ei jaar.
NIEUWSBLAD
Y09R ZEELAND.
I pzin.
K sf KOODHULï,
No 297. 1907.
Donderdag 19 September.
21e jaar
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
iren.
aan den.
isterdam.
tat -:■
.ENBACH.
Werkmeid
hoevende te koken,
pvr. boekh. GEBRs.
i. d d e 1 b u r g.
Dienstbode
Imende Meid
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed a .1 DE J0N6E-YERWEST te Goes
F. P. D'HUU, te fv1idde[burg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
ibonnés wekelijks
blang inboezemen,
^digheden.
a|AM U
l£X3fik'0MHMHBn
H. Isinos Jr.,
er Vereeniging
bken van dezen
|20 gel).den
ps verkrijgbaar
pe Bibliotheek"
rachtwerk van
harte welkom
|n nieuwen
toegezonden.
.)A>A|A|A
sSerdag koste-
ige
12% tot 6% uur.
Jet. of Nov.
Oct. a.s.
|C. v. d. ENBE—de
Middelburg.
)ctober
KARMISSEN te St.
ret November
ENGELSE, verlos-
i r t.
October
Klkneolït
iiecht benoodigd bij
Ie r s k e r k e.
6.55
7.36
7-4
745
7.5Ó
8.13
8.8
7.22
8.1
8.27
8.35
8.32
8.47
8.57
97
7-57
9.2:1
92;
8.10
9-4a
8-37
'°-5o
9.29
"■36
.Jamburg, Z. Duitschl.
Jvia RoosendaalLage
lor meer dan 15° kilo-
10.38
11.28
11.40
12.38
12.54
1.10
2.6
1.2'
3.O9
3-42
3-5'
4-I2
6.17
6-3
7.25
8.2
8.16
8-33
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
SK VAK
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer S cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
sssssEisasaxssragssssssE^t
saBBBBssssiBS
Zij, die zich met 1 October a s
op ons blad abonneeren, ontvangen
het tot aan dien datum gratis.
18 September 1807.
De maand Augustus van dit jaar over
treft, wat de opbrengst der Rijksmiddelen
aangaat, al haar zusteren in productiviteit.
Zij bracht ruim 8 ton meer op dan Augus
tus van het vorige jaar, welke meerdere
ontvangst hoofdzakelijk is te danken aan
bedrijfsbelasting en suikeraccijns en poste
rijen en telegraphie, welke in ronde getal
len respectievelijk 472-, 326- en lllduisend
gulden meer opbrachten.
Natuurlijk waren andere rschten weer
iets lager, onder anderen de successie 42
duizend. Doch m&t dit al blijft een ver
meerde netto-opbreDgst van 8 ton een niet
te versmaden buitenkansje.
Tot nu toe is dit jaar ruim 3 miljoen meer
ontvangen dan in de eerste 8 maanden
van 1906.
Gelukkige minister van financiën.
Wjj blijken inderdaad gisteren de Troon
rede niet goed verstaan te hebben. Zij toch
kondigde wèl de Grondwetsherziening aan.
De betrekkelijke alinea luidt „Voorstellen
tot het brengen van veranderingen in het
3e en 4e hoofdstuk der Grondwet zullen u
eerlang bereiken." Het 3s hoofdstuk nu
handelt over de Staten Generaal, het 4e
over de Provinciale Staten en Gemeente
raden. En daar hoort de Kiesrechtquaes-
tie bij.
Het stond er dan ook zoo terloops dat wij
't heeleinaal over het hoofd gezien hadden.
Doch ook zoo blijft de Troonrede een
mager beestje.
De Rotterdammer verklaart tot onzen
sehrik geen vrijheid te hebben het Kies
recht-rapport over te drukken. Het schijnt
dat wij dus een onbescheidenheid hebben
begaan.
