No. 71. 1907
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Zaterdag 21 December.
22e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK 1 uitgave "der firma
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De kribbe en het kind,
Snippers uit de oude doos,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Wed. S/j. DE JÖNGE-VÉRWEST- GQBS
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. 'j VAÏ
Enkele nummers0,026. f f. pa D'HUU, tS Middelburg.
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
moer 10 cent.
Zij die zich met 1 Jan a. s op ons
blad abonneeren, ontvangen 't gedu
rende de maand December gratis.
XT TZ*
Middelburg, ook voor St. Laurens en
voor Nieuw- en Sfc. Joosland 2, 3, 7, 8, 9,
10, 14 15, 16,17, 21,22,23,24,28,29,30
en 31 Januari, 4, 5, 6, 7,11,12,13,14,18,
19, 20, 21, 25,26, 27 en 28 Februari, 3, 4, 5
en 6 Maart.
Oost- en West-Souburg, ook voor
Ritthem 13 en 14 Maart.
Vlisslngen: 16, 17, 18, 19, 20,21,23,
24, 25,26, 27 en 28 Maart.
Arnemuiden6 April.
Veere, ook voor Vrouwepolder7 April.
Oostkapelle, ook voor Grjjpskerke
8 April.
Serooskerke (W.)9 April.
Domburg, ook voor Aagtekerke10
April.
Westkapelle, ook voor Zoutelande 13
en 14 April.
Koudekerke, ook voor Biggekerke en
en voor Meüsksrke15 en 16 April des
voormiddags.
Meer dan op andere tijden des jaars wordt
in den Advents- en in den Kersttijd onze
aandacht gevraagd en bepaald bij het kind.
Ëen der heerlijkste beloften Gods, een der
heerlijkste wzarheden van ons Christelijk
geloof treedt ons dan nader.
Reeds in het boek dei geboorten, ons be
kend Genesis, dus op de eerste bladzijden
der geschiedenis van ons menscheljjk ge
slacht, heeft God zich willen openbaren als
de God van het eerste menschenpaar met
hun zaad, en later als de God van Abraham
in wien alle geslachten des aardrjjks zouden
gezegend worden.
Heel de Bijbel verbindt het verleden met
het heden, door het kind.
Het boek des geslachts van Kaïn en van
Abel, van Abraham en van David verbiedt
u alleen op den persoon te zien en het kind
voorbij te zien.
Van lange eu breede geslaoht-registers
is onze Bijbel vol, en ze zijn daar om ons te
247) FEUILLETON.
DOOK
SCALDIS.
Over de vroegere Rederijkers
kamers in Zeeland.
JfiL (Slot.)
Meer dan ééne Kamer van Rederijkers
vinden wjj te Zierikzee vernoemd.
Den 30 Mei werd een ordonnantie ge
geven „op de Rhetoricijns van den Distel
bloem". Dezelfde Kaïner had den 2 Dec.
1538 verzocht om het recht „van executie
in 't innen van hunne boeten" hetwelk was
„geaccordeerd".
Den 19 Juli 1568 besloot deregearing
van de stad„den Prins en de gemeen-
gesellen van Eglanlieren te contenteeren in
redelijkheid voor het spul bjj de buldinge,
door hen gespeelt", doch men hiald daar
mede hun „spul" dan ook vooreerst voor
gezien, want denzelfden dag werd aan „die
van de Eglantieren en die van de Laurieren
verboden, geduarende desa periculeuze tijd
te speelen". Ook te Zierikzee waren, even
als wjj dit te Qoes en Z.-Beveland gezien
hebben, de kerkelijke besturen gezworen
vijanden van de Rederijkers.
De Magistraat der stad besloot den 9
Juni 160.8 „op versoeek der predikanten de
Rhetorijkers te interdicaren, het Kamer
spelenloopen met de Sotseappe en dierge
lijke andere insoltntiën, oock het steeken
van de kane en tonne te verbieden".
Zeventig jaren vroeger, den 1 Fabr. 1535
worden „die van Rhetorijke geadmoneerd,
dat sij niet en speelen dat schandeloos
{schandelijk zullen de vroede vaderen toch
wel bedoeld hebben) is".
zeggen hoe groot de waarde van afkomst
en herkomst en toekomst van ons mensehe-
lijk geslacht is.
