NIEUWSBLAD ¥00B ZEELAND. INo, 81. 1908 Maandag 6 Januari. 22e Jaargang, CHRISTELIJK- HisroRiseh VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. l DE JON GE-V ER WEST, re Goes F, P. D'HUU, ta Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN V U 1 L"? 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS, Prijs per drie maanden franco p. pL25. Enkele nummers0,Q26. M^SSHMBSFHESEKSSSESSSHr^ESESESSrSiEEiS?!; SliM—MilMl UIMIlUi «IMBiT UITGAVE DER FIRMA EK VAN van 2— 5 regeis 40 cent, iedere regeï meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. KaaS5iïBSa@$ö2S38®BeseK3E!K^.v^"7EB,'ST5-5T^SBtS5g5i5,'£„-;iKirSa Het is toch eigenlijk een dom zeggen. Ik bedoel die uitdrukking van sommige christenen, gewoonlijk van een welspre kend, afwerend gebaar vergezeld, waarbjj dan de ankere hand zorgvol de zoomen van hst sleepgewaad oplicht„Ik doe niet aan de politiek." Doorgaans luidt het nog wat krasser „Ik doe niet aan die vuile politiek." Met dat liefelijke adjectief hebben ze dan tevens de verklaring van hun afkeer gege ven. Zij bezoedelen zich liever niet en laten dat over voor hen, die nu eenmaal lust gevoelen, om met de vingers te wroeten in wat smerig is. Wie op den uitkijk staat, ergert zich da gelijks aan deze menschen. Zjj ijveren voor kerk en school, voor Kaf fer en Javaan, maar de politiek vermijden zij met ongeveinsden afschuw. Met een zeer onwaar spreekwoord zegt men wel, dat een koopman geen christen zijn kan en zij neigen er sterk toe, om van een poliiicus hetzelfde te zeggen. Wie aan politiek doet, moet naar hun meening kunnen beschikken over een bru talen mond, een stalen voorhoofd, een dub bel hart en een ruim gewatea eigen schappen die den waren christen allerminst tot sieraad strekken, indien ze al met op rechte godsvrucht gepaard kunnen gaan en daarom, uitZii doen niet aan politiek. Wat es en blijfteen dom zeggen. Mr. de Savornin Lobman pleegt in de pers en op vergaderingen weieens te zeg gen „De politiek vraagt er niet naar, of met haar wilt te maken hebben zij heeft in elk geval met u te maken en daarom ont komt gij niet." En zoo is het ook. 't Zon even dom zijn, als wanneer iemand overtuigd van het feit, dat hy met eiken ademtocht, tegelijk met da dampkrings lucht velerlei onreinheden naar binnen zuigt, zeggen gingIk wil met die vuile lucht niets meer te maken hebben Want die politiek laat u niet los. Zóó kunt ge u niet opsluiten, of eiken dag komt ge, door regeering en wetgeving met die politiek in aanraking. Ge móét er mee te maken hebben is het dan niet in badrijvenden, dan toch in lijdenden vorm. 7) FEUILLETON. Een verhaal van N. Fries. Het zal wel niemand verwonderen, dat Lotje zich over haar vader schaamde. In den bakkeriwinkol had zij hem nog toe gelaten de goede bakkersvrouw had hem zelfs in haar kamertje genoodigd, hem kóJ?ie met krakelingen gepresenteerd, en een verfflfetndig woordje met hem over zijne doohter gespwoken. Maar in dit hoogst elegante modemVagazijn kon Lotje hem tcch onmogelijk ontvaingeD. Zoo dikwijls hij zijn schitterende dochter wilde spreken, moest dit op eene ander® nlaats geschie den, maar dikwijls vieï fat niet voor want meestal bocht Lotje l.'