Er stond geen „vertrouwelijk" op het
ons wel niet gezonden, snaar dan toch van
andere zijde verschafte stuk, waarom wij
meenden het te mogen afdrukken. Het
andere ons van wege het Centraal Comité
gezondene stond al in een ander dagblad,
de toezending hiervan had men derhalve
ook wel kunnen laten. En nu is 'tonza
vaste gewoonte wat al in een ander dagblad
gestaan heeft óf niet meer opnemen, óf er
geen zoo groote haast mee te maken. Reden
waarom wij meenden dat hetgeen nog niet
elders was overgenomen geweest, te moeten
doen voorgaan.
Onze lezers moeten geduld hebben. Zij
krijgen nu achtereenvolgens alles wat aan
de Kiesvereenigingen is gezonden geweest.
Wij hebben de Sluitiugsrede van minis
ter Rink j.l. Zaterdag in 't gebouw der
Tweede Ramer uitgesproken bij de slui
ting der jongste zitting der Staten Generaal
maar niet opgenomen.
Het was een lange lijst van afgedaan
weik, die hij voorlas.
Doch het eenige mooie was slechts het
Arbeidscontract.
Al het anders was klein goed, gelijk wij
ook reeds ter kenschetsing van de Troon
rede van gister, in ons nommer van gister
opmerkten.
Het wekt in Zeeland de gedachte aan
babbelaars.
Babbelaars, waarvan er een keeleboel in
een doos gaan en waarmee jnea de kinde
ren wel zoet houdt, ef zonder slaag naar bed
drijft, doch waarop een nuchter man zich
niet dan bij uiterste noodzakelijkheid laat
tracteeren.
Babbelaars het woord doet ook den
ken aan het vele gebabbel oftewel gepraat
dat de stenografen in de vergaderingen van
ons parlement moeten opteekenen, en ook
door een minister moetworden aangehoord.
Maar een vrijzinnig blad, de Nieuwe Arn.
hemscheCourant beeft dezer dagen met prij
zenswaardige vrijmoedigheid erkend „dat
$jt Kabinet in Bommige opzichten schuldig
staat aan het tot heden niet nakomen van
de verwachtingen, opgewekt door zijn op
treden". J
Een sombere klacht, die de magere lijst
van het in 't jongste zittingsjaar tot stand
gebrachte, niet bij ons in de eerste plaats,
maar bij 's regeerings beste vrienden heeft
gewekt.
Zoo wreekt zich 1905
Fader tot U.
Betreffende het lied NearerMij God
to Thee (Nader mijn God, tot U) vertelt
Sankey bet volgende
Nadat ik een van mijn laatste voor
drachten over de OpwekkiDg3gezangen had
gehouden in de Church of the Covenant
te Washington deelde ik aan den predikant,
dr. Hamlin, mede dat ik gaarne een bezoek
wenschte te breDgen aan president Mao
Kinley. Twee dagen later bezoohten wij
samen h8t Witte Huis (het paleis van den
president). De president groetle mij harte
lijk en zeide dat hij mij dikwijls had hooren
zingen in Ohio. „Ik denk, dat u ook een
goed zanger is", antwoordde ik. Hij glim
lachte en hernam „Bat durf ik niet be
weren, maar ik tracht te ziogen met mijn
hart en versland".
Hij scheen zeer opgeruimd en tevreden
en gaf mij zijn handschrift. Den volgenden
dag vertrok hij Daar Nv.w-York en woonde
de godsdienstoefening bij in de Presbyte-
riaansehe kerk. Toen het lisd «Nader, mijn
God, tot U" werd gezoDgen, hoorde men
dat do president hartelijk meezong en het
sokeen dat de heerlijke inhoud hem trof.
In 1902 werd hij door de hand van een
moordenaar doodeliik gewond. Op zijn
sterfbed hoorde men hem met zwakke stem
herhalen „Nader, mijn God, tot U". Zoo
stierf een der edelste mannen van onzen
tijd. Op den dag zijner begrafenis te Canton
in Ohio werden al de treinen, tramwagens
en bijna alle fabrieken gedurende vijf
minuten stop gezet en in de meeste kerken
van het land werd gezongen „Nader, mijn
God, tot U".
