NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
HUIS,
No. 278. 1907.
Dinsdag 27 Augustus
21e Jaargang,
HISTORISGH
ISTBINMNO
SOI ZOMEN.
denkt om Uw
kens!
ge Welvaars
TE KOOP
Meelis,
CHRISTELIJK-
Hel bezit van geld en goed.
Buitenlandss!! (jverzlebt.
MIDDEL"
itaand woord de meeste
akt van niet meer dan 5
tong, konenz. en deze
September inzendt, met
of aan postzegels, ont-
50 gulden, tweede
horloge, de 10 vol-
kkel horloge,
i.s. Woensdag minstens
:n inzendt krjjgt boven-
thuis.
nden wij Zaterdag 21
deelnemers.
FOLKERTSMA,
ikerij 203, Dragten.
rkens die niet best
trkens die branderig
die vlekziekte hebben
o o p de heer W.
rogist, Middelburg.
afdoend middel voor
ebt het in voorraad
erkooper
E, Kr-. mmenhoeke.
KOOP
rader vee, bij C. DE
rK-
&OOP
Karnhond,
WISSE, Mariekerke.
OOP
Mutsaard en
DEK, 's-Heerenhoek.
ti i e u w gebouwd
ers, keuken, ruime
tuintje, staande op
138, Goes.
len bewoner.
Ier, tegen hoog loon,
ïheinberg bij Wesel
der tegenwoordige
ctober of November
liensibode
.ALLEGANGE,
Goes.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
BIT BE MMS.
DELBVBOl -
ons, vreemd Geld.
or deposito's
and, 3 maand.
opzegging
°/o 4
haut.
f or den gevraagd
siuggekeerd nam de
n Charles zette zich
werkte er duchtig
n ure van inspanning
tar, nu mag de beer
wat hij wil, hij zal
van het examen
die &1 geruimen tijd
ar veel meer het oog
1 had. „Heb ik wel,
plaats hebben
?de Donderdag is de
hoop, dat gij mij
jen kloppen, als ik
den arm van het
ben ik niet zonder
Acaesbury mij den
it hij doet ook zijn
t aardig, dat Robert
riendec zijn en toch
ie noramer één zal
!strijd was bij de
jaar kwam hij mij
>t een paar punten
ijd, die mij in den
n weg staan", zeide
oede tegenpartijder
aruit, zelfs al wint
helft van het ge-
:n zegepraal bestaat
stigen strijd. Wat
liever tegen een
ik gemakkelijk de
diegeen partij zijn".
Wordt vervolgdj.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS,
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25,
Enkele nummers0,02".
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De dwaling is algemeen, dat geld en
goed benijdenswaardig zijn voor elk, die
ze mist.
Is rijkdom dan geen sohat, geen zegen
van God
Waren niet Abraham en Isaiik en Jaoob
rijke herdersvorsten, die ook bezaten goud
en zilver in menigte
En Jozef en Boas, Barzillaï, David, Sa
lomo, Hiskia, Jozef van Arimathea en wat
al mannen Gods niet meerf
Mochten ze niet zioh baden in over
daad, door God in Zijn rijke gunst hun
geschonken
Ongetwijfeld, ook het geld en het gced
is een gave Gods; niet hoog genoeg te
waardeeren. Maar ook slechts onder ééne
voorwaardeindien ze worden gebruikt,
waartoe God ze schonkanders zijn en
blijven ze een vloek.
Wie kent niet de slaohtoöers van de
gouddorst onder personen en volken
Neem Rhodes en Engeland en ge hebt
van beide reeds een sprekend type.
Is de geldgierigheid niet de wortel van
alle kwaad, niet alleen door de Schrift
ons betuigd, maar ook door de ervaring
des levens bevestigd
Heeft het geld of het goed ooit een
menschenhart bevredigd Heeft het ooit
iemand volkomen gelukkig gemaakt
Wat gevaren der verzoeking en ver
leiding, van hoogmoed des harten, van
zelfverheffing en eigenliefde, brengt het
bezit er van niet met zioh
Wat ernstige schaduwzijden vertoont
niet de rijkdom in moeite en zorg, in angste
en vreeze
Wat zware verplichtingen legt niet het
geldbezit dengene op, die waarlijk het
rechte gebruik wenscht te maken van wat
hem als rentmeester werd toevertrouwd,
wetende dat God eenmaal verantwoording
zal vragen ook van wat gedaan is met dit
talent
Of er mee gewoekerd, óf misbruikt
Waarlyk, het is in den tegenwoordigen
tijd, waarin alle rangen en standen schijn
baar aangetast zijn door een geest van
zwoegen en slaven om toch ook zijn aandeel
te krijgen van 's werelds goed, niet over
bodig te wijzen op het twijfelachtig nut van
het geldbezit.
