No, 288. 1907.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Zaterdag 7 September.
21e Jaargang,
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. 3.
f. P.
DE JONGE VERWEST,
D'HUIJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT m PERS.
BniMMscli OverzieM.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. pf,25.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zy, die zich niet 1 October a s,
op ons blad abonneeren, ontvangen
het tot aan dien datum gratis.
6 September 1907.
„ONWETENDE" KIEZERS.
Wat is die zuoht, die drang tooh mal
Om 't Stemrecht uit te breiden.
Daar nfi reeds zoo'n groot kiezerstal
Valt om den tuin te leiden
Men weet nauw hoe men stemmen moet,
Nog minder wie te kiezen
Een loterij, een kansspel doet
U winnen of verliezen.
Wie maar het best beloven kan,
En met een hart wil prijken
Vol liefde voor den „mind'ren man",
Mag met den buit gaan strijken
De massa, meestal op de hand
Dier politieke bazen,
Waant zich al in Luilekkerland
Als zij victorie blazen.
Krimpt liever 't kiezerscorps wat in,
Wanneer gij meê wilt werken
Om 't volk, in waarlijk goeden zin,
Vooruitgang te doen merken.
Den kiezer die „onwetend" is
Voorts van de Stembus weren,
Is geen reaotie, maar gewis
Een stap vooruit, mijnheeren
Bij de laatste verkiezing voor den Ge
meenteraad te Rotterdam werden in één district
niet minder dan 245 ongeldige stemmen uit
gebracht volgens de »N. R. C." waarschijnlijk
van ^onwetende" kiezers, die sniet goed be
grepen waar het om ging"!
Qèill. Volksblad.)
Andere stemmen.
Wij spraken de vorige week de ver-
waohting uit, dat men in den vrijz. hoek
voorloopig wel om de anii-elerioale spil
zal blijven draaien, en wij noemden enkele
verschijnselen, die daarop wezen.
Er zijn nu tooh andere stemmen gehoord,
die zeker op zioh zelf belangwekkend ge
noeg zijn, maar waarvan het toch zeer de
vraag is, of zij werkelijk resultaat zullen
hebben.
In den Tijdspiegel geeft W. L. van
Malsen een artikel over de toekomst van
het liberalisme. Het ligt in de lijn van
Mr. Van Houten's denkbeelden. Treffend
is zeker de ontevredenheid van den heer
Van Malsen over de resultaten van het
openbaar onderwijs. Hij zegt
„De liberalen hebben voor het volksdeel, dat
hen volgde, het gemoed ontvankelijk gemaakt,
om daarin te strooien het zaad eener nieuwe
Kerk, eene kerk zonder godsgeloof, maar met
uitsluitend aardsche bestemming: een weerzin
wekkend materialisme, dat niets kan en niets
praesteert, zoolang het zich niet met een Staat
heeft vereenzelvigd en meester is van de schat
kist en van den sterken armhet socialisme
werd geboren. Rechtmatig is het verwijt der
Christelijke partijen, dat de openbare school
socialisten kweekt. En dit verwijt treft het
liberalisme zoolang de liberalen vasthouden aan
de openbare school".
De schrijver wil daarom de staatszorg
voor het onderwijs schrappen, om tot be
lastingverlaging te komen. Aan het eind
van zijn artikel zegt hij
„Dan is de weg geeffend voor een tijdperk
van krachtige „anti-sociale" politiek, voor een
tijdperk, waarin geen Van Houten ons behoeft
te verwijzen naar deze verzuchting van Bostiat
I'Etat c'est la grande fiction a travers laquelle
tout le monde s'efforce de vivre aux dépens
de tout le monde". (De Staat is de groote fictie
waarlangs elkeen zich beijvert te leven op de
kosten van elkeen).
Van meer beteekenis is het artikel van
Prof. v. d. Vlugt in Onze Eeuw. Het draagt
tot opschriftVoor alles links
De schrijver is geneigd, die vraag ont
kennend te beantwoorden.
Hij is zeer ontevreden over het optreden
van het Gorkumsohe driemanschap en over
de leuze, daar gehoord het anti-oleriea-
lisme is de vijand.
Een overweging bovenal moest voor de lei
ders, die den eerenaam „liberaal'' zich nog niet
schamen, reden zijn geweest, om tienmaal zich
te bedenken, eer zij, door hun eenparig front
maken tegen „de kerkelijken", dezen in beginsel
hun formulier van eenigheid gewonnen gaven
het was de overweging van dit feit, dat een, op
het Gorkumsche parool beproefde aanval geen
kans van slagen bood, tenzij zoover het, door
geene enkele toezegging gehouden, vrijbuiters-
legertje der uiterste linkerzijde wel zoo goed zou
wezen, zijne hulp te verleenen. Er is, zelfs voor
eene redelijke sterke aanvalsmacht, wel geene
gevaarlijker oorzaak van zwakte te denken, dan
het zich afhankelijk weten van den steun eener
vrijschaar, die lot het einde toe haar volle eigen
meesterschap zich voorbehoudt.
