NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. I No. 7. 1907. 22e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH De Kiesreebl-iaaestle. VERSeHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed, S. DE JONGE-VERWEST; te Goes D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN FEUILLETON. dp de Levenszee. 1EDEREN WERKDAG DES" AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25. Enkele nummers 0,026. UITGAVE, DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De volgende vragen zijn onverwachts in den boezem onzer partij opgedoken namelijk hoe denkt gij over: le. Het oensuskiesreoht. 2e. Het blanoo-artikel. 3a. Het zoogenaamde algemeen kiesreobt. 4e. De bevoorrechting der tegenwoor dige kiezers. 5e. Het gezinshoofden-kiesreoht. 6e. Het examen-kiesreoht. 7e. Hel kiesieeht van weduwnaren. 8e. De evenredige vertegenwoordiging. 9e. Het vrouwen-kiesrecht. 10e. De minimum-leeftijd. Over de 4 eerste vragen is de antirev. partij het vrijwel eens. lo. Het census-kiesreoht met den aan kleve van dien: loonkiezers, woningkiezers, spaarbankboekjekiezers, enz., de verplichte aangiften, de kansen op verlies van het stemrecht enz. gelijk dit in de kieswet Van Houten ons is verleend, heeft van slechts weinigen de sympathie. Dit komt vooral hierdoor omdat deze wet ons geen finale oplossing der kiesrecht-quaestie bracht, en er op is aangelegd het rusteloos drijven naar algemeen stemrecht in de hand te werken. Als er iets beters voor komen kan, zal niemand onder ons zijn verdwijning be treuren. 2o. Het ilflswco-artikel heeft voor ons geen aantrekkelijkheid, dewijl 'tde deur., nog langer openhoudt voor algemeen kies reobt. Immers voor de aanneming vaneen nieuw Grond wetsartikel is twee derden der stemmen noodig. Kwam met onze hulp nu dit blanco aitikel in de Grondwet te staan, dan zouden de Linksche partijen van dit blanco ere- diet aan den gewonen wetgever, van hunne toevallige meerderheid, ook maar van één stem, gebruik maken, ooi het algemeen stemrecht in de Kieswet te zetten, waar voor toch niet twee derden, maar slechts de helft plus een der stemmen noodig is. 3o. Het algemeen kiesreobt is in beginsel revolutionair. Het gaat uit van de grond gedachte dat de volksmaoht zioh zoo finaal mogelijk moet doen gelden, ais een haar toekomend reehtdaarbij is 't zuiver indi vidualistisch, dal wil zeggen 't beschouwt 26) «Zulk eene heerschappij is dan zooveel als het noodlot en wij moeten zeggen die man was geboren om te verdrinken, Diets kon dat besluit van hem keeren. Maar dan is ook al ons zijn en doen be paald, en staan wij geheel onder een hoogeren wil, waaraan wij geen reken- sohap te vragen hebben' «Neen, Robert, zulk een gevolgtrekking heeft alleen een sohijn van waarheid, maar is, alles in ons zegt dit, onwaar. Gods vaderlijke voorzienigheid opent ons den weg ten leven, en het geloof is de macht om naa,' Gods raad dien weg te kiezen en te bewaren. "Wat evenwel ons tijdelijk leven (aangaat, waarvan God de gever is, niemand kan hem het recht ontzeggen om dit naar welbehagen op te eisohen". «Wanneer du3 iemand zichzelven van het leven berooft, is daarbij zijn wil zoo opgelost in den wil van God, dat hij enkel doet, wat te zijnen aanzien bepaald was, dat hij doen moest", «Neem mij niet kwalijk, heeren", zeide Beetlebrow, „het komt mij voor, dat dit zaken zijn, die boven ons begrip liggen, en die wij ook niet geroepen zijn om te moeten verstaan. Ik voor mij vind, dat het nooit kan te pas komen, dat wij in de zaken, die alleen den Heer aangaan, die geheel buiten onzen kring van zijn en doen