhervormer, in ons gewest is geweest.
Wel bediende hij, onvermoeid, het Woord
overal in Zeela>d, maar bij zijoe komst
uit Engeland, werd hij onmiddellijk als
vasten dienaar te Veere aangesteld.
Dat hij de goede zaakijverigdiende,blijkt
ook uit andere feiten zoo kwam hij op 4
Oct. 1578 te Goes met J. Gerobulus om
de Groote kerk aldaar voor de Hervormden
in bezit te nemen, waarin vervolgens op
5 Oct. voor het eerst door Gerobulus werd
gepredikt. Hij werd ook roet Micliiel Pan
ned afgevaardigd, om een formulier te
ontwerpen voor het afnemen van examen
voor de a s. evangeliedienaren, welk con-
van het anti-militarisme, dat evonzoo tot
de gevaarlijkste demoralisatie leidt. Voor
ons ligt het propaganda-geschriftje «Wat
de roode internationale wilen de «Solda
ten-Almanak 1903". Van don inhoud daar
van zullen we niet veel zeggen. Oai te doen
beseffen, hoe het anti-miütairisme voor
socialisme en anarchisme opvoedt, zy
sleehts gewezen op twee illustraties.
Da eene is een afbeelding van de „men-
schenvleesch-markt", waar de bruikbare
mannen met een stempel „goedgekeurd
kanonnenvleesch" worden voorzien, en
heeft tot onderschriftEerste militaire
dokter«Wat moet er met dezen mis-
maakten gebeuren
Tweede militaire dokter„Dien zullen
we voor de voortplanting reserveeren."
Da tweede, een kreupelen bedelaar voor
stellende, wordt aldus verduidelijkt
25 jaar 't vaderland trouw gediend, 25
jaar voor de grootmoordenaars en dieven,
in het belang der kapitalisten geroofd en
gemoord. Beloond met ridderorden, bruisen
en legioen van eer en thans 1Uitne
mend gezien is het, dat de N. C. O. O. V.
deze gevaarlijke propaganda zoo krachtig
te keer gaat. Een harer middelen daarbij is
«Onze Gids", een keurig boekj9 voor mili
tairen, Naast allerlei officieele opgaven,
vinden we ook daarin allerlei voor mili
tairen bestemde artikeltjes met illustraties.
Maar wat een prettige, vriendelijke toon
spreekt er in dat heele boekje, en wat een
medewerking is er voor gevonden 1 Een
greep uit de inhoudsopgave moge dat aan-
toonen.
Uit Koninklijken mond, Een woord van
Gen. Baron Schimmelpenninck van der
Oije v. Hoevelaken Aan onze jongeman
nen, Generaal v. Marle Luctor et Emergn,
J. G. U. Schoch De intrede in hat leger, L.
F. Duijtnaer van Twist; Militairisme of
christelijke plichtsbetrachting, A. F", de
Savornin Lobman Dienen, Dr. J. Schok
king; Wat te doen, A. S. Talma Christe
lijke liefde, H. Bavinck Hou je maar gosd,
jongen, L. LindeboomDa soldaat in dienst
der wet, Dr. J. Th. de Visser Mijn schild
en mijn betrouwen, P. J. Kloppers Positie-
nemen, A. M. Donner Een iegelijk in zijn
cept werd ingebracht in de Nat. sijnode
te Middelburg den 29 Mei 1583.
Nog vele voorbeelden zouden we kunnen
aanhalen van zijn ijver voor de nieuwe
leer, doch we zullen het er bij laten.
Ds. van Miggrode overleed, als pred. van
Veere den 6 Mei 1672, oud 96 jaien, na
een 55 jarigen predikdienst, behalve zijn
dienst ais Roomsch priester.
Hij werd in de Groote Kerk begraven,
en werd zijn graf gedekt met eene zerk,
waarop zijn naam vermeld stond. Bij den
grooten brand der kerk in 1686 werden
vele grafzerken gebroken en vernield, ook
die, waaronder 't stof van onzen van Mig
grode rustte de stukken werden tot water
verdediging in de paalhoofden geworpen.
Toevallig zag een der latere predikanten
van Veere, ds. van Iperen, een stuk der
zerk van van Miggrode, kenbaar aan zijn
naam, onder de stcenen aan het noorder-
hoofd, en vestigde hierop de aandacht der
regeering bij het uitspreken zijnerrede
voering ter viering van het 200jarig jubel
feest der Eederlandsche vrijheid, te Veere
op 3 Mei 1772, met dat gevolg dat eene
gedenknaald voor van Miggrode, in de
Groote Kerk, werd opgericht, en het stuk
der zerk in dezelve geplaalst.
