WANDKALENTDEE
De Zeeuw
1308.
JJ
TIET BESTE ADRES VOOE MAN OF ACT VEEN IB DAT VAN L. E. E1V1EBE - OEOOTE MARKT HOEK GRAVENSTRAAT - MIDDELBURG: -
VAN
919
VOOR HET SCHRIKKELJAAR
21
28
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Januari.
5! 12
19
26
6:13
20
27
7 14
21
28
8 15
22
29
916
23
30
10 17
24
31
11 18
25
3 N. M.
10 E. K.
18 V. M.
26 L. K.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Februari.
Zaterdag
2' 9116 23
3 10,17 24
4H118 25
5 12)19,26
618 20 27
7 14)21 28
8 15 22'29
2
N.
M.
9
E.
K.
17
V.
M.
25
L.
K.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Maart.
1 8 15 22 29
2 9 16 23 30
3 10 17 24)31
411 18)25
5 12 19 26:
6 13 20)27'
7 14,21 28
2 N. M.
9 E. K.
18 V. M.
25 L. K.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Aprif.
5
1219 26
6
13 20 27
7
14121 28
1
8
15 22 29
2
9
16 23 30
O
O
10
1724
4
11
1825
1
N.
M.
8
E.
K.
16
V.
M.
23
L.
K.
30
N.
M.
17 April Goede Vrijdag.
19 en 20 April Paschen.
19 April Jaardag Prins Hendrik.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Mei.
12 19
13 20
1421
15 22
1623
2431
25
26
27
28
29
30
8 E. K.
16 V. M.'
23 L. K.
30 N. M.
28 Mei Hemelvaartsdag.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Juni.
7.14,21:28!
1 8
15 22 29
2 9
1623'30
3 10
17 24
411
18 25
5 12
19 26
613
20 27
7
14
E.
V.
L.
N.
K.
M.
K.
M.
7 en 8 Juni Pinksteren.
Juli.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
5
12 19 261
6
13 20 27
H
t
14 21 28!
8
152229)
9
16 23 30
10
172431'
411 1825,
6 E. K.
13 V. M.
20 L. K.
27 N. M.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Augustus.
2 9 16 23,30
17,2431
18:25:
1926
20:27
21 28
E.
V.
L
N.
2 Jaardag H.
5
12
18
26
3 10
4 13
5 12
613
7 14
8 15 22 29
i i i i
K.
M.
K.
M.
M. Emma.
1
31 Jaardag H. M. Wilhelmina.
September.
ZONDAG 613)20)27
Maandag 714,21)28
Dinsdag 1 8 15'22 29
Woensdag. 2 9 16 23,30.
Donderdag 3)10:17 24
Vrijdag 411)18 25
Zaterdag 5 12 19 26
3
E.
K.
10
V.
M.
17
L.
K.
25
N.
M.
October.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
1
2
3
3 E. K.
9 V. M.
17 L. K.
25 N. M.
4 11 1825
5 12 19 26
613 20 27
7 14 21 28
8 15,22 29
9 16 23 30
10 17 24 31
Kovember.
ZONDAG
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
1 8)15
2 9 16
310 17
4 11 18
5 12 19
6 13 20
7 14 21
22 29,
23 30
24
25.
26
27
28
1 E. K.
8 V. M.
16 L. K.
23 N. M.
30 E. K.
December.
ZONDAG
613
20
27
Maandag
7
14
21
28
Dinsdag
1 8
15
22
29
Woensdag
2 9
16
23
30
Donderdag
310
17
24
31
Vrijdag
4 11
18
25
Zaterdag
5 12
19
26
7 V. M.
15 L. K.
23 N. M.
30 E. K.
8)
FEUILLETON.
ID-wstaJ-licliten.