.ich van die vaderlijke bezoeken,door een klenae toe zending van geld los, waar het dien vswier toch hoofdzakelijk om te doen was. Nu echter, nu het gerucht tothemw&s doorgedrongen, dat Lotje ging trouwen en dus de zee over, liet hij zich afwijzen nooh afkoopen. In persoon stond hij voor haar oogen en verklaarde, dat hij mede wildeDat was toeh altijd zijn plan ge weest, hij wilde naar Amerika om fortuin te maken Onmogelijk, daohtdie edelaardige dooh ter. Dien vader medenemen in die nieuwe sohitterende omgeving Wat zou George wel zeggen van zulk een schoonvader, van wiens bestaan hij zelfs geen denkbeeld had Een mooie verrassing Onmogelijk Dit noodlot moest afgewend worden. Maar Lotje is wijs, heel wijs Zij spreekt hem niet tegeD, laoht integendeel den ouden Maar is die politiek dan waarlijk zoo „vuil" F Laat men zich in ernst die vraag eens stellen. We hebban bij de politiek tweeërlei te onderscheidena. het politieke doel, dat men tracht te bereiden en b. de politieke middelen, die men daartoe aanwendt. Is dat doel dan persé zoo verkeerd, zoo „vuil" F Laten we eens drie politieke mannen bij uitnemendheid oproepen uit 's lands histo rie en ons zelf die vraag voorleggen. Ik be doel, de beide stadhouders Willem I, Wil lem III en onzen grootsn voorman Groen van Prinsterer. Wat was het doel hunner politiek F Willem I beoogde, al de Nederlanden te brengen tot vrijheid van godsdienst en onafhankelijkheid, ik zeg niet van den Spaanschen Koning, maar van de Spaan- sche staatkunde, die onze burgervrijheid geheel verstikte. Willem III had zich tot politiek levens doel gesteld, in Nederland, in Engeland, in geheel Europa 't protestantisme te redden van de vernietiging en do dreigende Fran- sche heerschappij te verbreken. En Groen van Prinstersr,di8 veertig jaar in de politiek leefde, beoogde voor ons christenvolk een school te verkrijgen, waar de kinderen naar den Woorde Gods onder wezen worden, W elnu wie heeft er op het doel dezer drie mannen iets aan te merken F Was het niet telkens een doel, dat in zeer nauw ver band stond met de eere Gods en de komst van ZJjn Koninkrijk 't Was het niet telkens een doel, dat in het geloof werd nagejaagd Waarvoor deze mannen hun levenskracht feil hadden? Waartoe zij, om met den eersten Willem te spreken, een verbond hadden gesloten met den Potentaat der potentaten W aarvoor ze worstelden in de binnenkamer Ja maar, zegt men,die politieke mid delen Welnu, ik beweer,dat geen dezer mannen zijn doel had kunnen naderen, zonder ge bruik te maken van politieke middelen ge lijk ze die dan ook hun leven lang hebben gebruiktmiddelen, waardoor dan ook in het minst niet de politiek „vuil'' gemaakt wordt. Daar is, vooreert, Willem van Oranje. man recht vriendelijk toe, en zegt hem, dat hij zich dan maar bijtijds gereed moet maken, om den 15den der Tolgende maand aan boord te gaan. Zij weet intussohen wel, dat zij dan ruim en breed op zee is, misschien reeds in Amerika, want bare afreis is op den eersten dier maand bepaald. Daarmede laat zij haar vader vertrekken, die vol blijde boop op die sohoone Ameri- kaansche toekomst, weder naar zijn doTpje heeD keert. Het tweede wederzien was nog veel lastiger. Het was namelijk op een zonnigen voormiddag; terwijl de beau-monde der groote stad door de Koningstraat wandelde langs de spiegelruiten van ons elegant modemagazijn, bovond zich daar onder den hoop der nieuwsgierigen, die elksêr voor de iuiten verdrongen om de uitgestalde heerlijkheden ta aanschouwen, eene in 'toog vallende vrouwengestalte. Door hare donkere ouderwetsohe klee ding, door een hoed van ongeloofelijk model en een oude, blauw katoenen psra- pluie, waarop zij leunde, stak zij sterk af t'.'ii al de omstanders. Deze vrouw zette zió-ji nu langzaam een groeten bril op den neust met in hoorn gevatte glazen, niet juist om den modepronk te bezichtigen, maar om den naam te bestudeeren, die in groote metalen letters onder de ramen prijkte. Mademoiselle Eleonora leunde juist in bevallige houding binnen tegen de vergulde borstwering, en met nieuwsgierige oogen tuurd,;e het fraaie kopje naar buiten, om bekendé en onbekende vereerders met een vriendelyiken groet te begunstigen haar fijne, rijkgeringde