NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No, 1. 1907. Dinsdag 1 October. 22e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH 3> v> tl. Puft©. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. 5. J. DE JONGE-VËRWEST te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg, PRIJS DER ADVERTENTIËN ;De uitvoering der Tiendwet. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p*>25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA SS VAK vfcr-Vi JttV]>»WW<9gJh337g van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. lieraan wijdt het Ilbld. een uitvoerig |ftel, dat ook wel de aandasht van onze ars verdient. [Iet wij3t t'aarop in de eerste plaats op [cüensten di» de Staat als bankier bewijst. BijJ:tficJ«nsten stelt hij zich uitteraard op een gelfl ander standpunt dan de ge wone ban kit. Bij dezen treedt het bedrijf, het winstgevnde der zaak op den voor grond De S*at let enkel op het nut voor het ai rfmeen n brengt daartoe, zoo noodig, zelfs fers, v rvoor hij zijdelingsobe ver- goedit verv uit de voordeelen die van z'fn huipro 3 gemeenschap worden verwacht. Dit foei liAoc ten grondslag aan de taak, welkedi I's )p zich heeft genomen door de wet* 17den Juli 1907 «tot afsohaffiiig d sjek- Uitgaande van de stelling, dat(«als lelijke last op onroe rend goed rJjpnden uldplichtigheid van een evenredig hoev 'heid van vruchten of een daarvofr in de aats komend gelde lijk bedrag'' Aihadelij is voor de ontwik keling i in de 1 landbouw, en op grond der ervaring dat <L® afkoopbaaTheid, door de wei vsi 18T2 geregeld, niet tot de ge- wenscht^ opaeffing heeft geleid, schrijft de nieuwe wet *'oor, dat alle tiendpliehiigheid is vervallen in er geene meer kan worden gevestigd. Ebt ligt voor de hand dat die afschaffing (er tienden gepaard behoort te gaan met ullijke schadeloosstelling der tiendheffeta, >n dat de tiendpliohtigen voor de bevrijdirg hunner landerijen een offer hebben brengen. Vele, zoo niet de meesten jan die eigenaars zijn niet bij maohte d afkoopsommen te betalen of op eiv& ia (foorwaarden de daartoe noodige 'het Cf'op te nemen. Daarom komt de drfun te hulp, door zelf de voldoening jh te nemen van de volgens de wet iésohalte vergoeding aan de fiendheffers, n inplaats daarvan van elk aldus vrijge- naakt perceel gedurende 30 jareti een tiendrente" teheffen van 5.55pCt. jaarlijks. En teneinde de spoedige opheffing van tienden te bevorderen looft de wet nog een premie uit, iDgeval vóór 1 Januari 1S09 de tiendpliohtigheid vrijwillig wordt opge heven, voor een prijs die te goeder trouw Lis overeengekomen en niet onmatig is. In dat geval keert de Staat aan den heffer I een premie uit van 4 pCt. van den afkoop- prijs en hij schiet, desgewensoht, dien af- I koopprijs zeiven voor tegen een annuïteit van 5.44 pCt,, gedurende 30 jaren door den pliohtige of zijn opvolger te voldoen. Tijdens den duur der schatting kan aan de heff;rs of andere rechthebbenden, die zich tijdig hebben aangemeld, jaarlijks uit de schatkist een voorschot op rekening van de vast te stellen schadeloosstelling worden uitbetaald. Degenen, voor wie de tiendpliohtigheid in tiendrente is veranderd, kunnen die voor de nog te verloopen jaren steeds van den Staat afkoopen tegen betaling van de contante waarde, berekend naar den rente voet van 3'/a pot. Dit zijn de hoofdtrekken der nieuwe wet, die met 1 Jan. 1909 in werking treedt, behalve natuurlijk de zooeven ver melde bepalingen over vrijwillige ophef-- iing, die terstond van kracht ziju geworden, a De Staat treedt dus ook bij deze regeling «ebs bankier op. Hij schiet de vrijwillig '^dongen of krachtens de wet vast te stellen rsommon voor en ontvangt die ilgfc. i of ten deele allengs terug uit id onbrengst der «tiendrente". De kansen pit de Staat