NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 33. 1907.
Donderdag 7 November.
22e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HisroRisen
VERSeHIJNT ZESMAAL PER WEEK
'Wed,
S- J. ÖE JONGE VERWEST. te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02',
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Zoo is dan nu de strijd over het kies
recht, die minder ingrijpend dan die
voor da christelijke sohool ons volk
verdeelt, een stapje nader tot oplossing
gekomen.
Een stapje nader.
Meer niet, want niemand zal meenen
dat in afzienbaren tijd twee derden van
de stemmen der Stalen-Generaal zullen te
verkrijgen zijn voor een gewijzigde kies-
reohtsregeling die als de grondslag, het
fundament van heel ons politiek leven mag
beschouwd worden.
Bij de weifelende meerderheid voor
reohts zoowel als voor links is de toekomst
voor algemeen stemrecht zoo goed als
voor Huismanskiesreeht vrij onzeker, zooai
niet hopeloos.
Maar èn de regeeringsvoorstellen tot
wijziging van art. 80 van de Grondwet,
èn de besluiten van de Deputaten-verga-
dering hebben den strijd in het land, het
kiesrecht betreffende, tot vaste lijnen ge
bracht en duidelijk gemaakt voor allen.
Van beide zijden zijn dan nu de mee
ningen openbaar, de wensohen geformu
leerd, is de koers besproken en de weg
afgebakend.
Al is het einde van den weg niet te zieD,
bij mogelijkheid zelfs niet te berekenen
hoever de afstand tot het einde zijn zal,
zeker is het dan nu welken weg de twee
tegenoverelkander staande groepen in ons
volksleven gaan zullen.
De antirevolutionaire partij heeft met
algemeene instemming haar wensoh uit
gesproken, en als doel van haar streven
gesteld dat het kiesrecht niet aan den
persoon maar aan het gezin gebonden zij.
Alleen daarnaast wensoht zij het kiesrecht
ook verleend te zien aan manlijke gedi
plomeerden die geen hoofden van gezinnen
zijn. Tegenover dezen wensoh staat nu dien
van alles wat zich democraat noemt in den
lande, vrijzinnig-democraten en sociaal
democraten*
Hun wensoh is dat geen enkele bepaling
226)
FEUILLEÏOH.
DOOK
SCALDIS.
HULST.
I.
Wat de naamsafleiding van dit stadje be
treft, meenen^ sommigen dat die moet ge
zocht worden in het bestaan van een weleer
hier veelvuldig voorkomend distelkruid,
hetwelk zich laat kennen aan zijn groene
en stekelige bladeren, Hulst genoemd.
Dat dit halstergewas hier inheemsch is,
blijkt wel daaruit dat men het, vooral vroe
ger, veel gebruikte tot hagen of afschei
dingen van gronden.
Toen de Franschen in 1810 een groot ge
deelte der boomen van de stadswallen ver
kochten, was hieronder ook een kolossale
hulsterboom, staande achter 't voormalige
Gouvernements-gebouw. De Franschen
noemden dien boom, Ie grand Roux en het
heestergewas, lepetit Roux.
Dat die naamsafleiding wel eenigen
schijn van waarheid heeft, kunnen wij ook
opmaken uit het wapen dier plaats, dat be
staat uit sen gekroonden klimmenden
leeuw van sabel met dubbelen staart, op
goudveld het schild, omboord met 'n rand
van sabel, is gekroond en omzet met groene
hulstbladeren op hunne steelen.
Rulst, de oude hoofdstad van 't land van
Waes en van Hulster-ambacht, opgekomen
in de nabijheid van een sterken burcht, was
reeds in de 10a eeuw als eene villa bekend.
Door hare gunstige ligging werd de stad
weldra eene rijke handelsplaats en door de
Vlaamsche graven met velerlei voorrechten
begiftigd.
wie tot kiezen al of niet gerechtigd zijn
in de Grondwet worde geschreven. In
gewoon spraakgebruik dat het artikel het
kiesrecht bepalende blanco zij.
Maar met de niet verholen en nooit
verzwegen bedoeling om allen die niet
ganschelijk tot kiezen onbekwaam zijn of
ongeschikt het Blemreoht te verleeneD.
