NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No, 17. 1907, Zaterdag 19 October. 22e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed, S, J. DE JGNGEWERWEST, te Goes F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Uit de Tweede Kamer. us IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA SM VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer S cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 18 October 1907. De vrijzinnige pers en de kiesrechtartikelen. De gemoedelijke liberaal Klaas de Jong heeft in de Tweede Kamer, toen een der conservatieve ministers heel wat stond op te lezen dat hij van plan was voor te stellen, uitgeroependaar komt toch niets van Wanneer wij het oordeel der groote pers nagaan, zyn wij geneigd het hun na te zeggen in betrekking tot de blanco-voor stellen van het tegenwoordige vrijzinnige kabinet. De oud-liberalen toch hebben er weinig mee op. De Nieuwe Rotterdamsche Courant zegt Het ontwerp huldigt het beginsel van souve- reiniteit der massa, en daarvoor zal eene meerder heid moeilijk zijn te vinden. Zoo zullen de aan hangig gemaakte voorstellen, zoover wij inzien, niet veel meer hebben dan politieke beteekenis. Grondwetsherziening, eenmaal concreet aan de orde gesteld, raakt Diet licht meer van de dagorde af. Maar dat deze voorstellen de Eerste Kamer, laat staan het Staatsblad zullen bereiken, lijkt ons allerminst waarschijnlijk. Haar geestverwant De Nieuwe Courant, die overigens de zaak nog al luchtigjes op neemt, is niet minder beslist in haar afbre ken van het voorstel. Zij schrijft De vrees bestond bij niet weinigen, dat, waren eenmaal de grondwetsvoorstellen ingediend, er voor niets anders aandacht of belangstelling meer zou bestaan in de Kamers of in het land dat de aandrang om ze in behandeling te nemen en tot wet te verheffen, al het andere dat om des wet gevers zorg riep, ter zijde zou schuiven dat heel het doen en laten van 't Parlement door dat ééne onderwerp zou worden beheetscht. Een blik op de ingediende ontwerpen is vol doende om te doen zien, dat dit gevaar geweken is. Het is immers zóó duidelijk, dat voor deze voorstellen onder dit ministerie en met dit par lement niet de minste kans op welslagen be staat, dat de Kamer het tegenover het land niet zou kunnen verantwoorden, indien zij er meer tijd aan besteedde d n het minimum waarmee zij het, zonder een crisis te veroorzaken af kan. Zij zal er dus een afdeelingsonderzoek aan wijden gelijk zij het deed aan de voorstellen der vrijzinnig- en der sociaal-democraten, welke sindsdien te midden der onafgedane wetsont werpen sluimeren daarop zal een regeerings- antwoord volgen, en de openbare behandeling, zoo zij ooit plaats heeft, zal, aan het uiterste eind van het vierde zittingjaar, slechts de insce- neering zijn van den zelfmoord van een dan reeds ten natuurlijke doode neigend ministerie. Politieke beteekenis wordt daarom aan de ingediende regeeringsvoorstellen door ons aller minst ontzegd. Wel alle beteekenis ais deel van het werkprogram der Ioopende periode. En haar andere geestverwant liet Utrechtsch Dagblad eindigt haar scherp afkeurend artikel aldus In elk opzicht wenscht dus de ingediende voor dracht tot grondwetsherziening, om het met de woorden van mr. Troelstra uit te drukken „de politieke macht in handen te brengen van het proletariaat". En hoezeer het nu plicht is van een goed staats bestuur om binnen de grenzen der praktische mogelijkheid het zijne te doen tot verbetering der bestaansvoorwaarden van alle lagen der maat schappij, onder de politieke macht van het prole tariaat kan geen staat op den duur gedijen. Zoo hopen wij, dat niet tot wet worden zal dit door de Regeering voorbereide voorstel, dat naar ons oordeel strijdt