NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No, 50. 1907,
Woensdag 27 November.
22e Jaargang.
CHRISTELIJK*
HISTORISeK
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed,
DE JONGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUSJ, ts Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Vakorganisatie onder eigen banier.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25,
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meei 8 cent.
Familieberichten van 1 —5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit rtommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Wij leien in De Rotterdammer:
ln de Standaard versohenen over dit
veel b sproken onderwerp drie keurige
artikelen.
Om liet belang der zaak laten wij ze
hier alle drie volgen
I.
Een mededeeling uit Rotterdam, dat
men daar oyerging tot oprichting van een
Protestantsohe Vereeniging van Post- en
Telegraaf beambten, en voor deze vereeni
ging tot devies koos Door plicht tot recht,
toont, dat de aolie om tot volledige „vak
organisatie onder eigen banier" te geraken,
nog steeds doorgaat, en ook onder de lager
geplaatste ambtenaren veld wint.
De ernstige bedenking, herhaaldelijk
tegen zulk eene speciale vakorganisatie
ingebracht, heeft blijkbaar op belangheb
benden geen vat meer, en we verheugen
ons hierin.
Op zichzelf genomen en buiten de prao-
tijk van het leven gerekend, zou onge
twijfeld een vakorganisatie die alle
gegadigden van eenzelfde bedrijf, dienst of
betrekking in zioh sloot, veel sterker staan.
Uit eendr&oht kon ook hier een hoogeie
macht opkomen. En mits de hoogere
macht, naar eisch van goedé beginselen
en met de maat der zelf beheersehing, in
aetie werd gezet, zou men het doel, dat
alle vakorganisatie zich voorstelt, te
sneller en te beter kunnen bereiken.
Maar die weg kan ea die weg mag niet
worden ingeslagen, en zelfs is het plicht,
voor zoover men op dien weg reeds zijn
schreden gericht had, hoe eer hoe beter
er van terug te komen. Federatief kan
men met andere vakorganisaties saam-
werken, maar fusie is voor het levens
beginsel, waaruit onze Christelijke aetie
opkomt, de dood.
Het is niet zoo, dat een vakorganisatie
alleen stoffelijke belangen raakt, en alsof
men, uit dien hoofde, van wat geestelijke
herkomst of geestelijke overtuiging ook,
voor lotsverbetering zonder hinder in één
gelid kon optreden.
De ultra's in het radicale kamp treden
zelf met de bewering op den voorgrond,
dat het stoffelijk van het geestelijk belang
niet is af te scheiden, en drijven deleer,
dat allé geestelijke ontwikkeling uit de
oeconomisehe beweging opkomt.
De samenhang tussehen ziel en lichaam,
tussohen ons geestelijk en stoffelijk bestaan,
en dus ook tussehen ons geestelijk en stof
felijk uitgangspunt, is niet te loochenen.
Men spreekt tot zelfs in da kringen van
het onderwijs, gedurig van krachten, in
plaats van personen. //Onderwijskrachten"
is zeifs in staatsstukken een gangbare uit
drukking geworden. Dat is de taalver-
wringing waarop het materialisme ons
onthaalt.
Zelfs de slaven oudtijds waren geen
bloote machines. Het menschzijn zeif belet
dit Overal waar de mensoh optreedt, treedt
een eigen ik op, met een eigen besef en
een eigen neiging en een eigen wil en eigen
verantwoordelijkheid. Tot op zekere hoogte,
moet zelfs van 't raspaard ea van den ras
hond gezegd, dat deze hoogere dieren meer
zijn dan machines. En hoever het Anar
chisme ook afdoolde van da eenig goede
paden, waarlangs een volk zich naarhooger
gelukstaat voortbeweegt» hierin stond bet
tegenoier de Sociaal-democratie steeds
sterk, dat het de yrijheid van het individu
tegenover de tyrannie der gemeenschap
in bescherming nam,
Het is zoo, er zijn tai van mensohen,
die, vergeleken bij wat ze zijn moesten,
zioh tot machines verlagen, eigen besef
smoren en eigen wil op nonactiviteit zetten,
maar zeifs bij dezulken is dat nog alleen
vergelijkenderwijs waar. Zelfs bij het kleine
kind,'en bij de eenvoudige dienstbode die
pnzs kleinen verzorgt, hebt ge altoos met
den mensch te doen, en wat den menseh
tot menscb maakt, stond en staat altoos
lijnrecht tegen het maehinebegrip over.
