NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 22. 1907.
Vrijdag 25 October.
22e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VEftWEST. te
f. P. D'HUU, ts Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De effectenbeurs en onze
nationale belangen.
«i» de leveiÈSsee,
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25,
Enkele nummers 0,025.
Ij UITGAVE DER FIRMA
EN- VAM
van 1—5 regels 40 cent, Iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Voor eenige dagen is in de Tweede Ka
mer debat gevoerd over de gevraagde sub
sidie voor de Zuid-Amerikaansche Stoom
vaartlijn.
Het is natuurlijk onze bedoeling niet op
dit debat in te gaan, daartoe ligt het te ver
buiten de sfeer onzer Zeeuwsche en ook
voor onze lezers meer beperkte belangen.
Toch zij het ons vergund, in verband met
onze hedendaagsche toestanden, te verwij
zen naar een enkel woord gesproken by dit
debat. Het is een woord van den Rofcter-
damschen afgevaardigde, den heer Plate,
een man in handelskringen zeer bekend, en
als voorzitter van de Kamer van Koophan
del in Rotterdam, onze handelsmetropool
tot oordeelen bevoegd.
Hjj zei in het vuur zijner improvisatie,
dat do Amsterdamsche effectenwereld da
schuld draagt, dat lijnen als die op Zuid-
Amerika om voorschotten moeten komen
aankloppen.
In het licht der gebeurtenissen op finan-
tieel gebied,die met zoo verbijsterende snel
heid over ons komen, is dit in ons oog een
woord van ongemeene beteekenis.
Toen dit woord gesproken werd waren de
finantieele rampen, die zoo menigeen te
gronde richten nog slechts komende,nu ver
meerderen ze met den dag, en indien het
waarheid is wat een der organen voor den
Effectenhandel schrijft dat 500 millioen
gulden in de laatste weken aan Russische
en Amerikaansohe papieren verloren is,
dan is 'tniet te verwonderen dat iedere
dag zijn onrust brengt, en iederen dag zijn
slaohtoflers eisoht.
Het woord van den heer Plate sprak de,
voor geen tegenspraak vatbare waarheid
uit, dat het speouleeren in ons land een
niet te berekenen ODgunstigen invloed uit
oefent cp handel en industrie, en op christe
lijke werkzaamheid.
Terwijl er zoovele levensvatbare onder
nemingen uit gebrek aan kapitaal niet tot
bloei kunDen komen, of zelfs niet in 't leven
kunnen geroepen worden, bereikt het be-
37)
FEUILLETON.
„Ook hangt hij niet aan zoo menig
dierbaar leven als wij, Charles''.
„Maar het leven heeft voor hem even
veel waarde als voor ons".
„Geve God, dat hij en wij dit overgroot
gevaar behouden ontkomen
Terwijl zij zoo spraken, kwam kapitein
Roe naar hen toe. Wanhoop stond op zijn
gelaat te lezen, maar hij was ziehzelven
geheel meester en had al de kalmte, die
hem noodig was omhei uiterste voor zijne
vrienden te doen.
„Is er nog hoop, kapitein zou het
anker houden?" vroeg Edith.
„Hoop Ja, Edith, wij mogen altijd
hopen. Het anker zal misschien houden,
en zoo niet, dan rest ons nog een ander.
God beheersoht den storm. Houd moed,
kind, toon u eene kloeke vrouw en bedenk,
dat zij, die niet mede kunnen arbeiden,
kunnen bidden".
Wel ook was het biddenstijd, want de
maoht der golven, die de zijden van het
sohip beukten, was zoo groot, dat de gang
spil bezweek en het anker schoot ging.
Êdith kon een kreet van angst niet
bedwingen, maar bleef zichzelve meester,
en Charles klemde haar te sterker aan
zich vast, terwijl hij haar afgebroken
woorden tot bemoediging toefluisterde.
Edward, die de matrozen had bijgestaan,
voegde zioh nu bij hen, en hoe ontdaan
zelf, poogde hij hen nog te bemoedigen.