Men late zich, zoo zegt de schrijver ver
der, toch niet op het sleeptouw houdendoor
sleur van overgeleverde gedachten- en ge-
voelens-schakelingen, maar zie de verhou
dingen onder de oogen, gelijk zij zijn.
Men mete eens rustig na, éénerzijds, den
afstand die den „liberalen" Nederlander scheidt
van „den vijand", het „Christelijk" bondgenoot
schap, en, ten andere, de ruimte tusschen hem
en zijne „vrienden", met wier hulp hij weer zoo
dapper op „Rome en Dordt" heeft losgeslagen.
Eene kalme vergelijking van die beide, zuiver
uitgemeten lengten, kon wel eens tot een andere
slotsom voeren, dan de weinig nadenkende had
gemeend.
Als vraag van wetgeving ia het onder
wijsvraagstuk, dat tientallen van jaren
rechts tegen links in het harnas joeg, dood
en begraven.
Eu wat het belastingstelsel betreft, Mr.
van der Vlugt zegt dat onder de vrijzinnige
staatslieden meer dan Óen „practisch" aan
gelegde geest het aloude geloof in de alleen
zaligmakende macht der „directe" belas
ting naar draagvermogen veeleer ver-
wenscht, als een blok aan zijn been, dan,
als een lamp voor zijn voet, vreest.
Zelfs de goudmijn van 't successierecht, wier
opbrengst immers op den duur, ook naar het
oordeel barer geestdriftigste „prospectors", pas
langs den omweg van eene delging der staats
schuld 's lands inkomsten zal mogen omhoog
voeren, is onvermogend om tot tevredenheid
der heetst gebakerde „sociale" wetgevers de
middelen op peil te houden met de klimmende
behoeften. Gaat het voort langs den Duitschen
weg, dan zal, tot bestrijding der daar te maken
kosten, „het tarief" steeds meer, ook voor den
schatkistbeheerder van links, de toevlucht moe
ten worden het tarief, dat op den langen weg
niet met „fiscale" rechten zich laat verzwaren,
zonder van lieverlede tevens den beschermers
in het gevlei te komen.
Maar dan ook, meent de schrijver, moet
bij toeneming aan het lieht treden een
keurverwantsohap tusschen die „Realpo-
litiker" van links en het, in hoofdzaak
Roomschgezinde smaldeel der reehterzijde,
dat tegen een, naar Duitsohen trant ge-
maatregelde, nationale voortbrenging geen
bezwaar koestert, dat stelsel zelfs toejuicht,
mits het verband houdt met een nieuw
geheel van invoerrechten, dat onze nijver
heid het dragen al dier lasten mogelijk
maakt door zijn onbewimpeld bescher
mende strekking. Gelijk andererzijds elkaar
moeten zoeken en ook vinden zullen de
„liberalen" aan weerskanten der „antithe
tische" lijn.
Prof, v. d. Vlugt keurt het vervolgens af,
dat het onderwerp der partijdige benoe
mingen werd gekozen tot een hefboom
voor het in beweging brengen der schare
bij de stembus.
Wie, onder «liberalen", het waarlijk meent,
schrijft hij verder, met zijn beweerden afschuw
vaubenoemingspractijken,als»Christelijkerzijds"
voor het eerst in het openbaar zijn goedgepraat
zoo dan al niet in zwang gebracht, hij zie met
dubbele nauwgezetheid toe bij iederen keer, dat
het getal der staatsbedieningen, dus het patro
nage der regeering, dus de verleiding tot par
tijdig misbruik van haar' kant, staat te worden
vermeerderd buiten de grenzen van stricte nood
zakelijkheid. Het zij hem «een schip op strand,
een shaken in zee", dat de instelling, wier per
soneel inzonderheid, en waarlijk niet slechts
onder spaganisten", den roep geniet van nog
op andere inlichtingen dan nopens ijver en ge
schiktheid te zijn saamgesteld, reeds bij hare
geboorte zijn' en zijner geestverwanten twijfel
wekte, of men hier niet, bij billijker afweging
van de euvelen der staats- en der bijzondere
voorzorg beide, had kunnen toekomen met heel
wat minder ambtenarenrompslomp. En boven
alles vrage hij dit zich afwaar (rechts of
links hij, bij dat pogen om het gewraakte
euvel te voorkomen, in ruimer kring op in
stemming en hulpe rekenen mag.
