NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No, 305. 1907. Zaterdag 28 September. 2!e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. GK TT, <3.. PUTTE. 21) FEUILLETON. de Levesiszee. S= J. DE JQNGE-VERWEST te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN UIT DE PROVINCIE. Wissenkerke. Nader wordtonsomtrent Middelburg. De bij het 3e R^g. Inf. nieuw benoemde kapitein, L. A. Orf, ven het 10e Reg. van dat wapen, is iigedeeld bij de 2e Comp. 2e Bat. alhier. Middelburg. Door den burgemeester alhier zijn benoemd met ingaDg van 25 Sept. tot agenten van politie, J. Guezand en C. P. van Geelen, beiden maréehausseés (e Vegelen en Keerle. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25, Enkele nummers0,02s. VLISSINGEN II. De Zeeuw steunt in de vacature van den anti-revolutionair Blom de candidatuur van den anti-revolutionair 27 September 1907. De Middelburgsche Courant maakt in haar no. van gister een kleinen terugtred op haar critiek over de Troonrede, die door haar, on zes inziens terecht,, als een duf stuk was voorgesteld. Zij heeft, aldus verklaart zij nu, die dufheid niet in den inhoud, maar alleen in den toon ontdekt. Nu kunnen wij dit zoo laten, al laat't zich moeilijk rijmen dat een van opge wektheid blijk gevende rijkdom van stof een duffen, dat wil zeggen heelemaal niet opgewekten, toon kon veroorzaken. Het ligt toch voor de hand als iemand u komt zeggen dat hij heel wat „goeds" voor u klaar heeft, dat hij dit doet op een toon die de overtuiging verraadt van den machtigen indruk dien zijn verrassend woord op u maken zal. Maar bij een enkele opmerking van het Middelburgsehe blad wensohen wij toch even den vinger te leggen. Wij lezen daar Aan onze waardeering voor het Ministerie zelf, dat veel ons toezegde en dat zeer veel wil tot stand brengen, doet die bewering hoe genaamd niets te kort. Er is door dit Kabinet reeds heel wat goeds tot stand gebracht; en ware het incident-Staal er niet geweest, en hadde in de Eerste Kamer de meerderheid zich niet obstinaat getoond, er zou nog meer in het Staatsblad zijn verschenen. En nu kan het zeker door een practische regeling der werkzaamheid mogelijk zijn dat, naast de grondwetsherziening, nog een en ander tot stand komt dat nuttig en noodig is. Maar herhaaldelijk bleek dat politieke over wegingen meer invloed uitoefenen dan 's lands belang. Zal dit nu weer zoo zijn Hier wordt derhalve door de Middel burgsehe drieërlei beweerd lo. Zij is al tevreden omdat dit minis terie zooveel toezegt en zooveel wil tot stand brengen. „Er is van allerlei, dat ik zou kunnen doen. Ik kan graven en veldwerk ver richten, visoh verkoopen of visscher zijn, een boot hebben of in het dok werken, in één woord alles, waar geen geleerdheid bij te pas komt, is mij goed. Ook zou ik aan wal u van tijd tot tijd kunnen zien en iets vragen, en reeds daarom zou ik liever op den vasten wal zijn''. „Ook zou ik u niet uit het oog ver liezen, want ik acht u als een vriend en 't zou mij goed zijn wat voor u te mogen en kunnen doen. En nu, goeden nacht, uwe wacht is zoo afgeloopen, en als gij nog eens aan ons gesprek denkt, denk dan tevens aan deze belofte van God „Vrees niet, want Ik ben met uzijt niet ver saagd, want Ik ben uw God". Charles had dien naeht een gerusten slaap, want niets doet zoo vredig inslapeD als de gedachte, dat God ons invloed ten goede op anderen sehenkt. Meer en meer moest hij inzien, dat het leven geen spel of droom is, maar arbeid en strijd, voor bereiding voor eene