NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 12. 1907. Maandag 14 October. 22e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISeH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed S, DE JONGEWERWEST, te Goes D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN FEUILLETON. de Levenszee. IEDERE'! WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p.1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA JEN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 12 October 1907. De Walchersche Courantdie met De Dotter dammer langs forseh gefrokkea lijnen het verzet tegen de behandeling van den geheelen kiesrechtvoorslag van hetCentraal Comifé heeft volgehouden, schreef in haar no. van 27 September jl. Een vergadering als de deputatenvergadering heeft o. i. ook niet tot taak begripsomschrij vingen vast te stellen. Straks blijkt in de practijk dat zij wijziging behoeven. Moet men dan weer vergaderen om te wijzigen Men kan o. i. van die vergadering niets anders vergen dan een principieele uitspraak dat men zooveel mogelijk het kiesrecht op organischen grondslag wil laten rusten. Meer niet. Het Centraal Comité kan dan een schema van uit werking van het beginsel geven niet om dit te laten vaststellen als het ware, maar om de be doeling te verduidelijken van een organisch geregeld kiesrecht. Het is o. i. al te mal om, wanneer de depu tatenvergadering uitspreekt, dat zijn nu de kenteekenen van een gezinshoofd van iemand, die het daarmede niet eens is, eer biediging van zoodanig besluit te eischen. Na zoo weinig voorbereiding is er moreel reeds geen waarde te hechten aan die uitspraak als zijnde de belijdenis der partij, maar overigens kan men ook heel goed anti revolutionair zijn, zonder nu juist met dergelijke vmai-lii ij vingen mede te gaan. Geen partijbesluit mag in dezen iemand binden. Die overhaaste behandeling is ook niet noodig. Terecht schreef prof. Fabius daarover in de Rotterdammer. Een deputaten vergadering kan toch geen voorschrift gaan geven voor de Kamerclub? Voor de Kamerclub is genoeg dat zij wete het beginsel, waarvan de partij wil uitgaan. Ons duDkt in de tweede alinea van dit betoog ligt de uitweg, waarlangs wij tot overeenstemming kunnen geraken. De deputatenvergadering sprekö uit dat men zooveel mogelijk het kiesrecht op or- ganisohen grondslag wil laten rusten. Het Centraal Comité kan dan een schema van uitwerking geven. Dat „zooveel mogelijk" is dan de brug voor onze partij in de Kamer om zioh met andere partijen te verstaan op welke wijs en door welke oonoessies de mogelijkheid om dit door ons begeerd organisch kies recht in de wet te krijgen kan bewaard blijven. Wat overigens de eerbiediging van een besluit betreft, de Kiesvereeniging die dit 30) //Niet zulk een toon 1 Dat dient nergens toe. Schuld is sohuld en die behoort af gedaan maar mijn gezelschap schijnt u onaangenaam, hebt gij nog iets te regelen F" //Niets". z/Dan waoht ik u over een maand en op denzelfden tijd weder hier". Robert keerde nu zonder groeten zijn vervolger den rug toe en verwijderde zich. Ook Charles kroop voorzichtig langs de heg voort. Toon Robert den grooten weg weder bereikt had, bleef hij een oogenblik staan, nam zijn pet af, wisohte zioh het zweet van het voorhoofd, en wierp zioh op eens op het gras, terwijl hij luid weende. Dit wa9 Charles te veel, hij kon niet langer een werkeloos aanschouwer zijn van de dwaling en het lijden van zijn vriend, maar snelde Daar hem toe, en zette zich nevens hem, terwijl hij zijne hand grijpende tot hem zeide//Robert, mijn oudste, mijn beste vriend meer kon hij niet uitbrengen. «Hoe, Charles, gij hier?'' en toen op springende en zijne tranen wegwisschende, riep hij van hartstocht bevende uitWat voerde u hierheen? Wat