14 Januari 1908.
Nu hot nieuwe jaar zoo pas zijn loop
is leg nuen tn de leverancier gereed is
of spoedig gereed hoopt te komen met het
verzerden der jaarrekeningen aan zijn
cl'ëu'è'e, kan een wenk om zoo spoedig
mogelijk de aangeboden rekeningen te
voldoen, ook in ons blad niet overbodig
g noemi worden. Het euvel van lang met
b. talen te w&ehten is een versohijnsel, dat
voorkomt in meer dsn een kring. Zoo liohl
wordt men aan zoo iets gewooE. Het is
ol het zoo behoort. Eo tooh, hoe meDig
neringdoende lijdt er onder. Hoe zullen
zij op den duur aan hunno verplichtingen
kunnen voldoen, indien zij zelve tijden
aaneen moeten wachten, op hetgeen ande
ren hun schuldig zijn? Het is daarom zoo
noodi?, dat voorat de gegoeden en niet
het min t de hoogere standen een loffelijk
voorbeeld geven aan anderen in het vlug
afbetalen hunuer rekeniDgan, hetzij maand-
of jaarrekeningen. De leverancier wordt
er door gebaat en zij zei ven hebben er
ten slotte ook voordeel vao.
Ma' volle instemming lazen we, wat de
Heraut in zijn jongste nummer daarover
schrijft naar aanleiding van den tekst uit de
Spreuken: «Onthoud het goed van zijne
meesters niet, als het in het vermogen
uwer hand is te doen."
«Stipteiijk, en naar de letter opgevat,"
alius de llvmut, «stelt het den eisch,dat
vrat ge heden koopt of u leveren laat, op
staanien voet zou moeten betaald worden.
Het slnit, zóó veistaan, elk denkbeeld van
een oploopende rekening uit. Dit echter
verlasgen de leveranciers zelf niet, althans
niet bij dageüjksche leverantie. Alsdan is
het bij onderling goedvinden, dat de beta
ling op zekeren termijn wordt gesteld.
Iets wat het gemak eisoht, en waarin
daoroai geen onrecht ligt, omdat de lever
ancier er bij het stellen van zijne prijzen
op rekent, en zich ziju rente in dien prijs
vergleden laat. Den betalingstermijn van
dag.'lijksche leverantiën stelt men dan op
de week, op de maand, op het semester,
of ook voor doorloopende levering op
het jaar.
E'soh hierbij is alleen, dat, als de ter
mijn er ie, de betaling dan ook niet wordt
uitgesteld, maar aanstonds volgt. Ea hier
nu sloop het misbruik in. Dan toch stelt
mcu zoo de betaling uit. Soms een jaar,
soms twee of drie jaren. Ja, er zijn rijken
der aarde, die er u met kwalijk verholen
wellust op wijzen, wat ze uit de aldus
gestolen rente van het geld, dat ze aan
hun leveranciers schuldig waren, zichten
pronk hebben aangeschaft.
Da leverancier, die zijn klanten kent,
rekent daar dan wel op en verhoogt zijn
prijzen, maar met dien vers'ande, dat hij
zijn schade niet op de schuldige wanbetalers
alleen, maar op al zijn klanten verhaalt,
en alzoo de goede betalers om de kwade
betalers lijden laat.
Zoo komt hot bederf in het onderling
verkeer. De leverancier lijdt en de goede
betaler lijdt. Eu volkomen terecht poogt
men daarom almeer dit booze stelsel van
late betaling te keer te gaan, en zooveel
doenlij k op betaling hetzij a contant, hetzij
op vasten termijn, aan te dringen.
klaar afgezien van dien kostelijken aan
drang, klemt hier voor een ieder, die zich
aan Gods Woord houdt, de eisch door dat
"Woord ons gesteld„Onthoud het goed
zjjn meester niet" en meester van het door
verschuldigde geld zyt niet g\j, maar is de
leverancier,die u zijn waar geleverd heeft."
Dit kostelijk, practisch woord van De
Heraut is aller overdenking overwaard.
Hier wordt bij vernieuwing de vinger ge
legd op een wondeplek in het maatschap
pelijk leven, waarlijk niet van daag of gis
teren ontstaan. Er is veel uit te leeren voor
leveranciers en klanten beiden. Ieder doe
er zijn voordeel mee en handele er nsar. De
maitschappy zal er wel bij varen.