Bisschop Marvin van de Methodistische
Episcopale kerk, reisde gedurende den
burgeroorlog in de wildernissen van Ar
kansas. Hij was ter nedergeslagen en
moedeloos, want de Unietroepen hadden
hem uit zijn woning verdreven. Toen hij
een oude, bouwvallige hut naderde, hoorde
hij iemand zingen „Nader, mijn God, tot
U". Hij steeg af en trad de stulp binnen.
Daar vond hij een ai me vrouw, een oude
weduwe, die vroolijk zong te midden der
grootste armoede. Zijn neerslachtigheid
week van hem, en getroost en bemoedigd
zette hij zijn tocht voort. Hij voelde zich
diep getroffen door het kinderlijk geloof
en de eenvoudige vroomheid dezer vrouw.
Na den slag bij fort Donelson vond
iemand een kleinen trommelslager op het
veld liggen. Eea kanonskogel had den
jongen een arm verbrijzeld. Terwijl hij
daar stervend lag, zong hij „Nader, mijn
God, tot U'\ (Christ. Volksbl)
DE PERS OVER DE TROONREDE.
De bladen maken molding van de ge
wichtigste paragraaf; de aangekondigde
Grondwetsherziening mot verbazing de
meeste dat veel van hetgeen de Staatscom
missie veranderd wilde zien, wordt voorbij
gegaan, zoodat men vrsgeu msgwaartoe
dan al die kosten 6d rompslomp van een
Staatscommissie, gelijk die door minister
Rink in 1906zoopompeuswasg£ïastalleerd.
Be Nederlander o. a. zegt,
Het derde hoofdstuk handelt over „De Staten
Generaal". Het vierde over „De Provinciale
Staten en de Gemeentebesturen". De kiesrecht
kwesties en ahvat daarmee, ook zijdelings,
samenhangt, en zooals het in de rede, waarmee
minister Rink de Staatscommissie installeerde,
werd aangeduid o. a. ook de evenredige ver
tegenwoordiging, 't recht van amendement der
Eerste Kamer,de wijze van verkiezing der Eerste
Kamer, de verkiesbaarheid voor dat college, de
ontbindbaarheid der Prov. Staten, enz. zijn in
die beide hoofdstukken begrepen. Daarentegen
zijn er niet in begrepen verschillende andere
wijzigingsvoorstellen die door de Staatscommis
sie of door enkele harer leden in hun afzonder
lijke nota's, gedaan zijn. Niet b.v. de ontneming
aan de Tweede Kamer van de voordracht voor
den Hoogen Raad de voorgestelde, trouwens
kleine, herzieningen in de bepalingen omtrent
de troonopvolgingde artikelen omtrent (den
godsdienst,welke prof. De Louter wilde wijzigen;
de betere formuleering van de onafzetbaarheid
der rechters (waardoor een leeitijdsgrens zou
mogelijk worden)de bepalingen omtrent de
wijze waarop veranderingen in de Grondwet
kunnen tot stand komen, e. a.
Het schijnt, dat de Regeering omtrent alwat
buiten de hoofdstukken 3 en 4 ligt geen stof wil
opjagen, en voor dat doel ook de eenvoudige
ïedactieverbeteringen,welke de Staatscommissie
in andere hoofdstukken heeft voorgesteld en die
wel geen strijd zouden uitlokken, wenscht prijs
te geven.
Maar overigens is de Troonrede een
mager en mat beestje.
Da Nieuwe Courant (oud-iib):
Wat den overigen inhoud der Troonrede be
treft, er staan veel goede dingen iu, maar.... één
zinsnede ware in de plaats van al deze nieuwe
toezeggingen voldoende geweest.
Iets in dezen geest: Ter vermindering, zoo
niet afdoening, van den stapel wetsontwerpen,
bij U, Mijne Heeren, nog aanhangig, roep Ik
voor liet volgende zittingsjaar uw krachtdadige
medewerking in. Nieuwe wetsontwerpen, be
halve die, welke aan tijd gebonden, dringende
voorzieningen inhouden, zullen U inmiddels niet
worden aangeboden".