vingertjes speelden gedachteloos mot de zwaren zijden franje Een geloofsvertrouwen, als hij inzonder heid in de laatste jaren toonde, en dat hem in da hachelijkste omstandigheden niet be gaf, is waarlijk zeldzaam, niet slechts in een vorst, maar bij iedereen. Desniettemin was' niemand beter dan Prins Willem op de hoogte van wat er om ging in de Kabinetten der Europeesche vorsten kende hij de politiek vrm ons wa relddeei op zyn duimpje en was hij dag aan dag bezig, langs politieken weg, meer nog dan met het zwaard, den vijand te be strijden. Een meesterstuk van verstandige politiek is het van hem geweest, toen hij naden dood van Requesens tenminste voor enkele jaren kl de Nederlandsche gewesten ver- eenigd tegen Spanje in 't geweer wist te stellen. Die politiek heeft toen, naar den menseh gesproken, de zaak der Reformatie in ons Vaderland gered. Want hoe stond het Holland en Zse- land, die twee jaren lang, geheel aan eigen krachten overgelaten den ganschen druk des vijands hadden weerstaan, kondes niet lsDgsr. Ze dreigden er onder te bezwijken, en al doet God wonderen voor'toog van ieder, die daar gezicht voor kreeg, toch is 't waar, dat naar don mensch gesproken, in '75 een nieuw „beleg van Leiden" de dood geweest zou zijn voor de zaak der vrijheid. Onverwacht schonk God toen, die de tijden en gelegenheden in zijn eig?n macht gesteld had, eenigo verademing door den plotselingen dood van Requesens, gevolgd door de muitery der Spaansche troepen. En wat deed toen Prins Willem Hy bracht onmiddellijk al de draden zijner politiek in beweging, om van deze gebeur tenissen meesterlijk party te trekken, voor hot groote doel, dat hy beoogde en stelde al zjjn politiek beleid in 't werk, om de moeilijkheden der Spaansche staatkunde te verzwaren. Laat ik één staaltje van dat „politiek beleid" mogen in herinnering brengen. De Algemeene Staten waren te Brussel vergaderd, ter bespreking van de vraag, of ze Don Juan, den door Filips gezonden op volger van Requesens, als landvoogd zou den erkennen. Onder den drang der room- sche provinciën was tot die erkenning besloten, mits Don Juan enkele voorwaar den toestond. van een Chiceesch krippen shawl. Daar valt haar blik op de zonderlinge vrouwen gestalte daarbuiten zij kijkt scherper toe haar geziohtje vertrekt zich, want zij meent iemand te herkennen inaar dat herkennen is haar niet tot vreugd zij fronst de fraaie wenkbrauwen, zij krijgt een kleuren snel treedt zij terug, als had een onaangename aanraking baar bejegend. Maar te vergeefs, zij kan het niet ontgaan, een oogenblikje later gaat de deur open, en de vrouw staat voor haar, in haar onmiddellijke nabijheid, het mooie jonge meisje door de groote brillenglazen scherp aanziende. „Zijt gij het werkelijk, Lotje, of zijt gij het niet P" vraagt een lieve zachte stem. De onbekende treedt nog nader, terwijl de aangesprokene zich snel terugtrekt, als had zij zich tegen een aanval te beschutten zij is nu heel bleek geworden, en haar hand beeftmaar aan de vastgesloten lippen ontsnapt geen geluid. „Ja", zegt de bejaarde vrouw nu, „ik zie het aan je oogen, dat gij het zijtwant als kind stondt gij ook zoo te kijken, als gij 'teen of ander misdaan'nadt. Kent gij dan uw oude schooljuffrouw niet meer, uw mamsel Martha,of vindt gij 't zoo verschrik kelijk, dat ik kom „Verschrikkelijk P" antwoordde het meisje, hardop laehend, nadat zij haar ontsteltenis weer te boren was. „Verschrikkelijk F o neen, zeker niet, waarom ook maar grappig, heel grappig, mamsel Marthade omstandigheden, waar onder ik het geluk heb mijne vroegere, goedo schooljuffrouw terug te zieD, zijn sedert dien tijd zoo veranderd! Wat ver schaft mij tooh de eer, mamsel