NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
eiken Palen,
alen te loop
No. 302. 19Ü7,
Woensdag 25 September.
21e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
uit m Pin.§.
koop
eeren9
ard te koop.
to koop,
Meid
De
en Veehouders!
mm»
■jroenendraak",
sren te koop.
TARK^S
koop
IKÖOP
IfVaara,
KOOP
rkpaard,
Sfde en
OÖP
lfvaars
OOP
M Sz., Oostkapelle
li e Meid
ende Meid
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Op (Ie Levenszee,
UIT BE PROVINCIE.
malen en ongemalen
e platte en ronde Maïs,
3S lage prijzen,
ers voor Kippen,
n. Zuiver Vleeschmeel.
nagere varkens f3,00
r baal.
)onderdag
IDA, Middelburg.
uttinge (Grijpskerktj.
bij J. KOPPEJAN
lande.
oud, bij J. KODDE,
res
De Vijfhoek",
zeer geschikt voor
en en mestputten.
IJT te Westkapelle.
ode«Kabinef.
Biggekerke.
e rek.,
Abeelsche weg.
jj J. KLEINEPIER
e ras, 5 [maanden
bij
AE, Wolf aartsdijk.
den aan
idkneeht
fOS, W esthoek
Dg met October
GEDEURE, Veere.
ctober
LDOF, 'tZand bij
ovember
den de 20 jaar, bij
T te Wolfertsdijk.
tober
IELE MAKER Az.,
g met October
1 ei<I
POTTER, Koude-
Jb±t VJttUi -
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
m VAN
i
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij, die zich met 1 October as.
op ons blad abonneeren, ontvangen
het tot aan dien datum gratis.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit dommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Deze of de volgende week hebben de
kiesvereenigingen eene beslissing te nemsn
in zake het Kiesrecht.
Dus is 't kort-dag.
Zeer kort.
Toch geldt het eene uiterst-bolangryke
zaak, en met 't oog daarop kwam by menig
een de vraag op of onze vereenigingen voor
het nemen van zulk eene beslissing ryp
zyn.
Niet alsof er omtrent het blanco-artikel
en 't algemeen kiesrecht geen publieke
opinie onder ons is.
Wie meeleeft, weet beter.
En in 't holle van den nacht opgeroepen,
weet ieder goed antirevolutionair een klaar
antwoord te geven op de vrageD welke op
de Deputatenvergaderirg aan de orde ko
men en daarop betrekking hebben.
Iets anders is het echter met de positieve
beslissingen welke men wenscht genomen
te zien.
Al weder niet, waar het de vraag geldt of
in art. 80 der Grondwet het gezinshoofden-
kiesrecht al dan niet dient te worden opge
nomen.
Wie wars van het blanco, voorstander
van een positief art. 80 is, verblydt zich dat
ons centraal-comité voorstelt het buismans
kiesrecht in de Grondwet vast te leggen.
Waar echter wel nader over zal moeten
gehandeld, ia eerstens het c^paciteits-stel-
sel en tweedens de omschrijving van het
begripgezinshoofd.
Over die beide zaken, zoo komt het mij
voor zal nu niet zoo gemakkelijk beslist
kunnen worden. Al is het begrip „gezins
hoofd", naar tot oordeelen bevoegden, niet
onverdienstelijk omschreven, toch duiken
hier en daar reeds bezwaren op. Ongetwij
feld zullen onze juristen daar nog wel een
woordje over spreken.
Het moeilijke is echter dat de tijd dringt.
Binnen 14 dagen moeten de bezwaren
19)
FEUILLETON.
„Houd zulke dwaasheden maar binnen,
Charles. Als gij niets beters weet houd
ik het er voor, dat gij geen zier belang
stelling voor de heerlijke luchtbeelden
hebt, en dat onze langdurige gesprekken
daarover in uw oor enkel onzin waren.
Neeri, mijne verklaring had niets met
negers te doen, maar betrof iets zeer ern
stigs; doch ik zal maar naar den heer
Wilson gaan en hem mijne gedachten
zeggen. Het zou mij Diet verwonderen, of
hij neemt er aanteekeniüg van voor eene
preeken dit zeggende stond Edith op
om heen te gaaD.
«Kom, Edith", sprak Charles nu min
zaam, „blijf nog wat en ga niet heen. Ik
zou heden avond zoo gaarne wat langer
met u praten". En daar bij aan alles zag
dat zij werkelijk te ernstig voor scherts
gestemd was, voegde hij er bij //Bsdertk,
dat ik slechts uw leerling ben en Diet de
gemeenzaamheid met de natuur heb, dio
u eigen is. Wees zoo goed en verhaal mij
nog eens wat gij zaagt en ik zal zoo
oplettend zijn, dat ik eene verklaring durf
wagen".
