NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No, 84, f908.
Donderdag 9 Januari,
22eJaargang,
eistaM
:e Ut
Istbode,
istbode.
bode.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
koop
roap,
neclit
iecht
mecht
ieid
Iknecht
I- endskerke.
Istbode
Istbode
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S, l DE JONGE-VERWEST te Goes
10)
F. P. D'HUU, ia Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
JRGt
fhuizen in Let
161/162.
|ge
(Grypskerke).
rek., by de
feersehe weg,
ÏEU, El le-
I. STEKETEE
DREU, land-
laart
Is, P. G., vast
IK. KRAMER,
1 e.
|s s e.
laart
istmeid by
Markt, Goes
fc. Wijngaard
en 1 Mei
ferv. Pastorie,
}i
auis. Adres
140, Middélb.
|g g- V.
Ihuis voor
\lburg.
ïid.
Chr. onderw.,
•45
6.55
7.36
4.
7.4
746
<D
7-53
8.1
8.8
O
7.22
8.17
8.25
IJ
W
8.32
O
8.37
PQ
8.47
u
<v
8.54
0
9-7
7.57
9.20
9.29
8.10
9.40
-
8-37
10.56
:.So
i°.43
i°.S4
9.29
I0.03
12.19
11.12
11.36
Z. Duitschl.
BsendaalLage
dan 150 KM.
8| 2.6 1B.1"
1.296.3
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p.1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
5 Pt'! VAK
8 Januari 1908.
Oostburg maar ook de overige
Zelandia deed een goed werk met reeds
heden haar geestverwanten beoosten den
Braakman met het oog op een eventueel te
verwachten heftigen strijd om den Kamer
zetel voor dat district tot een bereids rus
tig" organisatie op te wekken.
Maar laten dan ook onze vrienden bewes
ten den Braakman wakker blijven.
Vooral onder de Chr. Historischen moet
gezocht worden naar flinke medewerkers,
en de Kiezerslijsten moeten reeds nu flink
onderhanden genomen worden.
Er mag geen der onzen, die kiezer wor
den kan, ditmaal worden overgeslagen.
Dit geldt Oostburgmaar het geldt ook
de overige districten in onze provincie.
Zijn onze besturen, vooral op de dorpen,
al aan 't werk
Gaan onze gedelegeerden in Goes en
Middelburgonze clubs in Goes en Vlis-
singen spoedig beginnen
Het kan immers spoedig een Kameront
binding zijn en dan moeten de kiezers van
1907 op het appèl zijn.
Maar het kan eok een Kamesontbinding
worden pas in den komenden zomer, en dan
moeten die van 1907 met de nieuwe van
1908 er op uit.
Dus in beide gevallen geldt een Caveant,
een Waakt aan het adres onzer Kiesver-
eenigingen.
De vorige week lazen wij in 't Pers
overzicht van een der groote bladen een
pleidooi, ontleend aan het vrijzinnige blad
De Vaderlandervoor 't optreden van „een
burger als minister van oorlog".
Geen miliiair tooh, zegt dat blad, zal
ons het Volksleger brengen. Waarom niet
Het leger vreest iedere hervorming. En dat
is verklaarbaar. Ons leger wordt in alle rangen
slecht betaald en beschikt door de vele noode-
looze uitgaven al te vaak zelfs niet over het
noodigewat het totnogtoe van hervorming
zag was niet veel meer dan 'n stelselloos be
snoeien van den toch reeds zoo eng-vertakten
boomhet schrikt terug voor alle hervorming,
voor eene radicale nog het meeste; het heelt
voor het grootste deel zijn geloof in mogelijke
wedergeboorte verloren, net zoo goed als het
overgroote deel der burgerij zijn vertrouwen in
onze weerbaarheid inboette.
De generaals, welke die hervorming aandur-
FEUILLETON.