O >k de besehuldiging, dat de rechterzijde
de reaotie dient, verwerpt de schrijver.
Hij herinnert aan het waarschuwend woord
van Kerdijk tegen de allerwegen dreigende
oorzaak tan bederf des openbaren levens:
het ontwijken van zakelijk betoog door
wantrouwen zaaien tegen de oogmerken,
de drijfveeren der wederpartijders. En zegt
Het verschil, waarop die zwartmakerijen wel
gaarne een hatelijk licht zouden werpen, behoeft
niets te maken te hebben noch met sommiger
baatziek tobben, om te behouden wat zij bezitten,
noch zelfs met veler halsstarrig volharden in het
handhaven van wat nu éénmaal is. Het kan,
reingehouden van die, zeker niet ontbrekende,
maar even zeker onnaspeurlijke drijfveeren, wor
den herleid tot onderscheid van inzicht in de
verkieslijkste methode van hervorming. Behoud
van het voorhandene met zijne misstanden, zijne
onverdiende ellende naast te vaak tergende over
daad, daarvoor ijvert, daarvoor ook pleit, als zoo
danig, geene partij, de groepen in het midden,
zoo min als op de vleugels. Verbetering wil
ieder. In dien oneigelijken zin des woord als
zoekend naar gepaste middelen, waardoor het
levenspeil der schare is te verhoogen, zijn allen
«democraat". Slechts op «de wijze, hoe" gaat
men uiteen. Daarover, daarover alleen loopt het
geding. Terwijl met name, de tweemiddelgroepen
over het algemeen haar hart hebhen verpand
aan eene voorziening in maatschappelijke nooden,
waarbij persoonlijke en genootschappelijke eigen
hulp vooraangaat, de overheid, integendeel, pas
komt in het tweede gelid, wordt door de uitersten
die rangorde omgekeerd, het heil in dezen aller
eerst van de overheid verwacht. Kortom ginds
is het in groote trekken het Britsche voor
beeld, wat het krachtigst aanlokt: de kloeke
«selfhelp" in zijne onderscheidene vormen het
eerstde staatshulp niet ontbrekend, maar ais
aanvulling; hier, daarentegen, oefent't Duitsche
voorgaan overwegende bekorting de staat, die
leiding neemt en ook de vrije hulpverbanden in
voegt in zijn systeem. Ziedaar, van allen harts
tochtelijken woordenpraal ontdaan, waarop tus
schen verschillend aangelegde geesten zoo rechts
als links de strijd om het hoofdprobleem van
onze dagen neerkomt. Let wel»Zoo rechts als
links". Maar is het dan waarlijk een gezonde
toestand, wanneer de Britschgezinden van den
linkerkant optrekken in gesloten slagorde tegen
hunne geestverwanteu aan de overzij en schouder
aan schouder met zoogenaamd «vrijzinnige"
broeders van Duitsche belijdenis, door wie van
dag tot dag «de vijand" bovenal op dezen grond
wordt uitgekreten, dat hij zoovele Britschgevoe-
lenden in zijne gelederen telt?
Op de vraag voor alles links? antwoordt
hij ten slotte met een beslist neen.
Gold het in de naaste toekomst bovenal, aldus
de schrijver aan het slot van zijn artikel, dê
vrijheden des geestes te verdedigen, die inder
tijd op Rome en Genève zijn veroverd, dan,
zeker, had het een' gezonden zin, langs de ge-
heele linkerlinie het bevel te doen weerklinken
«sluit de gelederen". Maar wie acht thans in
ernst die vrijheden bedreigd?
Of ook welk onderwerp komt binnen een
afzienbaren tijd aan de orde, waarbij die vrij
heden ter sprake, laat staan dan in perikel
worden gebracht? Waar dus de zaken staan,
is het de tegenstellingen van dezen tijd mis
kennen, zoo men een bond der linkergroepen
houdt in stand, die enkel teert op het oude
zeer van het onderwijsgeschil, dat geen geschil
meer is. Vat men, integendeel, de vragen in
het oog, waarvan de naaste toekomst vol zal
zijn, dan teekent daar zich eene groepeering
der partijen, niet naar het onderscheidings
kenmerk, door Groen en Kuyper aangegeven,
en dat, nu onlangs, vreemd genoeg te Gor-
kum eene echo vond ter linkerzijde, maar
veeleer in den vorm van dezen tweesprong
«liberaal" of «democraat". Tegen de «demo
cratie" hebben, bij het ontwarren van die
vragen, de «liberalen" te verdedigen een
tweetal hunner kostbaarste beginselentegen
haar ijveren voor staatszorg hun prijsstellen op
persoonlijke en genootschappelijke eigen hulp,
door steun der oveiheid slechts aangevuld
tegen haar prediken, aanvaarden voor het
minst, van overwicht der talrijke klasse hun
hechten aan gerechtigheid door evenwicht.
