NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 57. 1907.
Donderdag 5 December.
22e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed
S. J. DE JONGE-VERWEST,
F. P. D'HUIJ, te Middelburg,
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
LEESTAFEL,
Snippers uit de oude doos,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,026.
U!TOAVE*DER FIRMA
VAK
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 5 cenr.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 Jan. a. s. op ons
blad abonneeren, ontvangen 't gedu
rende de maand December gratis.
Wij ontvingen van den uitgever D. A.
Daamen te Rotterdam diens „Bazaar van
goedkoops christelijke boeken". Hij geeft
zeer veel schoons in Guldenspakketten,
Daalderspakketten en Rijksdaalderspak
ketten. Ook ontvingen wij van deze zelfde
firma haar ,,l\jst van teksten" gebruikt voor
üaamens Tekstkaarten. Een heele vracht,
en keur nit.
De Christelijke Familiekring. Tijd
schrift voor Zondagsschool en Huis
gezin onder redactie van ds J. J. van
Noort. Uitgave der Ned. Zondags-
schoolvereeniging. Bijblad no. 12 Dec
1907. Amsterdam, Egeling.
Dit bijblad bevat tal van recensies van de
jongste Kerstuitgaven onzer uitgevers.
Een goede gids voor wie aarzelen bij de
keuze voor de aanstaande Kerstnitdeeling.
Het tijdschrift zelf bevat de gewone
goede lectuur o. a. over T. M. Looman met
een photo van 't monument op zijn graf.
Onze Zendingsreis, door C. N. L., Onze
Psalmen, en dergelijke.
De Vriend des Huizes. Hoofdred. d«.
J. Schrijver te Neerbosch. Uitgave
van Neerboech' Boekhandel te Neer
bosch.
De jaargang is met deze aflavering weer
compleet. De verschillende verhalen die
ons dit jaar hebben geboeid, worden hier
voltooideenige reproducties, en een fraai
plaatje in kleurendruk sieren ook deze afle
vering. Elke rubriek is uitnemend ve^orgd.
De lezer heeft nu gelegenheid door een
abonnement tegen 1 Jan a. zijn weetlust te
bevredigen. Men steunt daardoor ook de
Weezeninrichting die het noodig heeft. Dit
Tijdschrift is er een, dat wij niet meer be
hoeven aan te bevelen. De Vriend des Hui
zes behoort tot het beste wat wij onzen
huisgezinnen, onzen kinderen niet 't minst,
kunnen aanbieden. Men beproeve het nu
238)
FEUILLETON.
DOOK
SCALDIS.
Twee trouwe dienstknechten.
I.
Vaak hooren wij in onzen tijd door hee-
ren en vrouwen een klaagtoon uiten over
de weinige aanhankelijkheid, welke er
bestaat tusschen hen en hunne dienstboden
en wordt er dientengevolge gezuchtoch I
kwam die goede oude tijd maar weer terug,
dien tijd, waarin werkgevers en dienst
boden, in letterlijken zfüj tot één huisgezin
behoorden.
Te veel wordt er echter vergeten, dat
ook de levenstoestand van beiden veel ver
anderd is. De vrouw des huizes bemoeit
zich over 't algemeen zooveel niet meer
met haar huishouden als in vroeger tjjd.
De degelijkheid werd toen meer vanbinnen
en in huiselijkheid gezocht, dan in uiterlijk
vertoon en achter den eenvondigen gevel
met kleine ramen had men dikwerf meer in
de melk te brokken, dan achter menigen
fraaien gevel met spiegelruiten van den
tegenwoordigen tijd.
Gelijken tred hiermede hield de levens
opvatting der dienstboden. Hou en tron''
waren zij aan hare wenschen zooals //braven
booien betaamt". Men had er, die meer
dan ééne generatie van een familie gediend
hadden; haar 25, 40 of 50 jarig jubiléin
één gezin vierden, en toch nooit den, trou
wens duidelijk afgebakenden afstand, uit
het oog verloren.
Huisvrouwen, die in 14 dagen 'n paar
dienstboden zagen komen en gaan, be
hoorden tot de uitzonderingen en Btonden
in het boek der //besteedster" met zwarte
kool aangeteekend. In één woordhet
eens met den nieuwen jaargang die in Jan.
verschijnt.