Een verhaal van N. Fries
Mija oude vader heeft voor een half jaar
een zalig uiteinde gehad maar vóór hij
stierf, hebban wij nog over je gesproken,
en zeide hij Martha, zie toch nog eens
naar het kind om, wat er van haar ge
worden is in die booze wereld ik vrees
niet veel goeds, beproef gij het nog eens,
of gij tot haar hart spreken kuntDat
heeft hij gezegd en daarom ben ik
gekomen Lotje maar mijne wereld en de
uwe liggen wijd, wijd uit elkaar, dat mark
ik wel, de mijne is de hemelsche, de on
zichtbare, en de uwe is de aardsohe, veel
kleurige, vol van de begeerlijkheid der
oogen en des vleesohes. Nu Lotje, wij
zullen het dan beiden later wel ondervin
den, wier wereld de beste is. Vaarwel,
mijn arm kind, ik moet weg, de molenaar
wilde spoedig terugrijleD, en naar huis
loopen kan ik nietVaarwel!"Daarbij
stak zij hare trouwe, stevige hand over de
toonbank heen het meisje toe, dat aarzelend
hare vingertoppen er in legde. //De mach
tige God kan uw hart wel vinden;
wees Hem bevolenmogen het geen al
te zware, hartbrekende beproevingen zijn,
die u tot Hem voeren Het ga je wel
God zij met je".
En hiermede ging Martha heende
andere mesjes, die er met lange gezichten
bij stonden, vriendelijk toeknikkend.
Bij het uitgaaD keerde zij zich nog even
om, en vraag ie: //Lotje, weet ge volstrekt
piets van Frans? dien hebben wij gansch
uit het oog verloren zijn eigen moeder
weet niet waar hij gebleven is. Gij beiden
waart Troegor op zoo goeden voet samen
Een zwijgend hoofdschudden was het
eeniga antwoord, en de deur viel dieht
achter manueel Martha.
Lotje wierp zich diep ademhalend op een
st/el neèr; zij wilde laohen, maar dat
lukte toch niet; het was alsof een kramp
trekking haar keel toekneep; zij stampte
heftig met haar voetje op den grond en
toen de andere meisjes haar spottend ge-
lukwensehten met zulk een aangenaam
bezoek, werd zij gloeiend rood, sprong op
en liep naar hare kamer. Daar verborg
zij haar gelaat in beide handeD, en snikte
krampachtig; in haar arme ziel streden
toorn en bitterheid, schaamte en gramschap
met elkaêr, en tusschen al die hartstochten
door klonk haar mamsel Mar'ha's ernstige,
ziohte stem nog in hel oor, en wilde zioh
maar niet tot zwijgen laten brengen.
Drie dagen daarna hield er een trouw
koets stil voor het bureau van den burger
lijken stand; en daarachter nog een aantal
andere koetsen. Uit de trouwkoets hielp'
George Maurice in zwarten rok en witte
das zijne overschoone bruid, die in haar
si uier als in een wolk gehuld, met haar
wit geschoeid voetje nauw den grond aan
raakte, het hoofdje neergebogeo, alsof
de groene mirtenkroon haar te zwaar
drukte.
Van den burgerlijken stand word niet
Daar de kerk gegaan. O, neen Gods zegen
had men niet Loodig Toen de vraag om
trent kerkelijke inzegening geopperd werd,
wa3 het uitgekomen dat George eigenlijk
een Jood was, en reeds daarom op geen
Christelijke inzegening gesteld kon zijn
maar mooht zijn lief, beminnelijk bruidje
er anders over denken, daa zou hij zich
tegen die ceremonie niet verzetten. Maar
het lieve bruidje sloot hem den mond met
een kus, en verzekerde hein dat haar de
zaak geheel onverschillig was, indieo zij
zijn vrouw maar werd. Om dergelijke
dwaasheden bekommerde zich toch geen
mensoh meer.
Toeh kwauu daarbij diep in haar ziel
de gedaohle nog op; als mamsel Martha
dat hoorde, hoe zou zij zich daarover
ergeren
Van den burgerlijken stand ging het
naar een weelderige luidruchtige bruilofts
partij, in een der eerste hotels aangelegd.
Onder de menigte, die het jonge paar
bij het instijgen in de koets gadesloeg,
stond een hoog opgeschoten jongen, in zeer
afgesleten, hier en daar gescheurde klee
ding, zijn breedgerande hoed diep op het
voorhoofd gedrukt, met een roodzijden das
onder de vuile hemdskraag.