Het Nieuws van den Dag (neutraal)
Er is iets mats in het stuk, men springt van
den hak op den tak, het is alsof het ministerie
wilde zeggenzoo gaarne hadden wij veel
voorwaardelijks, veel eerlang's spoedig's, enz.,
door beslister toezeggingen vervangen, maar
dat gaat niet. Wij kunnen nog lang blijven
staan, maar missen het gevoel, vast te stasn.
Zoo ontbreken hier (ie opgewektheid en ook
de groote lijnen die de Troonrede van Sep
tember 1906 tot een program maakten. Geen
woord meer over belastingplannen, over het
debietrecht op tabak, de ^technische" herziening
van het tarief van invoerrechten, en nog meer.
De Middelburgsche Courant (vrijz.-dem,):
In stijl munt deze rede niet uit, wel in be
knoptheid.
Dat laatste is de eenige goede zijde er van
maar overigens is zij een duf stuk, dat veel kans
heeft de zwanenzang van het ministerie-De
Meester te worden, wat wij echter niet hopen.
Het ligt voor de hand dat wij met bijzondere
kalmte al de beloften welke de regeering ons
doet, hebben gelezen en wij de troonrede op
zich zelve meer beschouwen als een getuigenis
van den goeden wil van het ministerie dan als
een profetie van hetgeen hel a.s. zittingsjaar ons
brengen zal.
Al wat tot stand komt is voor ons een mee
valler.
De Standaard, (a. r.)
De Troonrede geeft toezegging van het aan
de orde stellen van allerlei kleine dingen, terwijl
over de groote zaken slechts met'n enkel woord,
en dan nog vaag, wordt gerept.
Dit ministerie gevoelt zich, meent het blad,
niet meer in staat tot groote dingen.
Waarom anders de aankondiging van de in
diening der 'Grondwets-voorstellen zoo vaag
terloops even aangestiptwaarom anders niet
wat meer woorden gewijd aan de arbeidsver-
zekering 't Is alsof de Ministerraad, waarin de
Troonrede zal zijn vastgesteld, verlegen was om,
na zoo schitterend debuut van twee jaren in het
kleine, iets groots te noemenalsof men bang
was, dat de spotzucht over de Staten-Generaal
en over de natie vaardig zou worden, indien in
dit stuk de grondwetsvoorstellen en de arbeids-
verzekering al te zeer op den voorgrond traden.
Behalve deze twee onderwerpen, is 't al klein
goed dat wordt toegezegd.
De Tijd (kath
De Troonrede van dit jaar, laat men het beste
recht wedervaren, door er zoo weinig mogelijk
van te zeggen. Een bepaalden indruk, omtrent
wat er in het aanstaande regeeringsjaar moet en
zal gebeuren, krijgen wij volstrekt niet. Het is
alles even vaag en onzekerja het schijnt, dat
met opzet de terminologie zóó gekozen is, dat
geen grootsche verwachtingen worden op
gewekt.
Ilct Volk (soc.-dem.)
De Regeering is blijkbaar niet van plan, haar
ontwerpen voor grnndwets-herziening in te
dienen, voor het einde van het vierjarig tijdperk
in het gezicht komt. Haar leven is in zekeren
zin afhankelijk van het niet-indienen dier ont
werpen. Heeft zij haar belofte om grondwets
herziening te brengen vervuld, dan heeft zij
ook haar hoofdtaak afgewerkt. Den raad, haar
door eigen vrienden gegeven, nu het blijkt hoe
zwak en hoe onbeduidend zij overigens is, om
de vervulling van die taak niet in de waagschaal
te stellen door een noodeloos rekken van haar
levensduur, slaat zij in den wind. De ontwerpen
voor de grondwetsherziening komen eerlang.
Het zal dus eerder lang dan kort duren vóór wij
ze zien. Dat zou te begrijpen en te eerbiedigen
zijn, als de regeering behalve haar kiesrechtwerk
nog andere groote dingen tot stand wilde brengen
en er de kracht toe bezat. Nu heeft haar houding
al te veel van het zingen van een liedje van
verlangen, en wie dat doet op een post zoo
gewichtig als het regeer-kasteel, brengt zichzelf
en de belangen die hij voorstaat in gevaar.
1)e Nederlander (chr.-hisl.)