Het tweede anker zonk weldra in de
diepte, het hield naar het scheen,'maar
spoedig werd bet blijkbaar, dat het door
drag der gelden die met speouleeren in
buitenlandsche papieren verloren gaan een
fabelachtige hoogte en wordt de lijst van
door het speouleeren failleerende banken
in de laatste weken van een angstwekkende
lengte.
Nederland kent van het werkwoorden
speouleeren inzonderheid den bevestigenden
vorm.
Wjj speculeerden, wij speeuleereD, wij
zullen speouleeren.
't Is een kanker die vreet aan onze natio
nale welvaart.
Ieder weet het, in dagen als de onze
wordt het door allen gezegd of toegestemd,
en toch gaat die zwakheid maar voort, en
rypt almeer die nationale ondeugd.
Nu de rampen zoovele zyn, en schier
geen bezittende kring waar men niet, in
meerdere of mindere mate verlies heeft te
lijder», nu is het misschien wel de meest
geschikte tijd, om, gebruik makende van
het woord van den heer Plate, er eens op te
wijzen, dat er, behalve de onzekerheid van
een bszit in den vreemde dat men met dui
zenden hoevelen is onbekend en on
mogelijk te coutroleeren, toch ook geen
enkele geldige reden is om het geld te ont
trekken aan nationalen arbeid of christe
lijke werkzaamheid.
Geen enkele reden, ja toch ééne, helaas
Oni in kansspel h8t middel te zosken ora
zonder arbeid te kunnen leven, of om door
speculation den weg te zoeken om te leven
op ruimer voet en te offeren aan de zooge
naamde genietingen des levens.
Met welk gevolg?
Een gevolg dat nu duizenden betreuren.
Arbeidt zelf in. het zweet uws aanschyns
en gebruikl uw geld voor eigon nijveren
arbeid of voor dien van uw volk.
Men zegt dat ieder die zijn gevel schil
deren laat, zijn stad, al is het ook eengroote,
verfraait. Zoo gaat hst ook met uw kapi
taal. Al is het nog zoo klein, het kan bij
dragen om uw vaderland grooter te maken,
om nieuwe hulpbronnen voor het volks
bestaan t9 openen of te vermeerderen.
In de laatste halve eeuw is een nieuw
christelijk Nederland, in Evangelisatie-
arbeid, in onder wijs-inrichtingen, in instel
lingen van barmhartigheid gegrondvest en
voor een goed deel nog slechts in teekening
gebracht.
het geweld der golven sleepte, en dat de
Montague naar de rotsen werd voortge
stuwd.
„Het sohip is niet te behouden", riep
nu de kapitein met luider stem, „maar
met Gods hulp is ons leven te redden.
Ik beveel ieder aan boord mij onvoor
waardelijk tè gehoorzamen".
Hij gaf daarop de noodige bevelen om
de Montague in de best mogelijke richting
op strand te zetten, maar wat men poogde
om de effen baai te bereiken, het Bchip
luisterde in de branding naar geen stuur.
Er restte nu niets dan eene uiterste poging
om verbrijzeling te voorkomen hij richtte
daarom het schip met klein zeil in den
wind, om het naaste puut te bereiken.
Na weinige oogenblikken stootte het
sohip op de rotsen, en kwam Robert naar
de plaats, waar Charles en Eiith stonden.
Hij had zich van jas en vest ontdaan en
had de loodlijn om zijn midden gehecht.
„Bid God, dat het mij gelukken moge",
zeide hij, en Hij zegene u", en met dit
zeggen drukte hij hen innig de hand.
„Robert, waag u niet, als gij niet op
uwe krachten durft rekenen'', zeide de
kapitein, „er zijn andere vrijwilligers, die
bereid zijn te gaan".
„Heb voor mij geen vrees, kapitein, ik
heb de kans berekend, vaarwel".
Kapitein Roe drukte hem de hand en
oogde hem met belangstelling na, toen hij
bij de valreep afklom en te water ging.
Leven en dood hing aan zijn welslagen.