liggen, zouden mogen vragenwat doet Gij ik ben geheel ongeleerd, wat gij beiden niet zijt, maar toch weet ik, dat het Boek zeer duidelijk, en veor een kind verstaanbaar zegt„het is den de natie als een aantal los van elkander staande eenlingen, zonder organisch ver band, het standpunt der revolutie, de volks- souvereiniteit. Daarbij is 't grootelijks on billijk, in zoover 't aan den flinken huis vader evenveel of even weiüig «maoht" toekent als aan den wannuttigen zoon die in 't noaatsohappelijk leven niets meer of minder presteert, dan dat hij 't inkomen zijns vaders in ledigheid en verkwisting helpt opmaken. 4o. de bevoorrechting der tegenwoordige kiezers is een vaststaand feit voor ieder die in zijn kring waarneemt hoe vèr, zelfs bij deze tamelijk vèr gaande kieswet, men nog van het mannenkiesrecht af en hoe dicht men nog aan het mammonkiesreoht toe isook al zijn er reeds vele niet be middelde mannen, uit anderen hoofde dan ter wille van den belasting-eisoh, kiezer. 5o. over het gezinshoofden-kiesreoht zal op de deputatenvergadering nog wel wat gepraat worden. Nu daar, vooral te Rot terdam, prinoipieele bezwaren t 'gen rezen, zal een mondelinge toeliohiing daarvan wel niet achter kunnen blijven. Wij voor ons achten een kiesstelsel op den grondslag van het kiesrecht der gezins hoofden het huismanskiesrecht het mooiste stelsel dat tegen het stelsel van al gemeen kiesrecht kan worden overgesteld. Immers het biedt ons het dubbele voordeel: èn dat het alle rangen en standen des volks omvaten dat het gegrond is, niet op be zit, noch op een denkbeeldig aangeboren politiek reeht, maar op het begrip van zede lijke verantwoordelijkheid, hier van den huisvader. Wat nu niet uitsluit dat ook andere rechten en belangen dan die van 't gezin door andere kringen behoorlijk wor den, of althans kunnen worden beschermd, en gelijksoortige verantwoordelijkheid ook van die organen bij de verdediging van de rechten van die andere kringen aan de orde komt. Daarom moeten wij ook al meer aan sturen op organisch kiesrecht voor alle kringen en dus voor alle overige organen behalve 't gezin. Natuurlijk moet dit be grip van gezinshoofd zoo ruim mogelijk ge nomen worden en behoort het ook toe te komen aan de vrouw, die weduwe werd, en in al de rechten treedt van haar overleden echtgenoot. Overigens behoeft onder ons het huis- menech gezet éénmaal te sterven en daarna het oordeel". «Ik zal u dat laatste niet tegenspreken'', hernam Robert«snaar hoe ongelijk is voor velen den uitgang uit dit leven. Deze ontvangt waarschuwing op waar schuwing, heeft bovendien nog een lang durig ziekbed te zijner voorbereiding, ter wijl anderen, evenals de man, dien wij daar verdrinken zagen, op het onverwachts worden weggeraapt". «Wat wij zien is slechts wat men met het oog kan waarnemen", zeide nu Beetlebrow. Gods weg, dien wij nooit dan met den diepsten eerbied mogen be- oordeelen, is in het verborgene. Hoe we ten wij, wat bij voorbeeld Gods weg met dezen man is geweest, welke roepstemmen zijn deel waren? Dooh hoe dit zij, er is niemand, -die niet tal van vermaningen ontvangt, om op zijn uiteinde bereid te zijn, en wie daarop niet heeft gelet, zal zioh over zijn willens doof zijn te verant woorden hebben". «Waar dit het geval is, kan van noodlot geen sprake zijn", hernam Edward zich vooral tot Robert wendende«bovendien is te sterven eene algemeene wet, en het onzekere van dit leven aan ieder bekend, maar de godgeleerdheid van onzen vriend is mij wel wat zwaar". «Ik weet van godgeleerdheid niets af", zeide nu Beetlebrow, „maar wel weetik, wat het Boek