ontwikkeling als ons verstand niet kan vatten en hart en geweten nauwelijks kunnen voorgevoelen. Moeht het ieder bedenken, dat er niemand leeft, die niet een aanleg, de roeping tot iets goeds en groots heeft. Geen vrees moest wel sterker spreken, dan de vrees van een nutteloos leven te leiden en daardoor geheel onvoorbereid een eindeloos leven te gemoet te gaan. Charles kende die vrees en zij deed bem biddende en nabij God leveUj en daardoor had hij eene Mogen wij vragen waarom zij dan niet reeds in 1904 diezelfde waardeering heeft getoond voor het vorige kabinet dat even eens zooveel toezei en wilde tot stand brengen; ja zelfs, wat van het tegenwoor dige kabinet niet gezegd kan worden al zooveel wetsontwerpen aan de Tweede Kamer had aangeboden, op de Armenwet na, ongeveer alles wat in de Troonrede van 1901 was aangekondigd 2o. Er is zoo zegt zij door dit Kabinet al heel wat goeds tot stand ge bracht, en 't zou nog meer geweest zijn, wanneer de Eerste Kamer niet had tegen gewerkt. Mogen wij vragen welk goeds de Mid delburgsehe bedoelt, en hoeveel hierbij is wat niet reeds door het vorige Kabinet was ingedienden wat nog meer had kunnen gedaan worden. Tevens zou zij dan kunnen aantoon en wat door de „ob stinate" Eerste Kamer, die nota bene het eenige groote wetsontwerp dat haar aan geboden werd het Arbeidscontract een erfstuk overigens van vorige Kabinetten ondanks vele bezwareD, aannam, is tegengehouden. En 3o. de Middelb. Crt. klaagt dat „herhaaldelijk politieke overwegingen meer invloed uitoefenen dan 's lands be lang". Mogen wij weer vragen wanneer de Rechterzijde uit „politieke" overwegingen 's lands belang heeft achtergesteld. Én ook of het dan de Middelburgsehe Crt. zelf niet aan zelfkennis hapert, wanneer zij ver geet dat 't juistde„politiekeoverwegiugen" van haar zelf en haar politieke vrienden ge weest zijn die de onderwijswetten hebben tegengehouden, een er van zelfs hebben afgestemd, en zelfs een wetsontwerp als de Drankwet, dat op de „neutrale zóne" lag zouden hebben verworpen indien zij er de macht toe gehad hadden Overigens steekt de welwillendheid der Middelburgsehe jegens dit kabinet zoo aller akeligst af bij hare felle oppositie tegen het zeker niet minder werkzame en tot „willen" gezinde vorige ministerie, dat zij boter ge daan had hare V6rdachtmakende klachten over die vermeende politieke tegenwerking van den tegenstander nog wat in de pen te houden. kloekheid en zelfstandigheid, die zonder hem van jeugdigen eenvoud en vroolijk- heid te berooven, hem dat mannelijke, dien zin van Christus gaf, die onwille keurig ouderen als de kapitein en Beet- lebrow, willig naar een zooveel jongeren deden hooren. db nieuwe wereld. „Land hoklonk het uit den top van deD bazaansmast en het blijde werd door een luid „hoera!" uit den mond der pas sagiers beantwoord. Maar is het aange naam te vernemen, dal land in 't zicht is, veel grooter is de voldoening het met eigen oogen te zien, en dat genot moesten de onervaren reizigers nog twee uren lang missen, nadat het welkome woord uit den mast vernomen was. Eindelijk werd aan den gezichteinder iets zichtbaar, dat een bleeke nevelstreep geleek. Aller oogen staarden er op, en eene blijde verzuchting werd niet onl- ve'nsd, toen de kapiiein zijn kijker op dek bracht. „Nu, miss Marston, zal ik u een eersten blik op da nieuwe wereld geven", sprak kapitein Roe „kom, vriend Charles, leen uw schouder eens om den kijker een vast sfeunpunt te geven". Toen de kijker goed gericht was, leide Edith hare