In het kort wordt deze gedaehte in ons
christelijk geloof uitgedrukt door te zeggen
dat God een God des verbonds is en in dat
verbond is dan als van zelf begrepen de ge
dachte dat wis een opeenvolging ven ge
slachten, 'n onafgebroken reeks van ouders
en kinderen zijn zal tot het eind der dagen.
Altijd weer strekt het verbond zich uit
tot het opvolgend geslacht, tot het kind
dat straks treden zal in de plaats der
ouders om op zijn beurt weer plaats te
maken voor wie daarna ouders en kinderen
zijn zullen. Van Gods zijde is door zijn
verbond een band gelegd tussohen de el
kander opvolgende geslachten, door het
kind.
En nooit kan dien band straffeloos van
mensehelijke zijde worden veronachtzaamd
leert ons dat het bij hun opkomst en
ondergang, bij hunne woelingen en hun
arbeid, steeds ging om de vraag, aan wie
de toekomst zijn zou. Met andere woorden
wie de macht op geestelijk en zedelijk
gebied zou in handen houden.
De heidensohe volken, onder patronaat
van de Grieken eieehten de wereldmacht
op voor kunst en beschaving, de christen
volken eischten de wereldmacht op voor
Christus, wien zij belijden als den gezalfden
Koning.
Het kind blijft in onze christelijke ge-
daohtenwereld de hoop der toekomst, het
voorwerp des verbonds.
De verbondsgedachte concentreert zich
voor ons christelijk bewustzijn ais'tware
om de Kribbe van Bethlehem waar de
Zaligmaker der wereld geboren werd.
De «blijde boodschap" het Evangelie uit
Juda's stad tot ons komende blijft voor
duizenden en duizenden ten troost in leven
en sterven.
Zonder twijfel, in de gebeele besohaafde
wereld, in Europa, in Amerika, in Azië
en Afrika, is het Kruis van Golgotha, ge
boren uit de Kribbe van Bethlehem nog
altijd het teeken dat weersproken wordt.
Maar juist die felheid der blij vende tegen
spraak bewijst dat er verschil is tussohen
Het verzoek der predikanten en 't daarop
gegronde besluit van 9 Juni 1908 schijnt
geen //loepen met de Sotseappe ende andere
insolentiën", geheel te hebben voorkomen.
Althans, omdat de «Camera Rhetorics bin
nen deser stede haer vervordt heeft bij
schoonen daghe, op publyoke plaetsen, als
de breede brugghs (de vroegere Steenen-
brug) en elders te laten loopen seekere per-
soonen met sulcke sotscappen", werd zij
veroordeeld om te betalen„jegens den
heer 40 pont, de stadt haere geregtigheit".
Men kende toen ook al het stelsel van
solidair, want de heer mocht deze boete
„verh&elen op een van de gasten (ledeii)van
de camere, die het hem beiiev9n sal, behou
dens de camere haer actie op degeene, die
s{j te rade werden sullen".
Reeds vroeg moet er ook te Veere eene
Rederijkerskamer bestaan hebben, wijl wij
aangeteekend vinden, dat in het jaar 1519
in de St. Pieterskerk te Middelburg een stel-
lagie moest getimmerd worden, waarop de
Rederijkers van Veere tooneelvertooningen
geven zouden, die, vermits ze binnen een
aan de Godheid gewijd gebouw plaats had
den, waarschijnlijk wel bijjbelsche geschie
denissen zullen hebben ten onderwerp
gehad.
Te dien tijde waren er in Veere twee
kamers dragende de namen van «de Mis
sende Scholieren" en «de St. Annskinde-
ren". Beide echter in verval geraakt zijnde
heeft Adolf van Bourgondië, Heer van Veere
in 1530, deze twee kamers tot ééne ver-
eenigd en aan dezelve eene ordonnantie
verleen!, welko verscheidene bijgeloovig-
heden en verschillende door tijdsverloop
in onbruik geraakte bepalingen bevattende
door de regeering der stad, op 6 Sept.