Politiek fortuintje'
Steeds meer b ijkt, hoe de kans aau het
Kabinet gr bode', om een goed heenkomen
te zoeken, voor Links een politiek for
tuintje is.
De eerst? indruk op 21 December was
pijnlijk. Mr. Drueker s'oeg een oogenblik
de schrik om 't ha^. Niemand was op een
execinie voorbereid.
Maar hoe sooedig veranderde, om nu
eens tale Kansaas te spreken, die zak niet
in een rei.
Reds daags daarna werd in heel. de
liberale per geen traan oai den overledene
geschreid. Eer heersohte er een toon van
v iiiobt'ng. Ea met zeker welgevallen
schreef men van allen kantNu staat Rechts
vo'W de patrijs.
Van wat onzerzijds hiertegen werd ge
roepen «Gij, Links, hebt de meerderheid
do.-. Zoo ge wilt, vormt dan een tweede
Kabinet" wilde men Links zelfs niet
hooren.
Men was zoo in zijn nopjes, dat men
nu dsn toch eindelijk van dit Kabinet en
van da Rageertaak af was, dat men Reohts
s< hvr drong en prikkelde, om toeh niet
te treuzelen, en niet tc aarzelen, maar hoe
eer hoe beter de regeartaak over te nemso.
Hieruit bleek, en hierop is dadelijk ge
wezen, dat bet vroeger protest van Links
tea1'n om beweren, dat het Kabinet-De
Mee ter weergaloos zwak stond, vergoelij
kend O-onrecht was geweest.
Dit kwam nu ulr, maar ook daar was
m b sp dig overheeu. Men gaf nu toe, dal
we g lij. haddeu gehaH. Zwai-ker Kabinet
ws-a nijua niet denkbaar. En dit moést nu
wo1 I el ;1cd, want ju st in hot feit dat men
er nu v n ai iar de verklaring van
de am gee; rift gr zendej-u-eugde, waar-
meê men de zaak aan Rechts overdroeg.
Neen, de tegenstemmers van Links had
den bij slot van rekening een eerste klas
politiek meesterstuk geleverd. Zij waren
de mannen die hadden ingezien, dat elk
jaar langer tobben met dit Kabinet, de
Linkerzij te meer in diecrediet bracht. Zij
hadden het gevoeld, dat voortsukkelen tot
1909 op een debacle van het Liberalisme
zou uitloopen, en dat «de ministerie zonder
end", gelijk het politiek goed betiteld is,
den sohoonsten triomf waarborgde aan
Reohts.
Door er nu een eind aan te makeD,
ruimen ze dat dreigend gevaar voor Links
en de daarm< saamhangende kans van
Reohts, grootendeels op.
Over twee jaar is de miserie van dit
Kabinet glad vergeten, staat men verach
voor de kiezers, en heelt Reohts allicht
het een en ander op zijn kerfstok gekregen.
Feitelijk alzoo voor Links een politiek
fortuintje, en juist dit maakt de vraag zoo
hachelijk, of het voor Rechts zaak is, de
formatie over te nemen. Standaard.
Bovenstaande nemen wij met instemming
over Eu wjj spreken den wensch uit dat de
Rechtsche partijen niet in de val zullen
loopen.
Links moet aan de „regeeriDg" bljjven.
Het is nog altjjd 51—49, dus meerderheid.
Eu in 1909 moeten de kiezers over het
geen het liberale kabinet en de Linksche
mêerderhei ddeed en tot stand bracht uit
spraak doen.
Geen ministerie uit de Rechterzijde. Dat
zou niet recht, dat zou niet verstandig zijn.
Hij snapt er niets van.
Er is iets, dat mr. Van Houten niet
SDappen kan.
Mr. Borgesius heeft in 1905 van vrij
zinnige zijde den verkiezingsveldtocht ge
leid en toen beloofd bezuiniging op de
militaire uitgaven.
Die belofte is door vele kiezers geloofd.
En dat nu snapt de heer Van Houten niet.
Hij schrijft:
Op oorlogsgebied zit Borgesius nog heel
bijzonder vasl. Hoe één kiezer verwachten kon,
dat de man, die als minister het contingent van
Il.ooo op 17.500 man bracht, bezuiniging op
dit gebied zou kunnen invoeren, is m ij on-
begrijpelij k. J
Zoo denken wij er ook over.