met de „„wezenlijke", duur zame belangen van den Staat" en niet beant woordt aan de werkelijke wenschen en de welbe grepen behoeften des volks. En het unie-liberale Handelsblad, besloot haar reeks van bedenkingen met da nuch tere opmerking Ofschoon ons 'n aantal der voorgedragen wijzi gingen juist voorkomt, achten wij zulk een ultra-blanco-artikel hoogst bedenkelijk, en betwijfelen ten zeerste of voor zulk een radi cale bepaling in de eerste 25 jaren eene meerder heid, zelfs in de Tweede Kaner, zal te vinden zijn. Natuurlijk kunnen de Kamerleden van de richting dier bladen aarzelend toch nog ■wel met de voorstellen meegaan. De heer Versteeg, candidaat voor Schiedam, schoon oud-liberaal, heeft zich met de stembus in 't zicht, reeds voor algemeen stemrecht verklaard. En de zweep van Troelstra kan ook nog veel doen. Maar van den heer Van Karnebeek is zoodanig een ommekeer niet te verwachten. En weg is dan de meerderheid van dit Kabinet. 1908 dreigt een da capo van 1904 te zullen worden. Voor ons een waarschuwing om ons in deze regeeringsvoorstellen niet al te zeer te verdiepenen er in geen geval ons warm over te maken. Franeker heeft den sociaal-democraat gekozen, gelijk te voorzien was en den prijs is ons ontgaan, voor de zooveelste maal. Dank en eere aan onze Friesche geest verwanten die bij herhaalden tegenspoed, ook ditmaal kloek en moedig pal stonden en teneinde toe worstelden met onbezwe ken trouw. Wij kunnen ons, vooral in Beveland en Walcheren zoo moeilijk voorstellen wat het beteckent, altijd geslagen, toch weer moedig voort te trekken.Zelfsondernieuwe tegenspoeden, met verminderde kansen het hoofd toch weer op te heffen. Dit verwierven ze dan toch dat de 3016 stemmen op den heer v. d. Molen uitge bracht den lande hebben getoond, hoever krachtige inspanning en vastberadenheid van wil, ook al is men in de minderheid, het brengen kan. Het laatste station. De «Katholieke School" bespreekt in een kort artikeltje de sohooltoestanden in Frankrijk. Zooals men weet, viert de vrij zinnigheid daar haar triumfen. In Frankrijk kent men toestanden, waarnaar ook velen onzer vrijz;nnigen watertanden. De staats school is er oppermachtig Het Christelijk onderwijs gewelddadig onderdrukt. Den weg, waarlangs dit staatsonderwijs leidt vindt men in Frankrijk dus zeer duidelijk geteekend. Men is er al bij het laatste station aangekomen. Dezer dagen toch werd, naar de «Katholieke School" mededeelt, te Pont-Croise een nieuw schoolgebouw feestelijk geopend. Bij deze gelegenheid hield de school- inspeoteur Chanteolair een redevoering waarin hij o. a. zeide «Onze tegenstanders beschouwen onze scho len als scholen zonder God. Gelukkig verdwijnt het denkbeeld van een God onder ons meer en meeren het zalspoediggeheelverdwenen z ij n." Dat is geen buitensporigheid van dezen sohool-in3peeteur. Want dezelfde leer vindt raeD wekelijks in de «Revue del'Enseig- nement primaire", het orgaan dat de schoolpolitiek der regeering vertegen woordigt. Daarin heet het o. a. «Neen, er zijn geen wezenlijk zedelijke waar heden, er is geen algemeene zedeweter zijn geen denkbeelden van 't goede, waarop wij ons beroepen kunnen, evenals de rechter zich op de wet beroept." Gewetenentnoraal zijn dus niet anders dan vooroor deel en, die voor den onderwijzer der we reldlijke scholen niet bestaan «Wij zijn zeker, dat er geen voorzienigheid bestaatdat er ook geen schepping geweest is en dat de werken der natuur niet zijn ge ordend tot een bepaald doel." De «Katholieke Sohcol" voegt hieraan toe Moge de toon 'in enkele onderwijsbladen ten onzent al niet zóó straf zijn, in wezen verschil len de denkbeelden, die we ook bij ons wel eens ontwikkeld vinden, maar weinig van wat hier de Fransche «verlichting" publiek