)3.°9j7-i6
3-4217-47
l3.588.OI
I4.12I8.1S
1
Een verhaal van N. Fries
Daar nadert hun iemand woedend van
toorn, en vertoont zich nu in het heldere
maanlicht, en aanstonds hoort men een
geruisoh van neervallende slagen, eerst
rechts en dan links. Daarna werd het stil,
zeer stil I
Maar de aims Brechtje had nog lang
met hare benauwdheid te kampen gehad,
want het bericht dat de terugkeerecde
ega haar medebracht, had de tegenover
gestelde werkiDg van de heilzame drop
peltjes.
Onze twee in het bovenkamerije hadden
ook geen besten nacht gehad, want van
binnen brandde hen iets als het helsehe
vuur, en uitwendig hadden zij zulke dikke
striemen, dat zij nauwelijks in bed liggen
konden.
Daarenboven gingen zij niet slechts te
keer van pijn, maar ook van woede, en
zij maakten allerlei plannen. Eerst wilden
zij beiden heeDgaan, ver weg, op een schip
naar Amerika, waar 's mecschen reeht
geacht werd; en men zich den smaad van
dergelijke mishandeling niet behoelde te
laten wegvallen Maar uit gebrek aan geld
moest dit mooie plan weer opgegeven
worden. Maar één ding stond vast: wre
ken moesten zij zich. Zij zouden het dier.
driftigen ouden man betaald zetten maar
hoe
„Ik weet er wat op", zegt Frans de zoon.
„Je moet den ouden bij de politie aan
klagen tegen mij is hij ongelukkig in zijn
leekt als vader, maar u mag hij niet af-
ven, worden dan ook in het leger eenvoudig
als verraders van de goede zaak beschouwd,
als heulers met hen, die het leger willen af
breken, en dat verlamt hunne kracht.
Maar ook ter wille van den minister
zeiven. Immers ieder minister van oorlog-
offieler, die hervormen wil, voelt zieh min
of meer schuldig aan zonde tegen de kame
raad schappelijk heid.
Met dit gevoel heeft de burger minister van
oorlog niet te rekenen. Den burger-minister van
oorlog-hervormer zal, vooral van de mannen
van het ancien-régime, alle haat treffen, die de
»postieker" toch reeds in zoo ruime mate geniet,
als hij zich met de defensiezaak bemoeit, maar
hij zal in dien zin vrij zijn. Maar hij zal een
man van vast willen en groot organisatorisch
talent moeten wezen, zoo iets als de tegenwoor
dige Directeur-Generaal van Landbouw, de heer
Lovinck. En dan zal hfj een Hercules moeten
zijn aan het Departement van Oorlog, dat een
rechte Augias-stal is.
Als pendant van dit betoog namen wij
hier over een artikel dat P. K. reeds in
De Walehersehe Courant van 3 dezer ten
beste gaf en dat op hetzelfde aanbeeld slaat.
Aan P. K. komt dan ook de eer dezer
vinding toe. Zonder over de juistheid van
beider argumenten te oordaelen, drukken
wij uit De Walehersehe Crl. 't volgende af 1
We zijn in 't moeras gekomen door het
geroep om een volksleger door hen die
erkennen eerst een leger-geest in het volk te
moeten brengen. Alsof dat In een paar jaar
gebeurt.
We zijn in 't moeras gekomen door de
omstandigheden i n het leger zelf, die luide
om herziening vragen. Omstandigheden en
verhoudingen, die niets met de soort van
legerorganisatie te maken hebben en toch
dringend verandering eischen.
In de lie Kamer is door verschillende personen
aangedrongen op algeheele zuivere toepassing
der militiewetten, var. het ministerie-Borgesius.
Een denkbeeld, dat heel goed is, daar die
wetten eigenlijk nog hun loop niet gehad
hebben en het dus al le dwaas is, dat die zelfde
vrijzinnigen met mr. Borgesius aan het hoofd
om verandering van stelsel vragen.
