NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. MffljaarsSscfi No 74. 1907. Woensdag 25 December. 22e jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISGH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed 5, JONGEWERWEST.. ie Goes ëh v ka PRIJS DER ADVERTENTIËN UIT m PERS. 4? LSH IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE-DT.R FIRMA van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 Jan. a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen 't gedu rende de maand December gratis De opgaaf van den spoordienst komt in dit nommer voor op de ge bruikelijke plaat3. Weder stellen wjj, en wel in 't no. van Woensdag 1 Januari a.s. voor belang stellenden de gelegenheid open om tegen den prijs van 25 cent, (mits niet grooter dan 6 regels druks) huu Nieuwjaarswensch aan Familie, Vrienden of Begunstigers, enz. als advertentie te doen opnemen. Verder zal, evenals andere jaren, in hetzelfde no. van 1 Januari een algemeone advertentie voorkomen van den volgenden inhoud Bij den aanvang van het jaar 1908 wenschen ondergeteekenden hun ge- achten Vrienden, Bekenden of Be gunstigers en Begunstigsters Gods besten zegen. De gelegenheid wordt geopend om daar onder de namen van personen, firma's, er,z. te doen plaatsen tegen betaling van 10 cent per naam en per regel A contant. Opgaven èn van genoemde advertentiën èa van namen worden liefst een paar dagen te voren ingewacht en moeten in elk geval uiterlijk Dinsdag 31 December, des voormiddsgs te ELF uur, aan ons Bureau bezorgd zijn. By inzendingen rechtstreeks aan ons Bureau moet 't verschuldigde in postzegels of 'postwissel bijgevoegd zijn. Midoib0Urg' Dee. 1907. DE UITGEVERS. 24 December 1907. Wij zullen ons niet verdiepen in de uit latingen der ministrieele pers over de af stemming der oorlogsb8grooting. Alle blatten, ook van Reckts, ook De Standaard en De Nederlander noemen 't een verrassing. Niemand had er op gerekend. Land en Volk (vrjjz.-dem.) is woedend en noemt 't optreden der Roomschen «mislei dend", en dat der anti-revolutionairen ge niepig spel", terwijl „hst tegenstemmen van een deel der linkerzijde nietgeschiedde om maar niettegenstaande de politieke ge volgen." De vergoelijkende critiek op die eigen vrienden geeft aan datschelden op den tegen stander een eenigszins verdacht glimpje. Natuurlijk wordt hierbij getracht den heer Lohman tegen de rechterzijde uit te spelen. Getuige het volgende Voor ieder die de vergadering bijwoonde, was het duidelijk hoe onverwacht de houding van bijna de geheele rechterzijde ook voor den heer Lohman was. Na de stemming was het ook den leider der christelijk-historischen duide lijk dat er een ^geconcerteerde actie" was ge volgd. En hij kon zijn verontwaardiging niet bedwingen dat men hem zoo zorgvuldig daar van had onkundig gelaten, dat men geheel buiten hem om had ^geconcerteerdDat dit op het oogenblik waarop hem dit duidelijk werd, grievend voor den heer Lohman was, is ver klaarbaar. Maar toch hadden anti-revolutio nairen en katholieken den leider der christelijk- historischen al bedoelden zij dit niet geen hoogeren lof kunnen brengen dan zij deden door blijk te geven van hun besef, dat het onkundig laten van den heer Lohman van hunne min faire voornemens een eerste voor waarde van welslagen daarvan was. Daar zal nog wel heel wat fantasie onder door loopen. Een boos mensch kijkt nu eenmaal niet zoo secuur. Toch kunnen wij begrjjpen dat ook de heer Lohman eenigszins verbouwereerd heeft staan kijken. Dat zullen de tegen stemmers ook wel hebben gedaan. Dat deed de geheele natie. Nu het echter eenmaal gebeurd is, zeg gen wij met De Standaarddie de afstem ming een spontane uiting van gemis aan vertrouwen in 's ministers belsid noemt Mocht de oppositie haar loyauteit zóó ver strekken, dat ze, om den minister te sparen, het belang van onze defensie