Wij hebben in 1905 de kiezers óók ern
stig gewaarschuwd zich niet te laten
misleiden door de vrijzinnige verkiezings
beloften. Wjj hebben er toen meermalen
asn herinnerd, hoe mr. Borgesius, als mi
nister, medegewerkt heeft aan een uitgave
van 6'!/a millioen gulden voor nieuwe ge
weren en dat zoo iemand niet te ver
trouwen was, als hij plotseling van be-
zu'niging begon te spreken.
Dan, er waren genoeg onnoozele kiezers,
die den heer Borgesius hun neus toestaken
om zioh bij dit orgaan te laten vatten
hetwelk dan ook geschiedde....
Natuurlijk is er van de bezuiniging,
door mr. Borgesius voorgespiegeld, niets
gekomen.
De Oorlogsbegrooting is anderhalf mil
lioen hooger geworden.
Mr. Borgesius heeft het tbaos bij de
bedrogenen leelijk verkeken. Friesch Dagb.
Schetsjes uit den arbeid der
Middernachtzending.
TRIENTJE.
Langzaam beweegt een kleine stoet zioh
voort over het kiezelpad dat den dooden
akker doorsnijdt. De rhytmische pas der
dragers doet de fijne grint zacbtkens knoer-
sen, gelijkmatig als 't zagend getik van 'n
torenuurwerk. Nu en dan komt de wind
vlaag een tipje oplichten van het zwarte
laken dat de lijkkist dekt, als om te zien
wie daar tooh wel op zulk een echoonen
lentedag, nu alles ontwakend leven ver
kondigt, en jubelt in jeugdigejpraoht, uit
gedragen wordt, om onder te gaan in het
duistere stof der graven. Moedeloos laat de
dartele wind echter den tip van het lijk
kleed weer zakken, om weg te huppelen
o»er het licht golvende gras, leven zoekend,
en vluchtend voor de kille aanraking van
den dood.
Hoe Plengt niemand achter deze baar
e n traan Spreekt bij geen enkele der-
g nen die den somberen stoet vormen de
k'agende stem der smarte Trillen in geen
e kei hart de snaren der deernis zelfs?
Is hier geen enkel gelaat te vinden dat
een edeler, een mensohelijker trek vertoont,
dan dien onverschilligen, alle piëteit en
alle wijding storenden trek, waaraan men
den man herkent die eeue teraardebestel
ling als winstgevende karwei beschouwt,
zonder medegevoel met de in rouw ge
hulde bedroefden, zonder besef van den
ontzaglijken ernst des doods?
Het schijnt dan wel een weinig betreurde
doode te zijn, waaraan men hier de lastste
«eer bewijst". Wie het wel zijn mag?
Waarin dat onbeweend heengaan zijn oor
zaak wel mag viisden
Ruim twintig jaren geleden speelde
ginds, in het Friescbe dorpje, een vier-jarig
kmllebolletja aan moe's schoot. De lachen
de kiaderoogen zagen volstrekt niet, dat de
weinige meubelen in de huiskamer ver
sleten en armoedig waren, en dat moeder's
febeding van gedurig verstellen en hare
handen van hard werken getuigden. Die
bLuwe kijkers zagen alleen moe, en moe
was alles, en waar moe was daar was het
goed; daar wilde Trientje ook zjjn, en
andera nergens. Ea moe, 0, ze miste veel I
Ze miste een lieven jongen en een braven
man, die ze beiden met heel heur hart had
bemind, maar die thans van haar waren
heneDgegaan om Dimmer weder te keeren,
weggemaaid door de onverbiddelijke zeis
des doods. Te genezen was de wonde door
het afsterven dezer dierbaren geslagen
nooit meer te verzachten was ze wel en ze
deed minder pijn als moe met Trientje
koozen kon, met haar lieveling, haar schat,
haar alles. Ze waren dan ook altijd bij
elkaar, moe en Trientje, altijd en overal
Wat verstonden ze elkander best, en wat
hingen ze aan elkaar
De schooljaren brachten de eerste stoor
nis in dit genot van teedersamenleven. Heel
erg was dat echter niet. Immers, na school-
tjjd huppelde Trientje weer als een haasje
naar moe. Fluks hielp ze dan om handje,
opdat moe gauw klaar zou zjjn en ze samen
een oogenblikje zonden kunnen zitten,keu
velend over de kleine gebeurtenissen vaD
den dag.