We zijn in 't moeras omdat generaals veelal
blijk gaven, tegenover de Staten Generaal
niet de meest geschikte woordvoerders en
bewindslieden te zijn.
We moeten u i t het moeras.
Ons dunkt de eenige weg is, dat een
niet-militair de portefeuille van Oorlog neemt.
Dat zal goed zijn voor het leger.
ranselen, dat weet ik, dat heeft mij nog
pas iemand verteld, dien het duur was te
staan gekomen. Morgen vroeg gaat gij
eerst naar den dokter en laat u eerst een
attest geven, en dan daarmtê Baar de
politic. Ik wacht je aan den hoek op, als
ik naar school ga, en dan zal ik je wat
terecht helpen".
Dit voorstel was voor den staljongen zoo
goed als zalf op zijn striemen. Zij lachten
er te zamen over, hoe dit den oudeinde
hoogte zou steken, als hij een dagvaarding
van de polite kreeg, en hij zioh dan voor
bet gericht de les moest hooran lezen en
nog boete betalen. Daarna deden beide
knapen, trots de ontvangen slagen, nog een
gezonden slaap, tot de zon in hun kamertje
scheen.
Maar Haas Kaspar had ook zijne maat
regelen genomen den volgenden morgen.
Eerst heeft hij reoht gesproken, dat wel
is waar eerst na de voltrekking der straf
kwam, maar daarom juist, zooals hij zeide,
den reohten grondslag had en zijn woor
den waren even kras en scherp als de
voorafgegane slagen maar zij troffen niet
zoo goed de rechte plaats, want zij raakten
het hart niet der knapen, die intussohen
aan de voorgenomen wraakneming daohten.
Da-aroua beval hij Frans den kneoht, den
smid te bestellen, ora traliewerk aan het
raam te maken, en een ijzeren grendel
san de deur, om die van buiten te kunnen
sluiten. Hij wilde wel eens zien of er geen
middel was om zulke luchtige sijsjes in
de kooi te houden.
Deze boodschap kwam juist van pas,
daar dit hun de beste gelegenheid gaf het
andere plan uit te voeren.
Ea zoo gebeurde het dan, dat onze wak-
De verhoudingen zullen beoordeeld worden
door iemand die buiten deze staat en er niet
mee is opgegroeid.
Valsche ideeën van militaire eer zullen den
kop worden ingedrukt.
Verkeerde gevolgtrekkingen uit het noodige
beginsel van militaire hierarchiie, zullen
tegengegaan worden.
Dan is er kans, dat bij officieren, onderofficieren
en minderen weer lust en ijver voor den dag
komt, dan is er kans op goede proefneming,
met de bestaande militaire wetten.
Dan kan het militair onderwijs beoordeeld
worden door iemand, die zelf niet de duffe
lucht van die opleiding heeft ingeademd.
Dan is er ook kans, dat de Kamers met den
Minister opschieten kunnen en wat meer zegt,
dat de Minister ook met de Kamers kan
opschieten.
Aan zoo'n burger-minister van Oorlog worden
hooge eischen gesteld.
En den goeden man daarvoor te vinden zal
niet zoo gemakkelijk zijn.
Maar er zijn er toch wel en hij, die er zich
voor geven zal, zal ongetwijfeld in den beginne
zijn ziel in lijdzaaamheid moeten bezitten, maar
zal tevens ook den lande een onuitsprekelijken
dienst bewijzen.
Nu in twee bladen van tegengestelde
riohtiDg dit denkbeeld van een burger-
oorlogsminisfer ter sprake kwam, zal de
pers van alle richting dien voorslag wel
willen in de oogen ziea.
Wij meenen ons te herinneren dat in de
jaren tusschen 1800 en '70 wel eens een
burger minister van oorlog is geweest.
Was de minister Kierek in het tweede
ministerie-Heemskerk er niet een van?
Si
Tuberculose.