zegt. Er staat geschreven «Waakt dan, want gij weet de ure niet, in welde de Zoon des menschen komen zal", en dat is eene waarschuwing voor allen. Hoort eens, heeren, als onze boot een zelfde lot had getroffen, en wij waren alle drie verdronken, bad niemand onzer manskiesrecht als organisch tegenover het individualistisch algemeen kiesrecht niet meer te worden verdedigd. Het huisgezin is een orgaan, do oercel der maatschappij de huisvader als hoofd der familie, heeft oelangen van het orgaan dat huisgezin heet te behartigen en te ver dedigen en als zoodanig heeft zjjn opne ming in het kiezerscorps een zedelijken grond, waarvoor wij het niet meer behoeven op te nemen. Maar de groo.te vraag rijst, zal door het opnemen vaa nog meerdere personen die geen huisvader zijn, dus om andere redenen aan dit schoone beginsel van organisch kiesrecht geen afbreuk worden gedaan? Wanneer men zioh streng houdt aan 't begrip organisch, dan kan men ook aan andere organen of levenskringen een ver tegenwoordigend reeht gunnen. Er zijn er trouwens meerdere. Wij noemen alleen reeds wetenschap, nijverheid, arbeid en kunst. En er moet op nog steeds meerdere kringen die in de toekomst ontstaan zullen, worden gerekend. 6o. Het Centraal Comité wil 't examen- kiesreoht behouden, door naast 't huismans- kiesrecht.'t oapaciteiten-atelael in te voeren. De Standaard is van meening dat dit laatste niet individualistisch is. Toegegeven voor een oogenblikmaar is het dan organisch Is 't gewensoht, wanneer het dit niet is, 't er zoo maar en passant bij te nemen Wel is 't mogelijk dat in de toekomst uit de geëxamineeiden, dus ook uit de arbeiders, die bijv. het «eind-diploma" eener herhalingsschool, of vakschool, of cursus (bijv. hoefsmids-cursusjoflandbouw- wintersckool enz. bezitten, bepaalde organen voortkomen maar op 't oogenblik zijn die kringen er nog niet. Het zal derhalve voor velen bezwaarlijk zijn dit oapaoiteiten-stelsel te aanvaarden. Wat echter voor ons niet zeggen wil, dat wij daarom het voorstel van hetóentraal Comité zouden verwerpen. Maar dan moeten wij tooh eerst b8ter ingelicht zijn. 7o. Het kiesrecht voer de weduwnaars is in het voorstel van het Centraal Comité niet geregeld. Dit is echter dunkt ons, wel te vinden. Immers een minderjarige wordt door zijn reeht gehad om te spreken van noodlot of hel niet hebben van gelegenheid tot voorbereiding. Geen van die voorwendsels zou ons iets kunnen baten tegenover den hoogsten Reebter. Het hart kan mij bloeden, als ik er aan denk hoe kort het leven voor een deel der zeelieden is. In het zeemanshuis toonde onlangs een heer aan, dat zee varenden door elkander genomen nietoudcr dan zeven en twintig jaren worden. Als wij daarbij stil staan, dan moet het wel voor ieder onzer eene aanmaning zijp, om vissohers van mensoben te worden, vindt gij niet?" Het gesprek op iets anders te leiden is doorgaans het pogen [dergenen tot wien eene vraag komt, waarop zij ongaarne een bepaald antwoord geveD. Zoo ook beantwoordde Robert Beetlebrows vraag met een vraag «Bezoekt gij nog altijd zoo trouw het zendingshuis voor zeelieden «Ja, want al kan ik niet veel voor mijne maats doen, dit kan ik tooh, dat ik daar geregeld kom. Reeds meer dan eens bleek mij, dat mijn gaan alleen anderen moed gaf, om ook binnen te komen. Uw vriend Charles is er altijd in het middaguur en brengt dan dikwijls zeelieden mede, die hij op 't kantoor zich te vriend maakte. Hij is een eerste vissoher van mensohen, zoo goed en flink en tooh zoo ernstigik geloof niet dat hij zijns gelijke heeft. Als Beetlebrow eenmaal op dat onder werp was, werd hij altijd warm en wijdde zoo ook nu in lof over zijn vriend uit. De invloed ten goede door Beetlebrow geoefend, was moeilijk te berekenen, ook op deze beide jonge mannen. Zij kenden huwelijk meerderjarig ook al wordt hjj ter stond na zjjn huweljjk weduwnaar. Een dergeljjlte bepaling zou ook wel in het door 't Centraal Comité geformuleerde ontwerp grondwetsartikel 80 in te voegen zijn. Dan heeft of verkrjjgt zoo iemand het stemrecht als ex huisman. 