Mammon bezit zijn bondgenoot in ieders
hart.
En menigeen bedekt zijn rusteloos stre
ven om ook het zifne te krijgen met den
schoonklinkenden term van //den strijd om
het bestaan".
Wij leyen in een tijd, waarin de sociale
hervormingen worden ter hand genomen.
En voor zoover daarin het recht en de ge
rechtigheid zal worden betracht of hersteld
en gehandhaafd, verdienen die hervormin
gen niet alleen toejuiching, maar allen
steun, kunnen ze niet krachtig genoeg
ter hand worden genomen.
Zelfs mag gezegd, dat er haast bij is,
.krachtige maatregelen te nemen om de ver
armingvan sommige standen tegen te gaan,
zoowel den middenstand als den vierden
stand, den boerenstand immers niet uitge
sloten
Er moet worden gezorgd voor invaliedet)
en ouden van dagen, voor weduwen en
weezen, ook voor 'a billijken loonstandaard
van den werkman op veld en akker, in fa
briek of kantoor.
Maar waartegen gewaakt moet worden,
dat is de geest van ontevredenheid,dien het
socialisme kweekt, dat spreekt van uitzui
gers en yan een dievenbende, die nergens
zyn te vinden; dat het Evangelie van d6n
haat predikt tegen eiken kapitalist, h\i zij
nog zoo edel, zoo rechtvaardig, ja opoffe
rend als maar mogelijk is dat het oog van
den werkman steeds richt op 't begeerlijke
van aardsche schatten, van wereldsch goed,
van zingenot.
Diep moet het indalen in ieders hart, dat
geld en goed niet de eenigste gave Gods is,
die er te genieten valt. Het leven en de ge
zondheid zyn grooter schatten.
Wie voedsel en kleeding bezit, heeft
ruime stof dankbaarheid jegens God.
Regen en vruchtbare tijden behooren ook
tot de gaven van den Vader in de hemelen.
Vrede en tevredenheid, blijdschap des
harten en rust des gemoeds zijn weldaden
die menige rijke mist en waarin toch tal
van armen zelfs, zich dagelijks mogen ver
heugen.
Is zelfs niet voor hem, die God vreest,
tegenspoed en verdrukking een gave van
den Vader der lichten, uit liefde hem toe-
beschikt
Er zijn dos meer schatten dan geldbezit
en rijkdom. Zij zijn niet de eenigste, maar
ook niet de voornaamste.
Hoe onzeker is niet het vermogen van
menig kapitalist geblekenhoe kortstondig
was niet 't genot der aardsche zegeningen,
voorbijgaande als een damp.
Hoe schoon de aanblik van weelde en
pracht moge zijn, badriegelijk zijn ze als
een zeepbel.
Wat zijn ze te schatten bij de geestelijke
zegeningen, die 't hart des mansehen kun
nen vervullen met het reinste genot Wat
zyn ze te waardeeren tegenover een gerust
geweten, vergeving der zonden, vrede bij
God Immers vallen ze in het niet bij dat
geen wat inderdaad de behoeften onzer ziel
bevredigt.
Wil men een dam opwerpen tegen het
voortwoekerende Socialisme, dan mogen
de sociale hervormingen het hare doen
dan moge toenadering der standen hoogst
noodzakelijk worden geacht; maar méér
dan dat vermag de geest van den werkman
zelf, die onder de bekoring van het socia
lisme kan vallen.
Is zjjn oog geopend voor hooger en reiner
genot dan aardsche schatten kunnen geven,
is hij vatbaar voor geestelijke genietingen,
die liggen in zedelijkheid en godsvrucht, in
ontwikkeling van verstand en hart, dan is
hjj voor het socialisme onverwiaijjk, al
beeldt zich ook „Het Volk" van Troelstra
in, dat het de godsdienstige banden waarin
de Chrislen-werkman gebonden is, gemak
kelijk slaken zal.
Die Christen-werkman wake er slechts
voor, dat de Mammon zijn hart niet
verovere.
En - woont God daarin, dan zal dit nooit
geschieden.
26 Augustus 1907.
Ommekeer
Het schijnt, of er een geestelijke zwen
king naar den kant van het geloof is geko
men in de dichteres Heléne Lapidoth-
Swarth. Vroeger liet zij zich meermalen
uit, zelfs op ergerlijke profane wijze, over
het geloof aan God.