1608, naar tijdsomstandigheden is veran-
het doel des levens, hetzij het het bepaalt
tot den tijd of wel tot de eeuwigheid.
Juist door de scherpe tegenstelling,
de antithese zou uien in onze dagen
zeggen, juist deer het ruwe en onver
holen getuigenis afliggen van zijn onge
loof is de weerklank va» het Evangelie
van Bethlehem krachtiger geworden, en
overstemt in menig hart het andere en het
betere Evangelie dat onzen tijd meent te
moeten brengen.
Juist door het blusschen derhemelsahe
lichten juist door het eenzijdig turen
op het stof en het eenzijdig leven voor
het stoffelijke is er voor berk en maat
schappij, voor land en volk, voor school
en huisgezin, voer kunst en wetenschap
een «opgang uit de hoogte" geboren die een
bode des heils is geworden voor menigeen.
Juist, door het neertrakken en neer
drukken in aardsche laagte is het christen
volk in alle landen zich weer den adel van
zijne herkomst gaan herinneren, heeft het
weer leeren verstaan wat hei. verbond
Gods met de geslaehten beteekent en heeft
ket na of midden in onrust en span
ning weer leeren zien op den Koning in
Bethlehen geboren, maar die nu in de
hemelen zit, en Wien van God gegeven
is alle maehl in hemel en op aarde.
De Kribbe en het kind worden begeleid of
liever nog ingeleid door 'n machtige poezie.
Geen ingrijpender, geen hartverheffender
lied als den korten Engelenzang.
In populairen vorm werd ons zoo menig
maal, het lied van den Kerstdag voorge
zongen, nu eens van den „eenigen naam"
en dan weder van „het licht aan 's werelds
donkere wolken. In Vondels, in onze taal
onovertroffen reicsngen, hoorden W9 de
toon van dien Kerstnacht, schooner dan de
dagen weerklinken, maar toch geene is zoo
groot en zoo tieffsnd als het „Eere zij God
in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in
de menschen een welbehagen.
Hoe dankbaar klopt ons hart bij dien
Psalm des Vredes als we daartegenover
stellen de wraakkreet uit de diepte als ons
in een lied als de Marseillaise of in zoo
m8nig gevleugeld woord der Revolutie ge
openbaard wordt.
eterd, verbeterd en vermeerderd is ge
worden.
Deze alzoo vernieuwde Kamer, droeg
den titel van «de Missende Scholieren",
en had tot deviesleliën en akkoleien,
door elkander spruitende uit een pot en tot
zinspreuk«In Reijuheid dar joasten
Groeijende" in eene rol door de takken
der bloemen draaiende en ender aan de
pot een bordje met de letters A B C,
Op het stadhuis hield zij hare vergade
ringen, waarin de voor haar bestemde
kamer het devies met de afbeelding van
Maria Boodschap in eene der vensterramen
geschilderd was. Zij werd bestuurd door
een Opperprins, die, volgens 't Raadsbe
sluit van 5 Sept. 1628 door de regeering
uit haar midden verkozen werd een re
geer ende Prins, twee Dekens en een Secretaris.
Naar den kleinen omtrek der stad ge
rekend, heeft deze Kamer meestal in
bloeienden toestand verkeerd, daar sedert
1593 tot 1637 het minsle getal der ledea
23 en ket grootste 40 bedragen heeft,
waaronder somtijds ook vrouwen waren.
Nu en dan, vooral bij plechtigs gelegen
heden, vertoonde ook deze Kamer, naar
de gebruiken dier tijden, teoueelsiukken,
ook wel «spelen van zinnen" genoemd,
hetgeen doorgaans vóór het stadhuis ge
schiedde, waartoe, vooral hier ter plaatse,
het langwerpig vierkant marktplein ge
schikte gelegenheid aanbood, en waarvoor
de regeering eenige bijdrage verleende.
Dit had o. a. plaats bij de blijde inkomst
en inhuldiging van Prins, Willem I, in
1581, wanneer twee spelen en een esbatte
ment door de leden zijn gespeeld geworden.
