NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No, 93. 1908, Maandag 20 Januari, 22e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH ongeil ÜR G: - 8 jaar, art te tooi, ede Boon. koop, ;necht "ETER kersknecht knecht enknecht knecht. stbode It bod© bode de Meid VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. 8= J. DE JONGEWERWEST. te Goes F. P. D'HUIJ, ts Middelburg. PRIJS DER ADVERTENT1ËN 18) FEUILLETON. XD'WStaJ.lIcIb.tezi- ekliondl bij P. VAN nge. D kar op veeren, Ikar, bij Heerenhoek. wd, Itdclelburg. JOHz., gtekerke. ring SCHOUT, i s s i n g e n. en tegen Mei *d, bij ADR. aak kan ter bureau DE 1 a.s. Kolijnsplaat. ANT, bakker, Oranjezon, J. DE PREE Taart vraagd bij L. e (W.) agd n h o e k. of op 1 Maart I e r s e k e. aart a.s. knecht rtcostuum kan gedrag, loon A. ROUW, gd E—Ramondt, Markt A 13, is. B. FABERIJ ge Kerkstraat ei a.s. Opril van da Mei NSEMAN, te TSE, kerke (W.) rwest - Goe». IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers 0,026. UITGAVE DER FIRMA ER VAR van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel tneer 10 cent. Gevraagd een berichtgever voor ons blad te Bruinisse. 18 Januari 1908. Aardig. 1x9 2 f= 11 12 x 9 3 =s= 111 123 x.9 4 1111 1234 X 9 5 11111 12345 X 9 6 111111 123456 X 9 7 1111111 1234567 X 9 8 11111111 12345678 X 9 9 111111111 1x8 1 9 12 x 8 2 98 123 X 8 3 987 1234 X 8 4 9876 12345 X 8 5 98765 123456 X 8 6 987654 1234567 X 8 7 9876543 12345678 X 8 8 98765432 123456789 X 8 9 987654321 Handelsblad. Sedert 26 December z(jn de dagen aan het lengen,zoodat de zon op Nieuwjaarsdag al 6 minuten en op 6 Januari 13 minuten later onderging. Einde Januari zal de dag al 1 uur 16 minuten langer geworden zjjn. Een oude machtspreuk der boeren in Duitschland zegt: „Op Nieuwjaarsdag is de dag een hanenpas, op Driekoningen (6 Januari) een hertespr.ong en op Sebastiaan (20 Januari) een geheel uur langer gewor den, pas op Maria Lichtmis (2 Februari) merkt men er iets van". Dit ligt hieraan dat sombere winterdagen met sneeuw in de lucht den dag korter schijnen te maken. Ook kloppen onze uurwerken niet juist met den zonnetijd.De uurwerken geven den tijd mathematisch juist aan, de astronomische dag komt daar niet mede overeeu. Slechts 4 dagen van het jaar, n.l. op 14 April, 14 Juni, 31 Augustus en 23 December, komt de tjjd van onze uurwerken geheel overeen met den zonnetijd. (N. R. C.) Meeting Medische Faculteit Vrije Universiteit. De tevoren aangekondigde meeting in het belaDg dezer faculteit werd Woensdag gehouden. Ze werd geleid bij afwezigheid van ds. Littooy, door dr. A. Kuyper van Vlissingen, die de vergadering voorging in Een verhaal van N. Fries „Meneer Lehmann", zeide hij, den ouden man somber aanziende, „weet gij hoeveel vrijsters ik al gehad heb De oude man zeide met een heftig hoofdschudden, dat hij daarvan niets wilde weten. Hij kou aan niets anders denken dan aan dat zeggen van Frans, dat er toeh iets anders van hem geworden zou zijn, als hij niet terstond was weggejaagd ge worden dat woelde hem door het hoofd, en nu brak bij los „Nu, hoor eens, Franslaat die oude geschiedenissen nu rustenik zal je eens wat zeggen, wij zullen het nog eens samen beginnen gij zult nu gauw weer gezond en sterk zijn, en dan neem ik je als huis knecht in dienst, en wat er dan met fooien te kort komt aan taohtig thalers, dat leg ik er bij. Wat zeg je daarvan P Sla maar toe En hierop werd de vermagerde jonge hand in de stevige oude hand gelegd, en de kleur, die Frans naar het bleeke gelaat steeg bij dit verbond was als het morgen rood van een nieuwen en beteren dag. Van toen af herstelde Frans zichtbaar sneller, en kort na Kerstmis kon hij