Edith liet zich willig overhalen en be-
sohreef nu nogmaals den aanschouwden
zonsopgang.
//Wel", zeide Charles, „het is mij nu
alsof ik uwe teekeniDgin de werkelijkheid
aanschouw. De witte nevel is het beeld
der ziel, gelijk zij rein en heerlijk uit de
hand des Scheppers kwam. Ziju oprijzen
beteekende het eersto levenstijdperk, ver
stoord door de opkomende en overseha-
reeds zijn ingebracht, en wie een bezwaar
inbrengt, zal billijkheidshalve beleefd wor
den uitgenoodigd een proeve van betere
omschrijving daarneven te leggen.
Of nu in deze korte spanne tijds zulk een
zaak tot een bevredigend einde kan worden
gebracht, is voor 't minst aan twyfel onder
hevig. Ik stel echter de vraag is dit wel
noodig
Is het noodig dat de Deputatenvergade-
riüg du reeds cle omschrijving //gezins
hoofd" vaststelt?
Een kind begrijpt d&t de komende Grond
wetsherziening niet vreemd is aan onzen
komenden landdag.
Men kon zich echter thans bepalen tot de
vaststelling van een begeerde redactie van
art. 80 en de omschrijving gezinshoofdver
dagen, tot een kieswet die tot roeping heeft
dat begrip te omschrijven werkeljk dagen
de is.
Blijft in dat geval over te behandelen als
het puntof den capaciteit-kiezer in do
Grondwet zelve een plaats geboden zal
worden.
Hiertegen is, dunkt mij, zeer ernstig
bezwaar.
Wel wordt de capaciteit-kiezer aange
boden als vergoeding voor hst gemis van
andere organische vertegenwoordiging,
maar het profijtelijke, het goed recht, de
principe daarvan is ra. i. in de stukken niet
aangetoond.
Gaat hst dan aan met zulk een kort6n
tijd van voorbereiding eene beslissing te
nemen, die tweeërlei kiezers in de Grond
wet huldigt, het huismans- en het examen
kiesrecht
Het lijkt mij dat met de toelating van
dit laatste in de Grondwet, min of meer
wordt te kort gedaan aan het krachtig
pleidooi, in het kiesreohtrapport gevoerd
voor een organisch kiesrecht. Wordt nu
niet naast een organisch kiesrecht (dat van
't gezin) een individueel kiesreoht (dat van
den geëxamineerde) binnengelaten
Hiermede wordt niet bedoeld, dat zij
die niet ia de termen van het huismans
kiesrecht vallen, dearom persé van de
stembus moeten worden geweerd.
Het ware te wensehen dat bijv. handel
en arbeid, nijverheid en kunst zich dermate
organisch konden openbaren, dat die krin
gen het kiesreoht kon worden toebedeeld.
duwende zwarte wolk, het afbeeldsel van
de zonde en de wereld. Voor een tijd
bedreigde haar ondergang, maar weldra
verrees de Zon der gerechtigheid en de
van de zwarte wolk verloste geest steeg
met een sierlijken mantel van reinheid
en gerechtigheid bekleed al hooger en
hooger, tot hij in den glans der eeuwigheid
mocht ingaan".
„O Charles", riep Edith uit, „hoe ver
wonderlijk, dat nu gij in ernst zijt, gij
geheel en juist beschreven hebt wat in mij
is opgekomen. Maar het is zoo, doorgaans
weet gij mijne gedachten te raden".
z/Wel Edith, ik geloof, dat een nauw
verbonden zijn onzer harten ook oorzaak
is, dat onze innerlijkste gedachten telkeDS
overeenstemmen".
Zwijgende zaten nu beiden een tijdlang
nevens elkander, en staarden ieder in
eigen gepeins over het water naar de in
voile pracht ondergaande zon. Waren ook
toen hunne gedachten in ééoe richting en
in weerklank Wie weet het niet, dat er
oogenblikben zijn, waarin de ziel als helder
ziende een bevriend hart doorgrondt, en
dat soms die blik wederkeerig is P Het
kan od8 zijn, alsof de dooden om ons
zweefden en nog met ons sprekenmaar
is het in enkele oogenblikben niet evenzoo
met den geest van hes, die leveu en wij
liefhebben, en die zich zonder spreken
meer rechtstreeks aan onzen geest ontdekt
Hoe dit zij, Edith's blikken hingen aau
hetzelfde schouwspel, dat Charles oogen
boeide; eD toen bij zieh naar haar toe
keerde om haar toe te spieken, gevoelden
beiden, dat zij hetzelfde dachten.