in den steek liet Misschien had ze zich daartoe nog laten vinden indien de Premier, evenals vroeger, op het too- n«el ware verschenen, en in woorden voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar, aan de Kamer ver klaard had, dat heel het Kabinet met dezen minis ter staan of vallen wilde. Maar de premier, die anders zich wel eens in het debat mengde, als de betrokken minister het best zelf alleen afken, verscheen niet. In vergelijking met de houding van het Kabi net inzake Staal, kon bier niet anders uit worden afgeleid, dan dat het Kabinet den minister aan zijn eigen fortuin overliet. Dat maakte de stemming vrij, en zoo viel de begrooting. Vooral dit laatste is zoojuist. Minister De Meester zweeg toen hij spreken moest, gelijk hij wel eens sprak toen hij had behooren te zwijgen. En ook de minister t. Rappard zelf staat schuldigdit erkennen ook o. a. het Utrechtsch Dagblad (oud-lib.) en de Arn- hemsche Courant (vrijz.-dem.) Eerstgenoemde schrijft: De naastliggende oorzaak der verwerping is wel in de onvaste houding van den Minister te zoeken, welke door het gescharrel met het blijvende gedeelte wel het best wordt geïllu streerd, en die bij het debat in de Kamer een haast benauwenden indruk maakte. Er werd van dezen Minister aanvankelijk ge zegd, dat hij een handig man was. Die handigheid is van een soort gebleken, dat hemzelven ten val bracht. Gebrek aan overtuiging en daardoor gemis van de kracht om anderen te overtuigen was van zijn optreden het kenmerk. En laatstgenoemde 'tls niet te loochenen, dat de Minister van Rappard de oppositie hare overwinning ge makkelijk heeft gemaakt door zijne onbeschrij- velijk slappe en weifelmoedige houding. In hem den man te zien die ons uit het moeras leiden zou, waarin we met het militaire vraagstuk verzonken zijn, was feitelijk voorniemand mo gelijk in plaats van leiding te geven, was zijne bereidverklaring, ja zelfs nu en dan zelfs het verlangen daarnaar, om de leiding der Kamer te volgen, schering en inslag van 's Mi nisters woorden. En in Het Volk (soo.-dem.) schrijft rtsr. Troelstrs Een minister der vrijzinnige concentratie, die wegens zijne beginselloosheid en zijn verzaking van het program dier concentratie zelfs een deel der vrijzinnig-democratische groep dwong, hem aan de genade zijner politieke tegenstanders over te leveren door tegen zijn begroeting te stemmen een minister van oorlog in het liberale minis terie van „streven naar het volksleger" en „be zuiniging" op militaire uitgaven, die zijnbegtoo- ting in een jaar met anderhalf millioen verhoogt, voor zestien millioen nieuwe uitgaven in uitzicht stelt, te vergeefs heeft getracht aan cns vesting stelsel in vier jaar 8 millioen ten koste te leggen zulk een minister kan geen steun verwachten van sociaal-democraten. Het vrijzinnig verraad op militair gebied moest zich aan hem wel wre ken. De stemmen, links tegen den minister uit gebracht, zijn een protest tegen dat verraad, waarmede de ^vrijzinnige concentratie* nu zeker voor goed uiteenvalt. Uit dit laatste blykt dat er nog'een diepere oorzaak bijkomt dan de zwakheid van den minister. Met mr. Troelstra is dit ook 't genoemd Utrechtsch Dagblad eens. Niet ten onrechte zegt dit blad De diepere oorzaak ligt in de innerlijke tegen strijdigheid tusschen het program, door de Regeering van de Liberale Unie overgenomen, om te willen bezuinigen op militaire uitgaven eenerzijds, en de eischen eener behoorlijke lands verdediging anderzijds. Er kan wel bezuinigd worden maar de wijze waarop dit Kabinet bezuinigen wilde, strekte tot schade voor de weerbaarheid des lands. Gisteren zijn twee groote mannen ge huldigd Calaad en Prins Frederik Hen drik; een zesdwinger en een stedendwinger. Te Rotterdam had een dubbele plech tigheid plaats. Eerst werd in het Museum Boymans door oud-raadsleden en raadsleden aan den oud-burgemeester 's Jacob aangeboden diens door Jan Velh geschilderde portret. Ook minister Fook was, in zijn qualiteit van oud-raadslid daarbij tegenwoordig. Daarop had op het Coolsingel plein de onthulling plaats van het door dhr. 