Allen, ook vrouwen.
Eisoh en reeht is dat ieder lid des volks
in de gelegenheid zij tot stemmen.
En ook het resultaat van dit algemeen
stemrecht, gelijk het te wachten is, wordt
niet onder stoelen of banken geborgen.
Dan, als algemeen stemrecht heerscht,
dan zal de klasse-strijd die nu nog slechts
by één deel van 't volksleven ingang vindt,
zich zeer gemakkelyk over alle deelen ver
spreiden, dan zal de klasse stryd zich zelfs
den toegang geopend zien tot de Staten-
Generaal. Dan zal de numeriek sterkste
groep, die der met de handen arbeidenden
de baas zyn,dan zal de volks-souvoreiniteit
geboren zyn.
Ziedaar de antithese by het kiesrecht.
Andere omstandigheden zullen ons de
verwezenlijking van een van deze beide
wenschen nader moeten brengen, op dit
oogenblik is er nog geen zweem van te zien.
Maar, hoezeer er ook nog veel water dooi
de Schelde loopen zal, voor het Staatsblad
een Grondwetsherziening inzake kiesrecht
heeft te publieeeren, meenen we toch do
uitgestippelde lynen door de regeering en
de Deputaten-vergadering belangrijk ge
noeg om behalve in onze verslagen-kolom
men, daarop ook de aandacht onzer lezers
op 'n andere plaats in ons blad.te vestigen.
6 November 1907.
Publiek gebed.
Een der beide jongstgekozen anti
revolutionaire raadsleden te Souburg heeft
voorgesteld dat de gemeenteraad de
overheid du3 zijn vergaderingen voort
aan met een kort gebed opene. Het voorstel
verdient den steun van allen die nog niet
voor geloofloos wenschen door te gaan.
Tot zelfs in de Landsvertegenwoordi-
ging van menigen Staat denkt slechts
aan Engeland en Amerika iahetover-
heidsgebed nog altijd regel. En slechts in
De sterke vesting was ook, gelyk vele
andere steden op de grenzen,veelvuldig be
trokken in de onlusten die Vlaanderen ba-
roerden, Uit dien woeligen en rusteloozen
tijd weet de geschiedenis een voorval te
verhalen, 't welk we niet mogen verzwijgen
en waarbij ook nu de dapperheid der Hulste-
t, aars aan het licht kwam.
'tWas bij de inname der stad door de
Engelsehen in 1485, waarbij het leven van
tal van ingezetenen, zoowel als van vijan
den verloren ging, en het stadhuis vernie
tigd werd.
Den 2 Juli van genoemd jaar trok de
Engelsche kapitein, Robert de Lange ge
noemd, die met een bende krijgsvolk door
die van Oent was afgezonden, Hulst binnen,
om zich van de stad te verzekeren. De in
gezetenen, hierdoor onverhoeds aangeval
len, trachtten zich wel zooveel mogelijk te
verdedigen, doch met geen ander gevolg
dan dat het krijgsvolk daardoor verbitterd,
in toome'ooze woede met pijl en boog ge
wapend, zoodanig op de inwoners aanviel,
dat bij het eerste treffen wel 130 burgers in
de straten gedood of gewond werden.
De vyand, zich alzoo meester van de stad
wanende, stelde zich met geweld in het be
zit van de sleutels der stadspoorten, welke
ten huize van den toen afwezigen Baljuw,
tevens bevelhebber der stad, bewaard wer
den. Intusschen waren da verbitterde in
woners op de markt te zamen gekomen en
luidden de alarmklok, waardoor spoedig
een groota menigte landlieden van buiten
de stad binnenstroomde, welke versterking
de ingezetenen in staat stelde, om nu aan-
vallenderwys te werk te gaan.
Spoedig ontstond een verwoed gevecht
in de straten, met dien uitslag dat 't krijgs
volk, geen stand meer kunnende houden,
die landen, waar de geest der Fransche
revolutie doordrong, is in da laatste hon
derd jaren met 't publiek gebed gebroken.