voert gij in uw schild? Wie gaf u recht om mij deze be- leediging aan te doen Charles deed zelfs geen poging om dezen vloed van toornige woorden te stuiten, maar wachtte zwijgend, totdat eene andere stemming was ingetreden. „Misschien fcea ik te berispen, Robert, maar ik kon geen kennis dragen van uw lijden en u overlaten aan uw lot. Wat in haar statuten schreef, heeft op dat punt zedelijke verplichtingen. Doch wij herinneren ons 1894 en 't besluit inzake de breedere en engere op vatting. En wij vertrouwen dat ook nu weer wel een formule gevonden wordtdiedebreedere en de engere opvatters van het kiesreoht- begrip gelijkelijk bevredigt. Mits men ver blijve van de klip waarop de partij toen is gestrand, dat ten slotte toch nog de mannen van de engere opvatting wel niet offioieel maar dan toch officieus iu den ban gedaan werden. De broederstrijd. Ook de (oud-lib) Nieuwe Courant heefi met weerzin het verslag gelezen van de kiezersvergadering waar bij de aanprijzing van den vrijzinnig-deroocratischen oattdi- daat voor den Amsterdamschen gemeente raad diens geestverwanten en de vrienden van Oudegeest malkaar (oetakelden. Uit het bloemrijk verslag, ook door ons in ons vorig no. even opgeheven, sneed zij nog het volgende tuiltje dat wij omdat 'tons al te vies voorkwam, hadden laten liggen Met eenige sprekende voorbeelden toonde spr. vervolgens de onzinnigheid van hel kapatalis- tisch stelsel aan' Hierbij werd uit de vergadering geroepen, dat de arbeiders ook niet vies zijn om in een auto mobieltje te rijden. Neen, antwoordde Van Zutphen, voor een arbeider is niets te goed, ook geen auto. Een anderOok geen landhuisje. Neen, ook geen landhuisje. Wij sociaal democraten streven er naar om jou van je drie- hoog-achter af te halen en je in een landhuisje te zetten. Dat lieg je gemeen, riep de interrumpeerende persoon, ik woon niet drie hoog-achter. (Alge meen gelach). De heer Noltiug werd hierop door een socialistisehen spreker demagoog (volks- menner) gescholden, evengelijk in Het Volk in datzelfde nommer, waarin het verslag staat, in een hoofdartikel over //Anti revolutionaire Kiesrecht-fratsen" den heer Talma als demagoog aan de openbare min achting was prijs gegeven. Het is naar aauleidiDg van dergelijke kiezers vergaderingen dat De Nieuwe Courant niet geheet ten onreohte, schrijft beteekent al deze geheimzinnigheid Welk geheim kwelt u en verderft uw levensheil Waarom hebt gij het voor mij verborgen //Charles, ik kan u dit niet mededeelen. Ooh, kwel mij niet met er naar te polsen. Ik sterf liever en laat het met mij ten grave dalen. Het zou tot niets nut zijn, of gij het al wist". Hij vatte Charles' arm, dien hij krampaehtig drukte. Neen, Robert, ik weet niet wat u pij nigt ik weet a'lleeD, dat gij een geheim hebtdat gij dezen man meer dan eenmaal ontmoet hebt, en ik hoorde nu uw ge sprek met hem". z/En wat hebt gij uit dit gesprek ver staan vroeg Robert, terwijl hij zijn vriend bleef vasthouden. z/Niets meer, dan dat gij dezen man geld moet betalen en dat hij ontdekt heeft, op welke wijze gij dat geld machtig wordt". //Charles, zweert gij dat gij niets meer weet „Waar ik mijn woord geef, is geen eed noodig, en al wist ik alles, Robert, be- hoordet gij overtuigd te zijn, dat uw ge heim bij mij veilig zou zijn". Zeg mij dan, wat gij gist Wat meent gij, Charles, dat mij in zulk eene diepte van ellende heeft kunnen storten „Ik kan niets gissen, en wanneer gij mij uw hart niet ontsluiten wilt, begeer ik er niet naar te raden. Dit weet ik wel, dat dit geheim, dat uw eigen daad de oorzaak is van den treurigen omkeer in uw hart en denkeD. Uwe zonde is het, die als een dikke nevel het lieht van Gods liefde voor u bedekt houdt. Robert, als gij mij, een mensoh, niet vertrouwt, ga dan