Met kloeken moed streed hij met de golven,
iedere slag van den kraohtigen zwemmer
was een worsteling tot levensbehoud. Ook
bereikte hij den oever, maar een kreet,
die den storm niet verdooven kon, deed
Het is de schoono taak van het thans
levende geslacht voort te bouwen op de
grondslagen door onze vaderen gelogd. Den
strijd om het bestaan voor het vaderland en
voor de vaderlandsche Christenheid mede
te streden.
Onze Oostelyke naburen, de Duitschers,
geven ons op ieder terrein, daartoe zoo'n
schoon voorbeeld. Maar om dat met
succes te kannen doen is ook noodig dat we
de effectenbeurs voorbijgaan en ons geld
besteden aan nationalen arbeid.
24 October 1907.
Op herhaald verzoek van twee Bigge-
kerksche vrienden, die zeggen daartoe door
den heer Den Bouwmeester gerechtigd te
zijn, ofschoon ons deze vorm van replicee-
ring op een ingezonden stuk vrij zonderling
toeschijnt, plaatsen wij 't onderstaande als
„ingezonden stuk".
Middelburg, 18 Octoö9r 1906.
Een niet onderteekend ingezonden stuk
in De Zeeuw van 9 October j 1waarin de
ontworpen wegsverbstering Biggekerke
Meliskerke" wordt afgekeurd en een andere
richting wordt aanbevolen, geeft mij aan
leiding dit schrijven tot U, als belangheb
bende bjj de totstandkoming eener betere
verbinding dezer gemeenten te richten.
De schrijver van bovengenoemd inge
zonden stuk, toont volstrekt niet op de
hoogte te zijn van de groote belangen die
hier op het spel staan en van de bijna on
overkomelijke bezwaren, die aan hot tot
standkomen der door hem aangegeven ver
binding zijn verbonden zoo niet onmogelijk
maken.
Volgens mijne meening is de bedoeling
van het stukje dan ook geene andere dan
roet in het eten ta werpen, met andere
woorden, het totstandkomen van eenigerlei
wegsverbetering, welke ook, door 't zaaien
van tweedracht op de lange baan te
schuiven.
Als Voorzitter van den Polder Walcheren
geroepen om Uw aller belangen te be
hartigen, acht ik mij verplicht een ernstig
woord van waarschuwing tegen dergelijke
handelwijzen te moeten laten hooren.
Alléén door samenwerken kan iets goeds
verkregen worden en waar deze samen
werking in zake de wegsverbetering, na
jarenlang meeningsverschil, eindelijk ver
ziek hooren het water had hem met ge
weld tegen de steenen geslingerd. Toch
volhardde hij in zija pogen- Aan de rots
geklemd, trok hij de lijn op en hechtte
haar aan een uitstekend rotspunt. Nau
welijks was hij hiermede ger.eed of de
krachten begaven hem en de golven wier
pen hem indebrandingterug.Terstond wer
den eenige zwemgordels uitgaworpen, en
elke poging tot zijne redding beproefd, zoo
dat 't ook weldra gelukte hem, weder aan
boord terug te brengen maar in welk een
toestand Zijne oogen hadden allen glaus
verloren, zijn mond was open, zijn lichaam
verstijfd en zijn hemd doortrokken van
bloed. Hoe diep echter zijn lot allen trof
en zijnen vrienden tranen ontlokte, er viel
geen tijd te verliezen. Reeds hadden Ed
ward en een der matrozen het sohip langs
de lijn verlaten en hielden zich gereed
hunDe volgers te ontvangen en te helpen.
Er werden du toebereidselen gemaakt om
Edith van boord te helpen, maar toen zij
gereed stond over do verschansing te gaan,
keerde zij nog eenmaal haastig zich tot
Amesbury's zielloos overschot, drukte hem
een kus op het voorhoofd en liet eerst
daarop zioh van boord helpen.
„Vaarwel, Robert, mijn broeder", snikte
Charles, en nu zioh vermannende sprak
hij „Kom, Edith, geef mij uwe hand en
houd u kloek". Het was een moeilijke
tocht en Charles had er al zijn overleg
en al zijne kracht bij noodig; maar met
bijna bovenmenschelijke inspanning ge
lukte het hem zijn geliefden last behouden
over te brengen. Een kreet van vreugde
ging op, toen men aan boord beiden aan
wal aangekomen zag.
