No. 47. 1907.
Zaterdag 23 November.
22e Jaargang,
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Meer Organisatie.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.,
J DE -JÖN.GE-VERWEST te Goes
P, D HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Uit de Tweede Kamer.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p, p. 1,25.
Enkele nummers 0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
SM VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regeS
meer 10 cent.
awss
SmBÏSÏSEmEESBESSJaEHSEÏOBiSESCÏEaBffiSMHW
De Nieuwe Provinciale vindt in 't feit dat
op dr. Kuypers verjaardag onze scholen
door zeven corporaties vertegenwoordigd
waren, die elk hun woordvoerder hadden,
terwijl Gereformeerd Schoolverband en
Gereformeerd Schoolonderwijs er ook nog
bij huiden kunnen zijn, en dr. De Visser,
die er ook was, desgewenseht ook Christel.
Volksonderwijs had kunnen vertegenwoor
digen, aanleiding tot de klacht dat er aan
ons chr. onderwijs als organisatie iets
hapert. Het is te veelvormig. Wij hebben
nog geen chr. schoolwezen.
Natuurlijk, een school kan niet bestaan
zonder kinderen. Maar achter de kinderen
behooren dan aan te komende onderwijzers
wat nu reeds g6beurt. Maar naast de onder
wijzers hebben wij voor de openbaring van
de school als geheel behoefte aan 't samen
stel van het bestuur, als vertegenwoordi
gende de ouders.
Onder den invloed der revolutiebegrip
pen, die het beginsel der centralisatie hul
digen, aldus de deskundige schrijver, is
daaraan in de worsteling om de school niet
voldoende gedacht; ja, kon er zelfs niet
voldoende mee gerekend worden. De eerst©
die, voor zoover ons bekend is, deze ge
dachte op den voorgrond plaatste, was
wijlen dr. rur. v. d. Berg, maar het zaadje
kwam niet tot ontkieming; het was nog
niet de tijd daarvoor. Thans is opnieuw esn
poging gedaan om dit beginsel van gezonde
decentralisatie ingang te doen vinden en
wel door „'t Verband van scholen op Gere
formeerden grondslag" en by aanvang lijkt
het wel, dat de tijden rijp worden voor zulk
een ontplooiing van het anti-revolutionair
beginsel op schoolgebied. Toch staat ons
volk kerkelijk te zeer gedeeld, dan dat we
ook maar één enkel oogenblik ons zelfs
zouden vleien met de gedachte, dat we op
die wyze eenmaal zullen komen tot éen
enkele openbaring} van 't Christelijk lager
onderwijs. Dit werd ook begrepen door de
mannen, die op 28 Sept. 1905 te Utrecht
samenkwamen om te spreken over reorga
nisatie van ons christelijk onderwijs en na
ampele bespreking volkomen eenstemmig
kwamen tot de overtuiging
1. Dat vanwege de veranderde omstandig
heden, waarin 't Christelijk Onderwijs straks
zal komen te staan, er eene in vele opzichten
nieuwe regeling van 't Christelijk Schoolwezen
noodzakelijk is
2. Dat bij die nieuwe regeling de eenheid
van dat Christelijk Schoolwezen duidelijker
dan tot dusverre tot openbaring kome, zoowel
om 't Cristelijk Onderwijs innerlijk te versterken,
als ook om krachtiger naar buiten te kunnen
optreden
5. Dat echter die eenheid niet in dien weg
te vinden is, dat de bestaande Vereenigingen
worden ineengesmolten, maar integendeel ster
ker opbloeit, wanneer elke Vereeniging zich
naar haar eigen beginselen Voortgaat te ont
wikkelen
4. Dat juist op dien grondslag dan toch een
samenwerking verkregen zal kunnen worden,
wanneer uit de bestaande Vereenigingen (n.l.
Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, Gerefor
meerd Schoolonderwijs en Christelijk Volks
onderwijs! een Algemeen Bureau gevormd
wordt, dat de inwendige regeling van 't Onder
wijs aan die Vereeuigingen overlatende, zich
bepaalt tot het behartigen van die algemeene
belangen van materieëlen en administratieven
aard, die alle Christelijke Scholen aangaan;
5. Dat bij onderling overleg van die 3 ge
noemde Vereenigingen worde vastgesteld, welke
de materiëele en administratieve belangen zijn,
welker behartiging aan bedoeld Bureau wordt
toevertrouwd
6. Dat in aansluiting bij 't bovenstaande aan
de genoemde 3 Vereenigingen dient overgelaten
te worden o.a. de behartiging van de opleiding
van Onderwijzers, de schoolinspectiede subsi-
diëering
dat daarentegen 't Algemeen Bureau zich
zou moeten bezighouden 0. a. met de totstand
brenging van een gelijke districtsindeeling,
gemeenschappelijk salaris pensioen- en wacht
geldenregeling, verzameling van gegevens, die
betrekking hebben op 't Christelijk School
wezen in 't algemeen en correspondentie met
de Regeering.
