No. 279. 1907.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
Woensdag 28 Augustus
21e Jaarga
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. 5, J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P, D'HUIJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
ONS STÊEYÊNI
Op de Levenszee.
li IT m PERS.
vtv.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1 —5 regels 50 cent, iedere rege!
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Volgens het eerste artikel van ons
Program streeft de Anti-revolutionaire
richting er naar het Nederlandsche volks
karakter, zooals het door het Calvinisme
verdiept, gereinigd, geheiligd en bewaard
werd, tot verdere ontwikkeling te brengen.
Derhalve traoht zij te bevorderenden
dienst van God, den eerbied voor zijne
ordinantiënde vrijheid, waarvan de
oonsoientie-vrijheid tegelijk wortel en kroon
isde openbare eerbaarheidalle goede,
d. i Christelijke zeden de gehoorzaam
heid aan het wettig Gezagde goede
trouw tusschen .den msnseh en zijn naaste
kortom alle. trekken, die het Calvinisme
althans in beginsel in ons volkskarakter
vond en schooner uitbeitelde, naar de lijnen
van het Woord van God. Ba dat streven
der Anti-revolutionaire richting is niet
onvruchtbaar, want diep, zéér diep zijn
die karaktertrekken gesneden in het hart
der natie.
In de vorige eeuw is er een tijd ge
weest, dat seliier al wat hoog, groot en
machtig was in Nederland, het Calvinisme
bespotte en verachtte. Wie Calvinist was,
werd gerekend te bebooren tot de „Nacht-
school" en deze werd gehoond, versmeten,
afgetrapt! liet Calvinisme werd vooreen
overwonnen standpunt gerekend. Letter
lijk aller hand was in gramschap gekeerd
tegen ieder, welke het Calvinistisch type
vertoonde uit den bloeitijd van ons natio
naal bestaan.
Maar door Gods genade bloeide dat
type voort in de nederige woningen onzer
handwerksliedenonder de rieten daken
onzer boerenhoevenin de binnenkamers
onzer kleine burgerij. Het schelden en
schimpen der aanzienlijken stuitte af op
het hartelijk smeekgebed der eenvoudige,
geloovige huisvaders, wier sterkte in God
en wier dierbaarste wensoh was dat
gereformeerde type te mogen overplanten
op de kinderen, die God hun gegeven had
En tegenover die biddende huisvaders
bleek alle aardsche grootheid machteloos.
De biddende Calyinist bleek een onuit
4)
FEUILLETON.
Heden avond las zij den 37sten Psalm
en legde bijzonderen nadruk op plaatsen
als deze „"Vertrouw op den Heer"; „ver
lustig u in den Heer"; „wentel uwen weg
op den Heer en vertrouw op hem"; „zwijg
den Heere''; „de gangen des rechtvaar
digen worden van den Heer bevestigd en
Hij heeft lust aau zijnen weg".
Daarop knielden allen neder en tante
Esther smeekte van den Heer een zegen
„O God van Abraham, Izaak en Jakob,
trouwe verbonds-God, die ods in Christus
uwen eeniggeborene, een Vader en helper
rijt, aan U bevelen wij onzen wegdoe
Gij genadig ons alle dingen medewerken
ten goede. Laat uwe wolk- en vuurkolom
ons leiden, waar Gij ons pad op aarde
rieht, tot eenmaal wij in uwen hemel ons
vaderland en tehuis vinden. Beware ons
Uwe lielde, als de appel uwer oogen.
Breid over ons uwe vleugelen nit en leid
ons door Jezus Christus op den eeuwigen
weg. Amen".
SPEL EN EXAMEN.
„Bravo bravo juichten allen, en een
algemeen handgeklap ging 0p, toen Charles
den eersten toegezonden bal met zijn kolf
zao volop en stevig raakte, dat hij ver over
het veld vloog.
De predikant, wiens hart bij het spel
was, kon niet nalaten op te staan en naar
Charles' vader te gaan: „Mijnheer Harvey"!
zeide hij, „als uw jongen, een knappe gast
als hij is, ziohzelven meester blijft, zal de
kans spoedig gekeerd zijn en winnen de
witten. Wat werkt hij netjes met zijn
roeibaar typeen toen God ons volk
leiders schonk, eerst Groen en daarna
Kuyper, vertoonde het doodgewaande
Calvinisme een kracht, een levenskracht
zóó groot, dat de wereld er van schrok
en er zieh over verbaasde. Binnen korten
tijd Dam het een leidende positie iD, schonk
de Kroon invloedrijke ministers en wist
het gewichtige punten van zijn Program
te verwezenlijken.
