I
J
eid
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 49. 1907,
Dinsdag 26 November.
22e jaargang,
PELS
LKÖLEi.
Smeekolen
5p
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
B VUG: -
Arsthraciet
m.H.
T.LBHf.
leid.
ide Meid
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S, J DE JON GE-V ERWEST, ie Goes
1 F. P. D'HÜU,. ts Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
FEUILLETON.
Snippers uit de oude doos,
Poortvliet.
Y.
geboren
't vorig
eid. En
goed.
ben dan
raad ik
i zalcen
lieden
gesell-
happen.
KAP.
nten,
BEUR,
raat 9,
N.-Br.)
flacon f 0.50,
K
OOS, Midd'b.
V
eklopte Cokes,
e Turven,
ïtsveen Turf-
>1 Stoof briïeet-
iouten mérk
i".
m i d s.
iretide prijzen.
inex Behangerjj,
ruime Woning,
en Pakhuis,
ruim burgerbe-
veel uitbreiding
ak." Adverten-
OIJ Az.,
"iddelburg.
mriburg (Z.-H.)
Februari
If was
iktiecht
or een jaar vast
aars,
bij W. DE
i e.
E Lz., Gapinge.
ISSEN te Sint
tegenwoordige,
houdster
DER YATE
-©id.
DBLO ED,
UT, Seisweg,
en veieischte.
erwest - Goes,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
p| VAK -
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cerir.
Familieberichten var, 1—-5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent,
25 November 1907.
Het wordt dus nu toch langzamerhand
van vrijzinnige zijde, zij het nog ietwat
schuchter, toegegeven dat dit kabinet fout
op fout stapelt.
Het aanblijven na den val van minister
Staal, met wien het eerst had willen staan
of vallen, werd onder meer door de Am-
sterdammer veroordeeld.
Het met stille trom laten inrukkeD, zon
der eenig officieel bekend motief, van
minister Stuart heeft ook aan die zijde
verwondering gebaard.
De flaters van minister v. Rappard zijn
van alle kanten, schoon niet in de Kamer,
anders dan door den oud-IiberaalTydeman,
scherp afgekeurd.
De zwakheid van minister Veegens die
het gezag der uitvoerendo macht op losse
schroeven zet en een knieval doet voor
't parlementaire stelsel, inzake de staats-
mijnexploitatie wordt door Het Handelsblad
onder handen genomen.
Met de onbeduidendheid en geheim
zinnigheid van minister Van Tets wordt
in het kameroverzicht van de Hiddelburg-
sche Courant den spot gedreven.
Hoe minister Rink, vooral in de on-
derwijsquaestie tegenviel, en dat nog wel
nu de afdeeling Arbeid van zijn departe
ment naar dat van zijn collega Veegens
verhuisde, wordt in de onderwijsbladen van
neutrale kleur onverholen uitgesproken.
In de Kamer merkt men niet veel van
teleurstelling. Daar houden over 't geheel
de vrijzinnige heeren, misschien wel uit
politieke overwegingen zich uitermate stil.
Gansoh anders dan in de periode 1901
tot '05. Maar in de pers komt zich het
overkropte gemoed van den onbevangen
journalist nog wel eens ontlasten.
De ervaring met dit vrijzinnig blaaoo-
kabinet heeft voor de zooveelste maal
geleerd dat een stel waarlijk knappe
mannen, zooals met name Van Tets, De
Meester, Kraus, Veegens, v Rappard en Fook
inderdaad zijn, nog niet hetzelfde is als een
knap krachtig kabinet dat indruk maakt
door krachtig regeeren,
235)
DOOS
SCALDIS.
III. (Slot.)
We vinden omtrent de overgang der Re
formatie te Poortvliet geboekt, dat, blijkens
vonnissen in 1557 en 1562, tengevolge van
de bloedplakkaten, op ingezatenen toege
past, de Hervorming hier reeds vroeg is
doorgebroken. Ook in 1566 heeft, helaas,
de beeldenbreking en altaarvernieling er
nog al op ruwe wijze plaats gehad.
Nadat in de stad Tholen de eerstè predi-
catie was gehouden door den afgevallen
pastoor van Scherpenisse, werd in 1566 6n
de twee volgende jaren ook te dezer plaatse
gepredikt o.a. door Erasmus de Wever van
St. Maartensdijk.