Geen oogenblik viel te verliezen, daar
kregen is, zou het onverantwoordelijk zijn
deze, door het geschrijf van onbekenden,
wederom te doen mislukken.
Bedenk wel, dat de polder Wal
cheren, die zich voor de geprojec
teerde verbinding groote geldelijke
offers zal willen getroosten, voor de
andere richting niets zal uitgeven.
Laat U dus niet om den tuin leiden en
blijf by Uw voornemen om ook uwen steun
te geven aan het plan, dat de Staten van
Zeeland met algemeene stemmon hebben
goedgekeurd.
Onthoudt gy dien steun, U door den pol
der Walcheren gevraagd by circulaire van
3 October, dan komt een verharde weg
tusschen Biggekerke en Meliskerke er nooit.
De Voorzitter van den Polder Walcheren
DEN BOUWMEESTER.
Weldra begint de behandeling der staafs-
begrooting in de Tweede Kamer er weder.
Io 1902 werden 688, in 1902 werden
716, in 1904 werden 810, in 1905 werden
825, in 1906 werden 890 kolommen van
de „Handelingen" gevuld mat dediscsusiën.
Voor de begrooting van 1907 werden
1031 kolommen vereischt.
Hoeveel zouden er voor de begrooting
van 1908 wel noodig zijn
De verzameling monumenten in Den Haag
staat weder met een vermeerderd te wer
den. Reeds de s'auöbeelden van Prins
Willem I en van Koning Willem II, en
die van den hertog van Ssxen-Weiraar e n
van Spinoza prijken op de pleinen der
residentie.
Nu zal het standbeeld van Christiaan
Huygens, onze zestiende-eeawsehe natuur
kundige er bij komen.
Men wil van wege het gemeentebestuur
dat doen plaatsen in het Voorhout, maar
velen zijn met die plaats niet tevreden
Trouwens wanneer is het publiek te
vreden met een openbare stichting of met
de plaats van oprichting P
Men denke aan het Vredespaleis.
Het Duitsohe Keizerpaar zal te IJmuiden
en niet te Viissingen binnenkomen.
In afwijking dus van alle mogelijke
vorstelijke personen die gewoon zijn hunne
het gespannen koord door de rotsen en
het slingeren van het gchip veel te lijden
had. Haastig gingen stuurlieden en ma
trozen over en den kapitein restte een
laatste en moeilijkste overtocht. Alvorens
over te gaan zag hij nog eens naar Robert
om, en eerst toen hij hem geheel levenloos
moest keuren, zag hij af van de gevaar
lijke poging om zijn overschot mede van
boord te nemen. Diep bewogen en met het
gevoel van een vaderlijken vriend drukte
hij hem de hand en gaf toen gehoor aan
het herhaald geroep van het strand om
langs den steeds onveiliger weg zijn be
houd te zoeken. Gelukkig hield de lijn nog,
maar door het al heviger slingeren van
het sohip geraakte bij telkens onder water
en kreeg zoo herhaalde sohokken tegen
de rotspunten, dat de sterke man bewus
teloos door een paar der matrozen ge
grepen en in veiligheid gebracht werd
juist op het oogenblik, dat het koord brak
en alle verbinding met het schip afge
sneden was.
De plek, waar de schipbreuk plaats
greep, was geheel onbewoond, geen hut
van inboorlingen liet zich ontdekken, en
de nabijgelegen Europeesehe vestiging kon
slechts op eenige. uren afstands zijn. Zoodra
de matrozen een weinig bekomen wareD,
haastten zij zich om hout en droge varens
bijeen te zoeken, om de kloederen te
drogen en zoo mogelijk de aandacht der
inboorlingen te trekken. Spoedig ook was
een grot gevonden en de grond van varens
voorzien, om tot rustplaats te dienen.