Hij wierp eeu scherpen, doordringenden
blik op de sohoooe bruidzijn gelaat
klaarde cp, het was alsof hij tot haar wilde
doordringen. Plolseling echter bezon hij
zicb, glimlachte even, en slenterde met
de banleu in de zakken verder. De trouw
koetsen rolden hem voorbij, maar hij schonk
er geen blik aan.
Den volgenden dag ging het jonge paar
aan boord van een der groote landver
huizersbooten, natuurlijk als passagiers
eerste klasse.
Als men deze jonge vrouw, in het ele
gantste reistoilet, daar op een der divans in
het praohtige salon zag neergevlijd, met
haar teederen, tot eiken dienst be
reid vaardigen eobtgenoot, bij haar neer
gebogen, dan moest men toch wel denken,
dat Lotje nu de hoogste sport der geluks-
ladder bestegen had.
Voor 'toogenblik had zij echter nog de
zeeziekte door te worstelen, wel een nood
lottige stoornis in haar jong,echtelijk geluk.
Wat verder gebeuren moet, ligt aan de
overkant van den oceaan.
III.
ZEEPBELLEN.
De dwaasheid is in het hart
des knaaps gebonden; de roede
der tucht zal ze verre van hem
wegdoen. Spr. XXII: 15.
Daarbuiten, in een afgelegen voorstad,
waar de bestrating reeds ophoudt, en de
grindweg aanvangt, ligt een herberg naar
den ouden trant, tot gerief van vraohtrij-
ders, die hun meegereden beesten gaarne
nog even rust guunen, eer zij ze in de
drukke straten voerenof wel bij hun
afrit nog een borreltje moesten nemen op
een voorspoedige reis. Ook landlieden, die
op de marktdagen met hun waar naar de
stad komen, spannen hier uitnu en dan
krijgt men er ook een gast, die er den
nacht overblijft, als het hem om een goed
koop kwartier te doen is.
Die herberg is er nog zoo een van den
ouden stempel, die thans zeldzamer worden,
met een bijgebouwden doorrijdbaren stal,
wiens breede deuren wijd cpenstaaD, als
opengesperde kaken waar een huisknecht
met een blauw voorsoboot steeds al loerend
op goede vangst uitkijkt, en zocdra er een
wagen ingereden is, fluks de vleugeldeuren
sluit, als om zeker te zijn van zijn prooi.
Dikwijls ook ziet men genoemden huis
knecht een poosje stilstaan met een strootje
in den mond tegen de paardekrib geleund,
schijnbaar ir. diep gepeins verloren. Dan
overdenkt hij hoeveel er nog aan ontbreekt
aan zijn fooi om't gewonedagloon te krijgen.
Men heeft den eigenaar van deze her
berg reeds menigmaal gezegd, dat zijn
bezitting niet meer beantwoordt aan de
eisehen van den nieuweren tijd, dat hij
de oude boel neerbalen en een nieuw huis
moet laten bouwen met een balkon en
verenda; dat hij zijn ouderwetschen
grooten moestuin als een park met prieel
tjes en lommerrijke plaatsjes moet doen
aanleggen en een bordje metBiertuin
uithangen. Dan zou hij veel loop krijgeD,
want op de ligging viel niets aan te mer
ken, de lucht was er frisch en gezond
voor de menschen, die in de nauwe straten
en onder den walm der schoorsteenen
woonden.
Maar onze brave waard was de dagen
zijner jeugd voorbij, en ook over 't geheel
weinig ingenomen met den nieuwerwet-
sohen vooruitgang. Hij dacht bij zioh zelf,
«laat de lui maar praten ik doe mijn
eigen zin. Om rijk te worden is't mij niet
to doen ik heb genoeg aan wat ik bezit,
eD wie niet bij mij wil indraaien, die moet
zijn weg maar gaan."
Men ziet, dat deze man zeer ouder*
wetsohe begrippen had. Daartoe behoorde
ook dat hij niet meer schonk aan wie reeds
te veel gedronken had, en dat hij in zijn
huis, bij kinderen en dieustboden op tucht
en stipte orde gesteld was.
(Wordt v*rvolgd)t