Is kesp
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
ELEN,
Is
No, 281. 1907.
Vrijdag 30 Augustus
21e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
og te koop
Söp~
et Schuur
du,
koop9
laltastaM
Welk© school.
["vaars,
OP
en
5öp
-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S. J. DE JQNGE-VERWE5T, te
F. P, D'HUIJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT m PERS.
BZJBG: -
Het staat vuil,
wanneer uw
den door levend
oor 25 cent een
•ECOLÜGNE en
rein en zuiver.
Middelburg.
arijving pl.m. 500
lende in den boom-
in" by Middelburg.
in te leveren vóór
L. MELIS, „Arne-
igen in den Buren-
omen en inschrij-
icht tot en met 30
E Jz. te Ierseke.
JOBSE,
Vestkapelle.
TE KOOP
oote- en Hleine
>nd door J. DE
31'doro informatiën
geboden.
[UIJ, Midelburg.
rek.,
omburg.
w 1 a n d.
suf.
K, 's-Heerenhoek.
fER, Vrouivepolder.
aan de rekening,
inkenszand.
terstond in dienst
P. G., bij W. C.
bij Ter Neuzen.
n van instemming
id, dat het huis er
lijks in Charles, dat
en toejuiching luis-
ie oogen welde en
olde Neen, iedere
dat Charles boven
en daarom eerden
dat hij eene zoo
ijken liet. Anderen
voeligheid. Eduard
es als een broeder
d, dat hem bet bart
heimelijk een traan
r ok Thomas Be rton
iin buis zijn cogen
de aandoening aan-
eraar aan'e'ding om
tracer) als deze niet
en dat rij er allen
dat nooit van hen
lij ging heen zonder
ad plaats genomen,
emdend dat Robert
1 van deelneming
deelde in zijce eer
eken kon hij niet.
ïem de hand, en die
an woorden,
uitgedeeld en alle
iren, liep de samen-
ereugdegejuich ten
Daar gewoonte de
eden.
gebeurtenis wierp
het genoegen van
Wordt vervolgd.)
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02°.
UITGAVE DER FIRMA
Er ligt ergens in Nederland een wel
varend dorp.
De bevolking is op godsdienstig gebied
tamelijk eensgezind. Men vindt er enkele
Roomsohen en ook een paar Joden, maar
die zijn van buiten ingekomen de eersten
als bewoners van pachthoeven, die bij
openbaren verkoop in handen hunner
geestverwanten waren geraaktde laat-
sten om door negotie hun brood te win
nen.
Invloed op den gang van zaken hebben
ze dus niet en willen ze niet een zeer
onaangenaam leven hebben, dan moeten
ze zich, zoo immer mogelijk voegen naar
de groote meerderheid der bevolking.
Die groote meerderheid is van den
protestantsohen godsdienst.
De «gereformeerden'' hebben er eenige
verspreide leden, die bij genabuurde ker
ken «inwonen", maar hun aantal is te
gering, dan dat zij zioh zouden kunnen
doen gelden. Ze hebben daar trouwens
ook niet veel zin in, want door hun «isole
ment" wonnen ze niet aan «kraoht" ter
wijl door gemengde huwelijken enz. hun
aantal eer af dan toeneemt.
Overigens behoort de gansohe gemeente
tot de Hervormde Kerk.
Deze heeft, hier ter plaatse, steeds
orthodoxe predikanten gehad. Voorheen
waren ze «gematigd" orthodoxlangza
merhand werden ze «goed" orthodox en
sinds eenigen tijd staat er zelfs een pre
dikant van oonfessioneele richting.
Zooals ik zei, het dorp is welvarend.
Er zitten boeren, die voor een ton niet
behoeven op te staan en er zijn er velen,
die een bankje van honderd gulden geven
kunnen, zonder dat ze er feitelijk iets van
merken.
Een merkwaardigheid van deze ortho
doxe gemeente is, dat ze geen christelijke
school heeft. De openbare school heeft zes
looalen, werd voor 'n paar jaren nieuw
gebouwd, is naar de eisohen des fyds in
gericht en bijna al de kinderen uit het
dorp gaan er school. Ook die der gerefor
meerden voor 't grootste gedeeltezeer
enkelen bezoeken een christelijke school
in de omgeving.
Ean halve eeuw geleden sloud aan 't
hoofd der openbare school eeD godvreezend
man, wiens nagedachtenis door de oude
inwoners nog in eere wordt gehouden.