hierbij een belangrijk offer jbngt, zijn niet gering. De berekeningen vooïle annuïteiten zijn gemaakt op den grondag van 3'/2 pet. rente, bijwelke een rjaarlHphe betaling van 5,44 pot voldoende is v een a pari uitgegeven 3'/2 pots. >fleec^i'Maar bij een stand der drie pots. e8ta .chuld als thans, slechts op 78 pet., uonn den loop der jaren de inkoop ter t b'.ze of aflossing a pari verlies opleveren. {Ón alle gevallen heeft men het offer, dat in de premie van 4 pet. bij vrij willigen afkoop vóór 1909 gelegen is, al op ODgeveer 4 ton berekend en ook al wordt van deze gelegenheid geen omvangrijk gebruikge maakt, zullen met de sohatting der schade loosstellingen belangrijke bedragen ge moeid zijn, die wellicht uit de 0.11 pet. meer (het versehil van 5.55 en 5.44) niet ten volle bestreden kunnen worden. De wetgever heeft echter gemeend, dat de verdwijning der tienden zulke offers uit de algemeene schatkist waard is. Met groote belangstelling zien wij te gemoet, of van de gelegenheid tot vrij wil ligen afkoop een ruim gebruik zal worden gemaakt. Hoe dit ook zij, in elk geval is het dringend noodig, dat van dergelijke gevallen, waarin de Staat als bankier optreedt, een zuivere boeking worde ge houden van al wat op die wijze uit zijn kas gaat en daarin terugvloeit. Aan dezen wensoh wordt tegemoet ge komen door het wetsentwerpdatdeTweede Kamer heeft bereikt en tot strekking heeft een afzonderlijk fonds in te stellen voor de uitvoering der «Tiendwet 1907." Van dat fonds moeten jaarlijks de uit gaven en inkomsten bij afzonderlijke be grooting worden vastgesteld, en zijn bestuur is onderworpen aan dezelfde regelen als dat van de algemeene begrootingen der Staatsuitgaven. Het ontwerp omschrijft verder nauw keurig de uitgaven die ten laste van de fondsbegrooting moeten worden gebraoht en evenzoo de sommen die tot dekkÏDg dier uitgaven worden bestemd. Elk jaar moet daarbij worden overgelegd een staat, be vattende de balans van het fonds, volgens een model dat bij de toelichting van het ont werp is gevoegd. Onder de jaarlijksche uitgaven van het fonds behooren, behalve het mogelijk na- deelig slot van het vorig jaar, uitteraard te worden gebracht de betaalde schadeloos stellingen, voorschotten, afkoopprijzen en premiën en de kosten der oommissiën voor schatting enz. Tot bestrijding dier uitgaven zijn allereerst aangewezen, behalve het eventueel batig slot van het vorig jaar, de ontvangen tiendrechten en de afkoopsom men daarvan, en de terugbetaalde voor schotten. De beide deelen zullen dau wel nimmer sluiten er kan meer zijn uitge geven dan ontvangen of omgekeerd. Het eerste is het meest waarschijnlijk, vooral wanneer ruim gebruik wordt gemaakt van de vrijwilligen afkoop vóór 1909. Het Rijk zal daarom voorschotten hebben te doen en brengt daarvoor 3'l2 pCt. in rekening totdat die zijn afbetaald uit de beschikbaar ko mende baten. Wat deze voorschotten be treft, die uit de StaafsbegrootiDg moeten worden gevonden, stelt het ontwerp voor, zë wat eenige onderdeelen betreft over eenige jaren te verdeelen. En wel de pre- miëD, die alleen ten laste van het jaar 1908 komen, over 10 jaren (1909 1918), wat legen 3'/2 pCt. een annuïteit van 12,025 pCt. uitmaakt; en de kosten der oommissiën enz., wier werk in 1912 grootendeels zal zijn afgeloopen, over de 5 jaren 1912 1916, waartoe telkens 22.15 pCt. dier uit gaven onder de middelen van het fonds zal worden gebracht. Naar mate van den stand zal dan de begrooting sluitend worden ge maakt óf door een voorschot uit de schat kist óf door een uifkeering aan deze uit het fonds in afbetaling op de voorschotten. Met de aanneming van dit ontwerp zal voldaan zijn aan hetgeon wij als hoogst noodig gevraagd hebben nu de Staat zijn bankierszaken alweder uitbreidt. Het