althans tot den Heere in den hemel, belijdt Hem uwe sohuld, en al waren uwe Over verkiezingsvergaderingen in het alge meen kan nauwelijks genoeg kwaad gezegd worden. Het zijn publieke vertooningen, waar de sprekers alles bijeenrapen wat zij vinden kunnen om zooals een bevoegd beoordeelaar van de Engelsche en Amerikaansche politieke partijen het zonder eenige overdrijving heeft gezegd »te argumenteeren, aan te vallen, te beleedigen, te lastereneen beroep te doen op de rede, op de hartstochten, op de vooroor- deelen, op de onwetendheid en op de lichtge- loovigheidom hoop of vrees op te wekken; om egoïsme en eigenbelang in beweging te zetten". Dit laatste kwam ook hier strek uit het eenige Amslerkamsche belang waarbij in de besproken vergaderingen werd stilgestaan, was de vraag of de loonsverhooging voor de ge meentewerklieden belastingverhooging aan de diamantbewerkers zou bezorgenOverigens werd over het marxisme gezwetst als op het Stuttgarter congres en overde staking van 1903 als in den beruchlen nacht van het «verraad- rapport". En dit alles om een raadszetel. Het wordt hoe langer hoe onwaarschijnlijker dat een man, kiezer of niet, wiens tijd iets waard is, dergelijke vergaderingen bezoekt. Tege lijk daarmee wordt het daa echter ook hoe langer hoe onmogelijk dat iemand die zichzelf respecteert, er gaat spreken. Op den duur toch ontkomt ook de beste die het meeting-platform betreedt, niet aan den invloed van zijn gehoor, critic us"'dien wij boven atnhaalden is bij de redenaars te groot dan dit zij niet zouden be zwijken voor de verleiding zich op het peil hunner hoorders te brengen, zich te richten naar dezer begrippen van vat schoon en goed is". Niet anders geschiedt ir. het café-concert waar het program zorgvuldig met het oog op het publiek wordt saamgesteld, en uitgevoerd door de beroepsartisten die het meest trekken. Zoo beginnen ook wij er al meer over te denken. Onze menschen behooren niet bij zulke vertooniugeu. Wij worden al meer gewonnen voor 'tgezonde denkbeeld: geen andere ver gaderingen meer dan met ons eigen volkje. Tenminste in verkiezingsdagen. Sluipwespen. Een der plattelandsoorre- spondenten van het Hbl. sohrijft «Wat in het vat is, verzuurt niet", werd gezegd van de vliegen, maar dit geldt in even ruime mate van de koolrupsen, die ten gevolge van den nazomer in September, als een hierleger onze koolvelden bezoch ten en met een animo, een betere zaak zonden rood als karmozijn, Hij zal ze om zijus naams wil wit maken als de versoh gevallen sneeuw". Charles kon niets meer zeggen. Zijne stem beefde, en hij drukte zijn vriend zoo de hand, dal die handdruk hem zeggen moest, dat, welke sohuld hem ook be zwaarde, hij zijn broederlijken vriend niet verloren had. Zonder verder eenig woord te spreken gingen zij huiswaarts, maar alvorens binnen te treden, hield Robert Harvey staande en zeide met doodsbleek gelaat maar uitwendig kalm en vast be sloten //Charles, laat on3 nooit weer spreken over de gebeurtenissen vau dezen nacht. Aan uw stilzwijgen hangt mijn blijven hier en het nog voer mij mogelijk levensgeluk, dat uwe nabijheid, uwe vriendschap is. Ia mijn hart gaapt eene wond, die door niets te heelen isval mij niet in de rede, ik weet wat ik zeg. Eene enkele daad heeft mijn leven be dorven, niet bij de wereld maar in mijn eigene schatting. Ik draag mijne zwaarste straf in eigen binnenste om, en zal die in onderwerping dragen. Ik droom niet van geluksplannen, mijne toekomst is enkel duisternis". //Neen, Robert, spreek zoo niet, maar als gij u een zondaar gevoelt, luisler naar het Evangelie, dat eene blijde boodschap voor zondaren is. Nooit zal over mijne lippen van wat ik zag of hoorde eenig woord komenmaar dit moet gij mij toestaan, dat ik u morgen de vijftig