Veel erger was het, toen de grimmige
noodzakelijkheid die 's werelds loop met
zich brengt gebood, dat Trientje, nog nau
welijks 15 jaar oud, zou gaan dienen bij
een boer op eenigen afstand van het dorp.
Toen het eenvoudige kistje met kleeren de
deur uitging en Trientje den laatsten kus
van moe op haar betraande wangen voelde
branden, toen was het haar a'sof de ge
lukkigste periode vau haar leven werd
afgesloten voor goed, en alsof ze een don
kereu weg naar een onbekende woestijn
werd opgedreven.
En moeder zelf? Hare tranen vloeiden
niet. Ze kon niet schreien. Een somber
voorgevoel kreep haar de keel dicht.
Eenmaal schreef de Zoon des Menschen,
tot oordeelen gedwongen over een vrouw
die in overspel gegrepen was, nederbuk-
kende in de aarde en daarna opzien da sprak
Hij„Wie uwer onschuldig is, die werpe
eerst den steen op haar".
Wat dunkt u, zou Zijn oordeel harder
zijn geweest over het argelooze meisje, dat
de hartstochtelijke verzekeringen van den
zoon baars meesters geloofde, dat hem lief
had met eene eerlijke, alles vertrouwende
liefde, dat geen andere menschen had lee
ren kennen dan moeder alleen, dat nimmer
van spelen met meisjesharten had gehoord,
en dat dus zoo gemakkelijk met zich spelen
liet?
En zullen wij dan meedoen, wanneer de
dorpelingen straks Trientje nawijzen, als
ze na een heftig tooneel ten huize haars
meesters met schaamrood gelaat en neer
geslagen oogen heensluipt naar moeder,
om haar leed ea hare schande aan dat oude
trouwe moederhart uit te snikken
,'t Is maar gelukkig dat het wurmpje
dood ia", zei een buurvrouw, den dag na
dien waarop Trientje van een levenloos
dochtertje was bevallen.
Misschien had de vrouw gelijk.
Maar met het stof van het wichtje daalde
de schande niet in den duisteren kuil
Moeder en Trientje gevoelden dat maar al
te goed. En schaamte eD smart grepen
moeders wankele gezondheid zoo hevig aan
dat ze Trientje's ongeluk maar kort over
leefde.
Straks werd cok moeder uitgedragen en
toen had Trientje niits meer op deze we
reld. Toen stond ze door ieder verlaten.
„Nou heeft me die meid door d'r lieder
lijk gediag d'r moeder ook nog vermoord",
zei men op het dorp. «Wel, zoo'n sLt is het
aankijkeD niet waard I Geen wonder, dat ze
zich nergens verhuren kan, en goed ook
In zekeren nacht in 1905 hadden twee
middernachtzendelingen te Groningen een
langdurige samenspreking met 'n publieke
vrouw, die ze op den hoek van een straat
ontmoetten.
«Oud zijt ge nog niet", zei één der zen
delingen, „maar daarom kunt ge wel spoe
dig en onverwacht sterven, 't Is zelfs zeer
waarschijnlijk dat ge het in 't leven der
ontucht maar weinige jaren vol zult hou
den. En dan Weet ge wel dat ons na den
dood het oordeel wacht
«Mijnheer, ik heb met alles afgerekend.
Van mjjn zeventiende jaar af ben ik ver
schopt en vertrapt geworden, terwijl de
man die me moedwillig bedroog, niets min
der gezien is nè. z'n schurkenstreek dan te
voren. Toch kreeg ik alles op mijn hoofd.
Voor een hond hebben ze nog een hok over,
maar voor mij geen plaatsje om mijn voet
er op te zetten. Denkt u dat ik nog aan
liefde geloof liedereen op de wereld heeft
zichzelf lief en niemand buiten zichzelf
uitgezonderd misschien een enkele moeder
die van d'r kinderen houdt. Wat zegt u
daar? Liefde van Christus? Wou u nog
praten van liefde van Christus Ik ben te
midden van Christelijke menschen geweest,
altijden nog nooit heeft een sterveling
zich om m\j bekommerd. Er zijn nu eenmaal
menschen in de wereld die den kelder in
moeten, zonder pardon, en van die menschen
beu ik er ééuWilt u mjjn geschiedenis
weten O, ik wil u alles wel vertellen. Het
kan me toch niets meer echeleD. Ik kom uit
Friesland en heet Trientje
Nu, dat is mijn geschiedenis, Bah!