Wy meenen ook dat dit niet is een arme-
lui's ziekto of arbeidersziekte. Z'\] bezoekt
alle standen der maatschappij en richt ook
in de hoogste standen verwoestingen aan.
Maar dit zal toch wal waar zijn, dat zii ia
de arbeiderskringen de meests slachtoffers
maakt. Ea ia dien zin had de ht)9r Schaper
(soc.-dem.) gelijk toen hij in een derjongste
zittingen van de Tweede Kamer deze ziekte
een „arb3idereziekte" noemde.
Want hoe komt het dat meer arbeiders
kinderen aan deze ziekte stenen dan, laat
ons nu maar zoggen kinderen van aanzien
lijken
Omdat dezen de gslogenheid hebben om
door krachtige voeding, afzondering, be-
van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cenr.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
kere Hans Kaspar Lehmaun den volgenden
dag een dagvaarding ontving, om voor het
kantongerecht te komen, en wel, zooals
in het stuk vermeld stond, wegen3 licha
melijke mishandeling, zijn huisknecht aan
gedaan.
De oude man kon zijn oogen niet ge-
looven, hij moe3t er voor gaan zilteu
hij zette zijn ealotje af, en kuchte eens.
„Breohtje" kwam er eindelijk voor den
dag „Breohtje, vrouw lees toch kijk
eens! Wat beduidt dat?" en daarmede
reikte hij haar het stuk toe
Ja, zoo waaT, daar stond het zwart op
witEa nu zagen man en vrouw elkander
aan, zwegen en sidderden Brechtje van
ontsteltenis en medelijden met haar lieven
man, deze van het ia oproer raken van
zijn eigen rechtsgevoelWel, nu nog
mooierhij zou geen reoht hebben zulke
aartsdeugnieteD eens af te ranselen De
overheid moest hem danken, hem prijzen
en vereeren dat hij het gedaan had wat
moest er anders wel van zoo'n kwajongen
worden Dat zou hjj hun dan eens rond
en goed uiteenzettenhij zou hun dat
eens te verstaan geven, dat zij er mooi
van stonden te kijken! Bij deze gedachte
zette hy zijn borst uit tot een diepe adem
haling, richtte zich weer op, zette zijn
mutsje op en liep snel de kamer op en
neer! Een zegepralende glimlach vertoonde
zioh op zijn eerlijke, breede trekken.
Vrouw Breohtje keek met haar kalme
oogen tot haar ega op, en dacht bij zieh-
ve -. wat heeft de goede man
De jongen mooht hem niet meer onder
de oogen komen tot die zaak uit de wereld
was, hij moest in de keuken eten, en
Frans, de zoon, wilde ook liever zijn vader
handeling in sanatoriums, luchtige slaap
vertrekken, baden en extra versterkeüde
middelen, met Gods hulp, deze ziekte tot
staan te brengen of te doorstaan.
Trouwens de heer v. d. Goes (soc.-dem.)
toont dit in Het Volk nog eens aan met de
statistiek.
Aan de N R. G. ontleende hij dat
Statislisch onderzoek heeft te Hamburg aan
getoond, dat in 1904 op de 1000 inwoners, val
lende onder de inkomstenklasse van 900--1200
Mark, het aantal sterfgevallen aan tuberkulose
heeft bedragen 1.88 en in de klasse van 51.00- -
10.000 Mark slechts 1.2. Te Marburg was onder
het armste 5de gedeelte der bevolking de tuber-
kulosensterfte 6 maal zoo groot als in de 4
andere vijfde gedeelten tezamen.
De Hamburgsche regeering ziet op grond van
zulke feiten in de tuberkulosenbestrijding een
tak van armenzorg. Reeds sedert I901 geschied
de de opneming van behoeftige tuberkulosen-
lijders in sanatoria van stadswege en niet bij
wijze van liefdadigheid.