8o. Hot vraagstuk der evenredige ver tegenwoordiging is door de anti-rev. party nog lang niet van alle zijden bekeken. Het msg voor een partij die in de meerderheid is groote aanlokkelijkheid hebben, daarmee is nog niet gezegd dat de natie er rijp voor is. Trouwens het is, in onze partij althans, niet aan de orde. 9o. Het vrouwenkiesrecht wordt feite lijk door het Centraal Comité in optima forma aanvaard. Trouwens reeds in een onzer vorige programs van actie was de uitsluiting der vrouw van het kiesrecht al losgelaten. Da eerste schrede was in 't program van 1897 al gezet, toen de woorden „natuurlijk met uitsluiting van vrouwen" uit een vorig program werden weggelaten. Dit geschiedde natuurlijk om aan de vrouw die bij overlijden van den man ge zinshoofd wordt de gelegenheid tot uitoefe ning van het kiesrecht open te maken. Maar nu gaat het Centraal Comité een schrede verder. Hat wil namelijk ook aan de ongehuwde vrouw die met 'n dienstbode woont, het kiesrecht toekennen. Onzerzijds bestaat er geen bezwaar dit stemrecht te laten aan een weduwnaar die met 'n dienst bode woontdus mag het ook wel verleend worden aan een weduwe die alleen met een dienstbode samen huist. Maar aan onge- huwden Komt men hier woer niet op de l\jn van het individualistisch kiesrecht Ook hierever zal het Centraal Comité licht dienen te verspreiden, alvorens de deputaten met do hand op 't hart zich daar vóór kunnen verklaren. Waarbij nog komt dat het capaciteiten- stelsel ook hierom geen aanbeveling ver dient, wijl dan ook de vrouwen onder de examen-kiezers worden opgenomen, en dat zullen juist zijn, tal van maagden, hetzij alleen, hetzij bij hunne ouders of bij vreem den inwonend, die nu niet zoo direct zullen kunnen gerekend worden tot diegenen, welke in de publieke zaak overgroot belang stellen. zijn vroeger leven en waren gedurige getuigen van de oprechtheid en volko menheid zijner zinsverandering. ZijDe waarheid in al zijn wandel deed zeelieden en vissohers zijn vermanen zonder spot of grofheid aannemen, en als onze jonge vrienden den vissoher des avonds bezochten en zij vonden hem lezende in zijn Bijbel, dien hij altijd met eerbied «het Boek" noemde, dan gevoelden zij, dat dit Bock hem den man maakte, die bij was, en dat het hunne levensroeping was, om vrede en blijdschap te zoeken, waar Beetlebrow die beiden zoo rijkelijk gevonden had. EEN ONRUSTWEKKEND GEHEIM. Wat God voor ons bedekt houdt, is evenzeer eene betooning zijner liefde als wat Hij ons wil openbaren. De hemelsohe Vader laat ons slechts zooveel vooruitzien als voor ons levensgeluk noodig is. Wij moeten leeren in het heden te leven, en dankbaar te zijn, dat over de toekomst een sluier ligt, dien geen sterfelijke hand opheffen kan. Meiken wij daarin de wijs heid der hoogste liefde op. Immers wie zou het heden kunnen smaken, hoe ge lukkig dit ook ware, als hij met juistheid kon vooruitzien, welke donkere valleien en diebte nevels hem wachtende waren? Die duistere toekomst zou door hare schaduw al het iioht uit het heden weg nemen. Of ware ons heden zoo vol verdriet en het verre voor ons liggende als een