Vandaar dat d3 Pierson, van Zetten nog
eens een welsprekend en diepernstig pro
test tegen één van hare Sonnetten deed
uitgaan. Maar dezelfde dichteres, die een
maal zong op haar eigene innigweemoedige
wijze
//En of God leeft, weet geen," gaf nu
dezer dagen 't volgende, zeldzaam achoone
gedicht
O vouw mijn handen, Liefde, en leer mij
|weer gelooven
Aan 't aardeieven niet, zoo droeve en ras
[voorbij,
Maar aan 't Beloofde Land, waar wandle, in
[t'eestkleedij
Bevrijde zielen blank in de eeuwige
[leliehoven.
O leer mij bidden weer en niet alleen
[voor mij,
Maar voor wie tranen zwaar mijn lied wel
[lieve' en loven
Dat hun om floersden blik weer hoopvol
[richt' naar boven
Mijn hemeldronken lied, een leeuwrik
[vroom en blij.
O leer mij knielen weer en hopen
[en vertrouwen
En voelen d'adem Gods, waar wind mijn
[haar verschoof
En zich in lenteazuur al de engeloogen
[blauwen,
En hooren serafvleugle' en harpe' in
[ruischend loof.
O zonder hemeldoel is leven
[enkel rouwen!
O doe een wonder, Liefde en breng mij
weer Geloof!
Waarlijk, „zonder hemeldoel is leven
onkel rouwen.*' Moge de hoogstbegaefde
dichteres nog eens vrede zoeken aan den
voet van het Kruis.
Straatverlichting.
Het verlichten der straten des avonds
is reeds in overoude tijden in sommige
Oostersohe steden in gebruik geweest.
Allengs geschiedde dit ook in de Euro-
peesche steden. Men wil, dat Parijs hierin
het eerste voorbeeld gaf. In het begin der
zestiende eeuw waren daar reeds de stra
ten des avonds verlichtdoch deze ver
lichting was zeer verschillende van de
tegenwoordige: er werden slechts voor de
straatvensters 'der huizen lichten geplaatst,
die bepaalde uren moesten branden. Men
zegt, dat iu 1558 in Parijs lantaarns in
gebruik kwamen. Dcch deze lantaarns,
zoowel als de verlichting voor de straat
vensters, voldoen niet aan het oogmerk
zij verspreidden te weinig helderheid op
eenen afstand om zich heen. De lantaarns,
die een helderder en bestendiger licht in
straten en stegen afgegeven, zijn uitge
vonden door onzen landgenoot Jan van
der Heiden, in hetzelfde jaar, (dat is 1672),
waarin hij de slangbrandspuiten heeft uit
gedacht. De lantaars zijn daarna algemeen
ia alle steden onzes vaderlands en zeifin
vele uitlandsohe steden gebruikt worden
alleen hingen ze vroeger aan touwen.
Zonlicht onder water.
//Zelfs waar de zee 1,580 voet diep is,
zal het zonlicht door het water dringen,
indien dit zeer helder is''. Proeven, die in
de Middellandsehe zee, bij Corsica, achttien
mijlen van het strand genomen zijn, be
wijzen dat dit zco is, en de uitslag werd
getoond door middel vaD photographisohe
platen. De diepte, tol welke het daglicht
zal doordringen, hangt, zooals te begrijpen
is, van de doorschijnendheid van het water
at. De Middellandsehe Zee staat bekend
om de helderheid van haar water, en zal
tot op eene groote diepte lioht toelaten.
Gewoonlijk is het licht der zon op 150
voet beneden de oppervlakte van 't water
niet steiker das dat der maan, maar op
300 voet is het nauwelijks gelijk aan dat
gedurende de avondschemering en op 600
voet heersoht gewoonlijk altijddurende
duisternis.
De bonte koralen zijn duidelijk zichtbaar,
dicht bij Mindora in den Indisohen Oceaan,
op 150 voet onder water. In de Garaïbische
Zee, die helder is als ohrista', kunnen tot
op eene zeer groote diepte voorwerpen ge
zien worden, die op den bodem liggen.
UIT DE OUDE DOOS.
Onder dit opschrift geeft De Walchersche
onderslaand belangrijk stukje Partij-
gesohiedenis van 'tdistrict Middelburg:
Onwillekeurig voert het overlijden van
een der oudsle strijders onder ons, ons
terug tot de herinnering aan lang ver
vlogen dagen en kan het zijn nut hebben
van wat uit bescheiden als uit herinnering
geput kau worden, te brengen onder het
oog van hen die daarvan niets weten.