Hij zelf voegt er het volgende aan toe
Reeds bijna 40 jaar geleden, trouwens, had de
Belgische geleerde Quételet, een der eerste bur
gerlijke schrijvers die sociale verschijnselen met
behulp van statistieken en anderszins weten
schappelijk heeft onderzocht, van tering of tu
berculose hetzelfde gezegd. Ellende, 't leven
in besloten ruimten, het inademen van schade
lijke dampen en gassen, van lucht met het stof
van werkplaatsen overladen, noemde Quételet
onder de oorzaken die haar bevorderen. „Om
standigheden, welke een heilzamen invloed uit
oefenen, zijn de rijkdom, het werkzame leven in
de open lucht, enz." („Physique Sociale", 1869
I, 270).
Latere nasporiugen hebben, zooals men weet,
vooral het nadere verband tu.schen de woning
toestanden en de verbreiding van tuberculose
aangetoond. Om slechts twee uitspraken uit de
laatste jaren te noemen
„De tuberculose", schreef prof. Karl Hirsch in
het Duitsche „Zeitschrift fiir die gesamte Staats-
wissenschaft'' (l9o6, dl. Ill), „is een woning-
ziekte"..
Een waarheid, door een geneeskundig getuige
voor de Engelsche staatscommissie die in op
dracht had de „lichamelijke ontaarding" van de
bevolking te onderzoeken, als volgt met getallen
gestaafd
Het sterftecijfer door longluberculose in de
één-kamer-woningen te Glasgow bedraagt 2,4
per duizend, 1,8 in die van twee kamers, en 0.7 in
alle andere woningen." („Report," 1904I, 17.)
Do schrijver zegt dat de ziekte besmette
lijk ia. la 'tlaatste stadium schijnt zy dat
niet ta na komen. Eeii onaangenaam ge
voel bekroop hem, en eea inwendige stem
zeide hem, dat die zaak nog wel onaan
gename gevolgen kon hebben.
Eindelijk brak de groote dag aan. In
alle eenvoudigheid, maar toch doordrongen
van en zich vorheffend op het volle gevoel
van zijn recht als huisheer en huisvader,
trad Hans Kaspar Lehmann voor de balie.
Den ook opgeroepen kneoht zag Lij vol
strekt niet aan. Het sneed hem reeds als
een mes door de ziel, toen bij zioh Hans
Ka3par Lehmann, den gedaagde moest
booren noe.mea, en dezen jongen, wiens
familienaam hij hier voor het eerst ver
nam, zijn aanklager, '"t Was ongehoord,
deze jongen zijn aanklager.
Maar het werd nog veel erger. Hans
Kaspar haf zijn redevoering goed inge
studeerd wel dreigde hem die geheel te
begeven, toen hij dat eenvoudig en zoo
natuurlijk voorval van het welverdiend
en meesterlijk uitgevoerd pak slaag, nu
uit den mond des rechters ;u objectieve en
geenszins welwillende voorstelling hoorde
betitelen als een ongeoorloofde strafoefe
ning en grove mishandeling vau een on-
derhoorige. Toch gaarde hij zijn kracht
bijefD ec hield een meesterlijke rede, gelijk
hij lafer aan z'jn Brechtje zeide,- waarhij
hij zijn krachtige lorigeu niet spaarde.
Zijn redevoering was in drie deelen ge
splitst. Eerste deel: nauwkeurige voorstel
ling der misdaad tnet hier en daar een
knoop er op, naar belmoren geillustreerd
door het Spaaasche rietje. Tweede deel
Klare uiteenzetting der reehfen van eCD
huisheer en huisvader. Derde deelde
verplichting der oveiheid, hecu Hans Kaspar
Lehmann loffelijke melding te maken voor
zeer zaker. In ieder geval verdient do po
ging van de regeering om tfgsn het voort
woekeren van dit kwaad indien moge
lijkmaatregelen te nemen, lof en steun.
De tuberculose is een sluipend kwaad,
waartegen ook wel een middel zal bestaan,
doch dat nog r.iet gevonden is.