Van den vloed van toegezegde ontwerpen in
de be:de vorige Troonreden is nog zeer weinig
tot stand gekomen, zelfs betrekkelijk weinig bij
de Kamer ingediend. Met beminnelijk optimisme
worden thans niet alleen vele dier toezeggingen
herhaald, maar ook een reeks nieuwe daarbij
gevoegd.
Niet herhaald worden andere vroeger aan
gekondigde en nog niet ingediende ontwerpen.
Zoo b. v. de herziening der armenwet, die vol
gens de Troonrede van twee jaar geleden des
tijds reeds »in voorbereiding" was (maar ver
leden jaar niet genoemd werd). Zoo ook de
verleden jaar genoemde belaslingontwerpen, de
herziening van het Strafwetboek e. a.
Wanneer de regeering in deze Troonrede niets
anders verklaard had dan ditwat van onze
vorige toezeggingen nog niet tot stand gekomen
is (men denke behalve aan het bovengenoemde
ook aan de wetgeving op de naamlooze ven
nootschappen, de sneller en eenvoudiger be
rechting van kantonrechterlijke strafzaken, de
herziening der wet op het recht van vereeniging
en vergadering, de wijzigiDg der wonirgwet,
de administratieve rechtspraak, de reeds inge
diende belastingwetten, enz.), dat alles zal in
dit jaar worden afgewerkt, en bovendien zal,
om de politieke franje niet te vergeten, een
voorstel tot grondwetsherziening worden inge
diend, dan ware dit reeds een toezegging, die
minstens driemaal zooveel bevatte dan in een
jaar kan worden afgedaan. Waar zij er nu boven
dien nog een reeks nieuwe zaken bijvoegt, daar
is het verzoek om diligent-verkiaring, dus ook de
de betuiging van levenslust en werkkracht der
regeering, zoo welsprekend mogelijk.
Ons dunkt deze fijne ironie moet de re
geering meer zeer doen dan de botweg
neergeschreven constateering met name
van de Nieuwe Arnhemsche Courant (unie
liberaal Dit alles komt toch niets van.
Het Kiesrecht-Rapport.
II Slot.
Toch is het, alsof, zoo men ook seht
geeft op wat buiten ons Vaderland voor-
Valt, de stemmen, die zich tegen dit indi
vidualistische, abstracte, kiesrecht, verzet
ten, zich vermenigvuldigen. Zelfs Frankrijk
blijft daarbij niet achter. En zoo kon
Pijfferoen, L'èlectorat, politique et admini-
stratif en Europe (1993), blz. 3, sehrij ven
„Les savants et les hommes d'Elat dignes
de co nom s'accordent,pour reclainer
des rouages plutót eompliquées ils désirent
que la suffrage soit organisé, d'aprés le
degré de civilisation, les intéréts géaeéraux
et looaux de la nation".
Dat dit verzet zich openbaart, is zeker
niet te verwonderen.
Het kiesrecht, gelijk ook wij het hebben,
rekent alleen met iadmdu's; met afzon
derlijke raensohen, los van alle verhand,
van allo maatschappelijk bestaan. Maar
een volk is nog iets anders dan eene zekere
hoeveelheid mensohen. Gelijk zoo juist
door Guizot grz3gd werd'). „Un peuple
n'est point une immense addition d'hommes,
tant de milliers tant de millions oomplés
dans un certain espaes de terre, et tous
etmtenus et représentés dans un olrffre
unique qn'on appeile tantót un roi taciót
une assemblee''.2)
Aangehaald in Green van Piinsterer's
A d v i e z e n, dl. I., bl. 373.
2) Een volk is niet eene groote optelsom
van menschen, zooveel duizend zooveel mtlli-
1 oen, saamgevoegd op zekere uitgestrektheid
En wat een volk dan wèl is? Hierop
luidt het door het» gegeven antwoord
„Ua peuple est un grand corps organise
norncé par l'tiaion, au sein d'uno même
p&trie, de eertains plónsen!» sociaux qui
se foment et s'orgenisent eux-mêmes
naturellement, en vertu des lois primitives
de Dieu, et des aetes libres de l'homme".3)
Bij de verkiezingen alleen naar het
zielental heeft men niet ééa element aan
het eigenaardige van een volk ontleend.
