[OLA. 2 r N1EU WSBLAD VOOR ZEELAND. No, 42. 1907. Maandag 18 November. 2e Jaargang, ie GHRISTELIJK- HISTORISCH AH STRIEM, idereen terstond spelen, elk Orgel. f 15.- „20.- baar SUZEREN, oom en, t. Inschrjj vlugs- op 5 December 3 bekomen bij de SER te Bomde. OP Js Tfltorj jrg, West-Sou- sknecht ersknecht snde srsknecht Ierse, 's-Gra- dm hebben vrijen hypotheek. ouwers ea Forti!» VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK boes F, P. D'HUIJ, te Middelburg PRIJS DER ADVERTENTIËN Snippers uit de oude doos, uit m pms. I-s ANDBOU W. LBVBG: - 25.- ker, Woes. ren. 1GELPLATEN rijzen. Middelburg. schbijviST" e, in een weide ht bij de weduwe iSE, Smederij, )oortstraat, Goes. K3P MI kar laudkar, bij een Chr. gezin ike ode, iflgeen wasch. ij Mej. Wed. C. endrikskinderen- raagd bij A. J. burg. a.s. )BLOED, Wa- r k e (W.) Mei ISMAN. Grijpt. erwest - Goei hebben aangemeld m den te houden ugsleer teGrljps- gegeven, dat vember a.s., re, de eerste t. 1907. Iet Bestuur ere, Yoorzitter. ar, Secretaris. ij beleefd aan voor en van oebakken. >E KLERK, raat F 32, Mid'b. '.werker en m Waterleiding. eerd in IEDEREN WERKDAG DES AVONDS, Prijs per drie maanden franco p. p1,25, Enkele nummers0,Q2C. Wed UITGAVE DER FIRMA X DE JONGE-VERWESï. EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent 16 November 1907. Be zes millioen. Het vooratel-Veegens neemt du zes mil lioen over 75 jaar enkel voor de Ouder- domtkas. Nu is bij de berekening, die minister De Meester indertijd voor hel budget tot 1914 gaf, op niet meer dan zes millioen voor Ouderdom en Invaliditeit saam gerekend. Van tweeën een dus: Of de Invaliditeit krijgt haar beurt niet, of er moeten later nog twee, drie millioen voor de Invalidi teit bij. Minister Lely wilde twee millioen geven, minister Kuyper zes millioen bij minister Veegens zal het nu acht k negen millioen worden. Natuurlijk komt 't daartoe niet, want die som is niet te betalen. Maar dan is ook de les van deze historie, dat nu voor de tweede maal een liberaal minister de goede orde van 't Verzekerings wezen in de war siuurt, in schijn althans om indruk van mildheid bij het publiek te maken. Minister Lely liet de Ziekteverzekering liggen, en kwam met de Ongevallenwet, die natuurlijk meer aantrekkingskracht bad bij de gegadigden. En nu komt minister Veegens met een pensioenwet voor 65-jarigen, maar laat de invalieden in den steek, schijnbaar althans ook hier, omdat het meer furore maakt pensioen op 65-, dan op 70-jarigen leeftijd aan te bieden. Tooh spreekt de ware Staatsmanswijheid in zulk believen van gegadigden niet. Staatsmansplicht is het veeleer, den zede lijken moed te toonen, om ter wille van de zaak, ook de te hoog gespannen ver wachtingen van gegadigden te temperen. Ook nu zal, evenals bij de Ongevallen wet, het eindje den last dragen. Stand Onbillijk. Voelt mr. Drueker nu tooh zelf niet, dat hij in hooge mate onbillijk is geweest, toen hij het vorige Kabinet verweet niet zóó 23$ /"rEU IL L E T O 17. DOOK SCALDIS. Over vvêergesteldheid, schaarste, overvloed, enz. in Zeeland. II Die tijd van overvloed en daaruit voort- vloeienden lagen prijs der levensbehoeften bleef toen een geruimen tijd aanhouden, zelfs gedurende de eerste helft der 16e eeuw. Als een staaltje hoe met weinig geld veel te koop was vinden we nog vermeld dat ten jare 1501 in Zeeland een half achten deel tarwe, een vette gans, een pond boter en een stoop Franschen wijn te zamen voor zes stuivers te koop was. Niemand had zulk een tijd vau overvloed gekend. De Fransche Pictau-wijn was te Zierikzee (de stapelplaats van Franschen wijn in die dagen) zóó overvloedig dat men in de herbergen voor hetzelfde geld wijn of bier kon koopen terwijl verscheidene schepen uit