NIEUWSBLAD Hienwejaarswenscfiiën. VOOR ZEELAND. ij inschrijving: te koop, Maandag 23 December. 22e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH OH ZOMEN. LAND, rs te koop, No, 72. 1907, Christelijke Geneesheeren. merk O te koop, LB VBO: s, vreemd Geld. deposito's rceeS erlijk Armbestuur kerlte, gelegen in de and, in den Ouden de Raaye, groot 91 vroeger in pacht bij later gepacht door :öop kpaard, OOP en,eenfokzeug Karn bg C. DE e r k e. OOP fvaarzen, .OOP denknecht 2de Kn8cht ienstbode, mende Meid nstloodc VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed Zij die zich met 1 Jan a. s. op ons biad abonneeren, ontvangen 't gedu rende de maand December gratis Bij den aanvang van het jaar 1908 wenschen ondergeteekenden hun ge- achten Vrienden, Bekenden of Be gunstigers en Begunstigsters Gods besten zegen. FEUILLETON. S. X DE J0N6E-VERWEST, te F. F. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN d, 3 maand. oplegging 4'/a oed droogbakkend. K.G. 1' 6,50. r K,G. 57 cent 'oordstr., Midd'b. ekomen en inschrlj- pgaaf van prijs per in te leveren bij den Armbestuur de heer 's-Heer Arendskerke ari 1908. 3e kalf, bij A. DE weg. VAN SLUIJS Pz., g C. J. KOPPEJAN, n over de rekening, rdweg, Middelburg. en 6 Januari, bij Oostkapelle. SE te K a t s. cht half Februari of erskneelit DE KAM, Kamperland. Mei clkaieeSvt ORNELITSE, Arnemuiden. Mei ZE, N i e u w 1 a n d. 1 Mei dknecbt KAM, Serooskerke. gen 1 Maart jaar, (geen melkerij) Kruiningen. Mei AU WE Lz., G a p i n g e. den aan CORNELISSE, ebruari Klokstraat, Goes. -De Ver west - Goe» IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers 0,026. Weder stellen wy, en wel in 't no. van W oensdag 1 Januari a. s. voor belang stellenden de gelegenheid open om tegen den prijs van 25 cent, (mits niet grooter dan 6 regels druks) hun Nieuwjaarswensch aan Familie, Vrienden of Begunstigers, enz. als advertentie te doen opnemen. Verder zal, evenals andere jaren, in hetzelfde no. van 1 Januari een algemeene advertentie voorkomen van den volgenden inhoud De gelegenheid wordt geopend om daar onder de namen van personen, firma's, enz. te doen plaatsen tegen betaling van 10 cent per naam en per regei a contant. Opgaven èa van genoemde advertentiën èa van namen worden liefst een paar dagen te voren ingewacht en moeten in elk geval uiterlijk Dinsdag 31 December, des voormiddsga te ELF uur, aan ons Bureau bezorgd zijn. By inzendingen rechtstreeks aan ons Bureau moet 't verschuldigde in postzegels bijgevoegd zijn. Mi GoesUrg' Dec'1907- DE UITGEVERS. Wie onzer zou ze niet gaarne hebben Wie zou niet wenschen dat onze dokters die wij roepen bij zóó hoog-ernstige aange legenheden als bij ziekten die tot den dood leiden kunnen, met God en Zijn Woord rekenden? Geneesheeren die in den mensch zagen een reiziger niet slechts naar 't graf, maar naar da eeuwigheid; een mensch 1) L ID^rsbSbllicl^ten. Een verhaal van N. Fries. I. VROOLIJKHEID. Spreek mij toe uit de verte, geheimzinnige wereld, die zoo gaarne tot mij zoudt naderen Brentano. Op een steenhoop verhief zich een weg wijzer. De boeren hadden die steenen van hunne akkers opgeraapt, en hier neerge worpen. Zij schenen reeds lang hiergeiegen te hebben, want allerlei kruid en wilde ranken hadden daartussohen al wortel geschoten, en in de spleten en reten bouw den de vogels hunne nesten. De wegwijzer stond midden op de plek, waar twee breede oude landwegen met diepe, zandige wagensporen zich kruisten. Aan beide zijden van den weg zag men wijde vlakten onbebouwden grond, een bewijs, dat de grond zandig en onvrucht baar was. Op den lagen dijk, die den akker omgaf, stond eenig eiken kreupelhout, waaruit zich hier en daar een