uit het gasthuis ontslagen worden, en in zijn nieuwen dienst komen. Nu ging alles reeht goed; de oude man was tevreden, Frans gedroeg zich ordente lijk en deed zyn werk. De gezonde kost gebed Da het lezen van een hoofdstuk der Schrift. Vervolgens trad dr. W. Geesink op, met het onderwerp Geneeskunde en Gerefor meerde beginselen. Wat hebben, zoo heeft men gevraagd, beide begrippen met el kander uitstaande Geneeskunde en Gere formeerde beginselen Velen noemen die combinatie dwaas, anderen die meer na denken, noemen die saamkoppeliDg van metterdaad onvergelijkbare begrippen men zou evengoed gerechtigheid en suiker vergelijkbaar kunnen noemen minstens zonderling. Tcch is de zonderlingheid dezer combinatie niet dan sehijn. Al zijn geneeskunde en gereformeerde beginselen metterdaad onvergelijkbare be grippen, tooh zijn ze daarom nog niet onvereenigbaar. Het is er mede, als b.v. met de woorden koud, wit en smeltbaar, die be9t in eeD derde begrip b.v. sneeuw te vereenigen zijü. Dit aan te toonen had de hoogleeraar zich in de eerste plaats tot taak gesteld. Daarna zon een korte uiteenzetting volgen, van hetgeen uit die vereenigbaarheid voor de beoefening der geneeskunde voortvloeit. Vooreerst werd dan aangetoond hoe geneeskunde en gereformeerde beginselen inderdaad twee disparate of onvergelijk bare begrippen zijn. Geneeskunde is voor alles een kunst een kunst om het kranke lichaam gezond te maken en als het gezond is, gezond te houden en wel een kunst opgekomen uit den nood van het leven. Geneeskundige noemt men iemand, die deze kunst verstaat. En wanneer deze weet niet alleen wat bij doet, maar ook, waarom hij het zoo doet, wordt zijn kunde wetenschap. Maar altijd een technische wetenschap, waarbij het gaat om de kennis van het kunnen, van het handelen. Heel anders staat het nu met de gereformeerde beginselen in den z:n, waarin die bedoeld zijn in art. 2 der statuten van de Vereeni- ging voor D.-Onderwijs. Deze zijn denk beginselen en wel van de hoogste orde. Ons denken, omdat het beperkt is, en niet tot in het oneindige kan voortgaan, moet ten langen laatste rusten in de laatste gronden, en die laatste gronden zijn dan de hoogste beginselen, van waar het denken, bijaldien zij gevonden worden, weêr opnieuw begint. Die hoogste beginselen nu zijn tweeërlei, èf formeel, óf materieel. De formeele begin selen zijn redebeginselen, waarover 't allen en de liefderijke verpleging van vrouw Brigitta deden den armen jongeling, die zoolang in ellendige herbergjes en kroegjes in den schralen kost geweest was, recht goed naar lichaam en ziel. Maar toen de scherpe Maartsehe winden door den open doorrijdstal gierden, begon Frans te hoesten, en eens gaf hij met het hoesten bloed op, eerst maar weinig, maar daarna heel veel, en zijue krachten be gaven hem. Men moest een geneesheer raadplegen. Deze verbood terstond alle staan of "gaan in dien toohtigen stal, want de long was niet in orde. Hiermede was Frans nu echter onbruik baar verklaard voor zijn dienst. Hij kwam dus 's avonds in de kamer, waar zijn meester zat, en zeide, dat bij nu wel heen moest gaan, en meneer een ander in zijn plaats nemen. Hans Kaspar wilde daarvan niets welen dat zou wel weer losloopen een arbeider kon voorloopig dat werk wel doen Frans moest maar eerst eens rustig een aoht daagjes in huis blijven. Maar met aoht dagen was het niet beter, eer nog veel erger. Frans lag boven in de bekende kamer, waar nog van destijds de ijzeren tralies voor het raam en de wervel op de deur was hij hoestte nu dag en nacht. Dikwijls op een dag kwam vrouw Brechtje naar dan zieke kijken en bracht hem soep en drankjes en goede troostwoorden. Maar