NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No, 91. f908. Vrijdag 17 Januari CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed, S, J. DE JÖNGE-VERWEST, te P. P. DHUfj, ts Middelburg. Goes PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EH VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer is cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Gevraagd een berichtgever voor ons blad te Bruinisse. 16 Januari 1908. In ons Kieierslijstanikel gewaagden wij van schepen met 2400 Kilo laadvermogen. Dit moet zijn 24000. Van nu af tot en met 14 Febr. dus miil 15 Febr. raceten allen zich aan- geven die op de Kiezerslijst wenselien te komen als huur-, loon-, examen-, pensioen- I of spaarbankkiezer. Indien men hetzelfde perceel of hetzelfde schip is blijven bewonen, waardoor men het vorig jaar op de kiezerslijst werd ge- j bracht, is aangifte a!s woningkiezer thans niet noodig. Loonkiezers moeten zich ieder jaar op nieuw vóór 15 Febr. aaDgeven, Wie reeds Grootboek- of Spaarbank kiezer is, moet zioh niet meer aangeven. Wie zioh wil opgeven omdat hij een boekje van de Postspaarbank heeft die moet beginnen met dadelijk aan de Rijkspost spaarbank met opzending van zijD spaar bankboekje een bewijs te vragen en zoo- dra hij dat ontvangen heeft, moet hij dat ter seoretarie overleggen. Vorig jaar zijn een paar mensohen die hiermee te laat in de weer waren, geen kiezer geworden. Het is niet voldoende ais men den secre taris of den burgemeestnr zijn spaarbank boekje laat zien. Neen, 't bewys van den directeur der Rijkspostspaarbank, dat moet men vertoonen. Het is toch eigenaardig dat de Rijks middelen op eenmaal zooveel minder zyn gaan vloeien. Het kan niet in verband staan met de beurs-confiicten van den jongsten herfst, want hiervan komt de terugslag pas op het belastingpapier over 1908. En met den gang naar de ministrieele crisis van den 21en heeft het natuurlijk ook niets te maken. Van <chter beschouwd is 't overigrus wel eigenaardig dat sinds het ministeiia De Meester met zijn laatste versohooniu g liep, de inkomsten achteruitgingenen in de maand van zijn overlijden de achteruit gang al heel sterk was, terwijl al de overige maanden van zyn, overigens z wakke, levens- bestaan, de middelen zeer ruim vloeiden. Minister De Meester was in dat opzicht een gelukskind. Arme opvolger 1 Want de periode der verminderde in komsten schijnt ingetreden. Afgeloopen maand December bedroeg de inkomst ruim een miljoen gulden minder da in December 1906. Hoofdzakelijk zit 't 'm in het successie recht dat 8 en den suikeraccjjns die 4 ton minder opbracht dan een jaar te voren. Rekent men deze niet mee, dan was December nog een vry goede maand voor de schatkist. Immers in vergelijking met Dec. 1906 bracht Dec 1907 toch nog wat aangaat: de grondbelasting f79,000, de personeele be lasting eveneens f 79,000, de vermogens belasting f 30,000, het recht op de mijnen f 13,000, de invoerrechten f 1000.de accijns op het geslacht f 700, de zegelrechten f 64,000, de posterijen f 38,000 en de Rijks- telegrafen f 9000 meer op. Volledigheidshalve zij hier bijgevoegd dat de bedrijfsbelasting f 5000, de suiker- accijns f 397,000, de wijnaccijns f 3000, het gedistilleerd f 52,000, de zoutaccijns f 16,000, de bier- en azijnaccijns f 8000, de belasting op gouden en zilveren werken f4000, de registratierechten f56,000, de hypotheekrechten f 6000, de successie rechten f 786,000, de domeinen f 52,000 en de loodsgelden f 3000 minder opbrachten. Vergelijken wij nu 1907 met 1906 dan zien wij dat de