Zoodra waren zij hiermede niet gereed,
of Charles, die geen enkel oogenblik zijn
tegenwoordigheid van geest verloren had,
riep allen samen en zeide: „Vrienden,
reizen van het vasteland naar Eogeland of
omgekeerd over Vlissingen te nemen.
Om de stormen in het vergevorderd
najaarsseizoen
Maar stormt het dan elders minder
Is er wel één stoombootdienst die nu
meer dan 30 jaren met zoo onberispelijke
securiteit vaart als de Zeeland
De ware reden zal vermoedelijk wel zijn
dat Amsterdam en niet den Haagals middel
punt voor het bezoek is gekozen, waar
heen dan ons Hof zich voor die dagen ook
verplaatst.
De Vredesconferentie, de tweede name
lijk, behoort dus alweder tot de geschiede
nis, en de leden zullen zich, dankt ons de
gastvrijheid van Nederland roemende, wel
levenslang den genoeglijken zomer van 1907
herinneren.
Voor ons buitenstaanden kroonde het
einde het werk. De conferentie ging uit
elkander zooals we haar niet anders voor
stellen konden, en dat is feestelijk.
De eleotrisoh verlichte Ridderzaal gevuld
met heeren en dames in keurige toiletteD,
aanhoorende een rij van toosten.
Wat zou men anders of meer wensehen?
Gelukkig scheen er in de toosten iets door
van de erkentenis, we hadden misschien
meer kunnen doeD, er is zeker van ons
meer verwaeht, maar er waren moeilijk
heden, soms onoverkomelijke.
Zoo is het dan ook. De resultaten van
deze tweede conferentie zijn miniem.
Schering en inslag van alle toespraken was
roem voor de gastvrijheid in Nederland
genoten.
Dat is ten minste iets.
Onder de hoogst begaafde vorstinnen
van Europa, die bekwaam zijn in studie
en in handwerken behooren
lo. De Koningin van RumenieElisabeth
von Wied. (Carmen Sylva, hetwelk be-
teekent Bosch en Lied). Zij is even vaardig
met de pen als met de borduurnaald, en
is een trouwe moeder der armen.
2o. De Koningin van PortugalAmelia
van Orleans. Om haar echtgenoot Koning
Carlos I, die nog al eens lijdende is ten
gevolge van zijne zwaarlijvigheid, naar
den eisch te kunnen verzorgen, heeft zij
in de medicijnen gestudeerd en legde het
voordat wij aan rust voor ons liohaam
denken, zij God gedankt, wiens genade ons
behouden heeftIaat ons bidden".
Dit woord was genoeg om allen te doen
nederknielen en hij, die hen tot danken
had genoodigd, stortte zijn hart uit in
woorden, die getuigden, hoe diep hij de
smart van het oogenblik en de ontferming
van een genaderijk God gevoelde.
Nawelijks was hem het Amen van de
lippen, of een angstkreet deed zioh hooren,
oo Edith riep geheel ontroerd uit„Red
hem, red hem
Aller oogen keerden zioh naar de door
haar aangewezen richting, maar zagen niets,
zoodat Charles, beangstigd dat geestver
warring zijne geliefde had aangegrepen,
met ontroering vroeg: „Redden? Edith,
wie is er nog te redden P"
„Robert Amesbury Ik zag hem, o red
hem, red hem nog, zoo het mogelijk is," cn
van aandoening trillende verborg zij haar
gelaat met hare handen.
Ijlings spoedden nn alle mannen zioh
naar den uitersten raad der rots, en riep
Charles met luide stem „Robert, Robert
Amesbury maar niemand zag iets meer
dan het sohip, dat in den strijd met de ele
menten allengs meer werd gesloopt.
„Kapitein", vroeg nu op eens Charles,
terwijl bij den kapitein krampachtig bij
de hand greep, „zou Edith
Neen, neen" was diensantwoord, „zij heeft
goed gezien De Heer belpe ons, zie, zie
Met een kreet van ontzetting ontwaarden
nu allen, dat Amesbury, uit zijne bezwij
ming ontwaakt, naar de verschansing
gekropen was en daaraan zioh steunde.
(Wordt vervolgd.j