hand op Charles anderen schouder en zag door den telesooop. „Ziet gij de Nieuw-Hollandsehe zwarten een krijgsdans dansen, of ontwaart gij nog maar alleen palmboomen vroeg Charles schertsend. „Noeh het een, nog het ander, Charles, niets dan een vlek, die op een nevel ge lijkt, is te onderkennen", antwoordde UITGAVE DER FIRMA EM VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Geljjk in een bericht in ons vorig no. te lezen stond hebben de Vlaardingsche anti revolutionairen tegenover den candidaat der coalitie De Geer gouverneur Idenburg gecandideerd. Een verstandige keuze in dien zin dat de heer Idenburg den tijd mist om voor deze candidatuur te bedanken. Ver van huis, Mest 't besta. Niemand twijfelt er aan of ware de gouverneur van de West hier, hij zou den Vlaardingera stellig een „wat ga j9 nu doen hebben toegeroepen. Al was 't alleen maar hierom dat nog nooit onzerzijds een zetel, die door ziekte of sterfgeval open kwam, is betwist. Intusschén Vlaardingera einsphunerei kan de verkiezing van De Geer niet voor bomen, in het allerergste geval slechts een dag of tien tegenhouden. Intusschén vernemen wij uit De Rotter dammer met diep leedwezen dat van de chr. historische leiders in Den Haag (wie toen onzerzijds een plaats in de Kamer voor dr. Kuyper gevraagd werd, 't parool is uitgegaan "Kuyper moet niet in de Kamer Een feit dat zeer doeten waarover wij 't na de verkiezing van jhr. De Geer 't met de ehr.-hislorisohen nog wel eens hopen te hebben. De 3 muzikanten vaa het 3e reg inf. te Bergen-op-Zoom, verdacht van den be kenden diefstal van tafelzilver alhier, worden naar 's-Hertogenbosoh overgebracht om daar voor den krijgsraad terecht te staan. Handelsblad. Mot ingang van 1 October worden overgeplaatst de sergeanten de Lange van Bergen-op-Zoom naar Middelburg en Beers van Bergen-op-Zoom naar Vlissingen. De miliciens uit Zeeland, die met groot verlof gaan, verlaten morgen per extra-trein 7 uur 5 Bergen-op-Zoom. Goes. De deurw. der dir. belastingen derde klasse de heer J. L. Teljer, alhier 12 jaren werkzaam, wordt met 1 Nov. a.s. in de tweede klasse naar Leiden over geplaatst. De heer Teljer deed zich steeds als een welwillend ambtenaar kenneD. De manschappen van het 3e regiment Edith, terwijl zij voer mevrouw Wilson plaats ruimde. „Dat is dus eene profetie, Ediih, dat wij toch werkelijk in het „Nevelenland" zullen aanlanden". „Ik hoop het niet", was Ediths ant woord „voor mijmering verkeer ik gaarne in het Nevelenland, maar voor het werkelijk leven ben ik liever op vasten bodem". „Juist, hernam Edward, „en het strand dat voor ons ligt, is niet het gebied van droomen, maar een land van vrijheid bij handenarbeid, waar de nijveren rijkdom en eer kunnen oogsten". „Uw profetie is veelbelovend", sprak Charles; „maar 'tkon ook uitkomen, dat rijkdom en eer voor ons droomen bleken en dat alleen handenarbeid de werkelijk heid werd. Zeer hoop ik, dat het anders wezen mag, en het is voor ons niet meer dan natuurlijk, dat wij verwachten, dat onze wensohen tot werkelijkheid zullen groeien. Met de daad slaan wij nog te genover. „Nevelland"moge een vrien delijk te huis, rijkdom en eer er even wezenlijk uit te voorschijn komen, als wij straks de vaste kust uit giodsoheD nevel zullen zien dagen". Zij, die nooit eene lange reis hebben medegemaakt, kunnen zioh kwalijk eenig begrip maken van de opgewondenheid, die aan boord heerscht, wanneer het schip de lang gewensohte kust nabij komt, Het is niets ongewoons, dat personen, die on bevangen het