'k Ga gauw een cognacje nemen voor de
narigheid 1 Een blaadje Dank u wel, 'k
zal het lezen 1"
Veertien dagen later hoorde ik, dat
Trientje plotseling in 't Ziekenhuis gestor
ven was.
Ik ontroerde, en besloot dadelijk hare
begrafenis te gaan zien, die op ééa der
eerste schoone dagen in lente plaats had.
To8n de koude «plechtigheid" afgelocpen
was heb ik een hand vol wilde bloemen ge
plukt en die op Trientjes grafheuvel neer
gelegd.
Waarom Ik weet het zelf nietWel-
liohtom tooh één blijk van «belangstelling"
aan de Datuur te vertooneD, die verwonderd
sohecn over zóó kil een uitvaart. Ik dacht
aan hei blaadje, dat ik Trientje nog kort
lóór haren dood gegeven had. En toen
kwamen mij de woorden voorden geest:
«Jezus Chrislus is gekomen om tc zoeken
en zalig te maken dat verloren was".
Nieuwe Prov. Gron. Crt. W. A. Vr.
kerknieuws*
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Den Helder door J. L.
Klein te Edam.
Ierseke. Zondagvoormiddag werd onze
nieuwberoepen leoraar ds. B. G. C. Steen-
beek bevestigd door zjjn vader ds. P. J.
Steenbeek, van Lochem, met de woorden
uit 2 Cor. 5 21, 22 en 6 1. Des namiddags
deed onze leeraar intrede met 'n predicatie
raar Joh. 37. Na de preek werd Z.Eerw.
Damens den Kerkeraad door de schare toe
gezongen Ps. 119 9. In beide beurten was
het kerkgebouw stampvol.
Te Edam is overleden de emeritus
predikant J. W. v. Hoogstraten. Hij was
de ongehuwde broeder van nu wijlen ds.
C. J. G. v. Hoogstraten te 's-Gravenhage,
doolrwas deze rechtzinnig,de nu overledene
was modern.
Hjj was geboron in 1841 te Utrecht, waar
zijn vader, nu wijlen ds. J. F. v. Hoogstra
ten, (rechtzinnig) pred. was. Hij was van
187(5 tot 1898 achtereenvolgens predikant
te Krimpen e/d IJsel, Winkel od Edam.
Zijn gemis wordt diep gevoeld want hjj
mocht veel ljjden verzoeten, dank zii zjjn
middelen en zjjn groote weldadigheid.
Geref. Gemeente.
Bedankt voor Meliskerke doorJ.Over-
duin te Lisse.
ZENDIING.
Het hoofdbestuur van hetNed.Zendeling-
Genootsohap en dat van de Utreehtsohe
Zendings-Vereeniging de noodzakelijkheid
gevoelende aan het werk der Zending door
woord en geschrift meer bekendheid te
geveD, en overtuigd dat daardoor direct
of indirect de belangen van alle zendings
corporaties worden gebaat hebben na on
derling overleg den heer J. W. Gunning
te Rotterdam tot dusver direotor-seoretaris
van beide corporaties, uitgenoodigd zioh
voor dit werk beschikbaar te stellen.
De heer Gunning heelt zioh daartoe
bereid verklaard. Hij zal den titel voeren
van zendings-dirf «tor en de gelegenheid is
opengesteld voor zendingscorporatieB, die
dit wensohen, zich bij deze actie aan te
sluiteo.
Dientengevolge is tot direotor-seoretaris,
in de plaats van den heer Gunning, be
noemd ds. J. Rauws, predikant te Beilen.
UIT DE PROVINCIE.
Middelburg. De jongeheer Karei A.
Baljeu die bij het Koninklijk bezoek alhier
fungeerde als tamboer-majoor bij den
trommelmarsch en die H. M. de Koningin
op 1 Januari j.l. zijne gelukwenscheu zond,
kreeg daarop namens H. M. een schrif
telijke dankzegging terug en wel van den
volgenden inhoud
'Karei A. Baljeu.
»Dankbetuiging namens H. M. de Koningin
voor aangeboden gelukwensch op 1 Januari 1.1.