is zeer te wenschen dat hij evenzoo handele bij andere gevallen van gelijken aard,zooals met de voorschotten krachtens de Woning wet verleend en nog te varieer;en' Nieuw zjin dergelijke afzonderlijke be grootingen in onze finaacieele geschiedenis niet.Er hebben daarvan reeds verschillende bestaan en thans nog zijn zij in gebruik voor de Landsdrukkerij en voor den Ves- tirjgbouw. De voornaamste der vroegere was die voor den aanleg van Staatsspoor wegen, die voor een dertiental jaren is ver dwenen toen de groote Staatsnetten vol tooid waren. Wel zijn herhaaldelijk tegen afzonderlijke fondsen bezwaren gerezen, die echter hun aanleiding grootendeels vonden in gebrekkig toezicht, waartegen gewaakt kan worden, vooral door scherpe contröle van de Staten-Generaal. Het groote nut is echter, dat de uitgaven en inkomsten van dergelijke afzonderlijke be drijven niet met die van het gewone stsats- budget worden vermengddat men zich steeds rekenschap ban geven van hun stand en uit de opgedane ervaring lessen kan trekken voor verdere maatregelen van ge- lijbsoortigan aard. Waarop wij mede nog eens willen wijzen is de wenschelijkheid van een afzonderlijk beheer in het algemeen voor dergelijke bankierdaden van den Staat. Een afzonder lijke afdeeling van Ri.jksbeheerten behoeve .van dergelijke instellingen die voorschot ten van hat li ijk ontvangen, bij annuïteit of op andere wijze terug te betalen, is noodig. Wij verwachten dat bij 't onderzoek van het ontwerp op de uitvoering van de Tiend- wet dit deel van het vraagstuk niet onbe sproken zal blijven. 30 September 1907. Veer do go^resatc.'".-dsvemiazjag te Viïs3ingsn, district II, bevelen .wij onzen geestverwanten dringend aan de verkie zing van ons statenlid v. d. Putte. Alle Vlissingers kennen hem, en vele van onze tegenstanders achten hem, en niet weinigen welke tot geen partij behooren daar kan men vast op rekenen - temmen hem. Men kan nu wel een debat openen over het gemeentelijk beheer, en 't „hygiënisch belang der gemeente", en zooals de Middelburgsche Crt. weer doet er den Zondag bijsleepen en dal do Roomschen dat toch ook niet willen. Men kan er zelfs de qnsestie bijhalen dat de vrijzinnigheid gevaar loopt, wanneer deza antirevolutionaire zetel niet liberaal wordten men kan er zelfs bij verzwijgen dat de Vlissingsche gmeenteraad op het oogenblik minstens een dozijn vrijzinnigen telt, dat is ruim twee dorden alsmede dat district II geen vrijzinnig district is, en dat op 't oogenblik in Vlissingens gemeente raad slechts twee antirovolutionairen zit ten. Monmag dit alles z' ggen of verzwijgen, het doet aan het feit niets af, dat onz8 can- didaat een populair, ge ien en gewild man is, in wiens gezond verstand al schijnt hij maar een boeren goeden wil en flinke werkkracht, en groote liefde voor zjjn woonplaats men a! mieen vertrouwen stelt; en dat hij mits de onzen Woensdag flink op hun post zyn met flinke meer derheid zal gekozen worden. Immers bij de ste r.ming op 4 Juli werd de katholieke candidaat met 253 stemmen gekozen tegen 207 op den aftredenden libe raal notaris Bosch, en werden zelfs 282 stemmen uitgebracht op het antirev. aftred. lid dokter Merckens. Verdeelen wij de 130 thuisblijvers van dien dag gelijkelijk over de 8 partyen, dan is er nog zooveel over schot dat wij mits ieder onzer zijn plicht doedurven voorspellen dat Woonsdag- avond uit de bus komt Met genoegen vei némen wij dat een goede bekende onzer lezers, een oud Mid delburger, den heer ds. G. Wisse Jr., pre dikant te Driebergen de eervolle onder scheiding is te beurt gevallen eener benoe ming uit Lissabon tot buitenlandsch (of correspondeerend) lid van hstWetenschap- pelijk Genootschap aldaar gevestigd. Dit genootschap benoemt ook wel in het buitenland tot leden, hen