durft neerschrijven of zeggen. Frankrijk heett slechts dit ééne voor, dat die denkbeelden reeds ambte lijk en half-officieus verbreid worden. Dat is de schoolopvoeding, waarop als uiterste punt de galg staat voor den jeugdigen misdadiger. De vreeselijke toename van misdrijven door de jeugd in Frankrijk toonen ons de vruchten van dit «mooie" opvoedingssysteem. Moge Nederland bijtijds ontwaken Moge Nederland bijtijds ontwaken I En voorzoover het wakker geworden is ook wakker blijven. Er zijn nu nog velen die droomen van een nieuwen school strijd. Die ook hier het Christèlijk onder wijs zouden willen wegvagen. Het FraDsehe volk wordt geestelijk en zedelijk vermoord door de neutrale gods- dienstlooze school. Ja, het zal er ook nationaal door te gronde gaan. De feiten sprekeüjk duidelijk. Moge dit waarschuwend voorbeeld ons Christenvolk aansporen tot nog meerdere krachtsontwikkeling ten opzichte van onze school. (N. Prov. Gr on. Crt.) De Rijksverzekeringsbank heeft in de laatste vijf jaren een tekort gemaakt van 4 miljoen gulden. Een tegenvaller, waarvan kenners be weren dat zy te voorzien was geweest, dewijl het stelsel der bank niet deugt. Daarom dringen zij aan op spoedige her ziening van 't tarief der Ryksverzekerings bank. Mr. Bok (een liberaal) heeft in De Nieuwe Courant aangetoond dat de eenig rationeels weg zon zyn de geheele Ongevallenwet te vervangen door een werkelijke organisatie dezer verzekering, waarbij aan da vrije samenleving de uitvoering, aan het rijksge zag het toezicht zou worden opgedragen. De schrijver is een man^die als directeur eener groote verzekeringsmaatschappij, en dus als man van de practijk groot gezag heeft. Daarby komt dat hy geheel staat buiten den kring der werkgevers en der halve niet geacht kan worden particuliere werkgevers belangen te willen verdedigen Dat hij nu, na vijf jaren sukkelens, tot een slotsom komt, die re8da te voren onder de antirevolutionairen vaststond, en waar aan destyds het amendement-Kuyper, trachte te redden wat nog te redden viel, is voor ons een groote voldoening. Maar mr. Kolkman zou zeggenwij zitten nu met de mensehen. En het zal derhalve zaak zijn, het tekort zoo spoedig mogelijk aan te zuiveren. Hiertoe deed de regeering het voorstel. Zij wil derhalve de fouten van het stelsel der Bank op de belastingbetalende burgers verhalen. Nu zijn niet alleen de te lage tarieven de oorzaad van het tekort. Er komt ook bijte hooge doktersreke ningen, renteverlies en meerdere admini stratiekosten. Het is inderdaad een moeilijke quaestie, want in de Ongevallenwet schijnt geen enkel artikel aan de Rijksbank recht te geven op vergoeding van den Staat. Art. 42 zegt zelfs zeer duidelijk dat alle dekkingsmiddelen worden gedragen door de werkgevers. De 4 miljoen zijn dus een schuld van de werkgevers, die in de laatste vijfjaren bij de Bank zijn aangesloten geweest. Maar die hebben toch op hun beurt weer geen schuld aan de hoogere ad ministratiekosten, doktersrekeningen en renteverlies. Waar nog bij komt dat zij tooh ook te voren niet konden weten dat er een tekort, en nog wel van zulk een omvang, zon ontstaan. Het staat te vreezen dat het hier op een doorhakken van de knoop zal aan komen. Voor onze rechtsgeleerden in de Kamer een ernstig vraagstuk. Aan hen de beslissing of deze som door 't Rijk aan de Bank kan worden geschon ken, nog voor en aleer gelijk de Nieuwe Courant bereids heeft aangetoond dat gesch eden moet een herziening van den algemeenen maatregel van bestuur ex art. 42 der Ongevallenwet, houdende vaststelling van het tarief der Rijksver zekeringsbank, zal hebben plaats gehad. Wij zijn geneigd te denken dat dit laat ste allermeest noodig zal zijn, opdat de Bank over nog eens vijf jaar niet weer voor