Graaf von Bernstorff (een auto-bio
grafie) uit 't Duitsch, door W. Jonker,
met een woord vooraf van mr. F. graaf
v. Bylandt, lid van de Tweede Kamer
der Staten Generaal. Rotterdam O.
Hartog.
Onze jongelingen, voor zoover zij de
Wereldconferentie te Amsterdam of elders
hebben bijgewoond kennen graaf von Bern
storff,en bewaren de herinnering van dezen
beminnelijken edelman, die zoo gemakke
lijk zich bewoog in de kringen der jonge
lingen en der handwerkslieden. Van zijn
arbeid op chr. gebied gewagen deze blad
zijden, door dhr. Jonker vertolkt, en van de
groote kracht die door de genade Gods van
hem, vooral te Berlijn uitging. Engeland
had zijn George Williams, maar Duitsch-
land zijn v. Bernstorff, dien men niet licht
vergeten zal. Daartoe werke dit boek mede.
Verzen van J. M. W esterbrink-
Wirtz. Nijkerk G. F. CUllenbach.
Anna Wirtz, een geboren Goesche, zoo
wü 't wel hebben, is als schrijfster onder
ons geen onbekende. Wat zy als dichteres
presteert, heeft; zij in Ons Tijdschrift al
eonige malen bewezen.
Zij noemt ze „Verzen" doch de dichter
lijke waarde valt van sommige niet te ont
kennen. Er zijn oude kennissen bij doch
ook onder de nieuwe zijn er die bewijzen
dat da dichtersgave haar niet vreemd is, in
dien zin dat ze geeft wat in hare ziel leeft,
wat hare ziel beroert, en vervult. Ook hier
zyn verzen by, die in weeën das harten zijn
geboren. Lees bijv. haar Levensgang
Ik zou wel graag
Heel dicht steeds willen wonen
Bij mynen Heiland, al myn liefde toonen
Aan Hem, myn Heer.
Maar 't levoa komt
Met vreugden, komt met zorgen,
En neemt myn ziel, die veilig was
[geborgen
Bij haven Heer,
begrip van dienstbaarheid was dieper
doorgedrongen dan in onze dagen.
En toah, hun, die den ouden tijd terug-
wensohen, zouden we willen toeroepen
Neen, zoowel als vroeger, is ook tegen
woordig //hou en trouw" de wereld nog
niet uit.
Wij zagen dit in den loop van dit jaar
nog te Wissenkerke, waar Maatje Nelisse
haar 25-jarigen dienst herdacht bij de
familie Vader, ja zelfs konden wij tege
lijkertijd vernemen, dat Bernardina Wel
ling, 67 jaar oud te Doesburg, haar gouden
jubile als zoodanig vierde bij de familie
Giesen aldaar. Het laatstgenoemde oudje
werd zelfs de eer aangedaan haar portret
in een der tijdschriften te doen verschijnen.
Maar genoeg, wij hebben ook uit den
ouden tijd een paar bijzondere voorbeelden
op het oog van getrouwe plichtsbetrachting
en aanhankelijkheid bij mannelijke be
dienden, die we niet onopgemerkt willen
laten.
En het eigenaardige er van is, dat beiden
in dienst geweest zijn bij bekende en
grootsehe figuren en martelaars uil de ge-
geschiedenis van ons Vaderland, 't Zijn
n.m. Willem van de Veldede trouwe
dienstknecht van Hugo de Groot en Jan
Francken, de aanhankelijke dienaar van
Johan van Oldenbarneveld.
Bij het leven van eerstgenoemden zullen
wij maar kort stilstaan om uit het levens
boek van den laatsten wat meer te ver
nemen vooral wijl deze, wel geen Zeemt:
van geboorte zijnde, toch ongeveer vier
jaren in ons gewest heeft gewoond en er
werkzaam is geweest.
Toen Hugo de Groot, om ons genoegzaam
bekende redenen, te 's-llage voorloopig
werd gevangen gezet, kreeg deze vergun
ning, dal zijn bediende {Willem van de
Velde bij hem moeht opgesloten worden,
waaraan deze, om zijn Heer ook in lijdens-
En voert ze weg,
Langs bont-bebloemde velden,
Naar donk're diepten, die my niet meer
[melden
Van mynen Heer
Ik merk het niet
Voor 't om mij komd en kil is
En 't diep in mij zoo zondig somber stilis,
Wyl 'k mis myn Heer.