Door een betreurenswaardig misverstand
hebben de volgende samenkomsten niet tot
het gewerisohte gevolg geleid.
De schrijver hoopt op betere tijden,
wanneer ons volk voor de aanvaarding
dezer denkbeelden»rijp zal zijn. En wij
doen dit met hem.
Wij zijn nu met onze scholen lang
zamerhand in andere verhoudingen ge
komen. Daarom is 't nuttigdat Gereformeerd
Schoolverband door populaire geschriften
daartoe den weg bane.
Ons volk, en wij zelf behooren hier ook
bij, is wat conservatief aangelegd. En wij
waren zoo zachtjesaan met den fegen-
woordigen toestand, in 't geloof aan de
groote verdiensten van den Schoolraad,
vertrouwd geraakt.
Zijn daar echter nog belangen die de
Schoolraad niet zoo tot klaarheid kan
brengen, en die Gereformeerd Schoolver
band kans ziet recht te zettèn, bijvoorbeeld
de verhouding tussohen hoofden en niet-
hoofden, de verhouding fusschen het per
soneel der school en hot schoolbestuur,
de band tussohen de schoolbesturen on
derling, qnaestiëo waarop dr. Woltjer reeds
zoo uitnemend het licht liet vallen, dan
begroeten wij dit met ingenomenheid en
vragen aan Gereformeerd Schoolverband
dat zij op den ingeslagen weg voortga. De
besturen onzer scholen, voor zoover nog
niet aan deze nieuwe vereeniging aan
gesloten zullen verstandig doen met aan
hare werkzaamheden hun volle aandacht
te schenken.
Ook hier dringt een roeping tot „voort
varen", die men niet in den wied sla.
22 November 1907.
Mr. Heemskerk, de voorzitter der antir.
Kamerclub, en derhalve haar aangewezen
woordvoerder, verslaat de kunst van het
ridendum veri, lachend de waarheid zeggen,
en dan een waarheid, die snijdt.
Zijn redevoeringen van de vorige week
bij het begrootingsdebat hebben 't weer
bewezen.
De vrijzinnige persoverziohtsohiijvers
stellen 't wel voor alsof hij sleehts aardig
heden debiteert.
Doch één staaltje uit vele toont't tegen
deel aan.
Hekelend de kleinzieligheid van het
Kabinet dat op dr. Kuypers verjaardag
vergat hem voor een ridderorde voor te
dragen, doeh wèl op dienzelfden dag het
Kommandeurskruis bezorgde aan den voor
zitter der Grondwefsherzienings commissie,
zei de heer Heemskerk
«Er is eene opmerkelijke tegenstelling.
De Regeering verlangde van de Grondwets
commissie een stuk werk. Als dat werk ge
leverd is, laat zij het liggen en decoreert den
voorzitter.
De Regeering vindt een stuk werk van dr.
Kuyper en gooit het weg, maar zoekt daarna
veel stukken daarvan bij elkander en brengt
ze dan weer ter tafel, en denkt dan waar
schijnlijk nu heh ik hem genoeg gedecoreerd".
Niet minder opvallend is de erkenning
van de (oud-liberale) Nieuwe Courant welke
De Rotterdammer uit dat blad aanhaalt.
Replieken vol van schermutselingen, hatelijk
heden en haarkloverijen, maar zonder een lei
dende politieke gedachte. Allergeestigst, maar
juist daarom in een overzicht voor behoorlijk
weergeven niet vatbaar, waren de reparties van
den heer Heemskerk.
Meer dan iemand in onze Volksvertegen
woordiging heeft de leider der antirevolutionaire
Kamerclub de gave van het politiek discours,
van kluchtige invallen, rake zetten, vooral van
ironische hoflelijkheid. Oningewijden krijgen
dikwijls den indruk en wie kan zeggen of
het niet zijn bedoeling is dien te geven dat
de heer Heemskerk niet geheel au sérieuxkan
worden genomen. Hij is zoo luchtig en kluch
tig en vluchtig, hij steekt zooveel vuurwerk af
dat men geneigd is aan bet branden van een
heilig vuur der overtuiging in hem te twijfelen.