Frankrjk en Spanje, welke toen het anker lieten vallen tusschen Kortgene en Wolf aartsdijk, wijl zij aldaar tolvrij waren, zooveel Chinaas-appeien aanbrachten, dat deze goedkooper waren dan aardappelen. Achttien jaren later was het koren zegt Reigersberg mede seer goeden koop, want men kochte de rogghe in Zeelandt die veertel om achttien grooten Viaemsoh (45 cent) ende tarwe drie en twintich grooten die veertel (5Tli cents. Hierbij moet evenwel in 'toog worden ge houden, dat het geld destijds eene grootere waarde had dan tegenwoordig, of liever gezegd, dat men toen voor dezelfde zaak eene kleinere som besteedde dan later, toen de meerdere hoeveelheid goud en Dit zal vermoedelijk een halve zak geeuwsche maat, of 40 liter geweest zijn. snel met zijn sooiale ontwerpen te zijn uitgekomen als het tegenwoordige Neem bv. het ontwerp Ziekteverzekering. Daarvan vond het vorig Kabinet niets. Niet één enkel stuk, als resultaat van on derzoek, of als in so'aets gebracht plan, dat bruikbaar was. Een Enquête over heel het land moest ingesteld, en alle berekening moest ge maakt worden, eer men ook maar iets in bestek kon brengen. Dit Kabinet daarentegen vond alles ge reed, kant en klaar, en beeft dan ook niet anders gedaan, dan er enkele wijzigingen van minder gewicht in aanbrengen. Waar dan nog bijkomt, dat het onder zoek in den Raad van State bij een nieuw ontwerp veel, veel meer tijd vordert, dan bij een gewijzigd. Naar men zich herinnert, is het ontwerp Invaliditeitsverzekering daardoor bijna negen maandenopgehouden. Had nu een ander Kamerlid zulk een verwijt geuit, het ware hem te vergeven, want lang niet elk Kamerlid weet wat aan het in gereedheid brengen van zulk een sociaal ontwerp vast zit. Maar de heer Drueker weet dit zeer wel, en daarom deed het ons leed, dat hij zich niet OL'tziieju heeft, dei wija g-ohcol uood clous aan de billijkheid te koit te doen. (Stand.) -* Kampen. Lang geleden leefde er een monnik, die eiken avond over grooto vermoeidheid en afmatting klaagde. Zijn abt vroeg hem eens, wat de oorzaak hiervan kon zijn, waarop hij antwoordde: »Aoh, ik heb dagelijks zooveel te dóeD, waartoe mijne krachten nooit toereikend zouden 'zijn, indien God's genade mij niet sterkte. Ik heb twee valken te temmen, twee hazen tegen te houden, twee sperwers te dres- seeren, een lindworm ten onder te brengen, een leeuw te beteugelen, een kranke te verplegen. //Maar", hernam de abt, //hoe kunnen al deze dingen iemand tegelijk worden opgelegd 1" „Ja, heer abt, het is mij, juist zooals ik u zeideDe beide zilver, uit Amerika aangevoerd, den prijs der edele metalen aanmerkelijk heeft daen dalen. lntussohen zien wij aan de berichten ten aanzien van dure en goedkoope tijden nog deze bijzonderheid toegevoegd, dat men, ten gevolge van den oorlog en an dere omstandigheden, in 1524 het keuken zout //dierder moeste koopen dan 't seventich ponden groot Viaemsoh H hondertterwijl als eene zeldzaamheid van spoedige prijs- verandering ten jare 1527 opgeteekend staat, dat men op den 7 Mei een last rogge verkocht voor 136 goudgulden den 8 Mei voor 126daags daarna voor 115deu volgenden morgen ten 8 ure voor 102, een uur later voor 90 en in den namiddag van denzelfden dag voor 85 goudgld. het last. Beleefde men in het jaar 1605 een bij zonder goedkcopen tijd, de strenge winter van 1607 op 1608, gevolgd door een natten zomer, deed daarentegen de prijzen der levensmiddelen toen weder tot eene ongekende hoogte stijgen. Merkwaardig waren de zachte winters van 1699, 1613 en 1615 en waarop niette min telkens een overvloedige oogst volgde. In laatstgenoemd jaar duurde de zachte weersgesteldheid zóólang, dat met Kerstmis het melkvee nog in de weide liep. Was in 1620 de marktprijs