En wie weet, wat de toekomst nog voor
ons in haren schoot draagt (indien immers
de zegen des Heeren niet ontbreekt) daar
ons volkskarakter en het Calvinisme als
op elkander schijnen aangelegd
De merkwaardige overeenstemming tus-
sohen het Calvinisme en ons volkskarakter
maakt onze partij toteeneoht Nederlandsche.
Het liberalisme is geïmporteerd uit het
buitenland het Calvinisme wortelt in onze
historie.
De vrijzinnigheid viert hare schitterend
ste triomfen in onze groote steden, welke
esn internationaal karakter vertoonen het
Calvinisme op het platteland, waar het
Nederlandseh type het zuiverst bewaard
bleef.
Groen kon zijne Calvinistische gedachten
met reoht Nederlandsche gedachten noemen
en aan zijn geopend graf getuigde een
vrijzinnig staatsman, dat niemand meer
Nederlander geweest was, dan hij
Ook daarom bestaat er tussehen het
Calvinisme en Socialisme een ondempbare
klove.
Het Calvinisme traoht het Nederlandseh
volkskarakter, dat in de 16e eeuw zoo
heerlijk opbloeide, tot steeds rijker ont
wikkeling te brengen en is derhalve bij
uitnemendheid nationaal.
Het Sooialisma is internationaal en daar
om anti-nationaal.
Het verdeelt heel de mensohheid in twee
klassende kapitalistische klasse en de
klasse der arbeiders. Dat is de eenige ver
deeling, welke het socialisme erkent.
Het tracht de arbeiders van alie landen
te vereenigen tot een groote, diehte, grauwe
massaen in zooverre het daarin belem
merd wordt door nationale scheidsmuren,
haat bet deze en poogt ze omver te rukken.
Wel hebben Van Kol en Schaper beloofd
naar de grenzen te snellen als onze vrij
heid bedreigd .werd, maar juist die belofte
kolfMaar ik weet niet, wat hij niet goed
doet. Onlangs had ik een gesprek met
hem kijk 1 daar gaat zijn bal weêr
Bravodat zijn al weêr minstens drie gooien
meeren ik stond waarlijk verbaasd
over zijn algemeene kennis. Gij hebt reden
om trotsoh op hem te zijn, mijnheer Harvey,
en ik hoop daarhoe jhandig was die
gekeerd dat hij later worden mag,
wat hij nu belooft te zullen zijn".
Het spel was nu op eene hoogte ge
komen, dat ieders belangstelling gespannen
was, en niemand meer sprak. Zelfs tante
Esther had haar breiwerk uit de banden
gelegd, om meer opmerkzaam toe te zien.
„Bravo Charles"! „Nog eens goed, Har
vey"! „Houd vol, mijn jongen, houd
u niet op" waren de bemoedigende en
waarschuwende uitroepen voor Charles
Blauwmutsen besterad. Robert Amesbury
en de Witten begonnen voor den uitslag
vrees te voeden. „Toe, Amesbury, raak
de poortVlug jongens, spreidt u beter
uit! Daar is de bal alweer gekaatst''!
waren uitroepen nu hier dan ginds ge
hoord. Intuesehen stond Charles Harvey
bij de oricketpoert met vasten blik en
vlugge hand, en telkens den bal met kracht
teTagwendende, maakte hij de vereischte
gangen met hot uiterste gemak. Zoo bleef
hij verwinnaar, en nu namen de Witmutsen
hem op hunne schouders en droegen hem
onder jubelkreten naar hunne tent. Het
was een heerlijk oogenblik in Charles'
ieven, toen bij daar zoo bij gejubel en
handgeklap als overwinnaar gedragen
werd, en hij nit de hand van den beer
Thornton do rijk met zilver versierde
orioketkolf ontving, die voortaan het eigen
dom der Blauwen zijn zou.
heelt in socialistische gelederen bittere
ergernis verwekten terechtwant
toen zij zoo spraken, spraken zij als goede
Nederlanders en ais slechte socialisten.