De part. Secr.
(was get.) v. GEEN".
Op het adres stond
Aan den Jongenheer K. A. Baljeu.
Tamboer-majoor van de trommelmarsch
tijdens het bezoek van H. M. de Koningin
aan Zeeland te Middelburg.
Vlissingen. Maandagavond werden de
redders van de schipbreukelingen van de
Doris gehuldigd. Te haif 8 de bemanning
van de reddingsboot «Koning Willem III",
te weten de schipper F. H. Jilleba, en de
roeiers J. Kamermans, L. Jillissen, J. Job9e,
W. Burgers, J. de Buck, D. J. Baljé en
C. F. de Smit. De voorzitter van 't Comilé
de heer H. 0. BeijermaD, overhandigde
bun daarbij een oorkonde in lijst en voor
elk een enveloppe inhoudende 150. De
•orkonde, ontworpen door dtn eerste lui
tenant Bretsohneider alhier, biedt de vol
gende opdracht«Hulde van Vlissing's
burgers aan de heldhaftige redders". Ver
der bevat de oorkonde de oorspronkelijke
ia het Engelsoh gestelde dankbetuiging
van den kapitein en do geredde schip
breukelingen van de Doris" en bovendieu
de namen van al de redders, zoowel dus
de leden der reddingsboot als die der
Schroevers. De oorkonde is voorts, voor
zoover de ruimte het toeliet, geteekend
door de leden van het comité.
De aanspraak van den heer Beijerman
werd door den heer Jilleba namens de
bemanning met een woord van dank beant
woord het muziekgezelschap «Ons Ge
noegen", voerde fanfares en de Nederl.,
Belgische en Engelsche volksliederen uit.
Denzelfden avond werden ook deSohroe-
vers gehuldigd, ook hier voerde de heer
Beijermans 't woord, bracht «Ons Genoe
gen" luister bij en werd aau schipper
Jacob en zijn vijf zoons Klaas, Gerard,
LieveD, Jacob en Jacob en zijn kleinzoon
Jacob ieder een oorkonde en een enveloppe
met f 100 ter hand gesteld, terwijl dezen
laatste nog op een spaarbankboekje een
som van f 93,88'/» werd toegezegd, welke
som door de gezamenlijke leerlingen van
alle Vlissingsche scholen voor hem bijeen
gebracht. Verder heeft hij reeds f102 op
een spaarbankboekje eekregen als op
brengst van een door de VlissiDgeche Turu-
vereeniging teD zijDen voordeele gegeven
soiree.
Baarland. VV'erd in de vorige week
medegedeeld dat zioh hier een commissie
had gevormd om een pijporgel te plaatsen
in de Gereformeerde kerk alhier, thans kan
worden bericht dat deze oommissie reeds
zoover is geslaagd in hare pogiogen dat
tot aankoop van een orgel kon worden
besloten. De vervaardiging van het in
strument is opgedragen aan den heer A.S^I.
Dekker, fabrikant van kerkorgels te Goes,
zoodat kan worden verwacht dat binnen
korten tijd een schoon instrument ons kerk
gezang zal begeleiden.
Kruiningeti. Voor een lid van den ge
meenteraad, vaoature-Der Weduwen, zijn
heden bij den burgc meester als candidaten
voorgesteld door de werkliedenvereeniging
de heer D. Duindam door de vrijzinnigen
dhr. W. F. de Groofi, van Hansweert;
door de R.-C. de heer J. Luijk, idem en
door de antirev. de heer P. de Suaidt. Het
is den 21en dezer stemming, en den 28en
herstemming, zoo die noodig mocht blijken.