De voltooide gedenknaald werd ontbloot
op 1 Deo. 1773,bij welke gelegenheid ds van
Iperen een historische redevoering over van
Miggrode uitsprak. In dit vervolgens uitge
geven stuk, vinden wij de afbeelding dezer
naald en ook die van den waardigen man
KSÜSaiSWTSSïïB^ESESJKSSaaZriE^SpBI BEBS3 ESSHESi E^EBEBSBmSSSaOSSBBHXRa K
De oorspronkelijke schilderij, naar welke
de, in de redevoering voorkomende afbeelding,
door den beroemden Hou brak en, blijkens
het onderschrift vervaardigd, is thans, door
geschenk van Vrouwe Joan Adrichem
geboren van der Wolff te Zierikzee,
het eigendom van het Z. Gen. der Weten
schappen,
plaats, Dr. J. E. VonkenbergMenschen-
vrees, J. J. van NoortSimeon, H. A. van
AndelVoorVryheid en Recht, L Penning.
Van de illustraties noemen we: het
portret van de Koningin, „Vredig kanon
gebulder" (oefeningen); «Een preek in
het Veld""; Theodoor Kornerzijn Vater
ich rufe Dioh" schrijvende; enz,
In alles herkent ge den echten chris-
telyken en dus ook den echten vader-
landsehen geest, die in dit boekje den
boventoon voert. Het is te hopen, dat in
ruimen zin zal verwezenlijkt worden de
wensoh van het hoofdbestuur, dien het
in het voorwoord aldus uitspreekt
Op de vraag «Waarmede zal de jonge
ling zijn pad zuiver houden?" is het
antwoord„als hij het richt naar Gods
Woord". Vertrouw op dien Gids voor heel
uw leven en gij zult niet bedrogen uit
komen.
Moge dit boekje u daartoe mede op
wekken
Onzerzijds wekken we er gaarne toe
op, de verspreiding van dit boekje onder
de militairen te bevorderen en telkens
herdrukken voor de verschillende gar
nizoenen mogelijk te maken door golde-
lijken steun, die door het Hoofdbestuur
ongetwijfeld op hoogen prijs gesteld wordt.
Het adres van den Penningmeester is J.
Rens, Adj. Onderoff. der Veldartillerie,
Amersfoort.
Voor district Middelburg kunnen bij
dragen gezonden worden aan A. W. van
Keulen, Sergeant, Middelburg.
Voor Vli-mingen aan dhr. Den Otter,
Adj.-Ouderoiï. 4e Bataljon, te Vlissingen.
19 Februari 1908.
Wy hebben al dadelijk bij diens optreden
het optreden van den nieuwen minister van
Oorlog toegejuicht, omdat 't gerucht zijner
energieke bekwaamheid hem reeds was
voorgegaan.
Wy hopen dat Zijne Excellentie niet
alleen de schietvaardigheid, maar ook de
zedelijkheid onzer miliciens krachtig zal
weten te bewareD.
Eén dsr middelen daartoe is dat hij dsn
hoofdofficieren aacschrijve zich af en toe
Op dit gedenkteeken zien wij het wapen
van de familie van Miggrode met de
spreuk: „vivendo rnigro", (allevende ver
huis ik).
De beeldhouwer van dit gedenkstuk was
Heinrich Schweiter, geboren te Meindorff,
in het kanton Zurich, die zioh te Veere
had gevestigd.
Het monument werd later naar de kleine
kerk verplaatst.
Drie en vijftig amblgenooten volgden ds.
Van Miggrode op. Van een paar hunner
willen wij nog iets uit hun leven vernemen.
Uit deD dienst van den tweeden leeraar
PIETER 1ZAAKSEN, hooren wij dat Veere
reeds tijdens de prediking van Van Mig
grode een tweeden dienaar verkreeg.
In welk jaar deze hier is gekomen, is
niet met zekerheid te zeggen, maarzeker
is, dat ds. Van Miggrode zijn ambtgenoot
was, die echter langen tijd vóór en Da
hem gediend heeft. Ds. Izaaksen is hier,
op ziin verzoek, ontslagen door de
regeering den 2 Maart 1588.
Wijl hij den 7 Juli 1585 in de con
sistorie te Vlissingen verscheen, om het
ontslag van ds. Gerobulus, aldaar, te ver
zoeken, moet hij al vóór dien tijd te Veere
in dienst zijn geweest.
Er is een tijd geweest dat Veere door
vier predikanten werd bediend.