Of, wat denkt ge, dat onze sooialisten
zouden doen als eens de socialistische
revolutie in Duitsohland zegepraalde en
de revolutionaire arbeiders-battaillons over
onze grenzen trokken om hier den heils
staat te importceren.
Hoe zou da socialistische leuze opstei-
geren „Proletariërs van alle lande.d, ver-
eenigt uen hoe snel zouden Schaper
en Van Kol (a's zij hun tegenwoordig
standpunt bleven handhaven) onschadelijk
gemaakt zijn, als ontrouwe partijgenooien,
wier socialistisch bewustzijn beneveld was
door nationaal atavisme.
Ook op dit punt geen overeenstemming,
maar enkel tegenstelling tusschen het Cal
vinisme en het Socialisme.
Wij wensehen het Calvinistisoh-Neder-
landsche volkskarakter te ontwikkelen
overeenkomstig den gewjzigden volkstoe
stand, in een vorm, die aan de behoeften
van onzen tijd voldoet.
Dus geen terugdringen naar vervlogen
eeuwen.
Geen provincialisme geen staatskerk
geen beperkte vrijheid voor andersdenken
den geen herleving der oude gilden!.
Niets daarvan
Het Calvinisme zoekt de lessen van het
verledenniet dat verleden zelf.
Deed het anders, dan zou men het naar
waarheid kunnen noemen.- een ovei wonnen
standpunt.
Riddertrouw, riddervroomheid en rid-
dereere zijn ook in onzen tijd goederen
van onschatbare waardij.
Maar het ridder'narnas, het ridderzwaard
en het ridderschild zijn opgeborgen in de
museaen wie ze uit deze schouwzalen
haalde om er mee ten strijde te tijgen,
zou de spot en de gemakkelijke prooi zijns
'tegenstanders zijn.
Neen de Calvinisten van onzen tijd
wandelen niet in versleten rustingen zij
wensehen geen verouderde vormen terug.
Levende in het Heden, aanvaarden zij
het Heden en vragen van dat Heden de
wapenen, die zij behoevende vormen,
welke zij noodig achten.
Zij gevoelen zieh geheel kinderen der
Het was intusschen één uur geworden
en daarmede het tijdstip gekomen, dat naar
bet program voor den dag de vermake
lijkheden lot den avond werden uitgesteld.
Te drie ure zou het examen in het school
gebouw plaats hebben, en na het uitdeelen
der prijzen de thee gediend worden, waarna
het overige van den namiddag aan wed-
loopen, worstelingen en andere oefeningen
en vermaken zou gewijd zijn.
„Heeft het hoofd der Witten ook lust
om met het hoofd der Blauwen het mid
dagmaal te gebruiken zeide de heer
Harvey tot Amerbury, „dan kunt gij daarna
te zamen naar de school gaan".
„Niels zal mij aangenamer zijn", hernam
Amesbury, en hij en Charles begaven zich
gearmd op weg, terwijl de heer Harvey
en tante Esther hen volgden.
„Wel, Robert", zei Charles, „de goede
kans ia heden aan wijn kant geweest en
voor het eerst heb ik u overwonnen".
„Geluk had er minder de hand in dan
goed spel. Gij hebt uitmuntend gespeeld,
Harvey, en uwe overwinning beeft mij
verheugd, want wij bobben er hard om
gekampt, en gij hebt eerlijk en door goed
spelen gewonnen. Maar wat zal het heden
middag zijn
„Wel, wie zal dat zeggen, ik heb er
even weinig gedachte van als dat ik met
cricket winnen zou. Van voller harte gun
ik u den prijs, en toch liever behaalde ik
dien zelf. Dit is zeker, dat als uw naam het
eerst genoemd wordt, ik u van harte zal
kunnen toeroepen „eerlijk verdiend".
„En als gij het eerst genoemd wordt, zal
ik eveneens handelen", hernam Amerbury.
„Wilt ge wel gelooven, Robert", sprak
Charles na een poos van zwijgen, „dat ik
eeuw, waarin God hen deed geboren wor
den en zonder het leven hunner eeuw
geweld aan te doen, het eerend in de
vormen zijner eigen verschijning, eisohen
zij het op voor de glorie van hun God.