's Jaoob aan de gemeente aangeboden Caland-mo- nument. Ook de ministers van waterstaat eu marine waren hierbij tegenwoordig, be nevens tal van ingenieurs die onder dhr. Galand gewerkt hebben aan den Nieuwen Waterweg, door Galand ontworpen. Duizenden toeschouwers vulden het Plein. Ben zangvereeniging zong „Hollands Glorie" van Richard Hol.Oud-burgemeester 's Jacob hiold een schoone rade, waarin b\j hulde bracht aan den ontwerper van den Nieuwen Waterweg en aan de ministers die hem zedelyken steun hadden verleend. Na de onthulling sprak nog de burge meester van Rotterdam, de heer Zimmer- mann, een woord van dank aan den schenker, en een welkom aan de kinderen 'van Caland aan wiens grootsche schepping Rotterdam haar welvaart dankt. Een der zoons van wijlen Galand dankte voor deze hulde aan zijns vaders nage dachtenis. Hierop werden de fonteinen met volle kracht in werking gesteld. Te 's-Gravenhaga werd ongeveer ge lijkertijd door H. M. de Koningin, in gezel schap van de Koningin-Moeder en den Prins, op het voorplein van het Huis ten Bosch, een paleis door Amalia vau Solms, gemalin van Prins Frederik Hendrik, te zjjner gedachtenis na diens dood gesticht, het standbeeld voor Prins Frederik Hen drik, een geschenk van den Duitschen Keizer, onthuld. Prins Frederik Hendrik is de gemeen schappelijke stamvader der Oranjes en der Hohenzollerns, zoo van Koningin Wilhel- mina als van Keizer Wilhelm. Da onthulling van het beeld geschiedde met eenige plechtigheid. Het hardsteenen platform, waarop het beeld zich verheft, was omgeven aan de Bosehsijde door een baldekijn in karmozijn fluweel, opgehou den aan weerszijden door twee sohuinge- pla&fste vergulde speren; aan de achterzijde gelegen in een hoefijzervormige groep van gewassen eo palaten. Langs den voorgevel van het Bosohpaieis was opgesteld een eerewaeht in groot tenue van het regiment grenadiers en jagers mét muziek van de Kouinklijke Militaire Kapel. De Duitsohe gezant deed de aanbieding vaa het monu ment vergezeld gaan van een toespraak, waarin hij hulde bracht aan den grooten veldheerde Koningin betuigde in baar antwoord haar waardeering van dit ge schenk als een „kostbaar pand der vriend schap van den Keizer voor Mij en Mijn volk". Hierna had de onthulling plaats, en speelde het muziek het Wilhelmus en het Heil dir im Ziegerkrans. Het beeld verrijst op een hardsteenen piëdestal in krij gam au skieed ijmet den vüldhaersstaf in de eene hand en mat de andere aan het gevest van het zwaard. Voor het oog is het gegoter, uit metaal, dat een lichtgroenen weerschijn afwerpt. De voorzijde van het voetstuk vertoont een gedenkplaat, waarop in gulden let teren een opschrift ter herinnering aan den geschiedkundigen persoon, wien dit monument wordt gewijd. Het gezicht van het standbeeld is gericht naar de zijde van den Leidsoheu straatweg. De Koningin liet ca sfloop der plech tigheid de grenadiers onder aanvoering van den Prins voor zich passeeren. Opheffing van de neutraliteit aan de openbare school is de twistappel geweest door den heer Lohman tusschen de partijen der Linkerzijde geworpen, die allen om 't zeerst, wat hun pers aangaat, het denk beeld van den heer Lohman met grimmig verzet hebben begroet. In de Kamer deden dit alleen de vrij zinnig-democraten en sociaal-denaooraten doch in de pers wij zagen het gister in ons Persoverzicht deden dit zoowel de oud liberale Nieuwe Courant als het aller* zins godsdienstige Handelsbladmaar ook Het Volk is er slecht over te sprekerf. Zij komt het Linksohe trio volmaken meteen bestrijding, welke door De Nederlander volgenderwijs wordt gereleveerd Soc.