NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No, 44. 1907.
Woensdag 20 November.
22e Jaargang,
CHRISTELIJK»
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S, 1. DE JONGE-VERWEST te Goes
F. P. D'HÜIJ, te Middelburg,
PRIJS DER ADVERTENTIËN
In Troelstra's armen.
FEUILLETON.
Snippers uit de oude doos.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,02c.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meel- s cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Het ministerie staat niet precies meer op
deselfde plaats als toen het in 1905 optrad.
HO heeft een zeer duidelijke beweging
gemaakt naar de zijde der socialisten. Het
heeft een kraohtigen stoot gegeven naar
rechts, naar de oudliberalen en is van de
terugstuit terecht gekomen in de uitge
breide armen van Troelstra.
Toen het optrad om de blanoo-politiek
der vereeüigde Unieliberalen en der Vrij
zinnig-democraten ten uitvoer te leggen,
kon het natuurlijk alleen rekenen op den
vasten steun van beide genoemde groepen.
Immers hadden de oud-liberalen uitdruk
kelijk verklaard, dat het meedoen aan de
blanoo-politiek beneden hun waardigheid
was, terwijl de sooiaal-demoeraten alge
meen kiesrecht eisohten en met het blanco-
artikel den draak staken. Noch van de
oud-liberalen, noch van de sooiaal-demo
eraten kon het ministerie dus voor zijn
groote blanoo-plannen hulp eisohen. Alleen
de Unie-liberalen en de vrijzinnig-demo
craten hadden hun woord verpand.
Toch begreep het ministerie opperbest,
dat het er met dien steun alléén nooit
komen zou. Zijn steunvlak moest grooter
wordenof het zou omvertuimelen. De
vraag was nu maar, of het zijn steunvlak
zou uitbreiden naar links, waar de .socia
listen zijn, of naar rechtswaar zieh de
oud-liberalen bevinden.
Het spreekt wel van zelf, dat het liefst
alle vier de groepen der linkerzijde onder
zijn blanco-hoed gevangen had. Rechts
de oud-liberalen en links de socialisten er
onder had gestolpt. Maar dat ging nu
eenmaal niet.
Het ministerie moet kiezen of deelen.
Het hof maken aan de oud-liberalen en
dan de socialisten afstooten; of juist anders
om de socialisten naar de oogen zien en
de oud-liberalen van zich vervreemden.
In den aanvang scheen liet ministerie
233)
DOOK
SOALDIS.
Poortvliet.
I.
Wy zijn in langen tyd niet op het eiland
Tholen geweest, waarom wy nu onze schre
den daarheen richtende,voor dezen keer het
mooie dorp Poortvliet wenschen te bezoeken.
Als gewoon willen we eerst onderzoek
doen naar den vermoedelyken naameoor-
sprong van deze plaats.
Onder de scheepsreeden, welk zich aan
de boorden der Schelde bevonden, schijnt
geen van de minste te zijn geweest 't z g.n.
„Rooseveld", hetwelk gevonden werd op de
Strem of Strijen. De naam van dit Roose-
veld wordt nog bewaard in een stuk land by
Tholen, en in een geslacht, vandaar her
komstig.
Deze Streen dan was oudtyds een ruim
water, de oevers van Brabant ten westen
bespoelende Het werd vervolgens door op
en aanwassen een nauwer vaarwater, onder
den naam van EentrechtSlaak, enz. bekend
en is ten allen tijde de grensscheiding tus-
schen Zeeland en Brabant gebleven.
Ter plaatse,waar gemelde Streen zich ten
zuiden met de Schelde vereenigde, trof men
dit „Rooseveld" aan. 't Was een ruime op
pervlakte van water,op 't welk een menigte
van schepen veilig kon liggen.
Het geen nu dit Rooseveld tot eene veilige
reede deed zijn, waren zekere schorren,
welke ten westen van hetzelve van liever
lede opwasten.
Deze schorren beveiligden de seheeps-
reede voor den aanslag van 't water, wan
neer dit door de westewinden werd aan
gevoerd en de kreeken en andere groote
besloten tot het eerste. Dat was natuurlijk,
want de oud-liberalen steunden niet alleen
het ministerie trouwer dan de socialisten
maar zelfs kwamen zij het meer dan halver
wege tegemoet.