anders lag hij alleen, en de tijd viel hem heel, heel laDg, en vele gedachten kwamen bij hem op en verdwenen weer, terwijl eens zijn, b.v. als iemand groot is, kan hij niet tevens klein zijü. Maar daartegenover staan de materieele beginselen, de zooge naamde inetapbysisehe beginselen, waar over onder de mensohen nog al verschil bestaan. We ontleenen ze aan den Bijbel, en omdat er nu tusschen ons en ondereD, die ze daar ook zceken, versohil in opvat ting bestaat, noemen we ze niet de bijbel- sohe of wel de ohristelijke, maar de Gere formeerde beginselen. Al moet nu worden toegestemd, dat ook de geneeskunde niet zonder kennis kan worden beoefend immers bij kunnen is kennis noodig ligt toch de vraag voor de hand, wat heeft die kunst en de onder kenning der verschillende ziektegevallen, het voorkomen en genezen van krankheden, waaronder ook hersenkrankheden,de kunst van den chirurg en den accoucheur, wat heeft dit alles te maken met die hoogste denkbeginselen over mensoh, wereld en God f Uit het oogpunt van technisch kunnen ongetwijfeld niets. De geneeskunde als teehnisohe wetenschap en de gereformeerde beginselen als hoogste denkbeginselen zijn bepaald disparate d. i. onvergelijkbare be grippen. Doch daarom zijn ze nog niet onvereenigbaar. Even ais de boven aange haalde onvergelijkbare begrippen koud, wit en smeltbaar best in een derde begrip b.v. sneeuw te vereenigen zijn, zoo is hei ook met de begrippen geneeskunde en gerefor meerde beginselen. Ook zij vinden een eenheid en wel in de physischt anthropologic d. i. in de wetenschap van den menseh als natuurwezen. Zij, de physisohe anthro pologic nl. is eenerzijds de schakel tusschen geneeskunde en de wetenschap, haar een plaats gevende in het geheel der weten schappen, dat aan de universiteit wordt beoefend, maar komt ook anderzijds ten goede als zuiver theoretische wetenschap zij toch is een onderdeel van de weten schap der natuur aan de practisclie wetenschap. Spreker toonde dit laatste o.m. aan, door te wijzen op de ontdekking van „de levende oei", alsmede op de desinfeoteerende be handeling der chirurgie enz. Eindeljjk wijst spreker op heigeen uit de vereeniging vaa geneeskunde en gere formeerde beginselen voor de beoefening der geneeskunde aan de Universiteit voor ons volgen kan en moet. hij daar lag te kijken naar de kale witte muren en naar de ijzeren tralies voor bet raam. Menigmaal kon hij het haast niet langer uithouden, en zou hij het liefst opgespron gen zijn en naar buiten geloppen, om mensohen en dieren, huizen en boomen te zien, maar de krachten ontbraken hem. Dan lag hij daar en luisterde naar elk geluid in huis, naar het slaan der klokken, naar het geratel der voorbijrijdende wagens, maar dan kwamen er weer tijden, dat bij naar andere dingen luisterde, naar inwendige stemmen, die in zijn hart weer klonken. Wat had hij het nu toeh goed in dat huis hre hadden deze mensohen toeh alles voor hem gedaan Hij bezat niets toen hij bij hen kwam, en nu was hij vaa alles goed voorzien. De vrouw had zelve kousen voor hem gebreid. Hij had met hen aan dezelfde tafel gegeteD, hadden zij hem niet als hun zoon behandeld P Ea nu in ziju ziekte, kon hij 't wel beter hebben, de eenzaamheid er builen gerekeLd Het begon nu in zijn geest door te schemeren, dat zijn leven tooh nog wat waard geacht werd, en wat bewoog deze menseben daartoe f Dit zou hem ook nog duidelijk worden. De dokter had het hooge woord uitgesproken, dat de jonge man daar boven op de kamer de long tering had en niet herstellen kon. Dat i was den ouden Lehmann als een slag tot in merg en been gedrongen zoo iets had hij zich volstrekt niet voorgesteld, zooals hij in 't