Het is daarom een gunstig voorteeken, dat in
de ontworpene uiteenzetting van de leidende
gedachten der vrij liberale partij op beide die
beginselen een passende nadruk is gelegd. Of
een behoorlijk evenwicht zich nog zal laten
vestigen en bewaren, wanneer, door samen
stelling van het volkshuis op «democratischen"
voet, dat, hier al evenmin als elders beschei
den, staatsorgaan gespeeld is in de handen van
Jan Alleman staat ernstig te bezien. Onvol
doende zal daartoe naar hooge waarschijnlijk
heid zijn de door sommigen aanbevolen toe
kenning van het amendeeringsrecht aan eene
eene eerste kamer, die zelve, zij het ook langs
een trap, uit allemanskeuze zal zijn opgekomen.
Wellicht zou Thorbecke, met wiens gezag vaak
«democratischerzijds" zoo gaarne wordt gesold,
ware hij nog onder de levenden, thans de
gelegenheid hebben aangegrepen om door
herziening van het begrootingsrecht zijn lieve
lingsdenkbeeld van naar waarheid koninklijke
ministeriën en daarmee het evenwicht der
machten tot eene werkelijkheid te makeneen
tweetal wenschen, dat tegen zijn bedoeling
door de regeling van het genoemde recht in
48, althans door de daaruit gesponnene prac-
tijken, is verijdeld. Wat daarvan zij, tot een
verzamelen blazen op wijzen, als men dezen
zomer nabij de ineenvloeiing van Maas en Waal
te hooren kieeg, zou de vriend van Groen, die
Rome zoo min vreesde ais vleide, wel niet licht
hebben meegewerkt.
Mr. Tvdeman kan het er vooreerst mee
doen. N. Prov. Grit. Ct.
België.
De Belgische^5,bladen geven kolommen
vol bijzonderheden over den grooten brand
van eergisterenavond, gisterennacht en gis
teren. Wij ontleenen er de voornaamste
van aan het Handelsblad van Antwerpen.
De grootste brand, die ooit ts Antwerpen
woedde, is gisteren namiddag, kort na 5 ure
ontstaan in de houtstapels aan Ferdinan-
duspolder aangestoken door kwaadwil
ligen
Men had reeds herhaaldelijk getracht
stapels in brand te steken, maar de eerste
brandstichters hebben minder kennis van
zaken gehad en, ofwel konden de pompiers
bijtijds hun vernielingswerk verijdelen, of
zetten zij hst vuur aan door regen nat ge
werden planken. Zij die gisteren gewerkt
hebben, moeten beter op de hoogte zj;n ge
weest, want zij hebben harsachtig hout uit
gekozen, poeierdroog, geborgen onder af
daken. Ook heeft dat vuur een zoo snelle
uitbreiding genomen,dat zulks, zonder aan
wezigheid van petrool, niet uit te leggen is.
Het waren de soldaten van het 5de linie,
welke de houtstapels kwamen bewaken, die
het eerst rook zagen oj stijgen en het alarm
gaven. Het vuur vond zulk een gemakke
lijk voedsel dat, toen de eerste hulp van de
brandweer ter plaatse was, reeds verschei
den stapels volop in brand stonden.
De Ferdinanduspolder ligt tusschen de
Eeckersch vest en de houtstatie, noordelijk
van de Mexicodok Een zeer smal sljjk-
beekje loopt er door, dat een arm is van 't
Schijn, genaamd de Gaggelbeek. Aan gene
zyde van dit beekje ligt de De Clercqsteeg.
De oppervlakte, waar de 6 houtstapels lig
gen of liever lagen is circa 6 hectaren
groot, bedekt met kostbaar hout, ter
waarde van verscheidene millioenen. Zoo
als wij zeiden waren reeds twee stapels in
brand en was reeds een hangar ingestort,
toen de brandweer ter plaats® kwam- De
pompiers brachten hun bluschgorief in re
gel om het vuur te bestrijden, maar
er was geen water
De waterleiding is daar in dit afgelegen
oord in zoo smalle buizen gekaualisee d,
dat de pompiers met hunne spuiten al
dezelfde hoeveelheid water op den vuur
gloed wierpen als de eerste burger
van Brussel zou doen.