Martha Is 't u wellicht om een nieuwen Parijsohen Daags daarna komt Oranje in de Staten en hem wordt advies gevraagd, eer het antwoord aan Don Juan zal verzonden wordeD. De Prins begreep onmiddejijk dat zulks beteekende het herstel van 't spaansehe gezag over alle gewesten, waar door Holland en Zeeland, die zieh pas weer wat oprichtten na den strijd, weer alleen zouden staan. Dat moest voorkomen worden. Wat doet nu de Prins F Had hij zich beslist verzet ea geraden, om alle onderhandelingen met Don Juan af te breken, dan zou hij de roomsohe gewesten in 't ZuideD, met misschien de weifelende provinciën tégen zieh gekregen hebben. Dat doet hij daarom Diet. Hij stemde schijnbaar toe in do onder handelingen, maar laat er enkele voor waarden bijvoegen, die de Staten billijk vinden, doeh waarvan hij met zijn politieke scherpzinnigheid wel begrijpt, dat ze voor Don Juan onaannemelijk zijn. Zoodoende bereikt hij tooh zijn doel vervreemding tusschen de landvoogd en de Staten hij houdt deze laatste bijeen en bij stelt Holland eo Zeeland in de gelegen heid, om Amsterdam tot onderwerping te brengen en zieh te herstellen tegen den tijd dat de krijg hun grenzen weer bereikt. Opzettelijk nam ik nu de politiek eens niet in haar edelsten vorm. De Prins kwam hier niet rond voor zijn doel uit en ging er niet recht op af. Maar vooreerst is tooh op die politiek geen gegronde aanmerking te maken en ten tweede heeft hij door die politiek feitelijk ons vaderland gered. Trouwens 't was dezelfde politiek onge veer die Samuël inspireerde, toen hij te Bethlehem kwam om David te zalven. Dat de politiek ook tot verkeerde mid delen leiden kan, is buiten kijf. Het raiddel van omkooping b.v. dat Oranjo bij de secretarissen van Filips liet toepassen, zou niemand onzer voor zijn rekening willen nemen. Doeh dit alles neemt niet weg, dat het doel der politiek zeer beslist gekozen kan zijn ter eere Gods en de middelen, die zij gebruik!, zeer goed den toets van zijn Woord kunnen doorstaan. 4 Januari 1908. In de Middelburgsche Courant wordt door de directie van den stoombootdienst Vlis- hoed te doen voegde zij er met een be vallige neiging bij, terwijl zij de andere winkelejuffers spottend aankeek. „Lotje, mijn arm kind", hernam zij na een oogenblk waohtens, het hoofd schud dende, terwijl haar ernstige oogen met een droeve uitdrukking op het meisje gevestigd wareD, „Lotje, boor eens, dat bevalt mij volstrekt niet, ziet ge, ik ben veel te eenvoudig, om mij door al die fraaiigheid van mijn stuk te laten brengen je weet nog wel, ik houd van reoht door zee. Daar je vader bij ons heeft rondverteld, dat gij op trouwen staat en het land uit wilt gaan, had ik mij voorgenomen je nog eens vaarwel te komen zeggen, en je nog een goed woord op die verre, verre reis roede te geven. De molenaar heeft mij op zijn wagen medegenomen, je kent hein wel je hebt zoo tnenigen zomer zijn drie koeien geweid. Dus zet nu eens alle dwaasheid ter zij, en zeg roe eens hoe het met je gesteld is, en wat je vaa de toekomst verwachfen moogt F Dit zeggeade, ging marosel Martha op de tluweelen zitting van een leuningstoel zitten, want hare c-ude beenen waren vermoeid van dstongewone ronddwalen op de straten. Ea zoo zat zij daar, de oude ziel, met de beide handen op haar oude parapluis steunend, terwijl zij langzaam haar ver wonderden blik over al die praal en pronk liet weiden,om op Loije terug te kosten, die in sprakeloozen toorn geraakt was over de haar aangedane beleediging door het vermeiden vau hare vroegere veehoederij „Gij hebt gelijk", hervatte Martbaweder, „uw uiterlijke omstandigheden zijn zeer veranderd, gij zijt nauwelijks te herkennen ESSSEE2BSEEE3E531 singen-Middelburg-Rotterdara