woeden van eeD storm door staan hadden, in tranen wegsmelten bij het eerste zien der loodsboot, wanneer deze pas ontdekt, als een stipje op de baren, het schip nadert. De noodlottige windvlaag, die mast en touw werk scheurde, te Middelburg en Vlissingen zijn gisteren uit „Kijk in de Pot" per extra-trein in hun garnizoen teruggekeerd. De troep zager flink uit. De heer A. Snoep uit Goes is aange steld tot electrisch monteur by de Konink lijke Marine. Woensdagavond bevonden zich in den avondtrein, welke te half tien ongeveer te Vlissingen aankomt, een paar „heeren" van wie 6en met kaartspelen een vermoede lijk Duitseh jongmensch, een bedrag van 40 kronen afhandig had gemaakt.Te Vlake stapte die „heer" plotseling uit en wilde zich ijlings verwijderen doch door de zor gen van den conducteur en het stationsper- soneel werd hij nog tydig aangehouden en zsg hij zich verplicht, twee biljetten van 20 kronen aan zijn slachtoffer terug te geven. Zeer zeker heeft men bier te doen met een paar beruchte kwartjesvinders die op de Zeeuwsche lijn hun slag probeerente slaan. Ze waren afkomstig uit Rotterdam. Bij den Vlen propaganda schietwed strijd der kon. „Vereeniging van Neder- landsehe scherpschutters" is hel gewestelijk meesterschap voor Zeeland verworven doer den heer W. H. Hering te Middelburg met 19 cartons en 329 punten. Hij ont ving daarvoor een kleine verguld zilveren medaille, waarop zijn naam en relief is aangebracht, benevens een getuigschrift le klasse. Verder behaalden de heeren P. Florusse van de weerbaarheidsvereenigiog „Domburg" en C. W, Dhuy ven Middel burg een bronzen medaille respectievelijk met 17 cartons en 299 punten en 17 cartons en 310 punten. Een getuigschrift 2e k). ontvingen de heeren voor het bij elk ge meld aantal cartons en puntenC. J. Andriessen, Vlissingen, 16 en 291, Jacq Frank, Middelburg, 15 en 303, S. M. Polak, Vlissingen, 15 en 286, H. J Nuesell, Mid delburg, 15 en 282, G. J Niiland, Mid delburg, 15 en 274, J. Verschiere, Mid delburg, 14 en 26i, L. Blesta, 17 en 299 en A. J. van Ookenburg Jr., 14 en 315. De laatste drie heeren wonen te Vlissingen. De heer J. Louwerse aldaar verkreeg voor 12 cartons en 273 punten een eervolle vermelding. bet luide bulderen van den onstuimigen oeeaan miste vaak de macht om een gebed om hulp uit het hart te doen rijzen, maar het geluid des kabels, als het bevel ge hoord is: „laat het anker vallen", mist zelden de kracht om een hartig en gemeend „God dank 1" ook aan het stugst gemoed te ontlokken. Er werden slechts weinige woorden gewisseld tussehen het vriendental, toen het dien middag het naderkomen des lands gadesloeg, en bij het al duidelijker worden der vormen telkens eenig nieuw ie be wonderen voorwerp ontdekte. Aller hart was vol. Kapitein Roe daeht aan de vele malen, dat hij bij tallooze gevaren, be houden de haven had mogen hereiken, en met hoeveel van vroeger verschillende gevoelens hij nu zijn reis volbracht. Met diep gevoel gedacht hij den tijd, dien hij in ondankbaarheid en onverschilligheid voor Gods liefde had doorleefd, en hoe de genade des hemelsohen Vaders nu hem vervulde met de blijde verwachting, dat hij eenmaal als een behoudene ook de laatste haven zou bereiken. Charles daoht vooral aan den laatsten dag op Dellhoeve en aaa den nacht, die hem zijn lieven vader ontnam. Hoe ver schillend was nu de werkelijkheid ver geleken met zijne droomen bij hetheengaan. Toen de kinderdroomen van een nog aan zorgen vreemd hart, en nu reeds gerijpt tot den ernst, die