En toch, wie scherp luistert, wie oplet hoe hij
onmiddellijk de zwakke plekken van zijn tegen
stander ontdekt, welke argumenten hij bezigt en
welke hij niet bezigt, die beseft dat hier een
man staat die meer wil dan hem behaagt zoo
maar eens te vertellen, een man die waarschijn
lijk op den gang van zaken in zijn land nog
grooten invloed zal] oefenen, en die zich daar
van bewust is.
Dit lezende zou men dr. Kuyper kunnen
gelijk geven dat bij nog wat wachten wil
om in de Kamer terug te keeren.
Mr. Heemskerk kan nog totgrootedingen
geroepen zijn, zegt het liberale blad.
Wij hopen 't zeer.
Maar mr. Okrna soheen ook een schit
terende toekomst tegen te gaan, en hij
werd schielijk afgesneden nog voor^hij aan
de volle kracht toe was.
Mogen onze voorgangers ons lang ge
spaard blijven Wij hebben er zoo weinige.
Woensdag is Buitenland aangenomen
de socialisten stemden tegen eD
„landbouw, pijverheid en handel onder
handen genomen. Het voornaamste gerecht
was eohter 's middags en 's avonds de
quaestie van het blijvend gedeelte, een
zeer lastige en vervelende quaestie inder
daad. De lezer kent de geschiedenis.
Laatstleden, op Hervormingsdag nog al,
kregen een groot aantal miFmens men
zegt een drie duizend de alles behalve
prettige mededeeiing, dat zij zooais ze
verwacht hadden omdat ze vrij geloot
waren voor het blij; end gedeelte, met 1
December niet naar j huis konden, maar
na dien tijd nog onder de wapenen moesten
blijven, omdat het blijvend gedeelte wejd
uitgebreid.
Teleurstelling aan alle kanten, te meer
daar velen reeds betrekkingen hadden aan
genomen of een nurnmerwisselaar hadden
aangenomen of een nummerwis'elaar had
den gekocht en betaald. Dit legeDvallertje
bad men aan den minister vau oorlog te
danken, zooals nu bij vernieuwing geble
ken is bij de interpellatie over deze zaak
door dhr. Marchant. Wat toch is het ge-
va! Toen de heer Van Eappard, de tegen
woordige minister van oorlog optrad, n.l.
in het voorjaar, was hij opgetreden met
de belofte, nog wel aan Koningin en Ka
mers, dat van inkrimping van het blijvend
gedeelte niets zou komeD, vóór de beide
kamers over zijne voorstellen en plannen
dienaangaande haar oordeel gezegd hadden.
In Juni werd dan ook een ontwerp dien
aangaande ingediend, dat echter tot heden
niet in behandeling kwam en alzoo niet
tijdig afgedaan kon wordeD. Tijdig ja,
want tussohen 15 en 20 Juli moest er
geloot worden voor het blijvend gedeelte
en ook met het oog op de bii de wet
toegestane Bummerverwisseling de grootte
van het blijvend gedeelte bepaald worden.
En wat doet nu de Minister'? Hij stelt
zich eenvoudig op het standpunt dat de
Kamer wel tijdig zijn aanhangig gemaakt
voorstel zal behandelen en aannemen ook.
En, aldus redeneerde hij, zoo dit geschiedt
en waarom zou het niet dan heb ik
maar het kleinst aantal aanblijvers noodig.
Zoo rekende de minister, zooals van ach
teren bleek, builen den waard. Er waren
immers nog twee andere oplossingen moge
lijk. De Kamer bad hel ontwerp kunnen
verwerpen, of zooals nu blijkt, onafgedaan
kunnen laten. Jammer, dat Z Exo. het
blijvend gedeelte niet op het maximum
had gelaten, dan ware de zaak niet tegen
gevallen voor de miliciens zooals nu. De
mensohen hadden dan niet beter geweten
of ze moesten aanblijven. Intussehen zit
cok de Minister met de grap, nu zijn
„politieke kansberekening" faliekant is
uitgekomen. Wat hoe het zij, Z.Exc. heeft
zieh te positief uitgesproken. En bij slot
van zaken is hij san zijn belofte aan de
Kamers gebonden. Heel gemakkelijk schijnt
d3 zaak in het reine te kunnen geraken,
indien de sterkte van het blijvend gedeelte
zoo gelaten wordt ak in Juli, natuurlijk
bij beslissing der beide Kamers. Maar de
tijd is te kort, weldra is het 1 December en
er zijn nog andere beswaren aan verbon
den. Men spreekt er n.l. van, of het wel in
den haak is, om voor het blijvend ge
deelte Vrijgeloote miliciens weêr daarvoor
later aantev/ijzen. Vooral ten opzichte van
de viermaanders, die reeds laDg met groot
verlof zijn. Daarover waren in de Kamer
de opinies verdeeld. Toch werd er door
allen ingezien, dat er in deze quaestie niets
anders overbleef, dan den Minister een
gelegenheid te verfchaffen om waar men
het blijvend gedeelte tot het kleinste getal
reduceert, zooals Z Exo. heeft gedaaD, hem
tevens van zijn belofte te ontslaan tegen
over de 2e Kamer. Maar daarmede is de
Minister nog niet vrij van zijn belofte aan
de Koningin en aan de le Kamer.