Ook in het bedrijf, in het vak, in allen
dienst en in elke betrekking spelen de
zedelijke, hoogere ordinantiën een uiterst
gewichtige rol. Het is onwaar, het is
populaire leugen, zoo men zegt dat het lot
en de positie vau den loontrekkende uit
sluitend door oeconomisehe wetten wordt
beheerscht.
Telkens, als het op aetie aankwam,
keurde de één in zulk een kring scherp af,
wat de ander voor geoorloofd hield en
aanprees. Hoogere beginselen raakten ge
durig de consciëntie, en maakten scheiding
tussehen man en man.
In de Middeneeuwen drukte men dien
band van het bedrijf san hoogere beginselen
uit door het Gild te verbinden met de Kerk.
Dit nu was, hoezeer in zijn oorsprong
natuurlijk, toch te unvermittelt, gelijk onze
Daburen zeggen. De band zelf aan het hooge
kwam hierdoor wel tot uitdrukking, maar
zonder dat het eigenaardig karakter van
dien band tot aller besef doordrong.
De zoo noodige verheldering van inzicht
kwam eok hier eerst tot stand door het op
komen van een antithese, die keer op keer
den werkman voor het dilemma plaatste
van wat in zedelijken zin geoorloofd en
van wat naar zedelijken maatstaf onver
antwoordelijk zou zijn.
Eerst toen het syndicalisme vasten voet
kreeg, en zich van radicale zijde tot uitin
gen liet bewegen, die tot verkrachting der
consciëntie zouden leiden, begon men in te
zien, dat ook in het vraagstuk der vak
organisatie geestelijke elementen een woord
hadden mee te spreken.
Zelfs bleef dit niet bij de keuze tusBcheu
de twee eischen van het gestelde dilemma,
zoo dikwijls men voor bepaalde quaesties
van aetie kwam te slaan.
Veeleer ontwaarde men al spoedig, hoe
in de radieale vakorganisatie zioh een ge
heel eigenaardige levensbeschouwing in
drong hoe er in deze radicale vakorgani
satie een bepaalde, scherp belijnde geestes
richting begon te heersehen en hoe hier
door de radieale vakorganisatie dieast be
gon le doen als instrument, om op staat
kundig en maatschappelijk terrein een geest
te dienen, die vlak tegen de Christelijke
wereldbeschouwing overstond.
Men bleef in 't minst niet binnen den
oeconomisohen kring, maar maakte dien
kring dienstbaar aan 'de propaganda van
een geestelijke overtuiging, die een gansoh
andere orde van zaken in het leven wilde
roepen, en zoo op het gebied van de religie
en van het onderwijs, als op het terrein
van de politiek en de ethiek, het bestaande
onderstboven wilde keeren, om een geheel
andere geestelijke zienswijze te doen triom
feeren.
Niet alleen das, dat wij, van Christelijk
standpunt, niet kunnen toegeven, dat de
stoffelijke positie van den loontrekkende
ooit geheel los kon worden gemaakt van
zijn zedelijke overtuiging en van zijn geeste
lijk bestaan als menschmaar ook de tegen
partij, onder alle radicale fracties, protes
teerde minstens even sterk tegen zulk een
ondenkbare en onmogelijke afscheiding van
het geestelijke en van het stoffelijke, door
iö heel haar optreden steeds de syndicale
aetie voor een ommekeer op politiek en
geestelijk terrein te misbruiken.
II
Het radicale element in de vakorganisatie
stelt een stoffelijk doel op den voorgrond,
maar bedient zich,, om dat doel te nade
ren, niet van louter stoffelijke, maar meer
zelfs nog van geestelijke middelen, en
vergoelijkt tenslotte in den anarchist elk
middel, zelfs de //propaganda door de
daad", d. w. z. door moord.
Alle zedelijke vastigheid wordt losge
woeld, en als stelsel geproclameerd, dat
recht en zedelijkheid wisselen met de
wisseling der volksovertuiging, zoodat ook
de ethische begrippen aan het stuivertje-
wisselen geraken, en morgen goed heet,
wat gisteren nog algemeen als onzedelijk
werd afgekeurd.