Na hem zijn er verschillende hoofden
geweest en 't is langzamerhand minder
geworden. Eerst werd er gebeden en ge
dankt, 'n psalmvers gezongen en Vrijdags
uit den Bijbel verteld. Later, onder een
nieuw hoofd, werden Bijbel en psalm
boek opgeborgen en bleef alleen een for
mulier-gebed gehandhaafd.
Toen kwam er een waarmee de gemeente
«bekocht" was.
Men had hem benoemd, zonder goed te
weten, wat men aan hem had, maar toon
hij eenmaal ter plaatse was en in de school
stond, ontpopte hij zioh als 'n echte Dage
raadsman, die z'n ideeën niet onde,r stoelen
of banken schoof.
't Gebed werd afgeschaft en af en toe
kwamen de kinderen thuis met dingeD,
die ze in school gehoord hadden en waar
mee de ouders gansch niet waren inge
nomen.
Er kwam beroering in de gemeente.
Zelfs werd er een vergadering gehouden,
waarop in beginsel tot de oprichting van
een christelijke school werd besloten. Een
der meest gegoede boeren zegde dadelijk
500 gulden toe, zoodra men zou rondgaan.
De zaak sobeen beslist.
Maar even later krijgt 't hoofd, die den
grond onder zijn voeten voelt branden, een
benoeming naar elders, die hij aanneemt.
Door samenwerking van den schoolop
ziener,den burgemeester endentoeamaligen
„gematigd" orthodoxen predikant, werd een
opvolger gezocht, die «gematigd" modern
was in zijn godsdienstige opvattingen.
't Gebed bij 't begin van den morgen
en 't einde van den middag-schooltijd werd
in eere hersteld de psalmen bleven wel
gebannen, maar enkele liederen waarin
bezongen werd de grootheid en goedheid
Gods, aller schepselen Vader, vestigden
den indruk, dat men tooh op de openbare
school wel weer van godsdienst weten wou.
De beroering werd gesust.
De Vereeniging voor Cbr. Nat. School
onderwijs kwam niet tot stand.
Weldra keerde de rust weder.
Tevreden waren veleu niet.
Wel zag men 't hoofd der school om de
14 dagen een3 in de kerk, maar het onder
wijzend personeel was, op zeer zeldzame
uitzonderingen na, kerksohuw, las op Zon
dag liever romans, wandelde en fietste.
Maar de beroering van voorheen was
voor allen min of meer een les geweest,
en ze wachtten zioh wel, door hun doen
en laten bepaald aanstoot te geven. De
dorpelingen werden 't gewoon. Zeer stel
den ze 'top prijs, dat de oonfessioneele
predikant in de sebool godsdienstonderwijs
ging geven, waarbij hij door bet personeel
zeer voorkomend werd behandeld.
Van een christelijke school werd niet
meer gerept. De weinigen, die er nog voor
zouden willen ijveren, vonden geen gehoor.
Toch bemerkte de predikant, dat het
godsdienstig gehalte er niet op vooruitging.
Vooral over de jeugd en jongelingschap
moest hij zioh bedroeven. Wel was hun
leven meestal onbesproken, maar er was
zoo weinig ernst in hun leven en ze waren
zoo onverschillig voor deD godsdienst. Erger
nog was de onwetendheid, waarvan hij op
de catechisatie soms ongeloofelijke staaltjes
te hooren kreeg. Dan was het in deDaburige
gemeente, waar hij als consulent oateohi-
seerde en waar een ehr. school wa«, toch
anders. Daar wisten de jongens en meisjes
iets, soms véél van den Bijbel af.
Het doet er niet toe, waar deze gemeente
ligt of hoe haar naam is. Dit is zeker,
men viodt ze in alle provinoiën boven den
Moerdijk. Wie een weinig in zijn omgeving
rond keek.kan een heel ristje namen in vullen
Op zulke gemeeDten doelen de ehr.
historisehen vooral, als ze aansturen op een
«christelijke openbare school". Ik keur
hun doen niet af, maar, waar ik in m'n
leven meermalen dergelijke gemeenten van
nabij leerde kennen, moet me toeb iets
van het hart.
Ik meen, dat het dr. Kromsigt was, die
dit feit besprekende, bet toeschreef aan de
gehechtheid der bevolking aan de open
bare sohool.
Dat is niet de hcotdreden.
De hoofdoorzaak moet gezocht worden
bij de predikanten, die in zulke gemeenten
gewerkt hebben en nóg werken. Talrijk
zijn de gevalleD, dat zulke leeraars niet
te bewegen waren, om een vinger voor de
oprichting van een ehr. school uit te steken.