Door de vervolgingen werd de nieuwe
leer weder voor enkele jaren ten onder ge
bracht, doch in 1578 ontvlamde het licht
weder opnieuw, zoodat toen, of althans in
't begin van 1579 Jan Camerlinck, hier als
geref. schoolmeester fungeereudevan dezen
vinden vermeld: dat hjj in 1581 „zich
schikte tot de studie in de theologie'', doch
die in de Cl. acta van 17 Mei 1586 te Tholen
gehouden, nog als schoolmeester wordt ge
noemd. Vermoedelijk was deze verwant aan
Willem Camerlinckde eerste predikant te
Waarde.
Eindelijk waren er zooveel Hervormden
te dezer plaatse, dat de gemeente kan ger
ordend worden, en men dienter gevolge een
eigen leoraar begeerde.
Na met de verschillende Zeeuwsche
Classen, in overleg te zijn getreden, werd
door de Cl. van Schouwen, vermoedelijk
reeds in 1579, als eersten, vasten dienaar
.herwaarts gezonden
De minister van buitenlandsohe zaken,
baron Van Lijnden, is door de liberalen,
tijdens zijn ministerschap in 't vorig kabinet,
met spot en laBter vervolgd geworden.
Men stak den draak met de onbeduidend
heid van nZijn Voortreffelijkheid''. Hij
was geen redenaar, kon niet besturen,
stotterde, was afhankelijk van zijn ambte
naren, enz.
Thans hebben vsij als hoofd van dat
departement jhr. Van Tets, een in de zaken
doorkneed staatsman, die als gezant te
Berlijn en aan andere hoven met alles op
de hoogte is.
Doch, zijn knapheid ten spijt, heeft hij
door zijn optreden een allertreurigsten
indrak gemaakt.
Zijn hoogst onbelangrijke redevoeringen
werden zoo fluisterend uitgesproken dat
niemand op de pers-tribune ze verstond,
en de Middelburgsche Courant die dit ver
telt, voegt er bij dat het debat meer een
relletje werd dan een bespreking en dat
de Kamer telkens schudde van 't lachen.
En dat niet dewijl de minister zijn speeches
zoo gezellig te kruiden wist maar omdat
hij 'ter zoo belachelijk afbracht.
Minister v. Tets is een knap staatsman,
daarom zullen wij 't voorbeeld dor vrijzin
nigen met zijn voorganger niet volgeu.
Maar het, kan een goede leer voor hen
zyn, om by 't optreden van een volgend
ministerie, hun oordeel omtrent de perso
nen der ministers een weinig te matigen.
Ook in zake de quaestie van 't blijvend
gedeelte bleek 't optreden van den minister
van oorlog niet schitterend.
Het geval is bekend. Wij hebben het
reeds vroeger meegedeeld.
Minister v. Rappard had bij zijn optreden
beloofd, dat hij niet tot de inkrimping van
het blijvend gedoelto, door zijn voorganger
Staal voorgesteld, zou overgaan zonder de
Staton-Generaal er in te kannen. Nu rede
neerde hij daarbij aldus Voor 20 Juli most
er worden geloot voor 't blijvend gedeelte.
Maar dan moe de sterkte van het blijvend
gedeelte vaststaan. En dit kan niet voor
ALBERTU8 KEMPE.
Deze behoorde tot de Zierikzeeschefamilie
van dien naam en was waarschijnlijk een
broeder van Jan Corns. Kempe, die in 1568
als aanhanger der nieuwe leer uit Zierikzee
gebannen werd en in 1589 pred. te Haam
stede werd en aldaar in 1599 overleed.
Het schijnt dat onzen ds. Kemps niet
langer dan tot 1583 alhier in dienst is ge
weest, dewijl den 3 Sept. van dat jaar
zijn opvolger tot dienaar werd aangenomen.
Van zijn verder wedervaren heeft de ge
schiedenis ons niets bewaard.
Door acht en twintig ambtgenooten werd
ds. Kempe opgevolgd. Van drie hunner
willen wij eenige bladzijden uit hun levens
boek lichten, en wel van den on middel
lij ken opvolger van den eersten leeraar
THOMAS RAGEBOOM.
Ook deze was een der eerste strijdbare
helden voor de nieuwe richting en als
zoovelen uit W - Vlaanderen afkomstig.
Reeds vóór 13 Febr. 1582 was hij, volgens
de aete der 01. Brugge van dien dag, predi
kant te Uitkerke. Op die vergadering werd
hij berispt over zijne onwettige verbintenis
aan de gemeente té Leffmge (tusschen
Oostende en Kieuwpoort) en hem de ver
plichting opgelegd om te Uitkerke te blij ven,
waaraan door hem gevolg is gegeven tot
aan de ondergang der Reformatie in
Vlaanderen.