-dem. onrust. Vooral de sooiaal-demoorafen zijn door het onderwijsdebat van Dinsdag j.i. in hun wiek geschoten. Zij weten bij ondervin ding, dat de revolutionaire vruobt het best tiert op het veld waar gezaaid werd pit- looze beginsellooze neutraliteit. Zij welen bovendien, dat wat in formeelen zin neu traal heet, in de praktijk vaak welkome propagandasfeer voor de sociaal-democratie is. Men denke b. v. aan de „neutrale" vakorganisatie en hier en daar ook aan de openbare school. Zij weten bovenal, dat vervreemding van hal positieve Chris tendom de onmisbare voorwaarde is voor een op breeder terrein opbloeieu der so ciaal-demooratie. Vandaar hun toorn tegen het Dinsdag in de Kamer gesprokene. Een kostelijke basis van succes zien zij in gevaar. Het Volk van heden schrijft o. a. Het onderwijs-debat van Dinsdag geeft een duidelijken kijk op hetgeen de kerkelijke par tijen ten opzichte van de volksschool in hnn schild voeren. De heer Lohman constateerde met genoegen, hoe minister Rink in zijn Memorie van Ant woord gebeten heeft in het lokaas, hem toege stoken in de afdeelingen der Kamer. De heeren hadden eerst den vinger, toen gaf Kuyper ze de hand, en nu eischen zij den arm. Ze willen nu naast het bizonder onderwijs het geheele gebied van het volksonderwijs an- nexeeren voor hun levensbeschouwing. Wat daar meer achter zit, zei ds. Schokking duidelijkerde soc.-dem. onderwijzers moeten geweer.'. En de liberalen Zij begrepen er, voorzoover zij het woord voerden, niets van, of hielden zich van den domme. Zij staan op het punt om in onderwijszaken door de kerkelijken gebruikt te worden tegen ons. Dat is de bedoeling. Hun tijd is voorbij en nu doet zich het eigenaardige voor, dat ze zich zeiven nog als de bestredenen ge voelen, voorbijziende, dat de stormram van het klerikalisme anderen geldt, terwijl zij als louter materiaal dienst mogen doen. Voor ons is de strijd een dubbel zware. In aantal krachten kunnen wij den strijd der vrijzinnigen nog niet overnemen. Toch kunnen we spoedig alleen komen te staan, al stond nu nog Ketelaar naast ons op de bres. Dure plichten rusten daarom op ons onze getalsterkte aanvullen, voorts vergoeden met geestdrift en geestkracht wat ons voorshands aan massagetal ontbreekt, en dan eenige takt bij de priesters van ons volksonderwijs, de onder wijzers zeiven. Als wij allen beseffen, dat het gaat om de levensbelangen van het proletariaat, dan zullen de kerkelijken den arm nog niet hebben. Zeer opmerkelijk is het beroep, dat hier gedaan wordt op „de priesters van ons volksonder wijs" (de soe.-detn. onderwijzers) en op den „takt" dien zij zullen hebben aan den dag (e leggen. Van priesterheerschappij schijnt men aan die zijde sleohis afkeerig te zijn zoolang de priesters geen wierook branden voor Marxistische afgoden. De slagers en het tarief. Dat ook de slagers onder de heerschappij van het liberalistische dogma van den vrij handel te lijden hebben, blijkt uit 't orgaan De Huidenveiling. DaariD, zegt onze Rolt er dammer, lezen wij Waar door de fiuantieele crisis in Amerika, het maatschappelijk vermogen van Nederland vol gens deskundigen, met 500 millioen gulden ver minderd iswaar men den invoer van spek, reuzel, vet en vleesch in geconserveerden toe stand bevoorrecht, waar door vrijen invoer van bewerkte goederen uit het buitenland onze indus trie niet bevoordeeld wordt en de belastingen door de steeds hoogere uitgaven, eerder hooper zullen worden, daar is het niet twijfelachtig wie dat alles zal moeten betalen. Natuurlijk de handel- drijvenden en industrieelen. En al zal nu heel gemakkelijk het praatje verkondigd worden, dat winkeliers en neringdoenden dit handig weten te verhalen op hunne afnemers, wij slagers en na tuurlijk ook andere winkeliers, weten wel beter doch tegen praatjes, niet zelden in de wereld ge bracht door