„Edith, laat mij nu eens beschrijven",
zeide Charles, terwijl bij met jeugdige
Het Centraal-Comité betreurt dan ook dat
„vele vroegere organische geledingen van
het volksleven bezweken zijn" en juicht
dat „het gezinsleven stand hield en zijn
wettelijken stempel behield".
Allicht zal dan ook de komende kieswet
een poging te wagen hebben om uit die
gedesorganiseerde kringen tooh destemmen
te vernemen, welke iu eene goede volks
vertegenwoordiging tehuis behooren.
En in de gedachte van het capaciteit
stelsel is mogelijk die poging belichaamd.
Maar iets anders is het, of die capaciteit-
kiezer dan nu reeds een plaats in de Grond
wet moet worden ingeruimd.
Eerstens reeds zooals wy zeiden
omdat de gedachte aan een organisch kies
recht bij het voorgestelde art. 80 op den
achtergrond raakt, waar 't geëxamineerde
individu gelyk gestold wordt met den ver
tegenwoordiger van het gezinmaar ten
andere ook omdat daardoor onrecht gedaan
wordt aan allerlei kring in ons volksleven,
by wien hot //examen" onbekend is.
W ij vragen of hot aangaat in de Grond
wet den gediplomeerden het kiesrecht te
verzekeren en allerlei man van handol,
kunst, nijverheid en arbeid buiten te
sluiten
Of er grond is voor dit privilegie van het
„gediplomeerd" intellect -
Waarom toegelaten den geëxamineerde,
en den man dis aan 't hoofd van een onder-
reming in handel en bedryf staat, buiten
gesloten
De diploma's welke recht geven om op
te treden in handel ofindustriezyntetellen.
En wat reden is er,den arbeider die geen
gezinshoofd is, achtertesteüen bij den ge
diplomeerdevan zeg gelijken maatschappe-
ly ken welstand en algemeone ontwikkeling,
wat reden is er voor den Staat het kiesrecht
van den geëxamineerde van hooger belang
te achten dan dat van den zelfstandigen
arbeider
Men zou dit met voorbeelden te over
kunnen illastreeren. Maar waartoe P
Toegcj uicht moet zeker de poging om de
organische gedachte in onze Grondwet te
doen triomfeereD, maar moet dan niet af
gelaten van de poging om het kiesrecht van
den gediplomeerde als van gelijke waarde
daarnevens te stellen, dat vastleggend in de
Grondwet P
vrijmoedigheid hare hand vatte, al klopte
hem ook het hart met mannelijke kracht
in de borst«ziet gij die beide wolken,
aie elkander al nader komen. Beiden zyn
gekleurd door dezelfde hemelsche tinten
en beiden hebben zioh uit gindsehen zwar
ten klomp losgemaakt. Zie met elk oogen-
blik komen zij elkaar meer nabij, er is
daarbij eene aantrekking werkzaam, die
onweerstaanbaar is. Zie, Edith, nu zijn
zij vereenigd en éénzelfde lichtstroom valt
op beiden. Zij zijn in elkander opgegaan
en nu rijzen zij al hooger en hooger, den
hoogsten hemel steeds meer nabij".
Edith waagde zioh aan eene verklaring
niet, maar toen haar oog zioh van het
luchtruim naar Charles keerde en zijn blik
ontmoette, speelde er een vriendelijke
glimlaoh om hare lippen.
//Zijn onze gedachten wederom één,
Edith? Ja, ik weet, dat zij het zijn. Deze
beide wolken zijn het beeld van ons leven,
ons beider leven is elkaar meer nabij ge
komen, zoo nabij, dat ons denken en ho
pen en onze blijdschap één zijn Zullen
zij ook vereenigd worden om nooit meer
te soheiden Wat dunkt u, Edith?"
Die avond in het wolkenland was een
gelukkige voor beider hart, en onwille
keurig bleven beiden in éénzelfden zin
spreken totdat de donkerheid hen werke
lijk begon ie omriDgen.