Dan sehrei ik tot
Myn God, die wil varhooren
My zwakke, door Zyn liefde tooh
[verkoren,
Hy is myn Heer.
Nu, dicht by Hem,
Mag ik Zyn goedheid roemen,
En weer, als vroeger, juichend-blij Hem
[noemen
„Myn God en Heer".
Gevoel spreekt ook uit verzen als//Lief
de", „Ljjdens mysterie", „Hanna". Wjj be
groeten deze verzen, de groote met de
.kleine, met ingenomenheid. De uitgever
zorgde voor een keurig gewaad.
De kleine zuiveraar. Een gids ter
verbanning van vreemdestadhuiswoor
den. Nijkerk G. F. Callenbaeh.
Het is een schandaal dat er zooveel van
die vreemde indringers in ons land rond-
loopen. Van die stadhuiswoorden, die den
conrantenlezer zoo ergeren, den hoorder
van een mooie „speeoh" zoo vermoeien
kunnen. Hier is een gids in zakformaat
en stevig bandje. Hij geeft in alfabetische
volgorde de voornaamste dier vreemde
woorden met de vertaling er aehter. De
samenstellers hebben van de taalzuivering
geen spelletje gemaakt k la Hooft. Maar
zij geven een middel om het misbruik van
vreemde woorden in onze taal tegen te
gaan. Men make er een goed gebruik van.
Nieuwe Banen Tijdschrift ter ver
dediging en verdieping van de Chris
telijke Wereldbeschouwing, onderre
dactie van dr. A. H. de Hartog.
Uitgave Hollandia-drukkerij, Baarn.
Dit tijdeohritt zal met 1 Jan. 1908 maan
delijks (Juli en Augustus uitgezonderd) ver
dagen van dienst te mogen zijn, volgaarne
voldeed.
Negen maanden deelde hij met zijn mees
ter diens gevangenis, totdat deze eindelijk
tot altijd durende hechtenis verwezen en
naar Loevestein vervoerd werd.
Was het nu te verwonderen, dat, ge
durende z#o'n langen tijd van gestadigen
en vertrouwelijken omgang met een ge
leerde als de Groot, ook het verstand van
onzen van de Velde wel moest opscherpen
en den blik verruimen f Was het te ver
wonderen, waar ook de Groot in zijn ge
vangenis veel werkte, en het verwerkte
veelal dicteerde aan v. d. Velde, dat ook
deze door dagelijksehe oefening in het
schrijven en aanteekenen onder zulk een
oog, dit al spoedig bekwaamheid en vaar
digheid ten gevolge hebben moest P
Ooi die reden kunnen wij dan ook be3t
aannemen, wat Casp. Brandt in zijn //leven
van Hugo de Groot" zegt, n.m. dat de Groot,
gedurende de gevangenis te 's Hage, onzen
Willem in het reoht onderwees, en deze
het zoover in die wetenschap bracht, dat
hij zieh, toen zijn meester, met behulp
zijner eéhtgenoote MariavanRejgersbergen,
en zijner dienstmaagd, Elsje van Houwe-
ningenuit Loevestei-door de ons bekende
list met de boekenkist, ontsnapt was, als
advocaat van den Hove van Holland te
's Hage moeht vestigen.
Déar huwde hij het getrouwe Elsje. En
zoo zichtbaar zegende God dit getrouwe
paar, dat van de Velde niet alleen eena
aanzienlijke praetijk verkreeg, maar bij
zijn dood zijne vrouw en kinderen in
onbekrompen omstandigheden achterliet.
En nu iets uit het leven van onzen Jan
Francken, Deze vergezelde zijn meester,
den 29 Augs. 1618, bij diens laatsten rit
naar de Staatsvergadering te 's Hage. Vóór
zijn heer ter vergadering verscheen, werd
deze verzocht eerst bij Prins Mauriis te
schijnen in afl. van 2 vel druks. De
abonnementsprijs bedraagt f3 par jaar.