eenigszins hoogere, knoestige stam verhief. In de greppels tierden de bramen welig met teere rose bloesems en groene vruchtjes tegelijkertijd. Van rechts en links hoorde men vogel - gekweel, want het was nog voor St. Jan; de houtvink bouwde nog zijn nest, om hoog trokken dunne wolkjes langs het blauwe zwerk. Met den rug tegen den wegwijzer ge leund, zat daar op den steenhoop een wiens ziel meer waard is dan het lichaam, een ziel die blijft voortbestaan om later met het lichaam vereenigd te worden en aan dat lichaam waarde geeft. Maar een christelijk geneesheer geeft toch allicht dezelfde drankjes en pillen als een ander die Dist met Gods Woord rekent En doet het er daarom niet toe wat ze zijn Zoo Oefent onze levensbeschouwing geen invloed uit Beteekent het niets of een geneesheer in den mensch -slechts een hoopje bewerk tuigd stof ziet óf een van God geschapen mensch met een onsterfelijke ziel Neemt men b.v. zielzieken en krankzin nigen. Dasr werken dikwijls ineen verontrust geweten, schuldbesef, de vrees voor het oordeel, de machten der duisternis. Oefent bet geen invloed uit op de behan deling of de arts dit alles voor herschen- sehimmen boudt óf dat hij deze dingen voor realiteit aanvaardt „Hoe dikwijls heb ik bet niet zelf', sohrijtt dr. Van Staveren, „in mijn praktijk ervaren hoe blij de vrome bekommerde zielen konden ziju als zij de reden van hunne bekommernissen en van hun ge- drukten zielstaat konden uitspreken tegen over een medicus die hen kon begrijpen, die bon inkomen in hunne overleggingen, hun strijd, hun gebed, hun twijfel on hun kleingeloofen het inzieht dat ik daardoor kreeg in de oorzaak van hun lijden kwam mij bij de behandeling te stade". Moet een sterven de niet gewaargchuwd worden dat hij weldra de eeuwigheid in gaat? 't Ia gewenscht dat da geneesheer die weet wat een zieke verdragen kan here bijtijds dat meedeelt. Als een zieke pijn lijdt moet hij dan ongevoelig gemaakt worden met morphine in die laatste uren zjjns levens om alzoo onbewust de eeuwig heid in te gaan Och, als met de laatste ademhaling alles afgeloopen is, als de mensch slechts een hooger bewerktuigd dier is, ja waarom hem dan niet onbewust gemaakt, waarom hem dan bang gemaakt door te zeggen, dat hij sterven moet Maar nu wij dat niet gelooven, nu wij weten dat dit leven voorbereiding is voor de eeuwigheid, nu willen wij niet dat onze stervenden onbewust en onwetend dit aard- scbe leven verlaten. Waarheid spreken ook waar de dood herdersjongen de twee magere koeien, die hij te hoeden had, graasden langzaam langs den weg, waar in dezen fraaien lentetijd menig groen halmpje was uitgesproten, in den heeten zomerdag was hier alles dor. De eene koe, die roede met den witten vlek voor den kop, behoorde aan den doodgraver Matthes, en deandere.dezwarte met haar spitse horens, aan de kosters weduwe; deze had geld. De jongen hield beide armen gekruist, en liet zijn hoofd met dik, zwart haar er op rusten. Uit groene biezen had hij zieh een puntige muts gevlochten, die scheef óp zijn eene oor zat. In zijn donkere oogen, die peizend in de verte keken, lag een wenschen en smaohtes, dat ganseh niet paste bij zijn kinderachtig hoofddeksel. De diepe stilte om hem heen werd alleen door den slag van de vink afgebroken, die zich uit het eikenhout liet hooren. Op verren afstand hoorde men de dorpsklok slaan de jongen telde luisterend de slagen want herdersknapen willen altijd gaarne weten hoe laat het is. „Zij komt niet meer prevelde hij bin nensmonds, sprong op en klauterde als een eekhorentje tegen den verweerden paal in de hoogte, sloeg toeD zijn been over den arm, die reebts wees, en maakte het zieh recht gemakkelijk. Hij wierp nog één