De Kamer was in 1790 nog in wezen
en telde toen nog 21 ledeD, en was de
eenige en de laatste, die destijds in Zeeland
En daarom ga bij de Kribbe en bet. Kind
op dit Kerstfeest, althans van ons niet een
anathema uit, maar een woord van dank
baar erkennen voor wat ook weder ónzen
kring, ever heel Zeeland verspreid, bij
machte was te doen voor de komst van het
Koninkrijk Gods onde,r ons.
"Voor de veerkracht, ontwikkeld bij zoo
menigen arbeid in kerk en school en phi-
lantropie, voor de eendrachtige samenwer
king op z3o menig terrein en voor de hoep
volle verwachtingen voor de toekomst.
Het sluitstuk van onzen gemeenschappe-
ljjken arbeid vormde ditmaal de jaarver
gadering der vereeniging tet christelijke
verzorging van krankzinnigen in Zeeland.
Tan die vergadering ging kracht en hoop
uit. Maar, zoo ook is er in zoovele onzer
steden en dorpen te danken voor zoo
menige christelijke school die gebouwd of
herbouwd werd,voor zoo menige kerkelijke
gemeente die gezegend werd en alzoo ande
ren zegenen kon, voor zoo menig arbeid
onder jongens en meisjes,op Zondagsschool
en in het werk der barmhartigheid,
Daar is zoo dikwijls, bij veel arbeids, een
overschatten of een onderschatten.
Overschatten van don arbeid in Gods
Koninkrijk kunnen we nooit indien de
grondtoon van ons loflied maar altijd blijft,
conform aan den Engelenzang „Eere zij
God in de hoogste hemelen".
Voor onderschatten bestaat, indien we
wel zien ruim zoo veel gevaar in onze krin
gen Ala men op een afgelegen dorp of op
'n schaarssh bevolkt gehucht d® eeutoonige
arbeid van ieder jaar in kerk, in schooi of
in vereeniging weder voortzet, dan behoort
er zokere geestkracht, een, niet aan allen
gegeven, ruimte van blik toe om zich te
herinneren dat men deel uitmaakt van het
geheel, een onmisbaar deel van het groote
geheel dat zich uitstrekt over heel de pro
vincie, over het geheele vaderland.
Laat het onze lezers en ons een dankbare
troost zijn te mogen behooren tot do dui
zenden bijj duizenden,wier zielsoor door het
schoon van don Eng'lenzang geboeid wordt
en voor wie het Kind in de kribbe steeds
blijven zal hun Zaligmaker en Heer.
bestond, doch is bij het kort daarop ge
volgde verval der stad, en de destijds heer-
sehende zucht, om aan alle oude inrich
tingen den bodem in te slaan, korte jaren
daarna vernietigd.
Ook ten platten lande, wij merkten het
reeds op, bestonden op vele plaatsen
Rethoriekamers. Van enkele vinden wij
nog eenige aanwijzing.
Dat er ook te Nieuwerkerk eene Kamer
bestond, hebben wij daar zijnde, reeds
gezien. Bij besluit van den Magistraal te
Zierikzee san welke stad toen de heer
lijkheid de Vier Bannen behoorde d.d.
21 Mei 1616, werd den leden dezer Kamer
verbodeD, met «speelen of broederschap te
exerceren". De reven urn van deverkoohtte
eigendommen werden aan «den arme"
gegeven.
Ook te Haamstede bestond eene Kamer.
Den 11 Febr. 1611 werden «die van de
Camere van Retorica" te Haemstede" ver
oordeeld in eene geldboete van 20 Ponden,
met bedreiging van het dubbele in geval
van herhaling, omdat «sij haer veroordert
hebben openbaeriijek de gans te vreeken
en andere ongeregeltheedcn te bed lieven".
Men maakte het dan ook somtijds grof
genoeg.
«De Prince eu andere van Camev van
Rhetorioa der Heerlijckheyi Oosterland",
hadden «haer veroordert met blasoen en
andere hasre camerkleederen te oomen
rijden deur de stadt (Zierikzee) en dat op
een Sondagh ringende openlijok en dier-
gelijeken ongeregeltheden bedrievende, tot
sohandael ende ergenisse vau anderen".
Zij werden, om die reden, den 24 Juni
1611 beboet voor eene som van 20 Ponden
en «interdictie van 't meer te doen op
swaerdere correotie".