De Nederlandsche regeering houdt nog
altijd vast aan de belijdenis van God Al
machtig. Men ziet het aan het „Koningin
bij de gratie Gods" in onzo wettenhet
„God zy met ons" als randschrift op onze
munten het „onder Gods Zegen" in elke
Troonredeaan het „en hiermede bevelen
wy u in Gods heilige bescherming" dat de
wetsontwerpen vergezelt.
De Kroon gsat dus voor.
De ministers handelen evenzoo.
De Amsterdamsche gemeenteraad hand
haafde, ondanks de meerdere liberalisee-
ring zijner meerderheid, 't openingsgebed,
en gemeenteraden in kleinere gemeenten
volgden dit voorbeeld.
Is nu bij die alle het gebed geen doode'
vorm, en wenscht men ook te Souburg het
hiervoor niet te houden, dan spreekt het
vanzelf dat dit voorstel door allen die op
het standpunt van de erkenning van Gods
noodigen Zegen staan, moet gesteund
worden.
Natuurlijk moet het een kort gebed zijn,
dat voor de opening van alle raadsvergade
ringen moet zijn geformuleerd en voorge
steld.
Een formulier-gebed. Natuurlijk 'n ieder
vrijlatende in de consciëntie om er in te
deelen of er zich buiten te houden, want
vrijheid, in het geestelijke is volstrekt
onmisbaar.
Maar natuurlijk dan ook de vrijheid om
met de erkentenis van eigen afhankelijk
heid van Gods genade en almachtig bestier
de overheids taak bij iedere raadszitting ter
hand te nemen.
Het bezwaar, door een der leden bereids
geopperd als zou het gebed daarvoor te
heilig zyn en althans door iemand die „voor
het goede is" moet worden uitgesproken,
houdt geen steek.
Dat is verwarring van het persoonlijk ge
bed met hetj'publiek gebed,
Dr. Kuyper heeft het reeds voor jaren
uitgesprok-nHet persoonlijk gebed
moet in schuchterheid voor het heilige
schuilenhet publiek gebed kan nooit
anders dan een acte, een formeele daad, een
naar het stadhuis terugtrok, hetzelve
innam, om daaruit, als uit eene sterkte, de
stad in toom te houdenzelfs ging hun
overmoed zóóver dat zij uit een der vensters
van het gebouw eene banier uithingen, be
nevens een ontbloot zwaard en een paar
ijzeren handschoenen, die als teekenen van
gezag moesten gelden.
Deze staat van zaken duurde tot den
anderen morgen 5 uur, toen de burgers met
goedvinden van den Magistraat, besloten,
het stadhuis in brand te steken.
De woede der vlammen was zóó groot,
dat het geheele gebouw in een oogwenk in
brand stond en gemelde aanvoerder, met al
zijn volk in de vlammen omkwam, en zy,
die zich daaruit poogden te redden, door
het verbitterd gemeen in den vuurgloed
werden teruggedreven of op eone wreed
aardige wijze omgebracht.
Ook tijdens den Spaanschen oorlog werd
de stad, beurteling door Parma, Prins
MauritsFrederilc Hendrik en Albert van
Oostenrijk ingenomen.
la 1672 werden de Fransche legers door
den heldenmoed der ingezetenen buiten
hare muren gehouden maar helaas werd in
1747 en 1794 de veste, zonder moeite, door
den vyand vermeesterd.
Dit alles heeft alzoo voor de geschiedenis
b8teekenis genoog om ons met belangstel
ling te vervullen, en 't ons met genoegen te
doen opmerken dat deze stad, na zóóveel
stormen het hoofd omhoog heeft gehouden.
In 1413 werd zy door Jan van Vlaanderen
bijgenaamd den Onversaagdemet muren om
ringd en van poorten voorzien. Tot dien tijd
bestond de sterkte der plaats in haar kasteel.
Gezegde muren werden in 1618 door de
Spanjaarden afgebroken en door aarden
wallen vervangen.
ambtelijke recitatie zijn; en ontleent juist
aan dat ambtelijke en offlcieele zijn boog
ernstige beduidenis.