27 Augustus 1907.
Indien het ideaal van een menseh is
dat hij een werker zij, en in 't openbare
leven achting afdwingt door eene goed
moedigheid, die principieele positiefheid
iret uitsluit, dan is hel nu ontslapen soo.-
dem. kamerlid P. L. Tak de man geweest
bij wiens graf ook onze lof nietmagzwijgen.
Of juist zijn veel en veelzijdig werken
dezen ijverigen man niet mensehelijkeiwijs
vroeg ten grave gesleept heeft
Hij bereikte slechts den leeftijd van 58
jaar. En hij bekleedde tal van betrekkingen
die bij niet als een sinecure, als een bloot
eerebaantje kon opvatten. Lid van den
Gemeenteraad van Arasterdam, de Pro
vinciale Staten van Noord-Hc-1 land, de
Tweede Kamer (district Franeker), de
Schoolcommissie, de Gezondheidscommissie
en mogelijk nog meer, was hij ook al
sinds jaren redacteur, eerst alleen, later
met den heer Wibaut, van het door hem
gestichte letterkundig-staatkundig week
blad De Kronieken gaf bij zieh hieraan
geheel.
Nogj slechts eenige dagen geleden toog
hij Daar Middelburg om den heer Sannes
in den gemeenteraad te brengen, en naar
Philippine om als lid eener commissie uit
de Tweede Kamer onderzoekingen te doen
inzake den toestand der mosselen-visschers.
De eerste poging gelukte; zijn tweede
daad zal geen vrueht diageD, tenzij een
ander Kamerlid, betzij als oommissielid,
hetzij op eigen gelegenheid, de taalt van
den gestorvene overneemt. Wie wil Wie
der Zeeuwsche Kamerleden wil
Hij zal er de nagedachtenis vsn dezen
werkzamen man beter nog mee eeren dan
de zwakke lof der psra dit vermag te doen.
Sabotage.
Ook het Nieuwe Weekblad, orgaBn yan
de Onafhankelijke Vereeniging in de
Diamantindustrie, laat zieh zeer scherp
uit over de sabotage -.
«Welk ellendeling, zoo zal elk weldenkend
mensch zich afvragen, heeft zooiets het eerst
mij heden geheel andera gevoel dan ooit
vroeger in mijn leven. Dit is de laatste
dag van mijn sohooljongenssehap, en
misschien heb ik wel heden voor het laatst
in Engeland cricket gespeeld. Heden wordt
mijn laatste schoolprijs gewonnen of ver
loren, en het is mij, of ik met die beslissing
zoo met één sprong uit den jongocsleefiijd
tot het standpunt van een man in de
maatschappij zal overgaan".
„Hoe wenschte ik, dat ik met u reizen
kon", antwoordde Amesbutv„sedert ik
van uw gaan naar Australië gehoord heb,
kan ik nauwelijks nalaten, u erg te be
nijden. Vreeselijk zal ik u missen, als gij
weg zijt. Altijd waren wij als broeders,
en zooals gij terecht zeidet, hoewel wij
altijd gewedijverd hebben, nooit heeft dit
ons een oogenblik van elkander vervreemd
of belet, elkander te sleunen ofte helpen.
Het was mij, als moest dit altoos zoo
blijven, en zie, daar komt nu die plotse
linge scheiding".
„En wat zal, als wij voortaan op ons
zeiven staan, onzer beider toekomst wezeD,
Robert? Wat zal de tijd medebrengen?
Zullen wij nog eenmaal ter zelfder plaatse
komen en opnieuw roet elkander wed-
ij veren om ons te onderscheiden Hoe
gaarne zou ik de toekomst weten niet in
alle bijzonderheden, maar om zoo enkele
hoofdpunten te kennen, waar de levensweg
mij breDgen zal".
„Toch zal het wel goed zijn, dat juist
dat ook voor ons verborgen ia", antwoordde
Robert, maar wat ik wel zou willen weten,
is, wat soort man er uit mij groeien zal
of ik een logge dikzak als pachter Broek
land zal worden, of gelijk onze gemeente
secretaris, een jeugdig, vlug, altijd wevk-
voorgesteld, welke zwarte ziel dat denkbeeld
uitgebroed.
»Stel u voor, dat ook in de diamantenindu
strie de werklieden sabotage zouden toepassen.