Hun oorspronkelijk verzet tegen het
blanco-artikel lieten zij varen. Zij beloofden
de derde in den blanco-bond te zullen
worden, als de invloed der Eerste Kamer
hij de Grondwetsherziening versterkt werd.
Van hunne zijde deden de socialisten
verstaan, dat zij in dht geval niet zouden
meewerken aan het blanoo-artikel.
Dus moest zooals gezegd is het
ministerie tusscben de oud-liberalen en de
socialisten kiezen of deelen.
De samenstelling der oommissie tot
Grondwetsherziening en de installatie-rede
van minister Rink deden het vermoeden
rijzen, dat de keuze naar reohts uitviel.
Dit vermoeden hoe gewettigd ook
is onjuist gebleken. Het ministerie heeft
naar den socialistisehen kant gevrijd en
met sucoes.
Niet alleen is het stokdooi gebleven voor
den wenech der oud-liberalen om den in
vloed der Eerste Kamer te versterken
neen erger nog, het wil de positie der
Eerste Kamer geheel en al ontwrichten.
Door de ontbindbaarheid der Provinciale
Staten en door andere middelen, stelt het
voor van ons Hoogerhuis een matte, muffe,
kraohtelooze doublure van de Tweede
Kamer te maken.
Daardoor heeft het de oud-liberalen
krachtig van zieh afgestooten, zooals hun
leider Mr. Tydeman, dan ook bij het Be-
grootingsdebat, constateerde. Dit sohijnt
te roekeloozer naardien er onder de Unie
liberalen nog wel zuilen schuilen, die wel
is waar met de blanoo-politiek hebben in
gestemd, doch in de veronderstelling, dat
er bij het blauoo-maken van art. 80 der
grondwet tevens zon gezorgd worden, dat
de molen niet door den vang kon loopen
dat er gewaakt zou worden tegen moge
lijke, nadeeüge gevolgen.
Ook die moeten door den feilen stoot
van het ministerie naar de rechterzijde
(oud-liberalen) teleurgesteld zijn.
inhammen, welke tusschen die schorren
gevonden werden, verstrekten in tijden van
lievige stormen tot Havenen (Porls1 of leg
plaatsen om in te vlieden, van welke
omstandigheid gemelde schorren, naar men
meent, de naam van Poortvliet verkregen.
Wij zouden ons bedriegen, wanneer we
daohteD, dat die uitgestrekthaid van land,
welke nu de heerlijkheid uitmaakt, in ééns
is ingedijkt geworden en ten jare 850,
gelijk sommigen meeneD, is ingepolderd.
Neen, de inwoners hebben ook hier, zooals
v/ij reeds vroeger bij de Vliedbergen zagen,
eerst door opgeworpen terpen, vervolgens
door kribben, kaden, kaaien zomerdijken
de schorren tegen de zee beveiligd, ver
volgens bewoonbaar gemaakt en eindelijk,
toen al de afzonderlijke opwassen bij elkan
der geslikt waren, deze met een rand-'of
rmc,rdijk ten gemeenen koste ingesloten
welke dijk er nog gevonden wordt en
volgens de meer gevorderde kunst in het
maken van dijkagiën gelegd is.
Ook als bewijs hiervoor kunnen wij aan
merken, dat men in Zeeland over de min
dere of meerdere oudheid der polders kan
oordeelen, alleen uit het beloop der wegen.
In de oudste polders tooh zijn de wegen
kronkelende, smal en doorgaans lager dan
de daaraaugelegen gronden. De indijkers
namen, ten gemakke de droge en ondiepe
kreeken voor wegen.
Het zuidelijke gedeelte van de Poort-
vlietschepolder, de hoek of z.g.n. werf
in welk list dorp gevonden wordt, werd
onder de opkomende schorren het eerst
bedijkt en ter bewoning bekwaam gemaakt.
Klimme dit zuiderdeel nu al op tot in de
8a eeuw, dit is niet het geval met het noor-
derdeel. Hier waren nog lang daarna gor-
Volgens K i 1 i a a n geeft het woord
w e r tin onze taal een bedijking op zich
«elve te kennen.