Het radicalisme voelt steeds dieper, dat
een loswrikken van den zedelijken stan
daard niet denkbaar is, zoolang de religie
de consciëntie aan Gods wil bindt, en kan
daarom niet aflaten van de poging om den
band die de consciëntie san Gods wil bindt,
los te scheuren.
Zoodoende komt het, om zijn doel te
bereiken, vlak tegenover de religieuse en
zedelijke overtuiging van elke Christen
natie te staan. Internationaal sterkt het
zioh, om dien nationaal-geestelijken tegen
stand te breken. Het verstoort den bur
gervrede, door op te roepee tot een niets
sparenden klassenstrijd. En in het eind
wacht het 't opkomen van de morgenster,
die den grooten dag der Revolutie zal
brengen, die, nadat leger en politie anti
militaristisch zullen verzwakt zijn, heel
den siaat en de maatschappij in handen
zal leveren van een op buit beluste menigte,
onder leiders die hunkeren naar (yrannieke
machtsbesohikking.
Hoe wil men nu, dat mannen van
Christelijke belijdenis zioh bij zulke syn
dicaten, bij zulke vakorganisaties zullen
aansluiten
Het is zoo, ze konden in zulke organi
saties hun protest laten hooren, ea hun
Christelijke ethische eu politieke belijdenis
tegen die van het Radicalisme over stellen.
Maar wat anders dan spot en hoon zou
daarvoor hun deel zijn En als dan de
besluiten toch doorgingen, zouden zij er
dan niet mede voor verantwoordelijk
staan
Men kan in een kriDg, die tegen onze
overtuiging ingaat, blijven, zoo het verschil
van overtuiging zioh sleohts nu en dan,
en in afgeleide stellingeD, openbaart. Maar
wie bleef ooit zitten in een gezelschap,
dat sohier altoos, dat als regel, dat op de
hoofdpunten bleek stelselmatig tegen zijn
diepste levensovertuiging in te gaan
Niemand met ongekrenkte hersenen, die
't beweren zal.
Saheiden is hier plicht.
Plioht reeds, om niet door de giftige
atmosfeer zelve vergiftigd te worden. Kwade
samensprekingen bederven goede zeden.
Eu het aanhooren van de uiteenzetting van
onheilige beginselen, die, alsof ze mathe
matisch vast stonden, keer op keer, met
aplomb worden voorgedragen, verzwakt
eigen 5 overtuiging en breekt de geloofs
kracht. Iets wat vooral sterk uitkomt, zoo
men in zulk een kring slechts een kleine
minderheid vormt.
Velen nu, die dit na bittere ervaring
inzagen, trokken zich lijdelijk terug, en
veroordeelden, om het misbruik door het
Radicalisme van de organisatie gemaakt,
elke organisatie als zoodanig. Zs konden
zich van een organisatie op den grondslag
van hun eigen Christelijke levensovertui
ging geen denkbeeld vormen, bleven daar
om van verre staan, en lieten de aetie
uitsluitend aan het Radicalisme over.
Alsof juist hierdoor het kwaad, dat ze
veroordeelden, niet bevorderd werd Zoo
toch bleef het Radicalisme meester op het
terrein. Zijn aetie, zijn optreden, zijn pers
gaf het wachtwoord uit. De meesten der
besturen werden door deze pers meege
sleept. En in het eind ken de bravoure
zich lucht geven, dat da radieale woord
voerders de eenige en de eigenlijke tri
bunen vau den werkman waren, alsof zij,
in en buiten Parlement, zij alleen en zij
als door den geheelen arbeidersstand nage-
loopen, voor de rechten van den arbeider
opkwamen.
Ia meer dan ééa land is het dan ook
zoo. Zie maar op Italië en Spanje, op
Engeland en Amerika. Van een Christe
lijke soeiale actie hoort men in die landen
niet dan zeer sporadisch, en van een gewicht
in de sobaal werpen is voor de Christelijke
actie in deze landen geen sprake
Niet genoeg kan er daarom in geroemd,
dat dit ten onzent anders is dat de Christe
lijke sociale aetie hier te lande zelfs aan
de radioale in tijdsorde voorafgingdat ze
zioh nog steeds uitbreidten dat ze in 1903
gebleken is, de radicale actie te kunnen
weerstaan.