«Hoe heb ik het nuP" riep Edward
Marston uit, terwijl hij zieh bij hen voegde,
«gij beiden nog hier Ik heb vier spellen
schaak met den heer Wilson gespeeld,
mijn hut ia orde gebracht en een praatje
gehad met den stuurman. Een en ander
heeft mij weinig minder dan vier uren
bezig gehouden, eu nog altijd zit gij beiden
Het komt my voor zeer gewenscht te zyn,
dat de korte spanne tijds die ons rest, niet
ongebruikt blij ve en dan ook in de pers een
gedaclitenwisseling ontsta ter voorberei
ding van onze komende hoogst belang
rijke Deputatenvergadoring.
F. K.
De anti-revolutionairen en de
kiesrecht-quaestie.
Prof. mr. D. P. D. Fabius spreekt in
De Rotterdammer over hel plan van het
centraal-comité der aniirevolutionairepartij
z/om zonder dat verkiezingen te waohten
zijn, een programma te laten vaststellen
over een onderwerp, dat misschien binnen
kort bij de Tweede Kamer in behandeling
komen zal".
Aan de hand wordt gedaan, aldus schrijft hij,
een wijziging van art. 8o Gw. al. l en al. 3,
en de hoofdinhoud van de te maken kieswet.
Is deze manier van handelen gewenscht Waar
toe moet zij strekken Om den leden van de
Tweede Kamer duidelijk te maken wat zij
hebben te doen Inderdaad is twijfel mogelijk
of deze weg aanbeveling verdient. Zou hij wel
in overeenstemming zijn met de juiste verhouding
die er tusschen Kamerleden en parlij bestaan moet.
Men kan in onafhankelijkheid te ver gaan,
zoodat de kiezers zelfs bij de stembus te
nauwernood iets weten van overtuiging en
richting van den te kiezen candidaat. Hiertegen
heeft Groen van Prinsterer met kracht gestre
den. Maar men kan ook in afhankelijkheid
te ver gaan. In het laatste geval lijdt het
constitutioneele leven niet minder schade. Ook
wordt daardoor de bloei, de natuurlijke en
gewenschte wasdom eener partij, waarvoor niet
alleen het cijfer van beteekenis is, eer tegen
gehouden dan bevorderd. Zet men eenmaal
den voet op de nu voorgestelde baan, om
tusschentijds, over een onderwerp, dat bij de
Tweede Kamer aanhangig wordt, zelfs tot in
bijzonderheden, een «gevoelen der patlij" te
laten formuleeren, waarom clan straks niet
nieuwe schreden in hetzelfde spoor B. v. over
de belastingvoorstellen.
Ook ware de vraag te stellen, meent de
heer Fabius, of een vergadering als tegen
17 tOct. belegd werd, by uitstek geschikt is
voor de taak, waarvoor zij zich geplaatst
zal zien-
Men ontmoet soms menschen, zoo zegt de
schrijver, die schier over elk onderwerp u in
hier als toen ik u verliet I Kom, kom, dat
gaat niet aan, dat lijkt naar een samen
spanning tegen ons".
«Wij hebben samen een uitstapje ge
maakt", hernam Charles lachende „wij
zijn in den zonnewagen opgestegen en zijn
op het strand van het nevelenland terecht
gekomen, en waarlijk ik geloof, dat wij
van daar niet zouden zijn teruggekeerd,
als gij ons door uw onverwachte stoornis
niet zoo plomp weder op de aarde had doen
nederkomen".
„En naar mijn inzien deedt gij het
allerwijst de uachtkoü hier met een aan
genamer dampkring beneden te ruilen.
Maar daar gij zoo vroeg op geweest zgt,hebt
gij misschien- eenige engelen-melodie af
geluisterd, en dat zou goed komen, daar
wij juist wat muziek maken en zingen
wilden".
Toen Charles op zekeren avond met
kapitein Roe in zijne hut zat, geraakten
zij in gesprek over Harveys plannen voor
de toekomst. Spoedig na den dood zijns
vaders had Charles naar zijne verwachting
onder de papieren zijns vaders een stuk
gevonden, dat niet alleen een overzicht
gaf van diens bezitting, maar ook van
zijne plannen voor zich en Charles indien
ziekte of sterven hem overvallen mocht.