De kiezers, naar zuiver administratieve
indeeling bijeengevoegd, missen ook onder
ling allen orgarrischen samenhang. En zij
stemmen, ieder voor zieh, in den regel
hoofdzakelijk naar politieke gezindheid,
hoezeer de Staten-Generaal over tal van
ingewikkelde vraagstukken hebben te
oordeeleD, die met politieke gezindheid
naar de diepere levensovertuiging weinig
of geen verhand houden.
Volkomen terecht schreef De Standaard
in het nummer van 7 Deo. 1.1., dat, zoo
tnen het kiesrecht bouwt op het beginsel,
dat de taxpayer tevens de taxlayer meet
zijn, de consequentie zoude eischeD, „dat
een op dien voet eaamgestelde Kamer uit
sluitend over het vaststellen van belastingen
te zeggen had niet, dat ze de geheele
landspolifiek zou behaersehen".
En zoo ook kan eene Kamer, alleen
saamge3teld naar de diepere levensover
tuiging van de kiezers, moeilijk waarborg
bieden een geschikt orgaan te zijn orsj over
alle zaken, die tot de regeeringsiaak be
boeren, een oordeel te velleD. Ja, derge
lijke samenstelling levert natuurlijk het
groote gevaar op, en wie zal beweren,
dat dit ook ten onzent geheel denkbeeldig
is dat al meer de vraagstukken, die
behooren tot wat in latere jaren vaak de
„neutrale zöae" werd genoemd, daaruit in
de geheel niet „neutrale zóne" worden
oveigebraeht, en beslist naar eenen maat
staf, gelegen buiten de zaak, waarom het
is te doen.
Het verkiezingsstelsel, gelijk het oek in
Nederland voor de Volksvertegenwoordi
ging bestaat, rekent eenerzijds niet met
het begrip van volk, en anderzijds maar
voor een klein gedeelte met de taak, welke
dit college heeft te volbrengen.
Op den duur kan dit atomistische kies
recht aan den draag naar algemeen stem
recht weim'g weerstand bieden.
Natuurlijk kan het dit niet, warmeer
men het beginsel aanneemt, doorThorbeoke
verdedigd in zijne verhandelingover het
heden daag sche Staatsburgerschap, van het
jaar 1844, waar hij sebreef, dat „het al-
gemeene persoonlijk lidmaatschap van
Staat de grondslag der staatsburgelijke
bevoegdheid" om te stemmen blijft4)dat
bijzondere personen „ziju tevens en van
zelfs politieke personen, regerende tevens
en geregeerd, onderdanen tevens en wet
gevers, op grond niet van bijzondere hoe
danigheden, maar van hunne algemeene
betrekking tot het geheel".5) En zoo er
kende hij dan 00k, flat „het hedendaagsche
staatsburgerlijke stemregteea alge
meen stemregt tot beginsel heeft,", enz.6)
Maar al verwerpt men het beginsel, ge
lijk dit heden ten dage meer en meer ge
schiedt, dat in het burger zijn reeds de
aanspraak op kiesrreoht ligt, en al aan
vaard men het z.g. attributieve kiesrecht,
dan zal het toeb, zoo men dit zuiver indi
vidualistisch toepast steeds moeilijker wor
den de vraag te beantwoorden, waarom
dezen het kiesrecht wel, en genen niet
gegund wordt. Men zal gedwongen worden
gronds, en allen begrepen en vertgenwoordigd
in een enkelvoudig cijfer, dat men nu eens
koning, dan weder vergadering noemt.
3) Een volk is een groot georganiseerd
lichaam, gevormd door de vereeniging binnen
hetzelfde Vaderland van zekere maatschappe
lijke elementen, die op natuurlijke wijze ont
staan, en zich orgauiseeren krachtens de
oorspronkelijke wetten van God en de vrije
daden der menschen.
Historische schetsen, bl. 93.
5) T. a. p., bl. 92.
T. a. p., bl, 94.