algemeen ziekten nooit De vrees van de zijde der natuur weten schap voor de nxXmv.philosophic ia waarlijk niet denkbeeldig. Getuige wat in de vorige eeuw de speculatieve schooi van SohelhtDg in Duitschland te zien heeft gegeven. Tooh moet men ook hier zich wachten voor overdrijving. In dit verband wijst prof. Geesing op het schoone gezegde van Bacovan Verulam, dat nl de beoefening der wetenschap niet gebaat wordt alleen door bet vergaren van materiaal zooals de werkwijze is van de mier, evenmin met het bloot speculatieve, waarvan ons de spin een beeld vertoont, als zij zich in zelfvoldaanheid terugtrekt in haar web, maar dat die alleen een weldaad is, indien hare beoefenaar han delt met de verkregen materie als de bij met haar materiaal doet, nl. deze verwerken. Een ooaabinatie van het een met het ander is noodig. Het wetenschappelijk bedrijf heeft al evenmin kans van slagen met ervaring zonder bespiegeling als met bespiegeling zonder ervariDg. Gelukkig neemt bij de tegenwoordige natuurstudie, de afkeer vau de bespiegeling, van het nadenken in de richting van de hoogste beginselen, merkbaar af, en komt de phi losophic, ook de nafuurphilosophie weêr in eere. Zij, die het denken laten beheer- schen door de eeuwige beginselen van Gods woord, weten al te goed, dat die beginselen slechts rust- en uitgangspunten zijn voor het denken, een denken, dat bij voortduring zijn stof moet vinden door de exate waarneming, welke dit materiaal tot wetenschap verwerken moet. Z:j den ken er niet aan om te bandelen als die veldheer van kalief Omar, van wien ver haald wordt, dat hij de grootsehe en rijk voorziene bibliotheek van Alexandria liet verbranden, alleen maar, omdat hij meen de dat zijn Koran alle wetenschappelijke werken totaal overbodig maakte. En nu ten slotte. Uit de vereeniging van genees kunde en gereformeerde beginselen, moet voor de beoefening der eerste aan de Vrije Universiteit volgen, vooreerst, dat de waarheid te vinden is tusschen het denken over en het zijn van den mensoh als natuur wezen dat de vormen waarin men den inensoh als zoodanig aanschouwt en de grondbegrippen, waarin men hem als zoo danig denkt, aan de werkelijkheid be antwoorden. Voorts, dat de wereld, waarvan de menseh zwaar inzag, daar hij zelf, behalve zijn aanvallen van jicht, nooit ernstig ziek ge weest w»°. Sterven moest die jonge bloed dan Sterven Dat wilde er bij hem maar niet in. Nog lang bleef hij in zijn stoel zitten in diep nadenken verzonken, en hij sehudde nu en dan langzaam het hoofd. Ilij had het dan toch te erg beet gekregen bij die akelige geschiedenis. Ea weer kwam het hem voor den geestdat is het eind van het begin bad ik hem destijds maar niet terstond weggejaagd, dan ja dan Maar nu lag hij daar boven in de kamer en moest sterven het einde stond voor de deur wat nu Daar sohoot op eens de gedaehta in de ziel van den ouden man optoch het rechte leven heb ik den jongen Diet gebracht, en nu heeft de goede God hem daar boven op de kamer neergelegd, opdat ik hem tot het rechte sterven brengen "zou. Dat heb ik aan den jongen verdiend. Zoo waar als God mij helpen wil, dat zal ik dan doen ook Vaa dien dag af kwam Hans Kaspar iederen dag naar boven in de kneohts- kamcr, en zat lang bij het bed, en zoo hebben die twee in vrede en vriendschap over velerlei met elkaar gepraat. Gsnsch ongezocht en natuurlijk nam het gesprek dan een ernstige wendingzij vertelden elkaar in alle eenvoudigheid, en daar knoopten ziek dan allerlei gesprekken aan vast. Frans vertelde, hos hij op den weg wijzer te paard gezeten had, ea in de verte getuurd, en zich de toekomst bad afgeschilderd en zuchtte diep j en dan als natuurwezen