Da uitgevers meenen dat de uitgaaf er van
zal slagen, dewijl dit boek een eigen plaats
zal blijken in te nemen. //Mannen van
wetenschap zullen het ter hand nemen,
omdat hier de diepste problemen onder de
oogen gezien en op wetenschappelijke,
schoon dan ook voor leeken (vanwaar
toch dat leelijke on-profestantsche'woord
bevattelijke wijze, zonder eenzijdigheid be
handeld en beoordeeld zullen worden".
Een meening, waarbij wij ons aansluiten,
omdat de bezieling van het keurige //voor
woord" van dr. de H, waarin hij, in een
woordenkeus die ons aan (den ouden) Gun
nings en (den ouden)Chantepie'sgesehriften
herinnert,//ethisoh"maar niet minderwaarde
heilige taak van den Christen, den //gezalfde,
daarom tevens de gekruisigde aan eigen
begeeren", en van het Chr. beginsel, den
persoon van Christus zeiven teekent, en de
gevaren aanwijst die daar dreigen van de
zijde der naturalisten en evolutionisten.
De schrijver en zijn medewerkers zullen
in dezen eersten jaargang heel wat onder
handen nemen. Onder anderenwijsbe
geerte en religiehet wezen der kennis
de vorm ais wereld beginselhet materia
lisme als wijsgeerig stelselDarwin en het
Darwinisme de mutatie-theorie causale
en teleologische natuurbeschouwingziel
en geest; de idee der persoonlijkheid het
spiritisme wetenschappelijk beschouwd
het probleem der wereld wordinghet
Christendom als wereldbeschouwinghet
principieel verschil tuesohen orthodox en
modern supra-hietoriseh openbaring en
Schrifthet probleem der zondehet pro
bleem der wilsvrijheid de Zions-openba-
ring tijd en eeuwigheid het wonder
vergelding en vergeving.
Wat rijk programma. Wij zien met be
langstelling de uitvoering er van tegemoet.
Ook lazen wij in deze aflevering met ge
noegen 't begin eener beschouwing vaD ds.
HovyWordt het in onzen tijd steeds
moeilijker te gelooven
Vanstrijden overwinning. De groote
Synode van 1618 op '19, es wat aan
komen, die hem wensehte te spreken.
Zooals bekend is werd hij daar gevangen
genomen, om den kerker niet meer te ver
laten, dan voor zijn laatsten gang naar het
schavot.
Onze Jan wachtte tevergeefs op zijn
meester in de hellebaardierskamer, en
moest hij eindelijk, waehtens moede, huis
waarts keeren, om de noodlottige tijding
aan de familie over te brengen.
Niemand van zijne huisgenooten moeht
den gevangene bezoeken, zelfs vrouw en
kinderen niat. Deze hadden man en vader
voor 't laatst gezien.
Hem werd alleen de gunst gelaten, een
zijner dienaren, naar zijne keuze, bij zich
te hebbenhij koos daartoe den trouwen
Jan Francken, die met blijdschap die droeve
taak aanvaardde. Ook doze werd,gedurende
de negen lange maanden,-aïa een gevangene
bewaakt.
Wel beproefde hij een en andermaal, en
soms met goed gevolg, door slim aange
wende middelen en vaak niet zonder gevaar
gemeenschap met de buitenwereld aan te
knoopen, maar eindelijk mislukte dit ge
heel, waardoor de gevangenen nu zóó
scherp bewaakt werden, dat zelfs het zien
door de ramen verboden werd.
Alzoo van alle voeling met de wereld
verst ken, vielen de dagen dubbel lang.
Het meeste sprak Oldenbarneveld met
zijn dienaar over de verhooren en zijne
antwoorden op de terechtzittingen. Hit
verhandelde daarin werd door hem of door
zijn trouwen bediende opgeschreven
waardoor de band van vriendschap al
hechter tussehen hen werd.
Dien treurigeu toestand duurde tot den
12 Mei 1619, toen hef vonnis geveld werd,
't welk luidde, dat Oldenbarneveld, den vol
genden morgen, op 't schavot zyn leven zou
eindigen.
Zijn terneergeslagen dienaar smeekte de
haar voorafging. Voor het Chr. volk
beschreven, door dr. L. H. Wagenaar,
geref. pred. te Middelburg. Met por
tretten en platen. Doesburg J. C.
v. Schenk Brill.