der granen zeer laag, zeer hoog integendeel was die weder in 1621 als een gevolg van den langdurigen winter, maar vooral van den buitengewoon natten zomer, wijl er van den 1 Juni tot den 6 Oet. slechts vijf dagen zonder regen voorbijgingen. Deze duurte bleef stand houden tot in April 1624, toen er een gioote toevoer van buiten 's lands kwam, welke de graanprij zen tot op de helft deed dalen^ Door eene mislukking van den oogst ontstond er evenwel in 1626 opnieuw eene groote duurte, welke, mede door de ramp spoeden des oorlogs, tot in 1632 onafge- 1 broken aanhield, toen, wat den prijs van valken zijn mijne oogen, die ik steeds bewaren moet, opdat zij niet zieh aan iets vergasten, wat de zaligheid mijner ziel zou kunnen schaden. De twee hazen zijn mijne voeten, die ik terug moet houden op dat ze niet tot schadelijk gewin de toevlucht nemen en op zondigen wegen wandelen. De sperwers zijn mijne handen, die ik tol den arbeid moet africhten en aan het werk moet houden. De lindworm is mijn tong, die ik voortdurend in toom moet houden. Deleeuw is m'n hart waarmee ik steeds moet strijden. De kranke is mijn eigen lichaam, dat nu weêr heet, dan koud, nu hongerig, dan dorstig ja altijd door, in een toestand ver keert die mijne opmerkzaamheid en ver pleging noodig heeft. Dat alles maakt mij dagelijksch moe en mat.'' Met verwondering hoorde de abt deze verklaring van den monnik en sprak //Lieve broeder, indien alle monniken, ja alle mensohen op deze wjjze werkten en streden, dan zoó do tijd meer volgens God's wil besteed zijn." Zondagsbode. Bnij. splinter. Engeland proteetsert tegen de zooge naamde OoDgo-gruvelen. In edele verontwaardiging komt het op tegen de wijze, waarop die arme CoDgo- negers worden behandeld, maar geen volk heeft minder het rocht dan het Engelsche om anderen de les te lazen. Laten de En- gelschen maar eens clo handin eigen boezem steken. Hoe hebben zij in Zuid-Afrika huisgehouden Nooit is 'n oorlog op ruwer en wreeder wijze gevoerd. Onschuldige kinderen hebben zij bij duizenden in c!e concentratiekampen van honger en ellende doen sterven. De Kaffers hebben zij tegen de Boeren opgehitst, zooals vroeger de Roodhuiden tegen de Franschen in Canada en tegen de Amerikaansche opstandelingen. In Indië hebben zij by het dempen van den Sapoys-opstand duizenden weerlooze het koren betrof, alles weder op den ouden voet kwam. Gelijk in 1773 en '75 had men ook in 1779 buitengewoon heete zo mers. In 1783 breidde zieh, niet slechts over ons Vaderland, maar zelfs over geheel Europa, een nevel uit, zóó ongemeen sterk, dat men dien niet aan den gewonen veen- damp kon toeschrijven, maar de oorzaak daarvan moest zoeken in de vreeselijke vulkanische uübarstiügen welke toen in Italië en op IJsland piaats hadden terwijl de oogsten in 1793 en '94 zóó ongunstig uitvielen, dat die jaren als „hongerjaren" bekend staan. Door de vreeiselijke en geduchte veepest, welke ook hier vau 1769 tot 1770 gewoed had, stierven er 3526 runderen slechts 559 herstelden van die ziekte. Wat de 19e eeuw betreft, dienen wij op te merken, dat de schrale oogst van 1804 de prijzen van alle levensbehoeften, voor oen tijd, aanmerkelijk deed stijgen dat de winter vau 1807 buitengewoon zacht was en dit jaar als zeer vruchtbaar bekend staat; dat in 1811 de warme temperatuur reeds in Februari begon en de hitte in Mei een hoogte bereikte waarvan in vroegere tijden geen of weinige voorbeelden te vin den zijnterwijl in dien buitengemeen heeten zomer de oogsten van alle vruchten bij uitnemendheid gunstig waren. Het jaar 1816 brengt ons in herinnering hoe de zomer zieh toen ongunstig ken merkte door zware plasregens, zoodat de velden onder water ea de vruchten daarop te roiten