Toeh moet za voort en verder. Ze is
nog lang niet wat ze wezen kon en worden
moet, en daarom verheugen we ons in elke
nieuwe vakorganisatie, eie onder de banier
van den Christus optreedt.
De vraag of men daarbij niet alle Chris
telijke elementen in ééae formatie verbin
den kon, is van meet af door de praetijk in
ontkeanenden zin beantwoord. Drie forma
ties traden feitelijk op. Van den kant van
Patrimonium hei eerst. Toen van Roomsch-
Katholieke zijde. En het laatst onder lei
ding van dr. De Visser.
Zoo ia het uit het 't leven opgekomen, en
men zal wel doen ie deze beslissing, die uit
het loven zelf opkwam, te berusten mits
men niet verzuime onderlinge verstandhou
ding te zoeken, en naar buiten zooveel
doenlijk in gelijke richting werke.
Het terrein is breed en groot genoeg, om
aan elk dezer drie formatiën een eigen kring
te verzekeren, en hoe inniger de overtui
ging is, die in elke organisatie de leden
saambindt, hoe krachtiger ze werken kan
en zal.
- Maar dan ga deze vakorganisatie onder
eigen banier ook rusteloos en onverdroten
door. Dan verhaaste men het oogeublik,
waarop ze in volledige ontplooiing van haar
kracht tegenover de radicale organisatie
positie kan nemen. Dan biijve niemand van
verre staan, alsof da organisatie van onze
kracht hem niet aanging. Dan spanne mea
zich vooral in, om op elk terrein zijn inzich
ten te verdiepen en daardoor te verhelde
ren. Dan spreke men zich uit, en late men
zich hooren, en tcone ook de beteekenis en
kracht van de pers in te zien. En bovenal
strave men dan naar een onderling verband
van alle organisatiën, die onze banier om
hoog heffen.
W\j staan nog pas aan het begin van de
ontwikkeling onzer kracht. Veel meer dv.n
één verdieping heeft ons huis nog niet. En
daarom rusteloos voortgebouwd, en met
warme sympathie elke nieuwe vakorgani
satie begroet, die zich onder de banier van
onzen Koning aandient.
Iets wat natuurlyk geldt van elke vakor
ganisatie, zoowel van de zijde der arbeiders
als van die der patroons, die met ons Jezu3'
Koningschap eeren.
III (Slot).
Op eigen vakorganisatie onder eigen ba
nier moet aangedrongen lo. om te niet te
doen den valschen schijn alsof de radicalen
heel den arbeidersstand vertegenwoordi
gen 2o. om wie den Christus belijdt uit
alleszins verkeerd en gevaarlijk gezelschap
te houden maar ook ten 3o. om hen die den
Christus belijden, saam te brengen, te ver
eenigen, daardoor sterker te maken, en hen
zoodoende in staat te stellen zich op eigen
terrein beter te bekwamen, en tot het opko
men voör gemeenschappelijke belangen in
staat te stellen.
Niets ware verkeerder, dan in deze orga
nisaties in hoofdzaak 'n instrument te zien
ter bestrijding van het socialisme. Dit zou
aan deze organisatiën den schijn geven, als
of z® opkwamen voor anderen en niet in de
eerste plaats voor haar eigeu belangen. Da
vakorganisatie moet voor alle dingen aan
haar eigen leden ten goede komen. Ze moet
zich in de positie van het v&k helder inden-
kan. Ze moet zich beijveren om de be
kwaamheid voor het vak te verhoogen. Ze
moet een wakend oog houden op al wat in
de publieke opinie, iu gemeentelijke en
provinciale regeling, in besluiten en wets
ontwerpen aan het vak schade zou kunnen
toebrengen. Ze moet zich op de hoogte
stellen van wat in andere landen voor het
eigen vak ton goede wordt verricht. Za
moet de jongeren in 't vak tot zich trekken.
Ze moet op de gedragingen van haar leden
toezien, opdat niet allerlei maatschappelijk
kwaad in stilte voortwoekere, met name
wat het misbruik van den drank betreft. Ze
moet enkelen uit haar kring bewegen om
speciale studie van het vak te maken, en
daardoor de organisatie innerlijk sterker te
maken. Za moet niet alleen op het vak in de
groote steden letten, maar zich ook de ver
strooiden in het vak ten plattelande en in
de kleine steden aantrekken. En dan ook
heeft ze tos te zieu, dat za eenerzij ds, gelijk,
het Christenen betaamt,een g6est van onaf
hankelijkheid en zelfstandigheid aau-
kweeke, en anderzijds de verhouding waar
in men tot zijn patroon staat, naar Christel,
maatstaf regele.