'k Heb zelfs een gansohen avond bij een
predikant gezeten, dien ik om zijn leer en
leven hoogachtte, zónder hem te kunneu
bewegen het initiatief te nemen tot oprich
ting eener Chr. Sohool, hoe noodig het
ook in de gemeente was en hoe hijzelf ook
over 't openbaar onderwijs klaagde.
Nu moet men, om de houding dezer lee
raars ik zeg niet goed te keuren of toe te
juichen maar te verklarenzich in hun
gedachtengang inwerken.
Dr. Kr. heefc het op deze manier uitge
drukt Ze zijn bang de antithese in de ge
meente binnen te halen. Een schoolstrijd
werkt scheiding. En het is vrees voor die
scheiding, die vele predikanten weerhoudt.
Sommigen vreezen.dat die scheiding leiden
zal tot „Scheiding" ook in de kerk. Die
vrees is vrijwel ongegrondde ervaring
leert,dat waar de hervormde predikant zich
kloek en fier voor het chr. onderwijs ver
klaart, de „Scheiding" wel wordt doorgezet
door de min of meer moderne elementeD,
die een af dseling van den Protestantenbond
vestigen, maar dat hij de gereformeerden in
zijn gemeente des te nauwer aan zich ver
bindt. Maar de meesten duchten juist die
afscheiding der niet- en half-orthodoxen.
Nu komen ze nog af en toe in de kerk en
dus onder het gehoor der waarheid.
EN VAN
Nu gaat er weinig actie van hen uit.
De godsdienstige en geestelije eenheid
der natie is een ideaal, dat sterrenboog in
de lucht hangt Maar in hun eigen gemeente
bestaat die eenheid nog in schijn ten
minste. En dien schjjn wenschen ze te be
waren.
Laten ze dns maar eerlijk erkennen, deze
predikanten, dat 't niet de gehechtheid aan
de openbare school van hun gemeente,maar
dat 't bun zucht om den schjjn van eenheid
te bewaren, geweest is, waardoor in vele
gemeenten de oprichting eener chr. school
belemmerd werd.
En dét is onze groote vreesdia
zelfde zucht om ten koste van bijna alles
Ae eenheid niet te verstoren, zou hen, als
de gemeenten het recht kregen,om de open
bare school te christianiseeren er toe leiden
om daarbij vooral zeer „gematigd" te werk
te gaan.
Wij vreezen de „verflauwing der
grenzen".
Mogelijk is er in deze beschouwing nog
wel een en ander dat onzen lezer3 belang
inboezemt als hebbende ook betrekking op
de plaats hunner inwoning.
Wat de schrijver omtrent dr. Kromsigt
zegt, zal wel juist zijn. Doch reeds in
September 1900 plaatste deze leider der
Frieseh Christelijk Histoiisehe partij een
artikel in de Gereformeerde kerk waarin
zij heel de vrije school loslaat, haar princi
pieel verwerpt, en terugkeer eisokttotde
Gerèformeera openbare school als de school
der Overheid.
Een verwerpelijk standpunt,dewijl'tden
schoolstrijd juist vijftig jaren zou terug
stellen, en met omkeering der verhoudingen
de tegenstanders der Gereformeerde staats-
sohool in dezelfde conditie zou brengen als
waarin de tegenstanders der neutrale
overheidssehool hebben verkeerd.
Dwang dus, maar nu in omgekeerde
richting.
'29 Augustus 1907.
Met 't ongeval te Scherpenisse heeft dan
nu het mond- en klauwzeer ook in onze
provincie zijn droeve intree gedaan.
Wij hebben iedere pestilentie, die God
over ons of over ons vee zendt, te beschou
wen als een kastijding Gods, en Hem met
ootmoed des harten daarin te erkennen.
Maar Diet minder rust op ons ook de
dure pliobt om ons te onderwerpen aan
de maatregelen die de overheid en door
haar in dit speoiaal geval 't veeartsenij-
kundig staatstoezicht ons oplegt tot isolee-
riog, kon't zijn, van dit gevreesde kwaad.
Daar zijn middelen tot beteugeling, tot
voorkoming misschien gegeven.
Tegen iedere ziekte die God zendt, heeft
Hij ook het afwerend middel ter beschik
king des mensohen gesteed.
Het is niet zeker dat het overal gevonden
isdoch waar men meent het te bezitteD,
daar make men er gebruik van.
In verband hiermee herinneren wij nog
maals aan onze mededeelingen in De Zeeuw
van 9 en 22 dezer, inzake koud-waterbe-
handeling en 't voeren van zout.