stonden. Bij den gansoh mis lukten oogst, welke daarvan een gevolg was, stegen dan ook de levensmiddelen in prijs tot eene ongekende hoogte, daar een mud tarwe 30 en rogge 15 16 gulden kostte, terwijl een mud aardappelen-10 k 12 gld gold. De daaropvolgende winter wasalzoovoor velen een drukkende tijd en dat te meer naarmate de nood van eene schare behoef- tigen, in dit beruchte hongerjaar, nog ruime gevangenen voor de monden der kanonnen gebondsn, om van andere wreedheden niet ta sprekeD. Hoe hebban Cromwell's soldaten in Ier land gewoed on hoe is dat land sedert eeuwen door de Engelschen behandeld De bevolking is nauwelijks de helft van wat zij vroeger wa3en gaatnogsteeds&chteruit. In de randmijnen bij Johannesburg be staat ook nog feitelijk slavernij. Tijdens onze zee-oorlogen met Engeland kwamen de moesten onzer gevangen zee lieden op de zoogenaamde pontons (oude afgedankte oorlogsschepen) van honger en ellende om eu zoo ging het later ook nog iu de dagen van Napoleon en duizenden Fransche krijgsgevangenen. Tijdens den strijd van Wellington in Spanje hebben de Engelsohe soldaten bij de bestorming van Badajoz als wilde dieren huisgehouden. Men leze maar eens wat Bosscha in zijn leven van Willem II daar van meedeelt. Toen de Oostenrijksche Generaal Hay- nau, die de opstanden in Italië en Hongarije met groote wreedheid had onderdrukt, in 1850 Londen bezocht, werd hij door het volk op straat aangevallen en mishandeld, -1 verkondigden de Engelsche bladen openlij k, dat Generaal Roberts te werk moest gaan, als Generaal Weyler op Cuba. Engeland heeft zich toen niet geschaamd tegen de Boeren dum-dum kogels te ge bruiken en geweer-patronen met dynamiet te strooien, opdat de Boeren die zouden vinden en gebruiken. De Maori's in Australië zijn feitelijk uit geroeid, zooals de Roodhuiden in de Ver- eenigde Staten en in Canada. Oüz8 tocht naar Chatham was in de oerste plaats een wraakneming voor de schande lijke wijze, 'waarop de Engelschen op Ter schelling hadden gehandeld, maar Do Ruyter verbood alle buitensporigheid en wreedheid van dien aard. Aan China heeft Engeland eens den oor log verklaard, nadat het den Engelschen offers eischtts, ter voorziening in hunne dringende behoeften. En hoezeer hel volgende jaar bijzonder zacht en vruchtbaar was, waardoor het vorige leed grootendeels vergoed werd, zagen de landlieden zich toen evenwel opnieuw bezwaard door eene groote sterfte onder het rundvee en daarenboven, op den 10 Juli, door een zwaren hagelslag, welke op sommige plaatsen nog al aanmerkelijke schade toebracht. Het jaar 1818 was almede merkwaardig om zijn heeten zomer, welke die vau 1811 eveuaarde. Kenmerkte de winter van 1821 op '22 zio'h door eene bij zondere zachtheid, en wel dermate dat men dien rangschikte onder de 14 zachte winters, welke sedert 1172 in ons Vaderland, als merkwaardig in aandenken zijn gebleven, hij werd intusschen, ook evenals deze, van dezelfde verschijnselen gevolgd, n.l. van geweldigen storm, maar tevens van eene buitengewone vruchtbaarheid en ruimen oogst. Heerschte er in Mei 1833 reeds een groote hitte, welke, na een hevigen storm op 11 en 12 Juni door een zware, regen vlaag zioh nu geheel getemperd zag, ook in Dee. van dat jaar had men bij aan houdende zware regens, geweldige stormen te verdure-d, vooral in den nacht van 31 Deo. op 1 Jan., en inzonderheid ook tus schen 28 en 29 Jan. 1834, wanneer zulks met hevig onweder vergeld ging. Het voorjaar van 1841 begon met eene zeldzame groeizaamheid, evenals in 1779. In begin van Mei evenwel had men zware onweersbuien, vergezeld van hagelslag. Na twee maanden onophoudelijk regen in dien zomer en een zwaren stoim op Zondag 18 Ju'i mooht men zieh in 't begin van Sept. gedurende