inkomsten over 1906 be droegen f 161.712.321,93over 1907 f 160.429.269,375, dus ruim 1 miljoen meer. Over 1906 was het verschil met 1905 bijna 7 miljoen meer. Dus 'n achteruitgang van circa 6 miljoen! Bij vergelijking van de ontvangsten der verschillende middelen over 't geheeld jaar 1907 mot het jaar 1906, zien we dat meer is opgebracht doorde grondbelasting f217.000, het personeel f229.000, de be drijfsbelasting f 111.000, het recht op de mijnen f 17.000, de invoerrechten f 1000, den suikeraccijns f 897.000, den zoutaccijns f 82.000, den accijns op 't geslacht f 59.000, de belasting op gronden en zilveren werken f 9000, de zegelrechten f 39.000, de poste rijen f 519.000, de rijkstelegrafen f 239 000, en de loodsgelden f 143 000. Minder werd in 1907 ontvangen uit de vermogensbelasting f 193 000, den wijn- accijns f 20.000, den accijns op het gedistil leerd f40.000, den bier- en azijnaccijns f 51 000, de registratierechten f 552.000, de hypotheekrechten f 1000, ae successierech ten f 1.296 000, en do domeinen f 44.000. Inzake het conflict te Krommenie werd dezer dagen 't volgende bericht verspreid Het bestuur van den Protestantschen Christe- lijken Besturenbond „Zaanstreek", in vergadering bijeen, heeft besloten, na inzage te hebben geno men van alles wat tot nu toe in zake het conflict te Krommenie bekend is geworden en na een door haar ingesteld onderzoek, waarvan de resul taten ernstig zijn overwogen, geen steun te ver- leenen ten behoeve der bij het conflict betrokken arbeiders, omdat, volgens zijne meening, niet overtuigend is gebleken, dat het ontslag-Binnen dijk onwettig is. Hieruit volgt dat wy de staking te Krom menie niet mogen steunen. Precies een jaar geleden hebben wy de staking te Rassen gesteund. Maar niet elke staking is de rechte. Daarom verblijdt 't ons dat de Protes- tantsche chr. Besturenbond deze quaestie eens onderzocht heeft en ons de door ons te volgen gedragslijn aanwees. Nu loopt de mishandelde (het soc -dem. raadslid Binnendijk) wel met een zegen- wensch van den oud-voorzitter van ge noemden bond in zyn zak, en maakt hij daarvan met zekeren ophef gewag in Het Volle. Doch we weten wel op welke waarde men dergelijke uitzonderingen heeft te stellen. Gezwegen nog van 't feit dat op dezelfde bladzijde van dat sociaal democratisch blad een bericht te lezen staat met den spotten- den aanhef„Onder broeders in Christo''. Dergelijke uitlatingen maken het zoo moeilijk om terstond van dergelijke men- schen te denken dat bij conflict het recht aan hun zijde is. Men leze voorts onder Gemengde Berich ten het bericht uit Krommenie. Het spreekt van zelf dat de vrijzinnige bladen de redeneering der antirevolutio naire pers, als zou de vrijzinnige meerder heid 't een opluchting achten dat zij met fatsoen dit kabinet heengaan zag, finaal tegenspreekt. Toch mag zij onzerzijds niet worden los gelaten. Hoe meer wij er over denken, hoe dwazer het ons voorkomt dat, in deze omstandig heden een rechtsch ministerie zoo maar zou optreden. Rechts mag de kastanjes niet uit 't vuur halen voor een meerderheid die in 1905 in arren moede den toestand schiep, waarin wij nu geraakt zijn. Het moge waar zijn wat de Middelburgsche beweert dat de linkerzijde en jhr. mr. A. F. de Savornio Lohman zijn opgeschrokken van wat zij noemt de //euveldaad door Rechts bedreven". Dat „opschrikken" geeft echter geen recht om te eischen dat de regeertaak op de schouders van Rechts overgaat. Wie den minister van oorlog deden val len, waren diens eigen politieke vrienden. Het waren de sociaal-democraten, da