ontevreden ondergeschikten, is het het best niet te ageercn, om den schijn te vermij den van het Fransche spreekwoord „qui s'exuce s'accuse". Wij handhaven dan ook wat we vroeger als onze meening te kennen gaven, met de meeste beslistheid Niet anders dan met noes te vlijt, taaie volharding en zuinig overleg'is het mogelijk onze positie als slagers te behouden. Ja, ja, zegt De Roti., het is niet anders I In het buitenland is werk, en verdient iedereen brood. Maar hier is het hard pompen om boven water te blyven. Ontzettend Het Nederlandsohe volk zijn verlicht gedeelte althans is dezer degen, bij gelegenheid der begrooting ven Binnen- landsehe Zaken, aan een ontzettende ramp ontkomen. Het Handelsblad schrijft Tenslotte kreeg men nog een stukje be- schavingsstrijd te aanschouwen dat veeleer thuis scheen te hooren in den tijd toen men er nog op uit was om «de mindete man wat dom te houden'.. Het betrof het voorgestelde subsidie aan openbare leeszalen gelijk die thans reeds bestaan in Dordrecht, 's-Gravenhage, Arnhem, Groningen en Utrecht. Hierop was een amen dement ingediend door de heeren Van Vuuren, Van Nispen, Van Citters, De Vries en Van Vliet de namen van deze vrienden van volks verlichting verdienen waarlijk te worden ge drukt om dit subsidie niet toe te staan. De heer Van Vuuren verdedigde het amendement met het betoog dat het bier in geen geval een rijkszaak gold (wat de heer Schokking met hem eens bleek te zijn), dat er te groots eenzijdigheid was in de keuze van de ter lezing liggende bladen en dat .Ja zoowaar ook nog dit dat een leeszaal waar iedereen zijn gading vindt, niet voor iedereen geschikt is. Want men kan niet aan de bezoekers de keus laten van wat zij willen lezen. Het klinkt ongeloofeiijk maar toch is het zoo. Dit is gezegd door een lid van de Nederland- sche Tweede Kamer, in de twintigste eeuw, in de volle vergadering. En waarlijk niet door iemand met logge hersens, maar door een van de schrandersten van de rechterzijde. Als dit aan het groene hout geschiedt, wat is er van het dorre dan te wachten Wat heeft men dan op 't stuk van volksontwikkeling te wachten van andere elementen rechts I Hier gold het een zaak waarin Nederland, gelijk Minister Rink opmerkte, ontzettend ten achter is bij het buitenland (men denke maar eens aan de tallooze Public Libraries in Londen), waarin alle mogelijke objectiviteit wordt be tracht maar waarbij het niet altijd mogelijk is om de gewenschte verscheidenheid in dagblad-lectuur aan te brengen doordien de heer Dolk 'wees erop niet alle bladen present-exemplaren willen zenden en de lees zalen nog arm zijn (terwijl bovendien de heer Schaper zeer terecht te kennen gal dat vele bladen te duf geschreven zijn om er veel voor te vinden in zoo'n leeszaal), een zaak, die, naar de heer Drucker mededeelde, door het katho lieke Centrum in Duitschland van groot belang wordt geacht en krachtig wordt bevorderd. Zelfs de katholieken vinden het daar dus niet bedenkelijk dat men volwassenen, die deze lees zalen bezoeken in staat acht om zeil' te kiezen wat zij lezen willen. Wat moet men dan nu toch denken van een clericalisme, zoo bekrom pen en enghartig als dat, hetwelk heden de rechterzijde in de Ncderlandsche Tweede Kamer toonde toen zij als één man stemde voor dit domp. rs-amendement Gelukkig werd, door de vereende krachten van links, met 40 tegen 38 stemmen de aan neming gelukkig nog voorkomen. Het ware anders een schande geworden voor ons laad. Met dit amendement heelt de rechterzijde overigens wel dë kroon gezet op de pogingen tot belemmering van de volksontwikkeling die z'j bij Hoofdstuk V heeft gedaan. De Nieuwe Courant, meestal nogal kalm, heft nog hooger juichtoon aan. Met 4o tegen 38 stemmen, een votum zuiver van rechts tegen links, is het amendement ver;

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1