een deel is, niet slechts in de verbeelding bestaat, nooh alleen een samenstel van atomen isnoch ook, dat zij als stoffelijke en geestelijke natuur met de krachten die er in werkeü, slechts de tweeheid is, die hare eenheid vindt in het absolute; evenmiD, dat zij door mechanische evolutie uit een stoffelijk beginsel is ont staan, maar dat deze wereld haar ontstaan aan Gods scheppende almacht, zoowel als haar voortbestaan aan Zijne onderhouding en regeering, aan zijne voorzienige in werking dankt. Vervolgens moet uit die bovenbedoelde vereeniging van genees kunde en gereformeerde beginselen volgen, dat de mensoh, hoezeer ook als ieder ander levend wezen een zoogenaamde „cellen- staat" zijnde, door zijn onsterfelijke ziel, toeh wéér van ieder ander levend natuur wezen spee'Mek is onderscheiden. Eindelijk, dat men zoowel bij de beoefe ning als de uitoefening der geneeskunde, gebonden is in zjjn willen en bandelen aan Gods geboden door den drang en uit 't be ginsel der heilige liefde en dat tot Gods eer. Zoo ongeveer was de opzet van de mach tige, professorale rede, waarin 't gced recht bepleit werd van de Medische faculteit der Vrjje Universitoit, die in den bekwamen dr. Bourua zijn eersten professor vond. Nog slechts een kiein begin o zoo klein. „Ge zult hier van middag aan tafel de heele medische faculteit van de V.U.ontmoeten", sprak iemand tot zijne gasteis, hierbij doe lende op prof. Bonman, die mede uitgenoo- digd was. Bet i3 slechts een begin, 'n stekje slechts, maar dan toch geplant in vrueht- dragenden bodem, dat tieren en groeien zal tot eere Gods en tot heil der mensehen. Met aandacht hadden de talrijk aanwezigen naar prof. Geesink geluisterd, om vervol gens met wellicht minder inspanning, maar met niet minder aandacht de schoone meer pastorale rede van dr. Wielenga uit Ara- hem te genieten. Het woord, dat dr. Wielinga ons te brengen had, zou geen wetenschappelijke uiteenzetting zijn van de noodzakelijkheid eener medische faculteit in verband met de gereformeerde beginselen, deze taak kon alleen opgedragen worden aan den hoog geleerden voorganger, die zioh daarvan op loffelijke wijze had gekweten. Het zou alleen een propaganda-woord zijo, een woord alzoo om tot steun, zoowel iinan- antwoordde de oude man daarop„Ja, zoo ging het per slot ons arme mensohen altijd in plaats van ons door den weg wijzer op den ieehten weg te laten leiden, keken wij altijd in de verte en wilden het beter hebben. Als men eenmaal zoo oud was als hij nu, dan keek men naar een andere wereld, en van die koD men zeker zijn als het den Heere maar beliefde Zijn Geest uit te storten in het naar Hem zoekend hart. Dan verhaalde Frans weer van den ouden schoolmeester en van mamfel Martha, en die herinneringen schenen hem zelf goed te doen. Ook van dat meisje, van Lotje sprak hij en zou toch wel willen weten, wat er van haar geworden was Hans Kaspar wist dan weer van zijn grootvader te vertellen, dien hij als knaap nog gekend had, die was organist in de Domkerk geweesten daar had hij als jongen de blaasbalgeu moeten trappen, en hoe prachtig had die oude man gespeeld en ook gezongen, zulke mooie oude gezangen 1 En den dag daarop bracht hij een heel oud gezangboek mede naar boven dat had dién ouden organist toebehoord daarin had hij zelf met rooden inkt en allerlei krullen een vers geschreven. „Ruwe stormen mogen woeden, Alles om mij heen zij nacht, God, mijn God, zal mij behoeden, God houdt voor mijn ziel de wacht. Moest ik lang zijn hulp verbeiden, Zijne liefde blijft mij leiden Door een nacht, hoe zwart, hoe dicht, Voert Hij mij in 'teeuwig licht! {Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1