Maar dan kan er ook niets tegen zijn,
iDdion zulk een gebed door den voorzitter,
den secretaris, of wien ook, wordt uitge
sproken of voorgelezen.
Wyi hebben in vrijzinnige bladen wel
eens den drank zien steken, dat de heer
Hovy, ons antirevolutionaire eerste Kamer
lid, toen hy nog lid van Amsterdams ge
meenteraad was, telkens als het gebed door
den secretaris werd uitgesproken, zoo eer
biedig met gevouwen handen en gesloten
oogen zat mee te bidden.
Een blaam, die tegelijk een eere is, en als
zoodanig zeker gaarne door elk raadslid,
die den Christennaam nog als zijn hoogsten
eeretitel beschouwt, mede zal worden aan
vaard.
Zaterdagmiddag heeft in de Raadsver
gadering te 's-Gravenhage het soc.-dem.
gemeenteraadslid Hoejenbos gezegd dat
hy in 't vervolg, als geen recht geschiedt
aan de trambeambteD, de mensehen tot
staken zal aanzetten.
De voorzitter riep hem tot de ordeen
vele leden liepen verontwaardigd heen.
Wy zullen afwachten of een der bladen
het offlcieele verslag weergeeft, want in
Het Volk wordt de quaestie zeer onschuldig
voorgesteld en zijn natuurlijk de sociaal
democraten de onschuldige lammorkens,
die, daar do voorzitter wegens onvoltallig
heid de zitting sloot, in hun spreekrecht
belemmerd werden
Wat wy wel bennen
Intusschen ook volgens Het Volk lieeft
dit sociaal-democratische raadslid met aan
sporing tot verzet gedreigd.
Of 't gezag, 't verkeer, de ziekenverzor
ging enz. enz. ook veilig zijn in die handen!
Speculeeren.
Er begint gang te komen in de aotie
tegen het speouleeren. Na de N Rott. heeft
nu ook de N. Crt. er tegen gewaarschuwd.
Tooh wane men niet, dat men er daar
mede is.
De wortel van 't kwaad moet aangetast,
en die wortel schuilt in de effectenbeurs.
Tijdens haar grootsien bloeitijd had de
stad ook eene goede haven. Ofschoon op
last vau Karei V, in 1527 uitgediept, was
zij echter in 1640 reeds weder onbruik
baar. Van toen af bezigde men het Hellegat;
doch door de bedijking van den Riet- en
WulfdvjkpolAzT in 1789 en de toedamming
van het Sas, bij Luntershoekin 1821 is
de vaart geheel van de stad verwijdert
en komen de sohepen thans te Walsoorden
aan.
Al zeer vroeg legde men zioh hier, met
behulp van derrie, op de zoutnering toe,
wat weldra een bloeiende tak van in
dustrie werd. Wij lezen er o.a. van dat
Graaf Boudeivijn in 1199, eens en vooral
meende te moeten verbieden het graven
van derrie onder aan de dijken, ten dienste
der zoutziederijën.
Na de uitvinding van het haringkaken
begon men zioh met kracht toe te leggen
op de bereiding van zout, welke Dij verbeid
zóó toenam, dat men hier in den bloeitijd
niet minder dan negenHg zoutkeetcn telde.
Gaan wij nu de stad, van uit Axel ko
mende, bezoeken, dan zien wij tussohen
die plaatsen niets dan bouwland en weide,
van lange lanen omzoomd en doorsneden;
groene beplante dijken en breede iepen
wegen, waaraan goed uitziende hofsteden
bewandelen wijmaar geen water vaa
eenige beteekenis komen we tegen. En
laten wij straks van de wallen der stad
het oog over den wijden omtrek gaan,
dan is 't evenzoo polder aan polder.
De groote waterplas met zijn schorren
en slikkeD, die thans nog de plaats in
neemt, waar de oude, merkwaardige heer
lijkheid Saeftinge onderging, is van hier uit
niet te onderscheiden.
Niels dan vruchtbare velden zien wij
Zoolang de gewoonte stand houdt,om schier
al ous overgewonnen kapitaal zoo goed als
uitsluitend in vreemde effecten te beleggen,
is het dobbelen niet te keeren.