noodig is om de zorgen des levens te dragen en zijne stormen te verduren. Een gevoel van rouw en diepe droelheid bon hij niet bannen, en toch j was h9t hem bij het zien der vriendelijk i groene kust als had ook voor hem de hemelsehe Vader zoo dé donkere wojkca de benoeming van een gezworene voor den Wissenkerkepolder gemeld Door een der vertegenwoordigers van ingelanden weid opgemeikt, dat men naar zijn meening, met deze benoeming en ook met die van den dijkgraaf te vlug was, daar toch art. 38 van het polderreg ement bepaalde dat, ingeval van ontslag, de be noeming eerst binnen 3 maanden na het ontslag moest plaats vinden. Nu was in de vorige vergadering op het verzoek van den ouden dijkgraaf om ontslag uit zijne be trekking met 1 October 1907, guas'.ig be schikt, doch daarmede was dan ook beslist, dat op dien datum eerst de vacature van dijkgraaf zou ontstaan. Desniettegenstaande werd dadelijk een nieuwe dijkgraaf be noemd die zelfs nu reeds is beëedigd, zoodat thans 2 dijkgraven in het bestuur zitting hebben. En terwijl nu het bestuur nog uit 3 personen bestaat en dus voltallig is, wordt reeds weder tot de benoeming van een gezworen overgegaan, 't Gevolg daarvan zal zijn, dat dan vóór er eene vacature is ontstaan 4 personen n.l. 2 dijk graven en 2 gezworenen in het bestuur zitting zullen hebben. Met het oog op dien z.i. ongeoorloofden toestand stelde gemelde vertegenwoordiger voor, de thans voorge nomen benoeming van een gezworen uit te stellen tot ca 1 October a.s. en aan het bestuur op te dragen intusschén bij Gede puteerde Staien te onderzoeken of ook de benoeming van den nieuwen dijkgraaf Diet ontijdig en dus onwettig was geschied. Dat voorstel werd echter met 9 tegen 6 stemmen verworpen en daarop tot de be noeming waarvan de uitslag in het vorig nummer werd gemeld, overgegaan. Zoo blijft dus de geopperde stelling onbe slist, tenzij een der ingelanden bij Ged. Staten in beroep gaat, of dat college, in dit voorgekomen geval, aanleiding vindt gemeld artikel nader te interpreteeren. doen breken en zijn licht daaruit voort komen, dat hij de hand op den mond moest leggen en stamelen „Gij hebt alle dingen wel gemaakt". Edward en Edith voelden ééne gedachte evenals zij een van hart waren. Zij leefden in hunne voorstellingen terug op de werf der scheiding zij zagen daar in gedachten hunne liefhebbende moeder, en het was hun of de geest der door beiden zoo ge liefde hen in deze oogenblikken omzweefde en in hun dankbaarheid, blijdschap en wenschen deelde. Zoo had ieder aan boord zijne eigene geschiedenis, die hem ia deze laatste oogen blikken meer dan anders en met onaf wijsbare bepaaldheid bezig hield. Het was avond toen de loodsboot in 't zicht kwam: Aller oog hing aan het scheepje bij zijn al nader en nader komen, en toen eindelijk de loods, een stevig ge bouwd en rond zeeman, met een vriendelijk welkom aan boord stapte, ging opnieuw een luid en vroolijk hoeral uit aller mond op. Nadat de kapitein het sehip aan den loods had betrouwd, noodde hij zijne passagiers, om na te zamen heldere en stormachtige dagen gedeeld te hebben, dezen laatsten avond feestelijk met hem door te brengen. Gezelliger afsoheidspar- tijije was waarschijnlijk nooit ep de Mon tague gegeven. Alle ruwe, wereldsohe vroolijkheid was in een kring, als nu daar aanzat, niet op zijne plaatsscherts en toespraken kenmerkten zioh door eene blijdschap der dankbaarheid en der har telijkste vriendschap. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1907 | | pagina 1