een dergelijk tekort kome te staan. TLt 4NDBOÜ W'. Men schrijft uit Zeeu wsch - Vlaanderen Nu de opbrengst der beetwortelen zoozeer tegenvalt, worden door Belgische suiker fabrikanten pogingen aangewend tegen hooge prijzen niet gecontracteerde beet wortelen op te koopeu. Bovendien wordt reeds fl gegeven boven de geoontraotear- den prijs voor beetwortelen, welkegeleverd worden boven de 15,000 K.G. per gecon tracteerd gemet. Het laat zioh aanzien, dat de campagne dit jaar veel korter zal duren dan op andere jaren. Men sohat, dat in deze streken het gewicht der beetwortelen '/j minder zal bedragen dan in 1906 en zeker dan in 1905 Onze uitvoer naar België, die in bet vorige jaar 228,869,000 kilogram bedroeg en iD 1905 317,240,000 kilogram, zal dit jaar heel wat minder zijn. Het suikergehalte valt echter mede zoodat zij, die op gehalte gecontracteerd hebben en zij, die aan de coöperatieve suikerfabriek te Sas van Gent leveren, het beste zullen zijn. Men spreekt al van beetwortelen, die een gehalte hebben van 19 percent. Moest men uit de rede van dhr. v. Kol die de zwakke punten van de stelling Amsterdam blootlegde geen bijzondere verdienste volgens dhr. Marehant, daar ook de leek ze gemakkelijk kan zien besluiten tot het oordeel der Kamer in deze zaak, men zou inderdaad faliekant uitkomen. De rede toeh vau den afgevaar digde yan Enschedé was te pessimistisoh; hij bssehouwde de stelÜDg niet veel meer dan als een muizenval, waarin de man schappen in tijd "an oorlog ingesloten zouden worden en alzoo den dood vinden. Een ganseh andere toon klonk de Kamer tegen uit de rede vau dhr. Duymaer v. Twist, die zioh voor de afwerking var. de stelling verklaarde, zoowel a's dhr. Verhey, als zijnde vau groot nut en belang, maar dit vraagstuk niet afgescheiden wilde hebben van de kustdefeDsie. Deze afge vaardigde zou zelfs de beraadslagingen willen schorsen, om in dezen meer licht wte krijgen. De kustdefensie tooh staat met dit vraagstuk in onmiddellijk verband. Nog sterker toon werd vernomen van den afgevaardigde van Tiel. Al is dhr. Tydeman geen militair, hij zal tooh even zijne gedaehten in het midden brengen en wel omdat de militaire specialiteiten lvet in dezen oneens ziju en 't een technisch belang betreft, dat in onze staatkunde diep ingrijpt. We zitten nog altijd met onze defensie in het moeras van den twijfel merkt dhr. Tydeman op. De nuchterheid van ons volk dreigt over te slaan in sceptisisme. We moeten uit dit moeras. Het aangeboden ontwerp geeft ons een steunpunt daartoe, hetzij het aangenomen of ook wei ver worpen zou worden. Het brengt ons in ieder geval een beslissing en dus verder. Toeb, zegt de Tielsche afgevaardigde, zou afstemmen het Bleehtsie zijn wat men doen kon. Want dan moet men voortgaan om de vestingwet uit te voeren en zijn dan om zoo te zeggen overgegeven aan de wisselende inzichten der opvolgende ministers. Er is dan geen inzicht, geen vast beginsel en daarom ook geen leiding en stuur mogelijk. Tooh is de heer Tydeman zelf nog niet vrij van aarzeling om voor of tegen te stemmen. Volkomen overtuigd is hij van de noodzakelijkheid der afwerking der stelling Amsterdam en bestrijdt daarom ten zeerste de tegen-argumenten. Men heeft getracht de zaak te ridieuliseeren. Men sprak van een muizenval, waaruit men niet meer kan bedoeld wordt zeker, zegt dhr. Tydeman, waaruit men niet meer wilook meent men dhr. Thompson o.a. dat er geen geld moet uitgegeven worden voor doode strijdkrach ten, want deed men dit, dan zou het verval duidelijk blijken. Indien we wachten moeten, zegt dhr. Tydeman, tot onze levende strijdkrachten zijn hervormd, dan hebben we geen doode weermiddelen meer en hebben ook daardoor onze levende strijdkrachten hare .waarde verloren. De