Toen „Boaz': is opgericht,werd allereerst
hierop aangedrongen, dat do Christen
patroon zichzelven gedurig weer onderzoe
ken zou, of hij zijn werklieden zoo bejegen
de, als onze God het wil.
Maar ditzelfde geldt natuurlijk, en wel
even sterk, voor de leden eener vakorga
nisatie, van arbeiders. Ook zij hebben een
verantwoordelijke positie tegenover hun
patroon. Ook die verhouding mag niet
afhangen van wilkeur, maar moet geregeld
naar Gods ordinantiën. En waar nu in
andere kringen gedurig de opruiende taal
wordt vernomen, alsof een werkman zioh
sehier alles tegenover zijn patroon veroor
loven mag, en nooit anders dan op voet
van gewapenden vrede met hem mag leven,
is het eisch van onze banier, dat patroon
en werkman zich beiden saam voor Gods
aangezicht stellen, met de viaag op de lip
pen Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal
Dij; geldt bovenal waar men een patroon
vond, die zelf onze banier omhooghoudt,
maar gaat even goed door, waar men een
patroon dient dia zelf naar geen hooger or
dinantiën vraagt. Ook in de vakorganisatie
moeten onze mannen een aanbeveling voor
den Christus zijn, en steedg meer moet aan
geheel het publiek de erkentenis worden
afgedwongen,dat onze mannen op dehoogte
van hun positie zijn, moedig en vereend
voor hun belangen durven opkomen maar
tegelijk zoozeer voor hoogere zedelijke be
ginselen don strijd, aanbinden, dat zo een
element van burgerzin en orde in onze maat
schappij vormen.
Doch dan bljjve man ook in niet één vak,
in niet één dienst achter. Dan moet wel
haast heel het terrein van bedrijf en van
dienst door organisatiën onder onze banier
gedekt zijn niet allemaal generaal, maar
ook plaatselijk. Iets wat evenzeer voor het
gewone bedrf-f, als voor den dienst van
staat, gemeente of provincie geldt. Gevaar
dat organisatie van ambtenaren tot onder
mijning van het gezag of van de tucht zou
leiden, is onder onze banier nooit te vroezen.
En waar dit vaststaat, is het in hooge mate
gewenscht, dat men zich bij alle vakken van
't bedrijf niet aiieen, maar ook bij alle vak
ken van den dienst organiseere. Organisatie
geeft aan stille belijders hooger moed en
deugdelijker kracht om voor hun beginselen
uit te komen, en juist hst bestaan van zulke
organisaties maakt, dat ouIers, die dusver
den Staatsdienst voor hun zonen meden,
eerlang in grooter aantal jonge mannen van
Christeliiken huize aan den Staatsdienst
zullen toevertrouwen.
En staat men zoo sterk in eigen organi
satie, dan belet niets, dat men, waar ge
meenschappelijke belangen op het spel
staan, ook met andere organisaties saam-
werkte, mits op vast accoord, zonder ooit
genoodzaakt te worden tot het meedoen aan
wat onze binier bezoedelen zou. Wie, om
saam te werkeD, zijn zelfstandigheid prijs
geeft en de trouw aan eigen beginselen
verzaakt, maakt zichzelf machteloos, wordt
een epeelbsl in anderer handen, en onder
mijnt het leven in eigen kring.
Juist om dit te voorkomen, is aaneen
sluiting van vele, kon het zijn in het eind
van a'le organisatiën, mits afzonderlijk
voor het bedrijf, ea afzonderlijk voer den
dienst in zoo hooge mate gewenscht.
Herhaaldelijk riep men om een tw6ede
Sociaal Cor.gres; maar zal zu'k een Congres
nut stichten dan moet het uitgaan van de
vakorganisatiëo, en dit kan niet, zoolang de
vakorganisatiën elk op eigen spil blijven
draaien, zonder onderling verband te
zoeken.
Locale organisatiën voor eenzelfde