20 December 1907.
De Vlissingsche Courant bevat onder
staand leuke
„Hulde aan de „Schroevers""
Wie heeft niet eens gehoord, het ondeugende
[woord
„Och, hij komt maar van Arnemuiden
„Van dat „Errenemue" aan 't Kreukelgat,
„Waar de zeekraal tiert en het lamsoorenblad,
„Van het nestje der visschersluiden".
„Van dat „Kleine Paradijs", waar op
[zang'rege wijs,
Men de gornetjes vent en de scharren
Waar nog de Eenvoud blijft heerschen en Gods-
[dienstzin,
Naast de lust voor 't slokje en een vroeg rijpe
[min,
Naast de spotlust voor steedsche narren.
'k Heb het nimmer verbloemd, dat óók ik werd
[genoemd,
Als men sprak„Wie wil cUiar nu wonen
Doch nu zwelt mij het hart, bij dit spottende
[woord,
Want geen schip bad ooit stoerder jongens aan
[boord,
Dan de Schroevers, Jaap en Zonen
Naast de speelzucht waaronder or.s vaderland
[zucht,
Verrijst troostend een beeld uit de baren
Voor wier lieflijk verschijnen het goud verbleekt
Dat de boei der Zelfzucht, door liefde verbreekt,
In het barnen der zeegevaren.
■k
Zoodra de plaatsruimte 't toelaat, nemen
wij de belangrijke discussie uit de Hande
lingen op, naar aanleiding van de rede van
den heer Lobman over de gewenschto be-
betrekkelijke neutraliteit der openbare
school.
Reeds in 1890 en later hebben wij
geschreven dat wij ons over die betrekke
lijke neutraliteit niet druk meer maakten,
dewijl do strijd voor da vrije school en dus
ook tegen de Staatsschool 'n ander karakter
gekregen had wij vau meening waren dat
in gemeenten, waar alls ouders voor het
gebed op de openbare school en 't vertellen
uit den Bijbel zijn, tegen dergelijke neutra
liteit onzorzijdsch geen bezwaar behoeft te
bestaan. Daar gelaten de vraag of reeds
daardoor een openbare school zijn zou een
christelijke openbare school,wat in 't debat
van deze week ook doordr. Schokkingreeds
zeer terecht word opgemerkt.
Slaan wij de kerkelijke aote te St.
Maartensdijk op dan zien wij dat ook aldaar
een broederschap bestond, het blijkt on
uit de volgende aanteekening d.d. 19 Jan
1641«gedeputeerden hebben ooek ver-
staeD, hoedat Esius Jansen hem seer sc ba ti
dal ij ck hadde vergrepen in Rotoriocamer".
Dit is het eenige blijk van bestaan aldaar
van eene Kamér van Rhetorioa,
Meerdere voorbeelden zouden wij kunnr n
aanhalen, doch wij zullen het er bij laten.
Wanneer wij nu nagaan, hoevele onge-
gerechtigheden, den Christen vijandig, door
enkels Kamers bedreven werden, dan moet
het ons niet verwonderen, dat bij zulk6
feiten, zich de afkeer der kerkelijke be
sturen van de Rederijkerskamers open
baarde, en deze er sfreng tegen op traden.
De lofredenaars op den ouden goeden
tijd, zullen dat oude toeh wel niet goed
noemen schoon de nieuwe meer en meer
doorbrekende onverschilligheid, vooral ten
opzichte dan Zondagblijkens koffiehuizen,
soeiteiten, en ook in groote steden nog veel
meer vermakelijkheden, ook velen hindert
en met recht vooral aan hen, die den
rustdag des Christens nog in volle eer
willen houden.
Evenwel, wij zullen niet herhalen, wat er
door verschillende schrijvers, over de in
richting der Kamers van Retho' ica en hun
werking is gezegd. Laten wij echter niet
vergeten, dat wij ons aan ondankbaarheid
zouden schuldig maken, iadiea wij uit de
hoogte nederzagen op de pogingen onzer
voorouders tot het stichten van het schooue
gebouw onzer letterknnde Zij legden de
grondslahen en het nageslacht trok het
verder op.