vrij zinnig-democraten Nolting, Ketelaar, Van Deventer en Treub, en da unie-liberaal Thomson. Hadden zij 't ministerie gesteund, het stond nog op zijn zwakke beenen. Trouwens juist tengevolge van hun stem tegen de oorlogsbegrooting is Rechts het meest geschrokben. Voor den heer Lohman zoowel als voor den heer Kuyper de Standaard haeft dit laatste openbaar gemaakt was de stem ming een verrassing. Dr. Kuypsr heeft her haaldelijk in laatstgenoemd blad gezegd dat men dit ministerie sparen zou. De Linkerzijde aldus da Middelburg- sche Courant betreurt om do Grondwets herziening den val van dit kabinet. Welnu, dan vorme de heer De Meester spoedig een ander kabinet, met de oude ministers er in, benevens 'n burger-minister van oorlog, waarvoor mr. Tydeman de aan gewezen man sobijnt. Dat versterkt het Linksehe ministerie, want het komt daardoor, meer nog dan vroeger, te steunen, op de heele vrijzinnige concentratie. In al de gebeurtenissen der laatste dagen komt zoo treurig uit welk een berispelijke staatkunde in 1905 door mr. Goeman Bor- gesius is gevoerd. Welk een on-loyale oppositie voerde hij tegen het vorige kabinet. Bij de behandeling der Drankwet eerst voor, nam hij terstond zijo draai, toen bij zag dat enkele katholieken uit 't verband liepen en er derhalve een politiek fortuintje te behalen viel door het rechtsohe kabinet op de Drankwet te doen tuimelen. Wat hij in 1905 inzake bezuiniging op oorlog heeft beloofd, hij, de vader der legerwetten, brachten wij in ons laatst- vorig nommer nog in herinnering. Hoe de woeste horden, in Zierikzee en elders, onder zijn leiding, door het beruchte vijf'-oents-propagandaboek voorgelicht, in 1005 de overwinning bevochten, ligt nog versch in 'tgeheugen. Hoe hij ais vruoht vau deze campagne dit zwakke kabinet bijeen te scharrelen wist, waarin hij zelf, de knapste vau allen, de prima inter pares, echter geen zitting Dam en dat in den korten tijd van zijn zwak bestaan drie ministers versleet, be hoeft ook niet in herinnering gebracht te wordeD. Zou 'tdan niet de dwaasheid gekroond zijn, wanneer Rechts op het roepen van Links gij moet regeeren met een enfin, dan zulleu we het maar eens wagen, antwoordt? Laat men toch niet langer spelen met het Landsbelang. Tot 1909 moet Links aan't roer blijven. En dan zullen de kiezers uitspraak doen over een Kamermeerderheid die onder logenachtige leuzen tot stand kwam, en in het Landsbelang zoo opvallend weinig tot stand bracht. En dan brenge de stsmbus een andere meerderheid, op waarheid gegrond, die het optreden van 'n Rechtsch kabinet mogelijk maakt, een kabinet dat voortspint aan den draad die in 1905 was afgebroken. De wetsontwerpen van het ministerie- Kuyper liggen er altemaal nog. En op geen ander kabinet dan op 'n tweede ministerie- Kuyper in het volgende jaar is onze hoop gevestigd. Van een dergelijken gang van zaken ver wachten wij meer dan van een Kameront binding nu. Een ministerie-Heemskerk dat de zaken gaande hield tot 1909 zou naar wij vas- telijk gelooven den weg banen voor een tweede ministerie-De Meester. En dat zou nu de feiten bewijzen het niet z\jn in 't Landsbelang. Het schijnt te Rotterdam thans rustig te zijn. Zouden de socialisten de „onderkruipers" met rust zijn gaan laten of zouden de „onderkruipers" vertrokken zijn Wij denken haast het laatste. Het vraagstuk hoe de menschen die werken willen voor anderen, stakers, te be schermen, is nog lang niet opgelost. En ook niet dat andere vraagstuk hoe de werk loden die de werkgevers in benarde tijdon uit den brand hielpen en