die door geschrif ten of werkzaamheden deaandaoht trokkon. Indien wij onsniet vergissen zijn dergelijke leden verplicht binnen drie jaar na hunne benoeming een of anderewetenschappeliike studie te leveren. Voor den heerWisse, die op wetenschap pelijk sociologisch, theologisch, staat kundig en belletristisok gebied, reeds heel wat mocht prestoeren, is dit een groote eer, en voor onze party en onze provincie verblijden wli ons met deze onderscheiding den jeugdigen predikant ten deel gevallen. Ooze Provinoie zal in het volgend jaar meer geld noodig hebben en Gedeputeerde Staten stellen voor dit te vinden dooT verhooging van de opcenten op de gebouwde en ongebouwde eigendommen, elk met2,en van die op de personeele belasting met 6. Dat is geen kleinigheid. Waarom Diet liever opcenten geheven van de verroogensbelasitng Gedeputeerde Staten willen dit liever niet doen uit vrees dat daarin «gegoeden een motief zullen ontlcenen om de Provinoie te verlaten of er zich niet te vestigen". Het is de bekende redeneering van jaren her, die nog altijd bewezen moet worden. Als hun belangen dit niet meebrengen, of het niet met hun wenseheu strookt, zul len die gegoeden Zeeland niet verlaten, of vermijden voor eenige meerdere belasting. Daar zijn er reeds genoeg weggegaan, al waren er nu ook niet zulke opcenten geheven. Ei ons komt het veel billijker voor dat, naast vermeerdering van de opcenten op de gebouwde en ongebouwde eigendommen waarbij burger en boer zijn betrokken, de meergegoeden worden getroffen door iets meer te betalen in de vermogensbelasting dan dat nogmaals de opcenten op de per soneele belasting worden vermeerderd, welke zoovelen treffen, die nu reeds ruim schoots of eigenlijk te veel betalen moeten. Die lasten zijn waarlijk al hoog genoeg en de gemeenten-beheerders weten op dit punt de belastingschuldigen ook al meer dan draagbaar is te vinden. M t de Midd. Crt. zijn we dit geheel eens, zegt de Nieuwe Zeeuwsclieen wij zeggen met haar De Provinciale Staten overwegen nog eens ernstig het voorstel van Gedeputeer den en men doe in de a.s. Ootober-zitting liever een voorstel in dezen geest en neme dal aan. Staat en Kerk. Op het Congres der Oud-Katholieke, 3 dezer te 's-Hage geopend, zoude volgeDs het verslag in de N. Rott. Ct. van den volgenden dag (1 e blad) in de eerste samen komst door Mr. A. J. uan der Bergh uit Utrecht gezegd zijn: „Deoud-katholieken willen nuoh gelijk het Romanismede Slaat ondergeschikt maken aan de Kerk, nóoh gelijk het Protestantismede Kerk ondergeschikt maken aan den Staat". Hier is abuis. Wil het Protestantisme de Kerk onder geschikt maken aan den Staat P Reeds kwam de heer van Dam tegen die voorstelling op in het Handelsblad. Groen van Prinsferer zeide 3 Deo. 1851 in de Tweede Kamer: Kerk en Staat zijn onafhankelijk in eigen kring, zoodat noch de Kerk onderworpen zij aan den Staat, noch de Staat aan de Kerk" (Adv., dl. II, bl. 268). En als Dr. Gunningin 1871 met blijdschap vermeldde, dat in Dr. de la Saussaye's voorlezing over het Protestan tisme als politiek beginsel uitkwam hoe bovenal reeds Calvijn het ware beginsel uitgesproken had niet do onderwerping van den Staat aan de Kerk, noch omge keerd, maar de onderwerping van beide aan God en zijn eenige wet, kon Groen aan zijne woorden van twiDtig jaar geleden herinneren ten bewijze, dat ook hij omtrent dat punt was «orthodex-discipel van Cal vijn, op grond der H. Sohrilt'' (Ked. Ged., dl. III, bl. 40). Zelfs verdedigde de Roomsehe von Ketteler een man van breedeü blik het Protestantisme legen de voorstelling van Mr. van den Bergh, als predikte het Protestantisme onderwerping van de Kerk aan den Staat, toen hij in het lezenswaar dige geschriftLie Centrums-Fraction auf den ersten Deutschen Reichstage (1872) bi. 