Het is dan ook opmerkelijk, dat de leider
der Unie-liberalen, de heer Borgesius, bij 't
Begrootingsdebat geen enkel woord sprak
over de voorgestelde Grondwetsherziening!
Maar wie niet teleurgesteld is, wie wél
sprak, dat was de blijde en dankbare
Mr. Troelstra
Hij zou voor het blanco-artikel stemmen.
Hij was in zijn nopjes.
Al gaf het niet terstond alles, wat hij
verlangde, er zat toch véél goeds in voor
de arbeidersklasse (leesvoor het Socia
lisme) en dat goede zou hij er uithalen
De duw, door het ministerie aan de oud-
liberalen gegeven, deed Mr. Tydeman (uit
hun naam) het tafellaken tusschen hen en
het ministère doorsnijden; deed Mr. Bor
gesius verstommenen Mr. Troelstra wijd
de armen openen, om 't naar zijne zijde
tuimelende ministerie op te vangen.
Voor de oud-liberalen een harde slag
Nog dit jaar bij de Staten-verkiezingen
deden zij al hun best om het ministerie ie
steunen. Eu thans loopen zij een blaawe
scheen en moeten zij het aanzien, hoe het
ministerie gezonken is iu Mr. Troelstra's
wijd uitgestrekte armen
De gevoelens, waarmede de liberalen in
Sneekden stembusstrijd tegengaan,benijden
wij hun niet.
19 November 1907.
Een truc.
Het begint met het blij vend gedeelte''
nu almeer iets van een true te krijgen.
In 1905 moet het blijven en pleit Minister
Staal met eloquentie tegen ondoordachte
bezuinigingen.
Iu 1906 is het, zonder de Kamer, admi
nistratief gereduceerd.
Nog een jaar later klampt het Kabinet
er zich zoo krampachtig aan vast, dat het
ontslag indient. Staal mag in geen geval
losgelaten.
Kort daarop krijgt Staal toch zijn ont
slag, en Van Rappard komt, om stokstijf
Stasi's denkbeeld uit te voerenmaar nu
zal de Kamer er voorafin worden gekend.
Vóór de begroofing van 1908, die in
December aan de orde komt, moet het dus
zen, omspoeld door de Zoute-ee en nog door
door een ander water. Dat jongere noorder-
deel lag ovenwei ook oorspronkelijk aan
zee.
By eene eerste gelegenheid won meu nu
ten zuiden de hoeken Stompersdijk, Enge-
laarsdijk, Sotkens en Burgemeet (het ge-
wonnene bij of omtrent den burcht)welke
Burgemeet ten O. door den Laas (passage)-
dyk besloten was.
Later werd nog op het water veroverd
Gaensdijkvan welken zuidelijken dyk, in
den hoogen weg, nog kenmerken te vinden
zijn ea in welken hoek naar men meent het
kasteel gestaan heeft.
Vervolgens werden daarbij nog zeven
andere hoeken gewonnen. De vijf eerste
van deze twaalf hoeken, met inbegrip van
t werf, omringden dit laatste of den dorps
pelder ten O. N. W. en gedeeltelijk ten
Zuiden.
Nog later werden er ten zuiden nog
zeventien hoeken ingedijkt, en deze 29
hoeken maken te zamen het deel uit van
Poortvliet, 't welk bekend staat onder den
naam van oud-Poortvliet.
Het andere deel ten N. in de heerlijkheid
staat als dijkage bekend onder den welbe
kenden naam van de „Poortvliatsclie wei-
hoeken", bestaande uit twintig hoeken,
welke by meer dan óéne indijking zijn op
gekomen.
De heerlijkheid werd daardoor vergroot
tot 3605 gemeten. Nog werd vermoedelijk
in 't begin der 19e eeuw, als winst verkre
gen Halland ('t zachte land) in den Pluim-
pot2) gelegen en waardoor het ambacht tot
2) De welbekende P1 u i m p o t was eer
tijds een breed water, dat Poortvliet van
het westelijk deel van Tholen afscheidde,
en waarvan de verlanding en bedijking, niet in
ééns, maar van tijd tot tijd schijnt te zijn ge
schied, met z. g. n, verkortingen, gelijk
afgedaan, want 1 December moet de zaak
beslist zijn.