Het laatste nemen wij nogmaals in'tnom-
mer van heden op.
En wij voegen er den raad bijMen
doe onmiddellijk aangifte bij de allereerste
verschijnselen der ziekte.
Intusschen mogen wij in dit verband niet
zwegen van de zeer groote onbillijkheid
der wet tegenover den landbouw.
Die wet is te veel politiewet en te weinig
geneeskundige wet.
Zij bedreigt met hechtenisboeten, ver
beurdverklaringen wat zy nieten belooft
geen voorschot, tegemoetkoming, schade
loosstelling, wat zij wel behoorde te doen.
Die wet behoort zoo spoedig mogelijk
veranderd te worden.
Indien vaststaat, dat afzondering der zieke
en verdachte beesten verspreiding der
ziekte voorkomt, dan moet het Rijk, ten
einde met de eerste gevallen onmiddellijk
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
te kunnen worden in kennis gesteld, er de
volledige schadevergoeding voor over heb
ben, te beginnen mot voorschot aan die vee
houders, die de dagelijk3che inkomsten der
opbrengst van den melkverkoop niet kun
nen missen.
Hierop dringen wij bij deze aan.
Ongetwijfeld zijn er onder onze lezers,
die belangstellen in da mededeeling dat de
volgende week de nikkelen stuiverstukken
in omloop zullen worden gebracht.
Noch deze week zal ean eerste bezending
van deze nieuwe geldsoort 's rijks munt
verlaten.
De nikkelen stuiver zal den omvang van
een kwartje hebben, maar eens zoo dik zijn
als ons bekend vijfstuiverstukje en 250 pCt.
nikkel en 750 pCt. koper bevatten.
Auto-veriragers.
Wjj ontleenen aan de Nieuwe Courantin
de hoop op eenig effect ook voor onze pro
vincie, het volgende
Naar aanleiding van het automobielonge
luk aan het Kanaal en de daarna van ver
schillende zijden gemaakte opmerkingen
omtrent de snelle vaart van automobielen
wordt medegedeeld dat reeds voor eenige
jaren door dhr. J. W. H. Uytenbogaart, in
genieur alhier, een toestel is uitgevonden,
om aangebracht achter op een automobiel
te verhinderen dat de bestuurder met een
grootere snelheid rijden kan dau veroor
loofd is. Aan het toestel bevindt zich een
kleine arm met roode schijf welke de snel
heid bepaalt; is deze naar boven gericht
zoo ia 't slechts mogelijk langzaam te rijden
bv. in de kom eener gemeentewaar onderen
gericht kan eerst de maximale toegestane
snelheid bereikt worden. Beide tempo's
zouden wettelijk kunnen worden vastge
steld. Elke politieagent kan du3 daardoor
een directe contrOle uitoefenen.
Om tegen misbruik verzekerd te zijn is
verder een ronde ruit aangebracht, waar
achter, zoodra de snelheid overschreden
wordt een roode schijf te voorschijn komt,
des avonds verlicht, tevens een alarmsein
gevende. Elke snelheidsovertreding wordt
buitendien binnen in 'ttoestel opgeteekend;
dit zou dus geplombeerd moeten zijn en
onder politietoezicht staan, desnoods door
maandelijksche controle en bij overtreding
intrekking van het rijbewijs.
Dat het toestel nog ni6t in den handel
gebracht is, vindt zoo meldt men verder
daarin zijn oorzaak, dat de automobilist
er absoluut geen belang bij heeft, zich een
dergelijk toestel aan te schaffen. Alleen
door wettelijke regeling en wettelijke con-
tróle is de vervaardiging mogelijk en zou
dan tevens door de grootere quantiteiten,
de prijs zoo laag gesteld kunnen worden
dat het toestel ook veor motorrijwielen toe
te passen is.
Behalve voor militaire doeleinden is de
bestuurbare luchtballon een uitvinding van
beteekenis voor allen die al zoovele jaren
hebben uitgozian naar het bereiken van da
Noordpool.
In 1397 ondernam André een tocht per
luchtballon met het doel om de Noordpool
te bereiken. Noch van den ballon, noch van
de reizigers is iets.
Nu de luchtvaart een nieuwe phase is
ingetreden duikt opnieuw de lust op, om
de Noordpool per ballon te bereiken.
Een stoutmoedig reiziger, ditmaal een
Amerikaan, die reeds in 1894 beproefde
van Spitsbergen uit, met booten, dio als
sleden konden gebruikt worden tot de Pool
door te dringen, zou een nieuwe poging in
dat gebied van fis en sneeuw wagen.