vriendelijk landschap in helderen zonne schijn, hoe zou ongeduld en hunkeren naar de te wachten dagen ons tegen woordig' geluk kunnen verstoren. Neen, dank hebbe God beide voor wat zijne liefde oas ontdekken, maar ook voor wat Ook deze quaestie is derhalve u'terst moeiljjk. lOo. De minimum-leeftjjd zal, krijgt het Centraal Comité zijn wensch, 21 jaar worden. Dat is toch wel wat joDg. Heeft de man, heeft de vrouw op '21-jari- gen leeftijd reeds dat breede inzicht, dat belangstellend oog voor de publieke zaak, dat de Overheid hun de zoo gewichtige functie van de uitoefening van 't kiesrecht mag toevertrouwen Zijn niet juist de bezoekers onzer koffie huizen, de wandelaars in de hoofdstraten onzer steden, de uitgaandars, de onver schilligen, en ter andere zijde de heethoof- digen, de oppervlakkige meeloopers, de ijvev&ars en ijveraarsters zonder verstand onder dfze jeugdigen te zoeken Kan 't in het publiek belang zyn aan de zulken het stembiljet in handen te geven Waarom hier niet, gelijk het tevoren was, den 23-jarigen leeftijd tot grens ge steld Het komt ook ons voor de verstandigste weg te zijn, om geen beslissing te nemen over al deze punten, waaromtrent geen communis opinio, geen vaststaande mea ning als de saamvatting van hetgeen wij allen er over denken, gevormd is. Nu spreekt't van zelf dat wij bij de be spreking van si deze belangrijke punten niet uit 't oog verliezen dat wij een kleine partij zijn, die haar eigen inzicht nooit, althans nooit geheel, in de Grondwet kan doen triomfeeren. Maar zoolang ons geen klaarder licht opga, wensohen wij ons tegen de leeftijds grens te verzetten, en de beslissing over de quaestie der capaciteiten vooral in ver band met 't vrouwenstemrecht uit te stellen. 7 October 1907. Niet goed gelezen. Bij nadere lezing blijkt ons dat wij de Nieuwe Courant iets lieten zeggen wat zij niet bedoeld heeft. Zij heeft wel 't ontoe passelijk gebruik van den Bijbel veroor deeld, doch dit gebruik op zichzelf wel degelijk oorbaar geacht. In haar aanhef zegt zij duidelijk «Aan dr. Kuyper is niet verweten dat hij woor den van Hosea als argument in zijn betoog zou gebezigd hebben". Maar alleen dat Hij voor ons verborgen houden wil. Charles begon langzamerhand de dagen en weken te tellen, die hem den tijd zijner vestiging, door kapitein Roe's voor goed in Australië blijven, zouden doen bereiken. De tweede jaardag hunner komst in het nieuwe vaderland was reeds voorbij en nog blijder dan de eerste gevierd, echter zonder zioh door iets meldenswaardigs te kenmerken. Nu moesten nog hoogstens twee maanden verstrijken en Harvey zou de droomen, waarin hij zoolang zioh ver lustigde, verwezenlijktzien. BlijdedroomeD, er lagen nog sohoonere daarachter, maar wat tussohen het heden en die toekomst lag, was voor Charles verborgen, en voor zijn geluk was het goed dat daarop een sluier rustte. Op zekeren morgeD, terwijl Harvey op zjjn kantoor was en juist alles voor de mail naar Engeland had in orde gebracht, trad Beetlebrow binnen. «Wel, Beetlebrow", zeide Charles, «ik hoop niet, dat eenige kwade zaak u hierheen drijft, toch is het iets onge woons u in den ochtend hier te zien, wat is er?" «Velerlei, mijnheer, en indien gij mij een kwartiertje geven kunt, zou ik gaarne eens rustig met u praten". «Ik weet, William, dat gij op dezen tijd van den dag niet komen zoudt, als het niet voor iets van belang was. Ge lukkig heb ik spoed gemaakt en kan rustig naar u luisteren", en dit ^zeggende, ging Charles met den vissoher in zijne bijzon dere spreekkamer. {Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1