Doch zie, het voorstel komt zoo laat in,,
dat het nu zelfs nog niet in behandeling
is, zonder dat de Regeering één poging
doet, om 't vroeger aan de orde te krijgen
Iatussehen gaan er alvast miliciens
naar huis.
Maar nu weer worden ze teruggeroepen,
want vóór 1 December kan de zaak niet
afgedaan, en zonder de Kamer wil men
niet doortasten.
Begint dit nu niet wonderwel op ean
spelletje te gelijken, en stelt deze loop der
zaken de aanvrage om ontslag van weleer
niet in al te zonderling daglicht?
Dr. de Visser heeft goed gedaaD, met
dezen stand van zaken officiëel te doen
oonstateeren. (St.)
Een drankwetberichtje.
Onder dit opschrift lezen we in Het
Huisgezin
Onze aandacht viel op dit korte berichtje
in het Handelsblad
Sciiotbrland. In deze gemeente waren
bij de invoering der Drankwet nog 180
tapperijen, die nu tot 66 zijn gedaald.
Volgens de wet mogen er niet meer zijn
dan 50.
Er is van Dr. Kui per's Drankwet veel
kwaad gezegd.
Natuurlijk is Z9 niet onverbeterlijk.
Iedere wet moet in den smeltkroes der
praktijk gelouterd wordeD.
Zoo ook de Drankwet.
Maar bovenstaand berichtje tooüt tooh,
dat er aan de nieuwe Drankwet ook een
zeer goede kant is.
Deze nl. dat ze in korten tijd een aantal
draakgelegenheden helpt opruimen.
Dat is in ieder geval wint.
Zedelijke winst ook, omdat ze wat de
wet voorschrijft tct uitvoering brengt.
Wij bedoelen dit
De oude wet bevatte, zoo goed als de
nieuwe, bepalingen omtrent het maximum
aantal vergunningen, die er mochten zijn.
Maar haast overal was de werkelijkheid
4921 gemeten is vergroot geworden.
In de //Weihoeken' ligt een hoog stuks
lands,'t welk men de Zeehondenplaat noemt
en een ander, dat Konijnenberg heet; zij
herinneren aan den tijd toen hie: nog strand
en duinen waren.
De tegenwoordige heerlijkheid ligt ten
Z. van St. Annaland, ten W. van St. Maar
tensdijk en ten O. van de stad Tholen. Hare
breedte is ruim een half uur en hare lengte
l'/8 uur gaans.
Na alzoo in 't kort 't een en ander verno
men te hebben over de opkomst van Poort
vliet, gaan wij nu een blik slaan op het wei
nige wat de geschiedenis verder van de
plaats zegt.
Wat het daareven door ons genoemde
kasteel betreft, zegt van den Berg in zijn
oorlcondenboek van dit slot, dat Hugo van
Voorne reeds vóór 1204 hier een sterkte
liet bouwen, daar in een charter van dat
jaar het kasteel als bestaande wordt ge
noemd. Deze edelman was, Da den dood van
graaf Eirh VII een der machtigste aanhan
gers van gravin Ada en haren echtgenoot
den graaf van Loon, en had zelfs een tyd
lang het opperbewind over geheel Zeeland.
Iu den daarop gevolgden oorlog voerde
Floris, domproost te Utrecht, later monnik
in de abdij te Middelburg, en broeder van
graaf Willem I, de krijgsbenden van den
graaf tegen het slot van heer Hugo aan.
Hugo van Voorne was n. m. ten jare 1200
den graaf afvallig geworden.
Melis Stoke zegt er van in zijn rijmkro
niek want hi brac hem in Poorifliet sine
met dergelijke binnenwateren meermalen ge
beurde.
Volgens N a gt g 1 a s zou de naam afkomen
van het dieplood Plum (p 1 u n e t) en in
plaats van pot, liever port lezende, wijzen
op de haven, waarin het dieplood veel moest
worden gebezigd, daar het reeds in oude tijden
doorslikken onveilig werd gemaakt,
in strijd met de wetwaar 10 vergunningen
mochten zijn, waren er 20 of meer.