blik op zijn grazend vee, en toen dwaalde zijn oog den weg langs en over de groene velden, tot het op den gezichteinder ge vestigd bleef. Daar stegen uit den blauwen nevel in de verte torens omhoog, daar hing een rokwolk neêr, die een groote stad deed vermoeden als een breede zil verband trok een stroom daarhêen, en het valkenoog van den jongen ontwaarde UITGAVE DER FIRMA EN VAN nabij schijnt, niet koud en pijnlijk, maar met diep medegevoel en t8ederen ernst of de aankondiging van de komst van den koning der verschrikking wellicht nog oen roepen tot den troon der genade bewerkte. Niet slechts geneesheeren die ook chris tenen zijn, maar geneesheeren die opgeleid zijn van geloovig standpunt. Ook nu zijn er wel enkele geneesheeren die tot 't geloovig deel der protestanten gerekend mogen wordenwat wij noodig hebben isge neesheeren die in hunne wetenschappelijke opleiding geleid worden bij het licht der waarheid. Op het gebied der natuurwetenschap h8erecht het ongeloof oppermachtig. Voor de leidslieden in de geneeskunde is de mensch een dier, o ja, hooger bewerktuigd, snaar to ah enkel stof. Uit die stofdeeltjes (Vanwaar ze zijn zij weten het niet) is het leven ontstaan (hoe zij weten het niet). Van planten, dierendieren ontwikkeld tot menschen. Nu zoeken de geleerden naar dien aap- menseb, schakel tusschen mensch en dier. Men is liever een ontwikkelden aap dan een gevallen Adam. Nu ieder zijn smaak. Eene ziel, eene onsterfelijke, verantwoor delijke ziel dwaasheid. En het uitgangspunt der geloovige we tenschap is anders. Wordt het geen tijd dat onze dokters bij de verwantschap van mensch en dier ook opmerken het groote onderscheid en leeren gelooven wat da H. Schrift ons over de Schop ring van den mensch zegt? Dat ze weer rekenen met de voorzienig heid Gods over alle dingen ook over den loop der ziekte en de werking der medi cijnen. Onze God schiep, toen hij do aarde for meerde, in planten en dieren stoffen, die demensch latervondenleerdegebruiken als geneesmiddelen toen de gevolgen der zonde zich in lichaam ea ziele deden gevoelen. Dat dan ook onze dokters behoeften leeren gevoelen aan de leiding en de zogen des Heeren Behoefte, dringende behoefte hebben wij aan geneesheeren die ook in hun weten schappelijk denken door het licht der H. Schrift zich laten leiden en de groote be- teekeuis van lichaam en ziel erkennen om daarmee te rekenen in alle omstandigheden. schepen met masten en zeilen, die daarop voortdreven. Het scheen als kon hij zieh niet ver zadigen aan den aanblik, dien het verschiet hem bood, zoo gretig ving zijne ziel dien op. Zijn hangende houding aan den arm van den wegwijzer was zeker niet van de gemakkelijkste, maar daar voelde hij niets van. Zijn frisch, bloeiend gelaat met die stralende verziende oogen, was sohoon om aan te zien en zijn gespierde, krachtige gestalte, die zich met zoo losse bevalligheid aan den eenfjn arm omhoog hield, deed het vergeten, dat zijn grcflinnen broek niet sehoon meer was, en zijn knie door een grooten scheur naar buiten keek. Daar hoorde men aan den linkerkant in de handen klappen. Uit het dichte eiken loof van den dijk verhief zieh een laehend meisjesgelaat, verbrand van de zon en om- gev en van warrig zwaar blond haar.dat van achteren gevlochten wasmaar de eene vlecht was losgeraakt, en hing golvend over den bruinen schouder, die uit 't grove hemd te voorschijn kwam. Bij de twee koeien hadden zieh nu drie anderen gevoegd de knaap, in het vergezicht verloren, had daarvan niets bemerkt. „Haha I" lachte het hoofdje van uit de heg, „daar hangt die droomer weer dat moest die oude kosterin eens weten Die zou je wel gauw naar beneden balen, om op haar zwartje te passen