gulden ter hand stel, die deze bederver van uw gemoedsrust nog van u te vorderen heeft, opdat hij zoo spoedig mogelijk van hier ga en gij althans in dit opzicht niet huivert om naar Gods woord en zijne nuttige diertjes. Vernietig alle kiplooze dingen, die met een puntig aohterlijf zioh met een fijn draadje vast hebben gehecht, eenmaal komt er weer het koolwitje uit, maar spaar de rups met haar gele hoopjes, want deze zij a het, die te rijken oogst van koolrupsea in volgende jaren zullen helpen deeimeeren. Wel eigenaardig dat elke soort van rups zijn eigen soort sluipwespen heeft. De druk der geestelijken. Op een dorp, waar tot nog toe de soci aal-demooralie niet veel aanhangers had kunnen winnen, werd een propaganda- meeting gehouden, om aan dit euvel zoo mogelijk tegemoet te komen. Een spreker beloften te kunnen luisteven. Neen, va( nu ook mjj niet in de rede en nooh dat geld, nooh die man mogen u langer kwel len. Eerst als dat struikelblok is wegge ruimd, zult gij weder uzelven kunnen wordeD. Reken er op, dal ik zonder uwe eigene begeerte nooit weder dit onderwerp van gesprek zal aanroeren, maar geloof, dat ik voor u zal blijven bidden en pleiten, dat do Heer u niet loslate. Ooh, Robert, laten twijfel en ongeloof u niet nog verder verwijderen van een Heiland die zonder uitsluiting van iemand gezegd heeftf/Die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen". Nog spaarde God uw leven, nog kan het door zijoe genade voor uzelven en anderen ten zegen worden, alleen stoot de hand mijner "vriendschap, stoot bovenal de red dende hand Gods niet van u". Robert antwoordde niets, maar hij drukte Charles' hand met hartstochtelijkheid.Zijne strakke gelaatstrekken ontplooiden zioh en een traan biggelde langs zijne doodsbleeke wangen. Er was nog een deur der Hoop zelfs in het dal van Achor. kapitein e9e brengt zonderling nieuws. Het was een sohoone avond, zoo wat drie maanden na de verhaalde gebeurte nissen, en al onze vrienden waren op hit havenhoofd. In de verte werd een schip gezien, dat op de haven aanstuurde, en daar de komst vsd de Montague geseind was, was hot voor de uitzienden geen moeilijk raadsel, dat het naderkomend vaartuig het hun welbekende sohip was. //Hoe lang zouden wij nog wel moeten wachten", zeide Ediih, wie het ongeduld begon te overmeesteren. „Ik geloof, dat het oude goede sohip versleten raakt, en waardig, werd gevreten dat van tal van kooien alleen de geraamten overbleven. De vreterij heeft opgehouden, maar voor een toekomstig geslacht is gezorgd, want waar een voldoende schuilhoek is te vin den, hebben zij z:oh verborgen, om te overwinteren. Hoe zelfs meer ontwikkelden met de huishouding der natuur ombekend zijn, hloek mij nog dezer dagen, toen iemand op de vraag, wat zijn dat voor dingen, wijzende op eeu rusp, waaruit eeu menigte kleine popjes te voorechijo waren gekomen, antwoordde, »dat vijq de eitjes van die akelige koolrups, die onze koolvelden zoo teisterde", waarop onze nuchtere vraag volgde: „Zoo, legt een rups eitjes?" Onmiddellijk wer het verkeerde nu in gezien en wij waren in de gelegenheid er op te wijzen, hoe moeder natuur voor het evenwicht zorgt, waar dit dreigt verstoord te worden. Tal van rupsen kropen voor eenige dagen met groofe moeite rond, bleven midden op haar reis steken en weldra kwamen de gele hoopjes alslevende maden uit het liohaaui gekropen, voor elk waarnemer dag aan dag te zien. Die din- EYtffr UiïrwT/iKêitieii iii uul Kuusaiu vairue rups, die ten doode was opgeschreven en wier lichaam een voedingsproduct vormde voor die maden, welke zioh weldra ver popten en zoo den winter zullen doorbren gen, om in het komende voerjaar het aanzien te geven aan een soorl van mug, bekend als sluipwesp. Deze zal op haar beurt weer