Er is op deze door de zonde verwoeste
aarde geen krankheid waartegen 't genees
middel onder de voorzienonde hand Gods
niet gewassen ig. Moge da geneeskundige
wetenschap er in slagen dat geneesmiddel
te vinden. Vooral de geloovige, die zijn
eigen laven en dat zijner kinderen in de
hand Gods weef, mag dit zoeken der Weten
schap niet met onverschillig oog aanzien.
In HetVolk komen herhaaldelijk de meest
Godslasterlijke vloeken voor. Zoo onder
anderen in de verslagen van vrije-arbeiders-
vergaderingen ea in de Zaterdagavond-
praatjes.
Hoe komt het toch dat Het Volk om zich
populair te maken by den werkman, zich
zoo veriagen moet, om da terminologie die
hij meent in haar arbeidersklasse gangbaar
te zyn, over te nemen
Is dit eigenlijk niet eon kaakslag voor
die arbeiders, welke nog beschaafd genoeg
zijn zich van vloeken in de samensprekiog
te onthouden
lüdien Het Volk meGnt „het volk" te moe-
ten opvoeden, waarom tracht zij dan niet
liever dat „volk" op te heffen, en het te
leeren zich van dergelijke „krachtwoor-
den" te onthouden?
u De Baanbreker" doet zoo iets niet. Die
houit misschien meer rekeniDg met haar
omgeving.
Vloeken, ook al zyn 't aanhalingen of
latterlijkeweorgeviEgen, hebben het tegen
deel van opvoedende kracht, on verlagen
den opvoeder die er gebruik van maakt.
Weervoorspellingen.
»Die altijd weet, van waar het waait,
Maar met geen wind ter wereld draait,
Is Buys Ballot".
Zoo zong de dichter. Maar ten platte
land» wonen nog wel andere weerprofeten
de visaoher, de veehouder, de landbouwer,
de herder, ja, elk dorpsbewoner heeft zoo
de waarneming en deugdelijke praotisohe
tenuitvoerlegging dier genoemde vechten.
De jouge rechter, voor wien deze oude
man blijkbaar eene hoogst interessante
verschijning was, wreef eens langs zijn
dunnen knevel, en keek uit zijn koude,
lichtblauwe oogen op den beklaagde neer
met hoogbartigen glimlach.
Toen hield hij eeuigeoogenblikken pauze,
waaronder Hans Kaspar zich het zweet van
het hooge voorhoofd afdroogde melden rood
en witgeruiten zakdoek, dien de zorgende
vrouw Breohtje in zijn rokzak had gestoken.
Ea nu, alsot deze gausehe fraaie drieledige
redevoeriDg volstrekt niet gehouden was,
werd 't vcnni3 uitgesproken, luidens 't welk
de beklaagde wegens lichamelijke mishan
deling van zij» onderboorige als aanklager,
een boete van 20 mark aan 't bureau van po
litie te storten had, waarbij hij nog uitdruk
kingen booren moest ais een ongeoorlootd
en "onwettig ingrijpen iu de verordende
rechtspleging, enz.
Meer drooiaend dan wakend kwam Hans
Kaspar tehuis. Zoo had vrouw Breohtje hem
nog nooit gezien; hij tnoest terstond vaar
bad; in den namiddag dronk hij camilien,
lag 's avonds in een bad van zweet, dien
nacht ijide hij, het was ais men 'taanhoorde
alsof hij aldoor redevoeringen hield, en den
volgenden morgen was de sterke man zoo af
en üauw, dat hij niet kon opstaan, hij had 't
beproefd, maar was in bert neergefuimeld.
Na verloop van aeht dagen was zijn krach
tige naiuur den stoot weer te boven, en toen
hij de eerste maai weer op kon staat', liet hij
den staljongen in de achterkamer komen,
die slechts bij plechtige gelegenheden ge
bruikt werd.
Wordt vervolgd).