De kloover zou alles kunnen verslaan, de
snijder alles versnijden en de slijper alles ver
slijpen.
»Nu rest de vraag, welke voordeelen er voor
de sabotage uitroepende werklieden wel aan
verbonden zijn. En dan luidt het antwoord
er zit geen voordeel aan, maar alleen schade,
zelfs voor de betrokken werklieden. Want
allicht zal de patroon er achter komen en
dan kan het niet anders of de patroon zal, als
middel van tegenweer, den naam van den
sabotage plegenden werkman bekend maken,
waardoor hem werk vinden al zeer moeilijk
worden zal.
»Nu vreezen we niet, dat deze tactiek zoo
spoedig ingang zal vinden, hoe scherp vaak
ook patroon en werklieden tegenover elkaar
staan, toch bezit men aan beide zijden goeden
wil en eerlijkheid genoeg om het niet tot
sabotage te laten komen. Bovendien, reeds
na eenige dagen blijkt het den patroon al of
hij met zulk een ellendeling te doen heeft en
dan zal er wel onveranderlijk en terecht éen
woord gesproken worden »er uit I"
«Andermans goederen, waaraan men door
bewerking zijn brood verdient of wil trachten
te blijven te verdienen, te vernielen, zonder
daaruit ook maar eenig voordeel te trekken,
is gemeen, laag, is liederlijk en laf en zij, die
een der-gelijke daad propageeren, maken zich
schuldig aan een misdaad tegenover de samen
leving. Dat men meent, dat de samenleving
niet is, zooals zij behoorde te zijn, is toegegeven,
en dat men met alle eerlijke middelen wil
trachten haar te verbeteren, is zelfs goed te
noemen, maar dat men daartoe ook tot zulke
middelen zijn toevlucht wil nemen, is gewoon
krankzinnig en lafhartig. Krankzinnig omdat
men er den toestand wel slechter, maar niet
beter mee maakt, lafhartig, omdat men gaat
kwaad doen op zoodanige wijze, dat men er
niet voor gestraft kan worden".
De Antirevolutionairen en het
Kiesrecht.
Van geavanceerd-vry zinnige zy de stuurt
men op algemeen stemrecht aan.
En van gematigd-vrijzinnigen kant
schynt men niet te weten hoe daaraan te
ontkomenallengs meer geneigd te zyn
zich daarbij neer te leggen, zy het al met
zekeren weerzin, zonder vertrouwen, dat
zaam persoontje zal blijven. Ook denk ik
er vaak aan, wat men op later leeftijd
voor indrukken heeft, en of de wereld ons
dan geheel anders zal blijken, dan zij ons
nu sis jongens toeschijnt".
„Meer dan eens heb ik meester Strang-
ley hooren zeggeD, dat de toekomst voor
een goed deel zoo is, als wij zeiven haar
maken. Zie eens op dien ziekelijken, bijna
altijd dronken man, die nu tot het armhuis
is afgedaald. Miju vader herinnert zieh
nog best dat de nu afgeleefde, iemand van
middelen en algemeen geacht was, en zie,
wie heeft bijna nog een goed woord voor
hem over? Zeker daeht hij niet. Robert,
toen hij was als wij, dat het ooit zoo ver
met hem zou kuDnen komeD. Wellicht
heeft er veel toe bijgebracht, dat hij er
niet aan daeht, dat onze toekomst zoozeer
aan ons zeiven ligt".
„Ja, dat kan wel zoo zijn, Harvey. Zou
het ook ons kunnen gaan als hem Ik
geloof, dat wij er veel aan kunnen doen,
Óm zulk een weg niet re kiezen. Zoudt
gij niet denken, dat, wanneer wij in dien
geest eene gelofte deden, wij die gelofte
ook zouden kunnen houdeD
„Dit doet mij denden aan het oogpunt,
waaruit tar. te Esther de zaak zou bezien.
Zij zou zeggen dat onze eigen kracht ge
heel onvoldoende is, em aan een heilig
voornemen getrouw te blijvenen lk ge
loof, dat zij daarin gelijk heeft, al schijnt
het mij op dit oogenblik ook toe, dst ik
best zulk eene gelofte kon doen en die
houden.
(Prol. Blusira'ie.J
(Wordt vervolgd)