In 1876 werd met de verkiezing van
jhr. J. L. de Jonge de eerste bres geschoten
in hel vrijzinnige, toenmaals oppermachtige
vrijzinnige kamp.
Tak van Poortvliet viel.
Hoewel de organisatie onzer strijdmacht
in [het geheel niet was, zooals wij die thans
kenneD, bleek toch tot welk resultaat de
krachtsontwikkeling van enkele mannen
leiden kon.
In dio dagen was het een groep uit
nemende mannen onder ons die leiding gaf,
zonder dat een kiesvereeniging van anti
revolutionaire zijde bestond.
Het weekblad Het Zuiden was voertuig,
geschreven door mannen waarvan wij er
nog binnen en buiten onzen huidigen poli
tieke kring van kunnen aanwijzen.
Toob, waar de liberalen toentertijd, even
min als thans, de anti-revolutionairen onbe
streden lieten werd de oprichting eener
kiesvereeniging noodzakelijk.
//Nederland en Oranje" ontstond.
Meer dan eenmaal werd met vrucht aan
de stembus gestreden en toen later de
Provinciale Kiesvereeniging //Luctor et
Emergo" opgericht werd, behaalden de
onzen meerdere triomfen.
De ouderen onder ons herinneren zioh
de dagen van den schier onverwinbaren
vrijzinnigen mr. D. van Eek, die naast
jhr. J. L. de Jonge zitting had voor het
dubbele district Middelburg.
Het district Middelburg bevatte toen ook
het z g. vierde distriet. De geschiedenis van
Retraucheuaent een klein plaatsje aan
den overkant getuigt daarvan.
H. J. Bool, de vrijzinnige oandidaat, was
gekozen, toen een informaliteit met de
stembus van Retranchement (zoo we ons
goed herinneren gevuld met een elftal
stemmen, op den uitslag van invloed kun
nende zijn) een protest tengevolge had,
waardoor een herstemming noodig bleek.
We herinneren ons levendig de agitatie
welke daardoor ontstond, en de heftige
strijd over en weer toen gevoerd.
In die jaren koos Middelburg het thans
algemeen bekend geworden Eerste Kamer
lid mr. P. C. 't Hooft tot afgevaardigde
voor de Tweede Kamer.
Hoe fel de strijd te Middelburg ook ge
voerd werd, too'a bleef Nederland en Oranje
niet voortbestaan.
Het Bestuur bedankte, en van een kies
vereeniging hier ter plaatse bestond slechts
een herinnering.
Intusschen ontplooide //Luctor et Emer
go'', de provinciale kiesvereeniging al hare
kraohten en wist onder voorzitterschap van
den toen betrekkelijk jeugdigeD ds. Littooij
leiding te geven in de verschillende dis-
trioten.
Het liberalisme verloor langzamerhand
zijn overwegenden invloed.
Trad //Luctor et Emergo" meermalen
actief en met vrucht op, toch was het der
provinciale niet te doen om de actie in
districten te beheersohen.
Ze bedoelde te leiden te steunen, zoo
wel moreel als ünantieel. Vooral op die
plaatsen en in die streken welke geen plaat
selijke kiesvereeniging kenden, of waar die
werkeloos bleven.
Vanzelf dat dan ook in 1886 met blijd
schap de poging begroet werd om te Mid
delburg //Nederland en Oranje" uit hare
assehe te doen verrijzen. Een poging uit
gaande van ds. Rijnders, ds. de Veer en
mr. C. Lucasse.
Aan dien oproep gaven velen gehoor.
Onder voorzitterschap van ds. D. Rijn
ders werd den len Juni een vergadering
gehouden waarin door hem o. m. het vol
gende betoogd werd
//Velen toch hadden, nu het Bestuur der
vroegere kiesvereeniging //Nederland en
Oranje" demissionair was en de vereeniging
zelve zoo goed als opgeheven, de behoefte
gevoeld aan een kiesvereeniging en dewen-
schelijkheid uitgesproken dat toch een anti-
rev. kiesvereeniging in de hoofdplaats van
Zeeland in Middelburg bleve bestaan, voor
al omdat men bij verkiezingen wil men
het liberalisme met vruoht kunnen bestrij
den leiding en steun noodig heeft en om
dat 'n goed georganiseerde kiesvereeniging
beide kan geven.