haar eieren leggeu in 't lichaam van de rupsen en daarom zijn hot zeer van elders was verschenen, om de nog slapende proletariërs wakker te sohuddeD. Hij had de zaak echter nog al kalm en bedaard besproken, maar juist daarom wellicht geenen grooten of diepen indruk op de vergadering gemaakt. Een der plaat selijke partijgenoofen achtte het dus bizon der noodig beter uit den hoek te komen. Deze man, een timmergezel, hield eene gepeperde rede, waarbij al de oude parade- pasrdjes uit de vlegeljaren der sooiaal- demooratie weer eens dienst deden. Hij besloot met te zeggen „Medrprolelariërs, wij komen nooit uit de ellende, als wij niet verlost worden van den druk der groote lui en der geeslelijken, die in hun belang de kapitalisten steuuen". Daverend applaus 1 Toen daarop gelegenheid werd gegeven tot debat, vroeg de predikant van het dorp, die de vergadering rp uitnoodiging bij woonde, even het woord. Hij zeide: Vrien den, ik heb alleen wat te zeggen naar aanleiding van de slotwoorden van den vorigen spreker. Hij meende, dat gij ver lost moest worden van den druk der groote lui en der geestelijken nu heb ik van groote lui weinig verstand, want ik kom wcu-jti itsil, i3ll over hen kan ik dus met kennis van zaken spreken. Ik kan mij vcorstellen, dat de spreker van zooeven vtrlangi verlost te worden van den druk der geestelijken. Ik moet eerlijk bekeunen, dat ik hem althans wel eens gedrukt hebt. Voor een jaar of vijf stierf zjjno vrouw. Ik heb haar op zijn verzoek helpen begraven en bij die gelegenheid een woord van troosi gespro ken, waarvoor hij mij hartelijk bedankte. Toen ik heenging, heb ik hem de hand gedrukt. De tweede maal heb ik hem ge drukt een paar jaar geleden. Hij was toen buiten werk. Zijn patroon had hem gedaan gegeven, omdat hij in den winkel en bjj de klanton, in plaats van geregeld te wer ken, zijnen tijd besteedde met propagauda voor het socialisme te maken. Buiten werk was hij ook buiten verdienste en leed met zijne kinderen gebrek. Bij mij kwam hij zijnen nood klagen. Toen hij weg ging, heb ik hem weer de hand gedruktmaar die hand wa3 eerst in mijn zak geweest, ea na den druk kon hij brood voor zijne kinderen koopen. Daarna is het mij nog eens overkomen, toen hij mij, kort nadat evenals zijn gezagvoerder maar rust moest nemen". «Als het ooit mijn eigendom wordt", zeide Charles, zal ik het een verjongings kuur laten ondergaan en dan doop ik het EdithMontague. Eennaamdiegoeden klank heeft, dunkt mij. De Montague schonk mij Edith, en ik wil hem een Eiith toevoegen". „Een mast meer zou het vaartuig beter passen dan een naam er bij", zeide Edith lachende. Zoo werd onder scherts de langzaam voortgaande tijd gekort; maar de ge dwongen vroolijkheid maakte voor de eerste opgetogenheid plaats, toen men eindelijk kapitein Roe duidelijk onder kende en het van sohip ea baai een wuiven met hoeden en een gejuich was, dat de kalme toeschouwers zioh kwalijk zooveel luidruchtigheid bij deftige lieden konden verklaren. Na weinige oogenblikken was het ge zelschap aan boord, en werd de kapitein opuieuw met zuik eene uitbundige har telijkheid begroet, dat hij niet behoefde te twijfelen, of hij wel allen een welkome vriend was. z/Komt met mij", zeide eindelijk de scheepsvoogd, en leidde zijne vrienden Kaar de welbekende kajuit. «Gij overstelpt mij door uwe hartelijkheid. Vertel mij eens kalm, hoe het u allen gaat". Allen op Charles na waren den kapitein gevolgd. Hij moesi eerstnogeens enkele oude vrienden en vriendjesvoordenmastgroeten, en de handdrukken dier vroegere bekenden bewezen, hoe weinig zij den jongen man vergeten hadden, die hun zoo oprecht zijn tijd en genegenheid ten beste gegeven had. (Prot, Illustratie.) W'rrdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1