per adver tentie meegedeeld dat de dienst wegens ijsgang i3 gestaakt. Wij meenen onzen lezers, die toch zeker ook we) eens reizen, en daarbij van genoemde boot gebruik maken, een plezier te doen, met hen hier van te verwittigen. Een verdediging. Begin dozer week wezen wy op het oor deel van Het Volk over het verbreken der arbeidscontracten en da conclusie die het Handelsblad o.i. terecht uit die woorden trok. Do conclusie is echter Hei Volk niet aangenaam en daarom wordt natuurlijk bet handelsblad beschuldigd van vervalsching Do gewone geschiedenis. Het Volk schrijft nu Hoe komt het „Handelsblad" er bij dat wij als „behinsel" verkondigd zouden hebben dat een contract maar verbroken moet worden als „strijd voordeeliger is dan vrede?" Waar staat dat? Wij beweren dat een contract, zoodpa het een beletsel is voor een der beide partijen om voor deel te behalen dat men behalen zou indien het er niet was, dat het dan weldra als closet-papier wordt gebruikt. Dat bewijst het geval in de haven want de patroons aldaar hebben de eerste de beste aanleiding gebruikt ooi van het contract af te komen, niettegenstaande men wist dat de ver- eeniging „Recht en Plicht" steeds haar best deed om het te doen naleven. HetVolk ontkent, dat hot verbreking van het contract voorstaat. Het beeft alleen maar geconstateerd, dat contracten in som mige omstandigheden geen stand houden en geeft zijn oordeel aldus Wij willen het nog wel eens met drie regels op de hoogte brengen Wij zijn voorstanders van collectieve contracten, mits ze niet door de eene partij aan de andere worden opgelegd en opge drongen en een eerlijke uitdrukking zijn van de wederzijdsche machtsverhoudingen. Contracten waarbij dat niet is en in de haven was het niet leven niet lang. Dat is ons inzicht en vijf minuten er over denken had 't „H.b!." misschien doen besluiten zijn mal stukje moraal-preekerij in de pen te houden. Een volgende maal zullen eens laten zien op welk een wyze men aan dien kant 't misdrijf aanmoedigt. Met genoegen mogen wy blijven vast stellen dat in de mededinging der drie groote noordoostelijke havensteden Rotter dam 'tnog steeds van hare oudere zuster in al die pracht, en het ziet er hier zeker gacseh asders uit dan in den schoeoma- kerswinkel van je vader, gsnseh anders maar dat heb )k je zoo dikwijls gezegd, op al dat uiterlijke komt het niet aan, want God ziet h-t hart aan Lotje, het hartHoe staat het met je hart F Is het daar ook veranderd F Wfl?" „Zeker, zeker!" antwoordde het meisje met een schamperen lach, „als men bin nenkort trouwen gaat, dan is het met het hart ook anders, dan is de mensch dat kwijt 1 ja kwijt; inaar daar zult gij niet veel van begrijpen, manosei Martha, dia als een eerbare, deugdzame jonge juffrouw leven en sterven zultHa, ha, het begint waarlijk amusant te worden". „Gij hebt gelijk, mijn kind, gij staat op trouwen, daar wilde ik u juist naar vragen hebt gij naar eeawakkeren, godvreezenden, braven man uitgezien, zoodat gij hopen moogt dat God u zijn zegen geven za! Neen, dat was nu toeh al te grappig Lotje moest schudden van hetlaebrn; haar elegante George bij die begrippen dezer oude, dwaze vrouw omtrent eon wakkeren, godvree zenden, braven man, dat contrast was al te grappig Bij dit beleedigenrl lachen kwam er* onwillekeurig een donkere trek aohter den hoornen bril te zien, maar de lieve oude vrouw bedwong zich, en zeide kalm toen het meisje uitgelachen had „Het is wel, Lotje. Uw boosaardig ge lach is mij antwoord genoegje arme ziel ligt als geopend voor mij, ers het spijt me waarlijk van je, dal je zoo je toekomst te geraoet darfelt, (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1908 | | pagina 1