Alle hulpmiddelen van den nieuwen tyd
zullen gebezigd worden, om den tocht te
doen slagen. Een vonkentelegraaf- toestel
zal da ballon in gemeenschap houden met
de noordelijkste haven. Motor-sleden zullen
meegenomen worden. De ballon zal een hut
dragen, waarvan de wanden met zeildoek
bedekt zijn en waarin twee motoren kunnen
geplaatst worden, terwijl er dan nogruimte
overblijft om te slapen en te werken.
Behalve motor-sleden zullon ook red-
dingsbooten meegenomen worden en provi
and voor 75 dagen.
Behalve de luchtreiziger zal eenmeterio-
loog en een aardrijkskundige deelnemen
aan de expeditie, ook een zeevaartkundige
en een deskundige bij de draadlooze tele
grafie, voorts een arts en een scheikundige.
Hst laatste bericht is van 21 Aug. uit
Spitsbergen en meldt dat bij gunstig weder
het compas zal geverifeerd worden, en dat
men hoopt binnen enkele dagen de Pool
tocht aan te vangen.
Bet wenschen van goede reis by zoo
danige expeditie heeft meer als gewone
beteekenis.
Vorstenbezoek.
Het jaar 1907 is tot nu toe rijk geweest
aan bezoeken door regeerende Vorsten in
andere lauden afgelegd.
Eerst maakte de Emir van Afghanistan
eeDe reis door Eogelsoh-Indië.
Toen ontmoetten de Keizers van Duiteoh-
land en Rusland elkander in Swinemüade,
later bezoeht de Kooiog van Engeland
Keizer Wilhelm op Wilhelmshöheendaarna
zagen de Koning van Engeland en de
Keizer van Oostenrijk elkander te Isckl.
Bij die gelegenheid had ook de Piaosche
minister Clemeneeau een onderhoud met
Engelands Koning.
De Koning en de Koningin van Siam
zijn bovendien op dit oogenblik rond
reizende, terwijl het plan sofeijnt gevormd,
dat de president der Fransehe Republiek
Engeland zal bezoeken.
In Amerika is de President nog nooit
op reis geweest. Zoolang hij in functie is
blijft hij in het land en bij zijne zaken.
Roosevelt maakte het eerst eene uit
zondering op den regel door de landengte
van Panama te bezoeken en dit breken
met eene oude gewoonte heeft beel wat
opzien gebaard. De Doge van Genua moeht
vroeger ook niet Genua verladen, zoolang
hij regeerde en toen Lode wijk KIV, op
de Republiek verstoord, eisohte dat de
Doge hem in persoon zijne veronts"hul-
digingen zou komen aanbieden voor hetgeen
zijn toorn had opgewekt, liet hij eerst door
de regeering van Genua deoreteereD, dat
die Doge, door het verlaten zijner stad,
niet van zelf zijne waardigheid zou ver
liezen. Republieken onderscheiden zich dus
ook op het hier besproken punt zeer dik
wijls van monarchiëa en het ligt voorde
hand, dat een President, die slechts amb
tenaar is, op reis eene heel andere positie
beeft dan een souverein Vorst, maar
Frankrijk bewijst opnieuw, dat daar met
den val der monarchie niet al de oude
monarchale overleveringen zijn afgeschaft
en dat het volk nog in zeer vela opzichten
monarchaal der kt en voelt. Badplaatsen
spelen vo ral bij dergelijke politieke en
officieele tesoeken een groote rol. Gastein,
Kissingen, Tepïitz, Baden-Baden en Ems
hebben dikwijls bijeenkomsten van Vorsten
aanschouwd en het was te Plombières, dat
Napoleon III en Cavour het eerst de
plannen beraamden, die op den veldtocht
van Solferino (1859) en de bevrijding van
Italië zouden u'tloopen.
Het loopt minder in het oog als de
Vorsten elkander op badplaatsen ontmoeten.
De zorg voor de gezondheid kan dan bet
voorwendsel zijn, dat het ware politieke
doel verbergt en badplaatsen zijn min of
meer neutraal terrein, waar Vorsten el
kander kunnen zien, zonder dat de toe
nadering het meest of het eerst van eene
zijde gekomen is. Het bezoek gaat dan
ook met minder eeremon'ën en minder
kosten gepaard.
Bij hun bezoeken aan elkander volgen
de Vorsten van onze dagen het voorbeeld
hun door vroegere Vorsten gegeven. Men
denke slechts aan de beroemde samen
komst van Frans I en Hendrik VIII van