I Maak maar gauw dat je omlaag komt; dan houden wij nog een praatje samen, en voor een goed woord zing ik je nog een liedje ook Zoodra de knaap in de handen had hooren klappen, had hij snel het hoofd gewend, en nog sneller was hij van den wegwijzer naar beneden gegleden. Ben van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere rege! meer 10 cent. Onze krankzinnigen roepen daarom. Onze zenuwlijders en zielszieken hebben ze noodig. Onze zieken en stervenden kunnen hen niet missen. De verschillende vraagstukken denkt maar aan vaccinatie en Neo- Malthusiaaisme dringen daartoe. Pin zie nu is er een wolk ais een mansband. De vereeciging voor hooger onderwijs is begonnen eene medische faculteit te stichten. De eerste professor is benoemd en in functie getreden. Klein is het begin, er moeten nog vele professoren bij komen. Wanneer worden die benoemd Als er meer geld voor gegeven wordt. Hiervoor ban ieder iets geven, van welke berk men ook lid is. Voor de medische faculteit is een aparte bas. Gij geeft dan dus niet voor de Theol. faculteit, waar predikanten opgeleid worden. Stuurt tlü3 de circulaire die u ia de eerste weken of maanden aangeboden wordt niet oningevuld terug, maar worfet naar krach ten mee voor dit heerlijk doei. Het comité voor Walcheren heeft eene meeting georganiseerd. Twee sprekers rfik begaafd, bezield en bezielend zullen dan optreden om u de hooge beteekenis van eene medische faculteit duidelijk te maken. Prof. Geesink van Amsterdam en dr. Wielenga van Arnhem zullen dan optreden. H. MEULINK. 21 December 1907. Met sympathie nemen wij onderstaand stukje van ds. Littooij uit Zeeuwsch Kerk blad over Christelijk Onderwijs. De behoefte aan positief Christelijk on derwijs behoorde allerwege diep gevoeld te worden. Ook te Tholen, waar wij de verledane week in eene samenkomst met da manslidmaten van Kerk (A) er met een enkel woord over spraken. Zooals De Zeeuw die ons bericht over die samenkomst over nam, deed uitkomen, is dat, helaas, in het algemeen genomen nog niet het geval. Dat de broeders en zusters er nog niet toe in staat waren, om een christelijke school aan zijn te geven, moet men bejammeren. Doch als het waar is dat velen de nood zakelijkheid er niet van inzien on daarom de behoefte er aan niet recht gevoelen, is dit nog voel meer te betreuren, dan het te heldere glans straalde in zijne dankbare oogen voor de rest bleef da uitdrukking van zijn gelaat ernstig, ver boven zijn leeftijd. „Ga maar zitten, Lotje, wat weet je dan te vertellen sprak hij, en spreidde zijn buis voor haar op een grooten steen uit, opdat zij gemakkelijker kon zitten." Hij zelf nam een hoogere plaats, om op zijn gezellin te kunnen neerkijken. Het meisje had hem eemt zijn rieten muts afgenomen en dia ziehzelve opgezet, neigde potsierlijk voor den knaap en liep met haar bruine bioote voeljes den steen hoop op en af. Toen eerst ging zij op het voor haar bestemde plaatsje zitten. „Wat ik heb te vertellen", zoo ving zij nu aan „vooreerst, dat de meester van daag ea morgen niets over mij te zeggen heeft, en aan overmorgen deck ik nog niet. Je west wel, Frans, dan moeten wij naar de herdersehool." De jongen knikte en dachtweet je dan niet anders „Wat ik weet?" begon zij opnieuw, „ik weet dat de bakker van ochtend versch tarwebrood gebakken heeft, de luoht is mij in den Deus gestegen, toen ik van morgen het vee naar buiten dreefo zoo heerlijk, zoo heerlijk ik heb er van ge watertand. Had ik maar één onnoozel stuivertje geehad, om een paar broodjes te koopen 1 'tis sebande!" en zij stampte met haar voetje in het zand, en haar roode lippen trilden. „Nu Lotje", zeide de joDgen, als je nu niet anders weet, dan had ik