als loon daarvoor in 't werk mogen blijven, tegen den moed wil of een „ongeluk" dat hen van hnpne hen hatende medearbeiders dreigt, te vrij waren. De socialistische pers werkt aan doze oplossing in den rechten zin niet mee. Het Rotterdameche raadslid Spiekman schreef, naar aanleiding van de mishande ling waaraan deze menschen blootstaan, in het soc. blad Be Bondsbanier een cynisch stukje waariu hy doet uitkomen, dat het wel jammer is maar dat 't hun eigen schuld is en zij maar spoedig uit zyne landpale moeten vertrekken. Hij schrijft onder anderen Hoe zijn ze niet gewaarschuwd, niet naar hier te komen Hoe is niet getracht, op hun verstand en gemoed in te werken, opdat ze toch zouden begrijpen, welk een verraderlijke rol ze gingen spelen, indien ze hun mede-arbeiders in den rug aanvielen. Hoe nadrukkelijk is hun er op gewezen, dat de stakers waarlijk niet staakten uit brood dronkenheid, maar óók voor hun gezin, voor betere toekomst Maarde onderkruipers luisterden niet. Thans, nu de staking is geëindigd, nu komen de moeilijkheden. Hoewel de besturen met de werkgevers overeengekomen zijn, ook met onderkruipers te werken, kunnen de Besturen toch moeilijk van eiken bootwerker de lang opgekropte woede en haat bedwingen Ën zoo komen herhaaldelijk nog hevige aan vallen voor op de onderkruipers. Zeker, betreurenswaardige aanvallen, doch.... begrijpelijk voor wie zich in^gnkt in den ge moedstoestand der bootwerkers en in aanmer king neemt de ruwe gewoonten die het be drijf kweekt. Wel weten we, dat er in dat opzicht geen „vrede" in de haven komen zal, vóór de onder kruipers vertiokken zijn. En het moge een ernstige waarsehuwing zijn, voor de arbeiders, zich nimmer voor dat hand werk leenen Het Volle, onder hei opschrift „prompte bedieningdrukte zioh al even hatelijk uit Het katholieke Kamerlid Jhr. mr. O. v. Nis pen tot Sevenaar, van liefde voor onderkruipers bevangen, heeft tot den Minister van Justitie de schriftelijke vraag gericht, welke maatrege len hij heeft genomen of denkt te nemen, om de onderkruipers uit de Rotterdamsche haven in staat te stellen „veilig en zonder gevaar hun werk te verrichten". De Minister van Justitie, die, naar men zich herinnert, zoo'n merkwaardige lakschheid aan den dag gelegd had, toen het gold de justitie aan te sporen haar plicht te doen tegenover de woestheden der Duitsche onderkruipers, diezelfde vrjjz. dem. Minister is thans terstond in volle actie. Hij heeft den katholieken jonker geant woord, dat hij niet zal nalaten, om zooveel hem dat mogelijk is, den Rotterdamschen burge meester bijzonderen bijstand van rijkspolitie te verleenen, zoo deze hiertoe slechts den wensch te kennen geeftdat hij den procu reur-generaal heeft opgedragen zich bij voort during omtrent den loop der zaken te doen inlichten. Bier is aan de eene zijde bedekte aan moediging van de moordtooneelen dei- jongste Novembermaand en eon heimelijk hopen dat die aanvallen succes zullen heb ben en aan de andere zijde een openbaar afstraffen van 't Gezag dat zich voor de mishandelden en de handhaving hunner grondwettige rechten in de bres stelt. De sociaal-demccratie leeft van hot scha delijkst terrorisme. Dat men toch duidelijk inzie en er zich diep van doordringe dat Christendom 6n sociaal-democratie door een diepe klove gescheiden zijn. Wat dat terrorisme aangaat, men leze onder Gemengde Berichten maar weer het bericht uit Krommenie. Niet en Wel. De Rotterdammer had gezegd dat do Nieuwe Courant in 1905 gezegd had niet op een sociaal-democraat; en later wèl op een sociaal-democraat. De Nieuwe Courant (oud liberaal) vroeg bewijs. En De Rotterdammer, wakker als altijd, leverde dat. In haar no. van 25 Feb. 1905 schreef De Nieuive Courant Wij voor ons willen wel nu reeds zeggen, dat wij nooit en nergens in 1905 onzen geestver wanten zullen aanraden hun stem op een soci aal-democraat uit te brengen.