PIETER LODEWIJKSEN, hier in dienst
van 1640 tot 1658, werd als eersten 3den
leeraar beroepenwanneer deze derde
predikantsplaals is opgeheven blijkt niet
van de opheffing der tweede hebben wij
wel nadere berichten, toen namelijk ds.
L. G. TH. CREUTZBERG hier van
1849 tot 1855 den 27 Febr. 1849 van
Chaam beroepen werd, nam hij dit beroep
aan, nadat Z. M. by besluit van 17 Jan.
1849 had goedgevonden, de jaarwedde uit
'e Ryks kas voor de tweede predikantsplaats
eens te begeven in de kamers der onder
officieren cm te zien of daar ook onzede
lijke portretten of plaatwerken hangen.
AA ij kennen een garnizoensplaats, waar
een op die wijze onverwachts door den
bataljons- of compagnies commandant ge-
bivclit bezoek aan enkele ongehuwde onder
officieren, treurige dingen zou te zien
geven. Bijvoorbeeld het portret van den
onderofficier, omgeven door portretten on
ansichten van zeer onzedelijke strekking.
En in dat garnizoen komen vele Zeeuw-
sohe jongelui in dienst te liggen.
Onze miliciens, di9 thuis dergelijke on
reinheden nimme- zagen, moeten, wanneer
zij op zulk een onderofficierskamer komen
waar boven sommige kribben de meest per
verse en vieze „naaktheden" en dergelijke
te kjjk hangen,wel een wonderlijken indruk
krijgen van het zedelijk peil dier onderoffi
cieren. En deze heeren, die zooveel hooger
staan dan een soldaat, dienden dezen toch
in 't betrachten o.a. van zedelijkheid voor
te gaan.
Er is ook een zonde der oogen die in do
ziel zulke diepe vlekken achterlaat.
Intusschen, wij noemen bedoelde garni
zoensplaats nu eens niet. Wij doen dit
liever in een privé schrijven aan den mi
nister, zeker als wij zijn, ook zoo ons doel te
zullen bereiken.
Prof. v. Veen schrijft een en ander over
dr. Kuvpers onthoudingen sinds 1905. Te
Ede, Sneek, Schiedam werd zijn candi-
dafuur onmogelijk gemaakt, ten onrechte
werden daar de chr..historischen van be
schuldigd. Maar nu, zegt prof', v. VeeD,
is 'tdr. Kuyper zelf die de oandidatuur
van alle drie de christelijke groepen voor
Sliedreoht afwijst. Het ligt nu dus (ook)
niet aan de chr.-historisohen.
De (oud-libNieuwe Courant merkt hier
tegen op: Indien eens De Nederlander niet
de bekende artikelen had bevat over dr.
Kuypers beleid en dit blad integendeel
eens had geschreven dat nu de tijd gekomen
was voor dr. K. om als leider der coalitie
in de Tweede Kamer op te treden, wie
weet of dr. K. zioh dan niet had laten
overhalen voor een Sliedrerhtsehe oandi-
in te trekken, te rekenen van af 1 April
1849,en de jaarwedde van de overblijvende
plaats tot 1200 gld. 's jaars te verhoogen,
mede roet dien datum in te gaan. En nu
vinden we nog ai wat merkwaardigs ge
boekt van den man die zooveel heeft bijge
dragen tot de verbetering van ons psalmge
zang in de kerk, ook diens levenspad
zooals we hooren zullen was niet altijd
met rozen bestrooid droevige ervaringen
van allerlei aard, moest hij ondervinden en
doorworstelen wy bedoelen
JOZUA VAN IPEREN.
De familie Van Iperen was afkomstig uit
Vlaanderen en zou roads in de kruistochten
geadeld zijn.
De naar Zeeland geweken loden van dit
geslacht, hoewel langzamerhand in den
burgerkring gekomen, bezigden een veel
zeggend wapenschild.
Onze Jozua werd den 23 Febr. 1726 te
Middelburg geboren, uit het huwelijk van
Jacobus van Iperen (zoo. Is er in 't doopboek
op 24 Febr. staat) klerk bij de Weesmeesters
en Johanna ter Beek en vermoedelijk werd
hij naar zijn grootvader genoemd, die ge
trouwd was met Magdalena Catrina de Smit
en in 1715 dezelfde genoemde maatschap
pelijke betrekking bekleedde.
Reeds als kind kenmerkte hij zich door
schranderheid en vernuft, en vlijlig van
aard, kostte het hem weinig inspanning om
op iedere school da eerste prijzen te beha
len. In 1744 verliet hij do Lat. school en
ging eerst studeeren te Groningen en later
te Leiden.
Wat hem wedervoer hopen wy een vol
genden keer te vernemen.
(S/of volgt.')