Hierbij berustte een testament, waarbij de
heer Harvey zyn eenigen zoon erfgenaam
verklaarde van alles wat hij naliet, en
dat was eene niet onbelangrijke som. In
het eerste stuk gaf de bedachtzame vader
zijnen zoon den raad om, wanneer hij zich
als landbouwer vestigen wilde, dat niet
te doen voor hij geruimen tijd bij anderen
werkzaam was geweest, om zoo eerst land.
weinige trekken weten mede te deelen wat daar
bij aan de orde komt, hoe de zaak ligt, en wat
daarbij veranderd moet worden. Zij hebben de
geheele hervorming van Staat en Maatschappij in
hun hoofd. Is het wenschelijk dien geest in
breede kringen van ons volk aan te kweeken
Zou dit ten zegen wezen
Ook heeft voor het partijleven beteekenis
de ervaring, die men meer en meer met het
directe kiesrecht, ook het uitgebreide, opdoet.
Te weten, dat op die wijze het gevoelen des
volks niet gevonden wordt. In naam van het
volk dient ook tegen het algemeen stemrecht
te worden opgekomen. In naam van demo-
cratischen invloed, als Groen van Prinsterer
wenschte, meer dan in schijn alleen.
Napoleon UI had drie plebiscieten achter den
rug, en toch bleek hij straks weinig sfeun in
de volksgezindheid te vinden. Iets kan lijken
geheel van-onderen op te komen, zoo demo
cratisch als het maar wezen kan, en toch inder
daad zijn opgelegd, zelfs meer dan wie de
volksstem gering schat zich veroorloven zou.
"£7'jk. söbou w.
Met het rooien dar aardappelen is in het
westen vau Noord-Brabant op vele plaat
sen begonnen. De Eigenheimers heeft do
Kleijammen grootendeols verdrongen. De
opbreDgst zal over het algemeen niet mee
vallen de smaak en de vorm zyn daaren
tegen uitstekend en mooi. Enkele partijtjes
zijn verkocht voor f 1,85 per H.L. De arbei
ders verdienen met het delven 25 k 30 cent
per H L. ca kunnen daarmee een daggeld
maken van f 1,50 tot f 2.
Bij den wedstrijd voor oogstwagens
op do internationale landbouwtentoonstel
ling te 's Hage behaalden mej. en W. Dek
ker te Neuzen den vijfden prijs, f 10; bij
de ringrijderij, den vijfden prijs, een kunst
voorwerp, F. Dekker, te Axel en Maria
de Feijter te Zaamslag.
Kijk in de Pot. Maandagnacht om half
één werden de kampeerende en gekazer
neerde troepen gewekt tot 't houden eener
nachtelyke oefening. Nadat den kampee-
reDden eerst warme koffie verstrekt was,
werd naar de aigemeene verzamelplaats,
Plein 13 afgemarcheerd en vereenigden
zich de kampeerende met de gekazerneerde
troepen. Wederom begunstigd door heer
lijk weer, nu zelfs niet zoo koud als voor
gaande nachten, had er eene aigemeene
grond en volksgewoonten te leeren ken-
neD. Eindelijk droeg de heer Harvey tante
Esther aen zijne zorg op, om haar hetzij
wat zij behoeven mooht, uit de kolonie
te beschikken, of als zij dit later geraden
achtte, hare overkomst naar Australië te
bevorderen.
„Kapitein", zeide Charles, „Daar alle
waarschijnlijkheid zullen wij binnen eene
week Australië bereiken, en gaarne won
ik nu eens beslissend uw raad in omtrent
wat mij daar het best te doen staat. Nog
steeds stelde ik uit dit punt met u te be
spreken, maar ik heb er veel over nage
dacht en ik ben zekor, dat ook gij dit deedt.
Kunt gij mij iets bepaalds raden"
Charles beschouwde kapitein Roe bijna
als een vader en hun onderling vertrouwen
was zoo groot, dat zij voor elkander geen
geheimen hadden. Harvey wist daardoor
op wien hij sleuude eu dat hij t eilig door
de oogen van zijn vriend kon zien.
„Wel Charles", hernam de kapiteiD,
„gij zegt wel, dat ik daarover reeds veel
in uw belang heb nagedacht. Ik heb een
plan gevormd, dat gij volgen of verwerpen
kuut, en ik ben zeker, dat wat gij ook
doet, gij geen blooteo lustmaarpliehtgevoel
volgen zult." Ge weet, dat dit schip mij
zoo goed als in eigendom behoort eD dat
ik in den handel op Australië betrokken
ben. Welnu, ik begin het varen moede
te worden en denk mij na een of twee
reizen voor goed aan wal te vestigen.
Reeds heeft mijn zoon een handelsbuis
op Nieuw Zeeland, dat bloeiend is, en terwijl
hij daar mijn zaken drijft, denk ik in
Australië onze firma voor goed te vestigen.
(Wordt vervolgd.)