Zooals wij boven reeds zagen werd hij
3 Sept. 1583 te Poortvliet als predikant
aangenomen, en heeft deze gemeente, tot
aan zijn dood op 8 Juni 1624, dus bijna
41 jaren trouw gediend.
Door het kleine getal lidmaten en om
daartoe geschikte personen te vinden, kon
er, onder de dienst van ds. Kempe, neg
geen kerkenraad geformeerd worden. Eerst
in 1586 gelukte het ds. Rageboom, na
mijn deebetreflend wetsontwerp je door de
Kamers zal zijn aangenomen. Maar allo,
dat zal er wel voor 1 December door zijn.
Ik zal dus maar alvast de sterkte van dat
blijvend gedeelte bepalen.
Er wordt dus geloot op den gewonen
voet. En de miliciens bereidden zich voor
om met 30 November heen te gaan, hetzy
door hun nommer, hetzij door ruiling.
DoGh zie nu bleek dat het wetje niet voor
1 Dec. aangenomen zou zijn. En toen
schreef de minister op 31 Oct. j. 1. den mili
ciens aan dat zy blijven moesten. Het wetje
werd ingetrokken, tot teleurstelling van
3000 miliciens.
Een fout van den minister, waarvoor hy
zeer scherp ia een rede van den liberaal
Tydeman, zeer zacht in een motie van den
heer Lohman werd aangevallen.
De heer Lohman vroeg in zijn motie er
kenning dat de minister niet goed had ge
handeld, en tevens recht voor de teleurge
stelde milicien s,
En nu wilden de liberalen wel 't laatste
doch niet het eerste.
De minister mocht geen afkeurend woord
hebben. En dit is nu de fout van de vrij
zinnigen geweest, en ook van de socialisten,
uitgezonderd v. d. Zw&ag, die de motie-
Lohmau af stemden, om to stemmen voor de
motie Tydeman die 't alleen had over de
miliciens.
Wjj kunnen er uit hooren, dat zy dit
deden uit vrees dat de minister heen zou
gaan, en de miliciens in dat geval gevaar
zouden loopen van toch, vcorloopig althans,
te mogen blijven.
Maar dat zelfs een zoo zachte motie als
die van den heer Lohman en diens zoo
welwillende toelichting hen tot die vrees
dreef, is wel een bewijs hos weinig de
Linksche party en gelooven in de krachtige
positie van dezen minister en van dit
kabinet.
Zelfs geen zuur gezicht mag dit kabinet
getoond worden, door diezelfde heeren die
de vorige ministers te vuur en te zwaard
vervolgden, en zeker, had 't vorig kabinet
dozen flater gemaakt, sis Turken zouden ze
(tweejarige moeite dit college te kunnen
benoemen.
Ook tot den herbouw der kerk, heeft
dezen ijversgen dienaar zich uitnemend
gekweten. Hij wendde in 1586 alle po
gingen aan, zoo bij gecomm. Raden van
Zetland, als bij den Raad van State cm
de vereisehte geldelijke steun te verwerven.
SAMUEL PANNEEL.
Slaan wij de handelingen op van de
voormalige Gl. Tholen en Bergen op Zoom,
dan vinden wij van dezen predikant her
haaldelijk gewag gemaakt, en wel, zooals
we verder hooren zullen, in zeer ongun-
stigen zin.
Onmogelijk kunnen wij dienaangaande
alles nagaan, waarom wij het voornaamste
maar zullen aanstippen.
Als prop bij de Cl. van Walcheren, werd
hij alhier beroepen den 5 Oct. 1655, in
plaai3 van den hier oyerleden ds. Petrus
Doornick, en bevestigd 19 Nov. d. a. v.
door ds. Daniel van Middelhoven van Tholen.
Nog in 't zelfde jaar van zijne bevestiging
verwekte hij grooie opspraak door het
verbreken vau trouwbelofte met eene
dochter van dhr. N. van Geel, waarover
hij te Middelburg in proces geraakte, 't
welk ten zijnen nadeele uitliep, doch waar
tegen hij appelleerde.
Intuesohen blijkt het, dat hij steun vond
bij 't Coll. qual. te Poortvliet, zoodat de
Cl. genoodzaakt was hare goedkeuring te
onthouden aan bet genotuleerde over deze
zaak door den kerkeraad, en wel zóólang
totdat hij zioh bij den Magistraat van
Middelburg zou «gezuiverd'' hebben.