150, uitsprak, dat die leer „nieht ei~éatlieh die protestantisohe (1st), sondern die der franzöisohen Revolution". (Rotterdammer) D. P. D. FABIUS. Individualistisch Terecht merkt de Stichtsche op, dat het Capaciteiten-kiesrecht niet uit het beginsel van het Gezinshoofden-kiesrecht voort vloeit. Maar is het daarom individualistisch Wo wagen het dit te betwijfelen. Individualistisch is het kiesrecht, dat het individu enkel als individu, en zonder qualiteit kiezer maakt. Het Capaciteiten-kiesrecht daarentegen is een gequaliticeerd kiesrecht, en het denkbeeld ervan is, om zoolang de onder scheiden groepen ia het sociale leven nog niet georganiseerd zijn, althans die perso nen, die er gequaliiioeead toe behooren, het stemrecht te doen ontvangen. Dat dit onvolkomen is, stemmen we toe. Iu den haak zou het eerst zijn, zoo de gequalifioeerde leden van elke groep saam ééa hunner kozen. Maar moet nu, omdat dit normale nog niet te bereiken is, arj - begin ervan weg- blij ven De redactie zou 't dan nog beter vinden, om de Staatsambtenaren als zoodanig te kiezeren. We zouden zoo zeggen, als men alle ambtenaren van Rijk, provinoie en ge meente kon uitsluiten, gelijk dit e'dersis ingevoerd, zou men dan nog een beteren weg betreden. Betaalden uit de publieke kas brengen, als ze kiezers zijn, zoo licht de publieke kas in groot perikel. (De Standaard Het schijnt dat de afgevaardigden op het internationaal sooiaal-democratisoh con gres te Stuttgart, vertegenwoordigers van 't verdrukte proletariaat aardig de peentjes hebben opgesohept. Tenminste een der soo. dem. «broeders" geeft in een soo.-dem. blad naar De Bergsche Crt. meldt het volgende ver slag van een avondpartij zijner kameraden «Vooral de galante Franschen en Italianen waren onvermoeid doende, om dames naar den stoommallemolen te voeren. De arme dames kenden vermoedelijk nauwelijks een ander woord Fransch dan bonsoir maar men begreep elkaar toch zeer goed en met het voorstellen en kennismaken ging het zeer glad, dank zij den mallemolen. Bij de groote snelheid van den molen moesten de dames zich tegen de heeren aanvlijen. Bij de eerste ronde hield hij haar bij de hand, bij de tweede om het middel en na de derde ronde had hij den eersten kus van haar gekregen. Later sloeg men Je inlei ding over. Het feest duurde tot lang na middernacht. Flirtende paren wandelden in het groen van den tuin en aan de tafels werden intusschen tallooze hochs uitgebracht. Vlugge kellnerinnen schonken den schuimenden wijn. Een groote zwartharige Italiaan tilde een van de schenksters op tafel, waarna het geheele gezelschap onder gezang en gejuich haar welzijn dronk en zij ten slotte als een nieuwe vrijheidsgodin de Marseillaise aanhief. De Zweden gingen rond en dronken met alle naties «broederschap", waarbij zij maar steeds hun krijgszang «Zonen van den Arbeid" lieten weerklinken. «De Russen zaten stil voor zich uit te kijken en dronken maar wat zij stouwen kenden De oude Vikings zouden zich in hun graf omge draaid hebben, als zij dat alles hadden kunnen aanzien. De wijn vloeide vooral in stroomen maar aan de tafel van de Russen geleek de stroom de wassende wateren van de Weichsel of bruisende golven van de Wolga. Natuurlijk waren ook de Duitschers en En- gelschen niet voor een klein gerucht, vervaard. De Zuid-Duitschers joelden en droegen voor. De Engelschen zongen en cakewalkten na elk Hoch dat uitgebracht werd, wat een nog kod diger indruk maakte omdat de wijn hun gaande weg naar het hoofd begon te stijgen en de beenen het evenwicht niet meer wisten te bewaren. Menigeen kwam pas met klaarlichten dag thuis. Er aija onder de soeialislen vele bravp, geheelonthouders. Maar men is, het bovenstaande lezt »A"

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1