Serooskerke (W.) Zondagavond ston
den de deuren van het kerkgebouw der
Gereformeerden weder open en kwam de
gemeente voor de derde maal samen, dit
maal om de rede aan te hooren van den
WelEerw. hoer ds. J. B. Netelenbos vun
Oostkapelle, die door de Geref. JongelingB-
vereeniging Pred. 12 la alhier, uitgenoo
digd was, te komen spreken over 't onder
werp „Paulus op den Areopagus". Spreker
begon met eene vergelijking te trekken
tusschon drie groote steden, wier heugenis
de «euwen verduurd heeftJeruzalem, dat
de godsdienstwaarhedeD, Rome, dat de
rechtswetenschap, en Athene, dat de
schoone kunsten bezat. Jeruzalem en
Athene kwamen met elkander in aanraking
op een tijdstip, toen van de eerste stad
nieuwe levenskracht uitging en daarente
gen Athene's burgers hunne eigen groot
heid hadden overleefd, niet meer in hunne
goden geloofden en die nochtans aanbaden,
om slechts hun godsdienstig gevoel bevre
digd te zien. De gezant van Jeruzalem ziet
de ontelbare kunstgewrochten, de tempels
on godenbeelden van Griekenland's hoofd
stad, en ook 't altaar voor den onbekenden
God. Dat altaar heeft beteekenis het ge
tuigt eenerzijds van angstvallige nauwge
zetheid, om toch geen enkelen God te ver
geten en anderzijds van een onbevredigd
zoeken naar eenen machtigen God, dien zjj
niet kenden en van wiens bestaan de inge
schapen Godskennis hun toch blijk gaf. Dit
altaar wordt het aanknoopingspunt voor
Paulus' redevoering op den Areopagus,
eene redevoering, die lijnrecht indruischt
tegen de begrippen der philosophen de
Schepping van hemel en aarde, tegen
het materialisme der Epicureërs en
hst pantheïsme der Stoïcijnen, Gods
wereldbestuur, zijne grootheid, die geene
behoefte heeft aan vereering, zoodat
die grootheid van de menschen zou af
hangen, de eenheid van het mensohelijk
geslacht, waardoor de volkstrots der Grie
ken geknakt werd, zijne alomtegenwoor
digheid, onze afhankelijkheid van God, en
liet jongste gericht. Hieraan knoopte
Paulus de roepstem tol bekeering, afzwe
ring van hun godendom en vereering van
den eenigen God.
Ziehier in het kort den inhoud vau deze
schoone rede, die door tal van oudheid- en
gesohiedkundige bijzonderheden opgehel
derd werd. Ik twijfel er dan ook niet
aan, of de talrijke gemeentenaren en al
degenen, die uit andereplaatsen gekomen
waren, zullen niet onvoldaan huiswaarts
gekeerd zijD. Een woord van dank mag
dan ook niet onthouden worden aan de
JoDgeliDgsvereeniging, die bereid willig de
gelegenheid voor allen openstelde, van de
leerrijke woorden dessprekers te profiteeren.
Wij hopeD, dat die VereenigiDg nog tal
van jaren moge blijven bestaanzij telt
er nu reeds '29en tot grooten bloei
moge komen I
Borssele. Alhier zijn bij 'b landbouwer
binnen korten tjjd eenige stieren gestorven
die tot ossen waren getransformeerd door
een operateur, die de kunstbewerking nog
niet goed verstaat. Men schrijft den dood
der dieren althans toe aan gebrekkige des
kundige behandeling. Men zij gewaar
schuwd(R-.C.y
Aardenburg. Alhier kwam een jong-
men8ch, die dezer dagen zich als militie-
plichtige dient aan te geven en daurtoe
zjjne geboorteakte kwam opvragen, by hot
ontvangen daarvan tot de ontdekking dat
zjjne grootmoeder als zijn moeder te boek
staat.
Verplaatst met 1 Jan. bjj de directe
belastingen de kommiezen 2e kl. A. Sonne-
vijlle van Oostburg naar Tholen,en P.Melis
van Roozendaal Daar 8t. Maartensdijk, met
intrekking van de benoeming van eerstge
noemde naar St. Maartensdijk, en van
laatstgenoemde naar Tholen.
Scherpenisse Zondag overleed do
oudste ingezetene dezer gemeente dhr. G.
Laroojj Az. in den ouderdom van ruim 90
jaren. Bij was zeer kras. Tal van jaren is
door hem bediend het veor Gorishoek
Iersekendam. Een tweetal jaren geleden is
dit veer overgegaan op zijn zoon M. G.
Laroojj.
Serooskerke (W.) Zondagavond kwa
men in de consis'.oriekamer der Herv. Kerk
de reeds zich aangemelde leden van den
Christel. Nat. Werkmansbond en andere
belangstellenden samen om te komen tot
eene nauwere aaneensluiting. Nadat ds.
Muller de vergadering had geopend met
gebed en een gedeelte uit Gods Woorl hai
voorgelezen en nader had toegelicht, word