De hoofdingenieur De Winter, die een
der eersten ter plaats vroeg dadelijk
de hulp der stadssleepbooten maar, voor
aleer de togers met hunne machtige pompen
daar waren, stonden niet minder dan 6
met pitohpine gevulde hangers volop in
band.
Wanneer er eindelijk genoeg water was,
woedde de brand reeds een paar uren.
Kort vóór middernacht, terwijl wij in
Ferdinanduspolder stondeD, werd ons mee
gedeeld dat de Entrepot Saint-Felix in
brand stond.
De overheden staren als radeloos voor
zieh uit
Steekt men nu heel Antwerpen (n brand
Wij naar de Oude Leeuwenrui waar
we, tot onze groote verlichting vaststellen,
dat het nieuws ongegrond was, doch ook
waarnemen dat een hevige brand was
uitgebroken in de Romein-natie, een oud
gebouw, twee verdiepingen hoog met punt-
gevel, gelegen naast gezegden Entrepot.
Die natie werkt aau 't lossen der graan
schepen, en heeft hare inrichtingen in een
oud gebouw, dat langs achter aan het
stapelhuis St.-Felix paalt, en langs den
voorkant er van gescheiden is door eene
herberg, genaamd in den Nieuwen Entre
pot.
Toen de pompiers er kwamen, sloegen
de vlammen reeds langs de vensters der
eerste verdieping uit. Da brandweerman
nen plaatsten verschillende lansen op de
waterleiding en dapper ving men toen 't
blusehwerk aan. In volle vlam stond heel
't gebouw dat gevuld was met ledige
zakken en gereedschappen. Vlug en goed
moest er gewerkt worden of 't zou weer
een brand van belang geworden zijn.
Da naastliggende herberg in den Nieu
wen Entrepot werd erg bedreigdher
haalde malen vatte de kroonlijst vuur,
doch telkens gelukte men er in de vlam
men weer opnieuw te dooven. leverig
werkten onze pompiers, en vóór een uur
verstreken was, had met het vuur over
meesterd.
De burgemeester Hertogs had dezen
naeht, alvorens de plaats der ramp te
veriaten, de hulp der pompiers van Brussel
en Gent gevraagd.
En het was noodig.
Met al die brandstichtingen, met al dit
valsch arlarm, met dit onophoudelijk uit
rijden nacht en dag en dan met die ramp,
die in uitgestrektheid al overtreft wat te
Antwerpen werd gezien, is het niet te
verwonderen dat onze brandweer er bij
valt.
De pompiers van Gent, per telefoon ge
vraagd, zijn dezen morgen om 7 ure naar
Antwerpen vertrokken. Zij hebben met
zieh de nieuwe groote maehien, die 6000
liters water per minuut geeft, alsook 46
darmen en een wagen met ander materieel.
Om 8 ure 21 kwamen zij in de statie
aan en ten 9 ure bevonden zij zich ter
plaatse 13 man bedienden het materieel.
Met den trein van 7 ure zijn uit Brussel
20 man vertrokken naar Antwerpen en
eene stoompomp van 1500 liters water
per minuut.
Dezen middag vertrokken uit Brussel 30
man versterking naar Antwerpen.
Dit stelde onze pompiers in staat eenig-
zins rust te nemen in den loop van den
dag, na 48 uren letterlijk onafgebroken
gewerkt te hebben
Dezen middag, om 12 ure, had het vuur
zijne grootste uitbreiding bereikt.
Heel het terrein in Ferdinanduspolder,
op eene oppervlakte van 60,000 met. vierk.,
was ééne vuurzee. Tusschen de houtstatie,
ten zuiden, en den vestingwal, ten noordeD,
woedt de vlammenzee niet eene nooit ge
ziene kracht. Alle daar liggende stapels
zijn de prooi der vlammen en het vuur
zal niet ophouden, vóór alles is uitgebrand.
Alles is veroordeeld.
Om de overdreven berichten van enkele
morgenbladen te weerleggen weze gezegd,
dat, grosso modo, de bevoegde personen
de waarde van t hier gestapelde hout, op
2 millioen schatten. Gezien de richting van
den wind, die dezen morgen in zuid-ooste
lijke riohtiug is overgeslagen, moet men
al het mogelijke doen om het overslaan
der vlammen in de richting van Asiadok
te voorkomen, wat onherstelbare onheilen
zou kunnen teweeg brengen.
Dezen morgen is een der soldaten van
de genie, die heel den nacht gewerkt en
zioh waarlijk onderscheiden had, van af
matting ineengezakt.