En nu is het een verdienste van Kuy-
pers Drankwet, dat ze door haar stelsel
werkelijkheid en wet tot overeenstemming
brengt.
Over heen gelezen.
In meer dan één blad is het voorgesteld,
als ware door ons bedoeld en verklaard,
dat de inwerking van een onheilige macht
die ons poogt te verdeelen, uitsluitend te
onderstellen was bij een of meer personen,
die oppositie hadden gevoerd.
Wie ook maar iets verstaat van deze
onheilige inwerking, kon ons zoo iets niet
toedichten.
Ten overvloede echter hadden we in ons
artikel zelf tegen zoo ongerijmde opvatting
nadrukkelijk vooraf geprotesteerd door
deze woorden„Die inwerking kan op
allerlei manier, kan op veler hart tegelijk
toegaan. Niemand heeft 't recht ten deze te
oordeelen en te zeggenOp u werkt het en
op mij niet. Maar allen hebben zich saam
te verootmoedigen".
Blijkbaar is over deze woorden heen
gelezen.
Wie ze leest, ziet terstond in, dat wat
men ons toedichtte, niet door ons gezegd is.
We voegen erbij, dat aan zoo ave-
reehtsche opvatfing van de gevaarlijke
inwerking, waarop we wezen, door ons niet
is gedacht. (St.)
St. Helena.
la de Nederlander las men dezer dagen
Volgens een bericht aan een Ëngelseh
blad, loopen de »relequitëa" van Napoleon
op St. Helena, gevaar. Da opziohter die
was aangesteld om voor de instandhouding
van huis en meubelen te zorgen, is een
tijd geleden gestorven en heeft geen op
volger gekregen. Nu dreigt de tand des
tijds alles te vernielen. De woning van
Napoleon I met aangrenzend terrein, werd
in 1858 door Koningin Vietoria aan Keizer
Napoleon III ten geschenke gegeven.
In verband met 't bovenstaande lazen
we in een werk, omtrent St. Helena en
vo3te di seer was vast." Het sterke slot
werd belegerd en verwoest. Later her
bouwd, hield zich aldaar graaf Flores in
1229 op, toen hij by Port/tiet zynde, eenig
land te Scakerslo verkocht. De vierkante
wachttoren, want de oudste wachttorens
hebben dien vorm, was misschien nog een
overblijfsel van het eerste kasteel.
Boxhom meent in zijn Kroniek dat hier
van twee kasteelen sprake is, als een te
Poortvliet en een te Scherpenisse. Dit is
echter niet het geval, gelyk Dresselhuis op
merkt, Scarpenisse was de hoofdnaam van
het eiland, waarop ook Poortvliet gelegen
was, zoodat hier ongetwijfeld deselfde
burcht wordt bedoeld.
Dat het slot herbouwd werd, blijkt ook
uit de rentmeestersrekening van 1317,
waarin voorkomt „Item herstel van mycshrn
huysinghe te Poortfliette daken en van
arbeid en z. 17 sch."
Sommigen meenen dat dit kasteel ten
zuiden van het dorp heeft gestaan, waar, op
het hooge land, zware muurbrokken uitge
graven zyn.
Reeds van af de vroegste tijden verkreog
Poortvliet van de Zeeuwsche Graven veel
voorrechten. In 1290 erlangden de ingeze
tenen raeds tolvrijheid binnen het gebied
van Graaf Ftoris V. Dit werd later door
Willem van Henegouwen en volgende graven
tot vier keeren toe bevestigd.
In 1325 was da heerlijkheid reeds goed
bevolkt, want de Bisschop van Utrecht
schreef toen reeds „dat daar veel volks
woonde".
Dat Poortvliet oudtyds eene zeehaven
was, zon men ook kunnen afleiden uit de
verplichting dier heerlijkheid om een oor
logschip uit te rusten bij ds vloot, welke in
1438 denHollandschen en Zeeuwschenhandol
tegen ds Oosterlingen beschermen moest.
(Wordt vervolgd).