* En in haar no. van 24 Juni 1905 schreef De Nieuwe Courant Terwijl wij thans erkennen dat taktische overwegingen onze geestverwanten in de tegenwoordige omstandigheden eer zullen lei den tot het stemmen van den sociaal-demo craat dan van den man der rechterzij. De Rotterdammer concludeartdusterecht: Eaist dusniet op een socialist. Later: wel op een socialistnatuurlijk, zooals het de Nieuwe Courant pas), dit advies aangekleed iu een pohtiek-defiig vormpje. Trouwens De Nederlander had in haar no. vaa 26 Juai daaraanvolgende 01 er deze frontverandering al recht gedaan teen zij schreef Alzootactische overwegingen hebben de zwenking tot stand gebracht. Wij twijfelen er geen oogeublik aan. Maar wij betwijfelen even min, dat, zoo links wint, straks stactische over wegingen" er toe zullen leiden, zich bij een op de socialisten steunend linksch kabinet maar neer te leggen. De oud-liberalen verkeeren in een positie, waarin tactische overwegingen" hen voort durend, huns ondanks, in dc kaart van radica lisme en socialisme doen spelea. Eu een geestverwant der Nieuwe Crt mr. 8. van Houleo, hid in zijn Staatkun digen Brief van 21 Juni, dus een paar dagen voor de frontverandering der Nieuwe Crt., geschreven Daartoe aangezocht geef ik gaarne mijn meening over de vraag, of de vrije liberalen bij de her stemmingen tegenover een aanhanger van Kuy per een sociaal democraat behooren te kiezen. Hier is te handelen naar het beginsel, dat men van twee kwaden aan het kleinste voorkeur moet geven. Hierbij moet er niet enkel op gelet worden, of men in beginsel verder van den sociaal-democraat of van den Kuyperiaanschen candidaat af staat, maar moet de vraag beslissen, wiens verkiezing onder de gegeven omstandigheden het grootste kwaad kan veroorzaken. Juist die omstandigheden moeten beslist de schaal ten gunste van den sociaal democraat doen overslaan. Na zulk een duidelijke aanbeveling van de sociaal democraten was de ommezwaai van het oud-liberale blad begrjjpeljjk. Da N. Crt. was dit blijkbaar vergeten. Interdum bonus dormitat Homerus. Hetgeen, overgezet zjjnde, luidtZelfs de goede Homerus doet somwijlen wel eens oen siaapjo. Of, vry vertaald het beste blad vergeet wel eens wat het geschreven heeftof vergist zich wel eens in het poneeren van zjjn stelling, of in het nemen van zjjn draai. Dat is de les die wy uit deze leuke dis cussie tusjchen twee overigens even ge- wikste organen als de straks genoemde Rotterdammer en Nieuwe Courant trekken mogen. Terecht breekt ds. Rudolph in De Rotter dammer een lans voor gezinsverpleging voor chronische krankzinnigen en volwas sen idioten. Er waren in 1883 veertien gestichten met 4700 verpleegden. In 1903 waren er al 27 gestichten wet ruim 9100 krankzinnigen. En nu heeft men vier stelsels van verple ging: lo. het Schotsche. 2o. het Gheelsche. 3o. het Altsehe. 4o. hst Veldwijksche. Het eerste stelsel bedoelt gezinsverple ging zonder verband met eenig gesticht. Het tweede bedoelt gezinsverpleging op groote schaal, Bjj hst zich voordoen van belemmering bij do gezinsverpleging wordt de patiënt in da infirmerie opgenomen. Het derde bedoelt gezinsverpleging tnef een klein centraal gesticht.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1