ook liever daar boven blijven zitten, eD naar de torens en schepen gekeken, dat geeft tenminste wat te denken 1" bejammeren is dat z\j dusver ter verkrijging en onderhouding er van niet by machte waren. Hat kan en naar wij hopen en vertrouwen zal het van achteren blijken, dat onder des Heeren zegen, eenheid ook in dezen en hiervoor kracht geeft. Als de handen ineen geslagen worden en wij saam in den weg des Heeren gaan, uit ziende naar hetgeen By wil dat wij deen en hebben zullen, kunnen wij onszei ven over treffen en tot eon wonder zijnwant de God der liefde vermenigvuldigt dan de krschten hun die geen krachten hebben dan is Hij met ons, dan wordt Zijn zegen, Zyn vrede en vreugde en het ware 6n hoog ste leven verkregen, dan gaat er een geur van liefde van Hem uit, die elk tot liofde nopen moet. Zoolang de kerken A en B ieder afzon derlijk leefden, kon er aan twee Bedienaren desWcordsgeen behoorlijk levensonderhoud worden gegeven en kon er vaD eene Christelijke school geone sprake zijn. De beide Kerken in elk opzicht naar behooren te verzorgen, was zelfs niet mogelijk. De inkomsten dekten de uitgaven niet. De vraag te overwegenwat men er van meetaf had kunnen en moeten doen, brengt deze Kerken thans Diets verder. Te vergeten hetgeen achter is en samen zich uit te strekken naar hetgeen voor is, is elks welbegrepen belang, is dure roeping en heilige verplichting. In zelfverloochenende liefde, otn Jezus en cm Zijner zake wil nog en nu te doen hetgeen reeds lang had moeten geschieden, brengt waar men wezen moet. Het doet onder meer de Kerke Gods de eenheid openbaren, die zij van den Heere ontving en dia in Christus Jezus is. Wordt die eenheid geopenbaard en be leefd dan komt ook Jezus' bede tot den Vader in vervullingen dit moet ea zal ook daarenboven daartoe dienen, dat de wereld geloove, dat Gij mij gezonden hebt, zegt de Heiland Joh. 17 21. En wat aangaat de Christelijke school deze is in Tholen absoluut noodig, om dat er in deze plaats niet één isomdat er dientengevolge de kinderen niet wor den onderwezen naar het Woord des Heeren„Voedt ze op in de leering en vermaning des Heeren", Eph. 6:16; omdat za door het gebed, de opvoeding en het on- „Geduld, mijn lieve zie'," vervolgde het meisje op gswiehtigen toon, „het beste' moet nog komen I Ik weet, dat er gauw oorlog komt, en dat dan al de jonge maats en knechten mede moeten". „Oorlog 1" riep de knaap uit, „oorlog waar wanneer mei wien Lotje, dat is maar een verzinsel van je". „Zoo, denk je dat, wil je me niet ge looven Ook al goed. Die geleerde kleer maker, die altijd de groote couranten leest, heeft 't van morgen in de herberg zijn buurman verteld. Ja waar? dat mag Joost weten, dat is mij om het even de wereld is groot genoeg, en hierheên zal 't wel niet komen. Wil je nog meer weten „Ja de wereld is groot I" zuchtte de knaap, „en ik moet den ganschen langen zomer het vee hoeden, en 's winters in de school zitten leeren „Maar die tijd is gauw voorbijjuichte het meisje, „nog maar één winter, en dan bier vandaan, ver, ver weg Frans, o, hoe heerlijk, hoe heerlijk, en dan zijn wij vrij, vrij, vrij en geen schraapzieke boer en geen droge schoolmeester heeft wat over ons te zeggen I" Dit zeggende sprong zij overeind, liep nog eens den steenhoop op, bleef nu boven staan en breidde hare armen uit, als wilde zij de wijde wereld tegemoet vliegen de knaap zag haar mijmerend aan. „Weet je wat, Frans", riep zij, „help mij daar eens bovenop, waar gij straks gezeten hebtik zou toch die torens wel eens willen zien, en Jan zing ik daar boven een liedje voor je! Wil je? En daarbij zag zij hem met haar blauwe oogen aan, (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1