Er kwamen verschillende moties. De
eerate van dhr. Marchant orn in naam het
blijvend gedeelte op volle sterkte te hou
den, doch in werkelijkheid 't in te krimpen,
een motie die bij het einde der vergadering
wijselijk werd ingetrokken. Ook kwam er-
een van Mhr. Lobman, ten doel hebbende,
te verklaren, dat aan het gebéurde niets te
veranderen is,maar dat de regeering anders
had moeten handelen. Vriendelijk bedoeld,
zegt de Minister, doch niet anders dan een
afkeuring. En volgons dhr. Ter Laan, zou
ze bij aanneming het gevolg kunnen heb
ben, dat de Minister naar huis gaat doch de
miliciens blijven. En dit laatste wil deze
juist niet. Vandaar zijne motie, dat de
Kamer genoegen neemt met het kleine,
vastgestelde blijvend gedeelte, een motie,
die echter evenals die van dhr. Marchant,
allicht op aandrang van dhr. Troelstra
wordt ingetrokken. Voorts kwam er nog
een motie. Esn motie Tydeman, welka,
zonder de handelwijze van den Minister
goed of af te keuren, slechts uitspreekt, dat
er niet anders op te vinden of aan te doen is
dan eenvoudig, voor dit jaar den toestand
zooals zo is voor lief te nemen en zich aan 't
ingeperkt blijvend gedeelte te houden.
Deze motie, wordt na langdurige discussie
en veel gescharrel met 68 tegen 25 stem
men te elf uren des avonds aangenomen.
Da Kamer heeft dus besloten tot een tijde
lijke dispensatie van 's Ministers belofte
aan de Kamer omtrent het blijvend ge
deelte en om alsnog de aanvankelijk be
oogde beperking van het blij ;o;id gedeelte
tot uitvoering te brengen, zonder vooruit te
loopen op een latera beslissing. En hier
mede is deze interpellatie afgeloopen. De
Minister moet nu maar weten hoe hij van
de Eerste Kamer en ook van de Koningin
dispensatie van zijn belofte krijgt.
Na den etoTm volgt de stilte. Zoo ook
in de Kamer, De late avondvergadering
met haar drukke disousssie omtrent's mi
nisters houding in zake het blijvend ge
deelte, nog steeds een blijvende quaestie
ondanks da vele moties, werd door een
k&lmen dag gevolgd, waarop verscheidene
kleinere ontwerpen nl. aanvullings-begroo-
tingen zonder slag of stoot werden aan
genomen ook werd het verdrag betref
fende ongevallen-verzekering tusechen ons
land en Duifsehland goedgekeurd en voorts
de afgebroken behandeling vau „Land
bouw, Nijverheid en Handel" voortgezet.
De Kamer was nog niet ter helfte bezet.
Enkele belangrijke onderwerpen uit het
debat willen we noemen. Vooreerst dan
omtrent hel subsidie verleenen aan parti
culieren voor het ontginnen van woeste
gronden, zooals de staat thans aan sommige
gemeenten geeft. Het is een zaak van al
gemeen belang, waarvan de voordeden
ook voor den staat onbetwisbaar zijn.
Velen waren dan ook deze zaak niet
ongenegen, al meende dhr. v. Dedem,
dat er op het gebied van heideontginning
reeds genoeg wordt gedaan om de zaak
van staatswege met subsidie aan particu
lieren aan te moedigen, wat echter dhr.
Bos ontkende en al was ook dhr. Tydeman
van oordeel, dat door het subaidieeren van
waterschappen en particulieren voor dit
doal, de staat zich zou begeven op den weg
van protectie, ja nog erger, van begun
stiging. Ook de Minister voegde hier nog
een bezwaar aan tee. Alleen dan kan men
van voordeel spreken in zake het ontgin
nen van zulke gronden, bijaldien ze lang
ia dezelfde hand blijven, wat althans bij j
particulieren niet vaak gebeurt. Dikwijls j
worden zulke ontgonnen gronden met vriest
verkocht, als het resultaat van den arbeid.