Enkele leden van de Cl. verlangden dat
hij, gedurende zijn appèl zijn dienst vrij
willig zou neerleggen. Tijdens zijn zaak
nog hangende was, kwam er in de Cl. van 8
Jan. 1658 eene missive in van die van
Walcheren, inhoudende dat ds. Panneel,
nevens zijn vorig schandaal zioh ook sohul-
hebben opgespeeld over zyn zich vergrij
pen aan de heilige rechten der volksver
tegenwoordiging.
Minister Veegens heeft in hot debat over
zijn begrooling wij herinnerden er hier
boven reeds aan een constitutioneel
struikelingetje begaan, waar by het weer
niet een vrijzinnig Kamerlid was dis hem
op de vingers tikte, maar de vrij-antirevo-
lutionaire afgevaardigde voor Goes de h6er
Lobman, de bekende bewaker van do rech
ten der overheid, der volksvertegenwoor
diging, der wet, der natie, enz.
Een liberaal blad klaagde in 1900 dat
deze aloude rechten door Thorbecke geves
tigd, niet meer veilig schenen in de handen
dei' vrijzinnigen, maar in die van Kuyper
en Lohman. Iets dergelijks mocht thans
wel worden herhaald.
De zaak is deze.
De heer v. Karnebeek klaagde dat door
de aanneming der motie v. Kol eenige
weken geleden aan particulieren geen con
cessies voor mynontginning meer mochten
verleend worden. De minister sloot zich
hierbij aan en deelde mede dat die motie
onuitvoerbaar was, dewijl aan staats-exploi-
tatie van bet gebied waarom het ging nog
niet viel te denken. Hy sprak daarom de
hoop uit dat de Kamer er op terug zon
komen. Maar hij zou niets doen in deze
zaak zonder de Kamer er in te kennen.
Hiertegen nu kwam de heer Lohman op
Hij wees er op dat de minister ongrond
wettig handelde met zich hierin doormoties
der Kamer te laten leiden.
Hij is gerechtigd en verplicht de lands
wetten uit te voeren naar eigen inzicht.
Gaat een minister dat inzicht wijzigen naar
uitspraken der Kamer, dan verstoort hy
het constitutioneel evenwicht der machten
en regeert in plaats van de Regeering ds
Kamer.
Do minister antwoordde dat hy 't in be
ginsel met den heer Lobman eens was,
maar hij zou 't onheusch vinden jegens de
Kamer, als hjj naar dat beginsel handelde.
Het Handelsblad verklaart 't eens te ziin
dig gemaakt had aan het heimelijk
wegvoeren uit Middelburg van Johanna
Apollonius, minderjarige dochter van wijlen
ds. Wilhs. Apollonius, pred. aldaar. Hij
dreef de onbeschaamdheid zóó ver dat hij
zich, met goedkeuring van zijn kerkeraad
te St. Philipsland door ds. Ketelaar aldaar
in ondertrouw liet opnemenwaarop de
kerkeraad door de Cl. gelast werd ds.
Panneel uit den dienst te ontzetten. De
leden versohenen in Cl. van 22 Jan. met
verzoek eene deputatie af te zenden naar
Middelburg, om de familie van de bruid
te bewegen toestemming tot het huwelijk
te geven. Dit weigerde de Cl. en deze
besloot nu dat ds. Panneel zioh van den
dienst zou onthouden en dat de gemeente
van af 27 Jan. door haar zou bediend
worden.
Eindelijk werd hij op autorisatie van
Gecomm. Raden voor zes weken geschorst.
Voortdurend weigerden èu kerkenraad èn
ds. Panneel te gehoorzamer, waarop ge
noemde Raden het besluit namen cat hij
met 30 Oei. 1658 floaal uit zijn dienst
ontzet werd.
Zijn huwelijk afgesprongen zijnde, vroeg
nu ds. Panneel in het volgende jaar aan
de Cl. hem eene attestatie te geven, om
zioh elders beroepbaar te stellen, waartoe
deze den 15 Mei 1659 overging. Nu werd
bij den 1 Oct. 1660 in de vacature te
St. Philipsland beroepen, welk beroep
echter door tusschenkomst van de Slaton
vernietigd werd. Wel bleef mea zioh te
St. Philipsland nog een tijd verzetten, maar
eindelijk werd er den 22 Dec. d. a. v. een
ander beroep uitgebrasht. Van ds. Panneel
wordt eohter niets meer vernomen.