afgevaardigde van Tial heeft een ander bezwaar. Voor hem is het ontwerp nog niet gansch begeerlijk. De regeering had verder moeten gaan en de kustverdediging in haar plan moeten opnemen. Het is nu zooals dhr, Thompson naar waarheid zeide maar een brok, geen geheel. Er is geen verband in. Daar is b.v. de quaestie van de bewapening, het vraagstuk van de approviandeering, van brandstof- en licht voorziening. Waarom zijn die niet in liet fonds begrepen En dan de kosten der kustverdediging, de kustverdediging, die zoo broodnoodig is, vooral waar onze havens kleinoodiën worden bij wrijving tussehen twee mogendheden eersten rang Indien vooral de quae3ties der approvian- deeriug en der drinkwaterleiding opgelost waren, dan was men al een heel -eind verder en heeft men vleugel-uitbreiding niet noodig. Inderdaad bij al het goede is de afgevaardigde van Tiel niet voldaan. Hij blijft er bij, de regeering had door tastender kunnen en moeten optreden. Vandaag zal de Minister, die nog heden Da de heeren v. Dedem, v. Citters en Talma de eerste denkelijk een tegenstemmer aan het woord kwam, en de wensohelijk- heid van da afwerking betoogde, ook door herinnering van historische feiten, de be zwaren wel onder de oogen gezien hebben. De nevelen zullen dan wel wat opgeklaard ziju en wellicht zal de zon nog wel door breken al is het dan ook maar eventjes. In de vergadering van Donderdag was de Minister verder aan hetwoord, die zijn reds eerst in de openbare vergadering, later in een beslotene voortzette. Ook vandaag be gon de Kamer in comité-generaal, das met gesloten deuren- Minister Van Rappard schijnt eeB rap en gezellig spreker te zyn, die zijn reden weet te kruiden met anecdotes en historische herinneringen, eenvoudig eu zonder aan stelling, en spreekt gemakkelijk zonder nu juist een redenaar te zijn. Technische za ken werden natuurlijk op den voorgrond gesteld, terwijl veel belangrijkseh voor de gesloten vergadering, werd overgehouden. Het volgende een kort resumé van hetgeen de Minister ten gehoore bracht. Geen voor keur geeft hij aan ds doode sehijdkraehten hoven de levende. Ze kunnen best samen- gaan.Eengoedgeorganisaerdleger,maar ook goede versterkte punten,want die heeft het noodig. Zoo wil het minister Van Rappard. Geen stelling Amsterdam alleen, waar onze troepen zioh rondom kunnen samentrekken in tijd van nood om de rest aan het noodlot over te laten, maar ook versterkingen als die van de Hoilandsohe waterlinie. Maar die laatste zijn niet in rang gelijk met de stelling Amsterdam; ze zijn niet meer dan sperstellingen. De hoofdstelling is en blijft Amsterdam. Ook de kustverdediging is van groot belang, zeer zeker. Ook die moet in orde komen, en wel zoo spoedig mogelijk. Doch daarom de afwerking van de stelling Amsterdam uit te stelien, gaat ook niet. Voorts kwam de Minister met kracht op tegen de meening, als zou er geen eenheid van gedaohte zijn bij de lei ding van onze defenoie Er is inderdaad leiding genoeg, we hebben eene goede organisatie. Alie onderdeelen van onze verdediging zitten goed ineen. En we doen ona best om verder te komen. Adres aan de kustverdediging die in voor bereiding is, alsmede aan h it vostingsy- steem. Maar bij dit alles behoudt op het oogenblik de afwerking van de stelling Amsterdam de prioriteit. Die moet goed en krachtig zyn, niet maar zoo zoo. Als er geld voor was, moest er zelfs een vleugel- uitbreiding naar zee bijkomen. Dit kan eehter niet. Daarom moet men zieli msar tijdelijk behelpen. En bijaldien de nood aau den man komt, kunnen de werken, wier plannen reeds nu gereed liggen, tot uitvoering komen, vóór de vijand de sper- liniën voorbij is. Want, dhr. Van Kol moge zeggen, dal

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1