Dit bezwaar zou zijn te oudervangen,
meenden de heeren Bos en Sohaper, waa
rneer alleen aan vereenigingen, welke het
niet om een winstje te doen is, maar die
waarborgen kunnen geven van soliditeit
en duurzaamheid, subsidie voor dit doel
zou worden verstrekt.
De heer Smesnge was nog milder en
wilde zelfs van staatswege subsidie toege
kend zien voor het veranderen van onge
bruikte, doelloos en renteloos liggende
gronden in vruchtbare velden, gronden
alzoo waar men op den duur wat aan had.
Lang en breed werd er gesproken over het
euvel, dat er tegenwoordig zoovele uitge
breide landgoederen met" uitgestrekte bos-
schen onder de hand des sloop er 3 vallen of
wel gesplitst worden, zooals de „Cloeze"
en de Wildanborg", bij Starings minnaars
welbekend. Jammer, *zegt dhr. .Schaper,
dat op die wyze, 0. a. in de buurt van Den
Haag, de schoonste landgoederen en bos-
sehen verloren gaan. En die er nog zijn
worden stelselmatig gesloten gehouden,
zoodat 't „natunrechoon-lievend publiek"
niet eens een enkele maal in hot sckoone
jaargetijde van die lommeryke dreven en
lanen px-ofiteeren kan. De vraag is en blijft
wat daar tegen van overaeidawego te doen.
Aankoopen door den Staat Er is geen
denken san. Hat recht van voorkoop bij
overlijden toekennen aan den Staat? Indien
het daarbij om een zoogenaamd „koopje"
te doen is, dan zou er inbreuk gemaakt
worden op het eigendomsrecht. Het denk
beeld van dhr. Schaper om Pan staatscom
missie tot onderzoek in te stellen ware wel
licht het best De rainistsr was ergansch
niet tegen. Er èan staatscommissie meer of
minder maakt niet uit.
Verder is nog 'vermeldenswaard 't e.men-
dement-Tydeman, dat vandaag (Vrijdag)
in stemming komt, ten doel hebbende, om
voortaan geen subsidie meer te verleenen
aan boerenleenbanken, welke niet neutraal
willen zijn.
Dhr. Bos en Borgesins hebben zieh tegen
het amendement verklaard. De bedoeling
is goed zeggen ze, maar toch is het amende-
meet niet ptactisch. Bij subsidie toch ken
de staat donoolige controle over die leen
banken uitoefenen en die is noodig.
Dhr. Br-yne 's er xóór, als zijnde fel
tegen subsidie van die christelijke boeren
leenbanken. Die uitsluiting bij dia backen
in N.-Holland spreekt men al van
Roomsehe en Protestaatsohe backleidt
maar tot verdeeldheid. Subsidieert men
deze barken, waarom dan ook geen mid-
decstandsbanken De vrijzinnige afge
vaardigde van Kampen wordt door dhr.
Heemskerk over zijn onvrijzinnige handel
wijze, bestrijding van het subsidie, terecht
gewezeD. Ook dhr. d. Zwaag xnoet van
het subsidieeeren van zulk een „klein
kringetje", die uitsluiten naar willekeur,
niets hebbexx. Het zijn „christelijke boe
renleenbanken, dus bar.beo van bepaalde
kleur De mimster wil ze even als zijn
vroegere collega's, Borg? si us en Oj ens, wel
steunen en geeft dhr. Tydeman den raad,
niet gebeele schrapping maar slechts ver
laging van den post voor te Blellen, anders
ontneemt hij ook den „neutralen banken"
den steun. In dezen zal de stemming wel
beslissing brengen.
Met enkele woorden besprak dhr. Jan-
nink de noodzakelijkheid van de herziening
der jachtwet, en dhr. Zij'ma het lrer-
scher.de mond- en klauwzeer, of beterde
middelen tot herstel. De heer v. Dadera
en hij voelden er veel voor, om het kwaad
te laten uitzieken, inplaats a te bestrijden.
Doeh de Minister mei k te hierbij op, dat
bij „uitzieken", onmiddellijk de grenzen
moeten gesloten worden. En dat is ook
geen kleinigheid. En daarfii daalden de
veeprijzen. En thans, nu ma tregelen wor
den genomen, zijn de prijzen gebleven.
Evemnin slaat de bui'enlandscha handel
stil. In Friesland, zegt de Minister, is zulks
allerminst te zien.'Een vexbod van invoer
van tuberculeus vee uit België, zooals dhr.
De Waal Malefijt wil, acht de Minister
hcusch niet noodig. En nu last not least,