Uit verschillende aanteekeningen in ds
cl. acta van dien tijd blijkt intusschen dat
de kerkl. toestand van Poortvliet veel te
wenschen overliet, o.a. dat er sinds 5, 6 of
meer jaren geen kerberaadsvermaking had
plaats gehad en dat zelfs in den namiddag
met den 1 en- Lobman, en zegto Mirister,
wat begint gij! Eerst wacht gij een jaar mtt
uwe beslissing op een motie der Kamer, en
dan gaat gij zeggen niet te willen handelen
voor de Kamer in de zaak is gekend. Zoo
haalt gy zelf de Kamer er in, en verleidt
haar op te treden als een tweede Raad van
State, als een college van advies, en wel in
een zaak die zuiver tot de bevoegdheid der
uitvoerende macht behoort. Dat is beden
kelijk. Gy staat da:rdoor, constitutioneel
gesproken, glibberig.
Dat is flink gesproken te meer, dewijl
de vrijzinnigen in de Kamer daarvan ni6ts
voelden, althans zwegen, of bij monde van
den heer v. Doorn, den minister een pluim
op dsn hoed st;kei over zijn deferentie
voor de Kamer.
Wij herinneren ons een scène die jaren
geleden in de Tweede Kamer voorviel toen
een conservatief minister uit het Kabinet
Heemskerk wii meenen dat 't da minis-
tor van koloniën Van Bloemen Waanders
wasiets dergelijks uithaalde als nu
deze vrijzinnig-democratische minister in
een vrijzinnig kibinat.
Hat was by de b handeling zyner be-
grooting. Een amendement tot vermindering
van een post op de begrootiDg werd aange
nomen. En toen stond da minister op om te
zeggen dat indien de Kamer nog eenige
posten wilde schrappen of verminderen, hij
gaarne bereid was zich daarnaar te zullen
gedragen. Hij wees zelfs die posten aan.
Wij herinneren ons nog zeer goed
aldus deelt een man van de tiibune uit
dien tijd ons mee welk een storm van
verontwaardiging er na deze naïeve mede-
deeiing opstak op de banken der Linker
zijde. Wij meentn on3 zelfs te herinneren
dat de be§r)oting van evaegenoemden
minister van koloniëo, om die reden juist,
door de vrijzinnigen, die toen de meerder
heid hadden, ook, gelijk nu, van ongeveer
twee stemmen, werd verworpen.
Zulk een minister was niet waardig lan
ger te leven. Eu de heele vrijzinnige pers
was 't er mee eens. Maar die minister was
niet zoo vrijzinnig als nu afluister Veegens.
van don 2den Paasehdag (22 April 1658)
twee ouderlingen publiek een groot schan
daal verwekt haddon, zender dat den ker
kenraad zich er mede bemoeide.
Nadat de onaangenaamheden, in verband
met ds. Panneel geëindigd waren, en er een
beroep moest worden uitgebracht, werd
door de cl. de ouderling Willem loele als
de voornaamste auteur in de treebeien uit
zijn dien3t ontzet.
SAMUEL IMMENS.
Deze werd geboren te Oirschot, uit het
huwelijk van Robertas I, predikant aldaar
en Maria van der Deli'ên. Ala proponent by
de cl. te 's Hage, werd hy alhier beroepen
8 Jan. 1686 en bevestigd 3 Mrt. d.a.v. door
ds. Adr. Beukelaar van Tholen.
Prof. Jac. Wïllemsenpred. to Middelburg
geeft in zyne voorrede vóór het werkje van
Samuels broader Petrus, mede in dienst te
Middelburg, getiteld„De godvruchtige
avondmaaiganger enz." uitvoerigs berich
ten omtrent de familie Immens en in 'E bij
zonder over 't sterven van Robertas, mede
broeder van Samuel en pred. te St. Anna ter
Muiden aldaar komende zullen wij meer
ven dezen hooren Ook omtrent het over
lijden van onzen Samuel zegt hij «op
zekeren tijd nam hij, schoon gezond en
friseh, in een plechtige leerrede, afscheid
van zijne gemeente Poortvliethaar betui
gende dat hij hensrgiug naar zijn vttder te
Oirschot, om aidasr te sterven. Gelijk hij
dan ook, het huis van zijn vader intredende
en van zijne zuster Maria verwelkomd, tot
haar zeide: „„Zuster ik konie hier in
's vaders huis om over te gaan in mijns
Vaders huis daarboven."" Het gebeurde
ook zoo. Hy werd kort daarop ziek en is
aldaar gestorven den 2 Juni 1686 en werd
ook te Oirschot begraven.
(Bevolkingin 1824 985
in 1907 1559 zielen.)