Het is en blijft een ongezonde toestand,
dat industriëele ondernemingen en onder
nemingen van verkeer enzhier te lande
met vreemd kapitaal tot stand komeD,en
dat wij ons geld geven aan vreemde Staten
of Maatschappijen.
Wij bouwen sporen in Amerika, en
Amerika moet helpen om een tram van
Haarlem naar Amsterdam te leggen.
Nu pas weer zijn op het eiland Walcheren
niet onbelangrijke ondernemingen in En-
gelsohe handen overgegaan.
Dit toont, dat ons beleggend publiek geen
vertrouwen genoeg heeft in ondernemingen
van Nederlandsohen oorsprong, en hieruit
blijkt weer, dat onze oeoonomisohe politiek
niet is wat ze zijn moest.
Zat er meer moed tot ondernemen in
ons bloed, was er meer technische kennis,
en dege ontwikkeling op handelsgebied,
we zouden met ons nog altoos aanzienlijk
kapitaal ons land oeeonomisch, zonder al
te groote inspauning, ten minste 25 pCt.
opheffen kunnen.
En zoolang men dit Diet inziet, blijft
zweren bij een verouderd dogma van Vrij
handel, het teehnisoh onderwijs verwaar
loost, zelf aan geen handelsacademie aan
wil, en voor scheepsbouw zich met Delft
moet behelpen, zal al het geroep tegen het
dobbelen niets uitwerken.
De tuberculose van de effectenbeurs zal
blijven voortwoekeren, en de vertering van
onze kracht zal blij yen doorgaan.
(Standaard).
Wraak.
Dat sommige liberalen en socialisten te
Schiedam kwaad zijn over de verkiezing
van De Geer is te begrijpen, doob datzy
hierover zelfs wraak nemen bij een ker
kelijke stemming, waardoor zij de politiek
in de kerk halen, is al heel zonderling.
En dit juist is te Schiedam geschied.
Daar moest voor het Kiescollege der
Ned. Herv. kerk herstemming plaatsheb
ben tussohen den aflredenden beerSohellevis,
oandidaat van „Evangelie en Belijdenis" en
Baron, oandidaat van een „meer gerefor
meerde" groep.
en het zou vrij wat onderzoek vereischan>
als wij ons trachtten voor te stellen, hoe
zich de landstreek vertoonde, tijdens de
verschillende gedenkwaardige belegeringen
die Hulst in oaze geschiedenis vermaard
hebben gemaakt.
Dat evenzeer in de stad zelve vrijwat
gewijzigd werd, is natuurlijk, en wie haar
geschiedenis uit de bronnen navorsohen wil,
stuit op niet wenig onbeantwoordde vragen,
gelyk bij het verdwijnen van tal van ge
bouwen, eens binnen of nabij hare muren
te vermelden heeft.
Zoo zijn verdwenen de drie edele Hoven,
te Assche, 't Slo'e en ten Eede. Verdwenen
is het kasteel Maelstede en de huizen van
de machtige Abdijen van ter Duinen, Bonloe,
ter Does en Cambron, die evenals het kapit
tel van Kortrijk, zooveel landen en tienden
in Hulsterambacht bezaten. Verdwenen zijn
ook de talrijke kloosters, evenals de,|vele
zoutkeeten.
Maar genoeg, wij vinden in Hulst, veel
meer dan eene der andere steden vau
Z.-Vlaanderen, die wij reeds bezoohthebben
en waarvan het grootste deel verloren ging,
nog een welbewaarde stad, nog in haar
geheel met wallen en poorten voorzien.
Wandelen wij nu, eer wij de stad in
gaan, hare wallen rond, waarvoor wij ruim
een half uur noodig hebbeE, dan zien wij
dat zij weleer vrij wat grooter moet ge
weest zijn, dan tegenwoordig zij beslaat,
binnen bare wallen dan ook niet minder
dan 23 Heet. gronds.
Onze rondwandeling geeft ons dan ook
binnen die wallen meer tuinen, moesgronden,
boomgaarden en open erven te zier, dan
wel van bloei en behoefte aan woniDgen.
(Wordt vervolgd).