bijna drie weken in zulk eene gewenschte weêrsgestelóheid verheu gen, dat de oogst,* ofschoon in der haast, nog gelukkig kon worden ingezameld. De hoeveelheid regen in dien zomer ge vallen, bedroeg 85 cM. Zoo voehtig intua- kooplieden niet wilde vergunnen vrij opium in to voeren on wie de geschiedenis leest der processen, togen Clive en Hastings, de Engelsche gouverneurs, ban eens zien hoe humaan de Engelschen in hun Indië zijn opgetreden. f)e gruwelen van den Congo zijn zeker niet te verdedigen. Voor oen oogenblik ook willen wy aan nemen, dat zij vaststaan, dat volgens de Belgen volstrekt niet zeker is, maar als de Belgen eene groote natie waren, zouden de Engolsohen wat minder luid protesteeren. Zij behoorden ook eerst zelf een beter voorbeeld tegeven en den balk in eigen oog te erkennen, vóórdat zij in het oog van een ander een splinter ontdekken. Een ander krijgt altyd de sch.uld Niemand en ziet zijn eigen bult. NederlanderV. Een vingerwijzing. Ieder landbouwer weet, dat 't verloopen groeiseizoen «iet gunstig is geweest voor den plantengroei. Zoowel het voorjaar als do zomer zijn daartoe te koud geweest. Dat hunne volle werking hebben kunnen doênt is duidelijk. En vooral schijnen de stikstof houdende meststoffen niet die resultaten te hebben opgoloveid, die er op andere jaren mede verkregen zijn en die mon gewo fte" is er van te verwachten. Zoo hebben we den uitslag van een bo- mestingsproef op aardappelen onder de oogen gehad, waarvan perceel I, dat onbe- mest gebleven was, 15000 K.G.'kad opge leverd, terwijl perceel II dat per H A. 1000 K.G. ammoniak-superphosphaat (7x9) ont vangen had, per H.A. slechts 15799 K.G. had opgebracht. Op baide perceolen liet de dichtheid van stand niets te wenscheln over. En men zou het ook afleiden uit de resul taten, verkregen op perceel 1 en II van het suikerbietenproefveld van den beer Al. de schen dien zomer geweest was, zoo droog daarentegen was die van 1842, waarin slechts 49 cM. regen viel. In den zomer van 1851 werd men op menigerlei wijze verontrust en wel voor eerst door eene ziekte, welke zich in de te veld staande tarwa openbaarde, daarin be staands, dat de halman onder aan den sten gel begonnen te rotten en zich alzoo naar den grond bogen, zooiat de groei hierdoor gestuit werd, ofschoon men bij de uitkomst toch gelukkig mocht bespeuren, dat dit ga- vreesde kwaad niet zulke nadeelen had te weeg gebracht als vermoed wasander deels door de ontzettende stormen en on- weders, zoo op 29 Juli als ia den nacht van 13 op 14 Aug., welke, als vergezeld door stormwinden en hagelslag, aan do veld vruchten in Zeeland een schade berokkende die op 20.000 gld. begroot werd. De zeer ongunstige oogst van 1853 werd gevolgd door een buitengewone duurte der levensmiddelen. In den zomer toch hadden ontzettende onw8clers gewoed, veigszeld van hagelslag of liever gezegd, ysregen, inzonderheid op den 8 en 9 Juli en 23 Aug., welke alle veldvruchten schenen te zullen vernietigen, en waardoor dan ook in 28 ga- meenten onzer Provincie oen onnoemelijke schade werd aangericht, welke zich ech ter eenigszins vergoed zag door een ge- heele of gedeeltelijke kwijtschelding van grondbelasting door de Hooge Regeering, gunstig verleend. Het horige onwsder op 5 en 16 Juli 1857, hetwelk vergezeld ging van ontzetten den hagelslag, berokkende op onderscheidene plaatsen in Zeeland belangrijke schade. In Jnni en Juli 1858 klom de zomer warmte tot zulk een ongemeene hoogte dat de thermometer oen geruimen tijd bij af wisseling van 80 tot 94° toekende, terwijl men in '4 midden van Juli zich hier en in de omstreken door een verbazend getal sprinkhanen gekweld zag. Slot volgt ,j

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1