Wy ontvingen afl. 2 tot en met 6 en lazen
ze door tot onze ontspanning. Een goed
werk aan de hand van een gids als dr.
Wagenaar, dia een bascbry ving geeft van
verschillende kopstukken uit dien tyd in
Kerk en Staat,welke somwijlen doet denken
aan persoonlijken omgang. Hy schildert ze
ten voeten uit, Gomarus en Arminius en
Junius en Uitenbogaert en Pianolas en de
heeren van Staat dat het een lust is om te
zien. Ea hy vereeuwigt daarbij menigen
leuken, raken zet, die aau de kerktwisten,
de Synode voorafgaand, kleur en karakter
gaf. De jongste aflevering behandelt do
hoogleeraarsbenoeming van Vorstius met
als gevolg Gomarus' ontslag en diens vesti
ging te Middelburg en optreden aan de
Illustre School. Wat 'n rijke, veelbewogen,
voor het nageslacht vruchtbare tyd. Het is
goed dat dr. Wagenaar dien nog eens voor
ons doet leven.
De uitgever zorgt steeds voer 'n keurige
uitvoering. Een enkel zetfoutje, als bijv.
Frigland voor Trigland, zal in de „Errata"
wel worden verbeterd. Daar leest men
trouwens wel over heen.
Magnalia Dei. Onderwijzing in de
Christelijke Religie naar Gereform.
Belijdenis, door dr. H. Bavinck, hoog-
loeraar te Amsterdam. J. C. van
Schenk Brill, Doesburg.
Wy ontvingen van Magnalia Dei nu
aflevering 2 tot 5.
Als alle geschriften van dr. Bavinok is
ook dit, schoon het tot een lijvig boekdeel
van 27 afleveringen (a 25 oent, om de
maand verschijnend) zal uitdijen, in popu-
lairen stijl, bevaitelijken en aangenamen
vorm geschreven.
Duizenden onder ons laten zich gaarne
ook op dio wyze door hem leeren en stich
ten. Deze afleveringen handelen over de
Bijzondere Openbaring. Dit werk zal zyn
weg wel vinden.
overheid om by zyn heer te mogen blijven,
tot aan het einde zijns levens, 't welk hem
als gunst werd toegestaan. Zoo deelde hij
nog in den laatsten nacht het zielelyden
van den grijsaard, aan wien hij zoo innig
verkleefd was en die ook voor hem, gedu
rende de gevangenschap, da eenige vriend
en vertrouwde was geweest.
Hoezeer ook Oldenbarneveld die trouw
waardeerde, weten wij uit den laatsten
brief, welke hij aan zyn huisgezin schreef,
hooren wij hem
„Seer lieve Huysvrouwe ende Kinderen,
het gaat met my ten eynde. Ik ben door
Godes genade wel gerustiok hope dat gy-
lieden van gelycken snit wesen en alles
met onderlisge liefde, eenigheyt ende vrede
helpen overwinnen, als ick op het alder-
hoogste voor myn laatste bede sy biddende".
aiJan Francken heeft mij veel jaren wel
en getrouwelyek gedient, oook in dese
myne affictisn, ende sal ten eynde toe by
my blyven. Hy behoort u gerecoaiman-
deert te wesen, om hem, soo by u selven als
andere, te helpen vorderen tot eene goede
conditie lek bidt ulieden 's selve te doen".
„Ick hebbe syn Princélycke Excellentie
doen bidden, dat hy myn Soonen ende
i Kinderen soude willen in eyn goede gratie
j honden, dserop my ghenadelycken geant
woord is, soo lange gy wel doet sulex ge
schieden sal. Ick recommandere het uin
de beste forme ende bsveJe u allen in Godes.
heyli'ghe bewaringe. HKust malkander en,
ende alle myne kindskinderen voor de
laetste mael in mynen naem, ende vaerfc
wel
,/Uyt de Cs.raer der droeffenisse,
den 13 May 1619.
Uwe seer lieve Man in Vader,
JOHAN VAN OLD EN-B ARNEVELDT.
Post dato Wilt Jan Francken wat tot
mynder gedachteniese geven".
(<Slot volgt.)