Aaneensluiting van alle antirevolutionai
ren is noodzakelijk ten einde met sueeeseen
dam te kunnen opwerpen tegen het meer en
meer voortdringende ongeloof dezer dagen.
Vandaar de oproeping, ten doel hebbende
zoo mogelijk inplaais van de vroegere eene
nieuwe te stichten op breeden grondslag,
met zoo mogelijk alie Midpelburgsche anti
revolutionairen als leden, van welke kerke
lijke richting die overigens ook mogen zijn.
Toch was hem, voorzitter, van zekere
zijde er op gewezen of de noodzakelijkheid
van het bestaan eener plaatselijke kiesver
eeniging in het. district Middelburg niet te
betwijfelen viel'vermits toch de Zeeuwsche
anti-rev. kiesvereen. „Luctor et Emergo''
in de laatste tijden en met zulk succes ook
iu Middelburg was werkzaam geweest.
Daar mogelijk sommigen in die opmerking
wel iets waars bonden meenen ta vinden,
verzocht de voorzitter aan een deskundige
op dit terrein, n 1. aan ds. Littooij,voorzitter
van „Luctor et Emergo", zijne meening
daaromtrent wel te willen mededeelen".
Ds. Littooij betoogde daarna de wenscbe-
lijkkoid der oprichting eener plaatselijke
vereeniging.
„De Zeeuwsche anti-rev. kiesvereeniging
„Luctcr et Emergo" is in hbt district Mid
delburg in den laatsten tijd wal opgetreden
doch alleen omdat „Nederland en Oranje"
aldaar meer in naam dan in den daad be
staande, niets meer aan 't verkieziDgswerk
deed.
Bovendien schrijft een bepaling in het
reglement voor dat zij ban optreden, waar
er geen plaatselijke bestaat, of deze wel be
staande, werkeloos blijft".
Nadat ds. Littooij nader het verschil tus-
schen den arbeid der provinciale en der
plaatselijke had uiteen gezet,er op gewezen
dat „Luctor" voor Middelburg schier al
hare tinancieele krachten had aangewend,
waardoor er voor de overige deelen der
provincie mindor kon gedaan worden en
„dit zelfs aanleiding gaf dat men daarover
wel eens in andere districten van Zeeland
geklaagd heeft" ried hvj ernstig 't oprichten
eener plaatselijke kiesvereeniging aan.
Daartoe werd besloten.
Op den 1 Juni 1886 werd onze huidige
kiesvereeniging opgericht met 33 leden.
In het bestuur werden gekozen
Ds. G. W. A. de Veer, voorzitter ds. D.
Rijnders, vice-voorzitter mr. C. Lucasse,
secretaris P. J. de Kruijter, penningmees
ter C. Verkage, P. J. de Broekert eu C.
Allaart.
Vsn genoemde hec-ren is thans na het
overlijden van dhr. De Broekert alleen
de heer C. Verhage nog lid van het bestuur.
De heer Verhage had onafgebroken zitting,
straks 22 jaar.
Van de 33 leden vindt men er thans nog
een 12-tal op de ledenlijst van „Nederland
en Oranje". (Walchersche Crt.j
België,
Het havengeschil te Actwepen zal niet
spoedig opgelost. Heden zal het midden
bureel van de socialistische syndicaten te
Brussel vergaderen, om over de ondersteu
ning der stakers te spreken.
De leiders hebben de mannen aangera
den, bij de bazen, die hen willen aannemen
zonder de formule der Fédération Maritime
te teebenen, het werk te aanvaarden. Op
die manier zou, zeggen zji, het voorwend
sel van het „lock-cut" verdwijnen. Al do
booten, waaraan men werkt zullen getee-
kend zijn met een witte vlag.
Middelerwijl duren de onderhandelingen
met den burgemeester voort. Ook hebban
de bestuursleden van hetVerbond der Vak-
vereenigingen, de heeren Backx en Van
Dijck, een onderhoud gehad met den heer
Steinmcnn.
De havenmeester zal verplicht zijn, geen
booten meer toe te laten. Negen liggen er
achter den hoek, drie liggen er te Vlissin-
gen en een is er van daar naar Londen
teruggekeerd.
Daar er gedurig schepen binnen komen
en er uitgaan, raken do dokken overvol.
Er schijnen weer een 400-tal vreemde
werklieden aangekomen te zyn als het
waar is, want naar verzekerd wordt, zijn
die opgegeven getallen wel eenigszins
overdreven. In 't eerste geval zouden er
dan op dit oogenblik rond de 2500 //ratten"
aanwezig zijn.
Welke schade de werkstaking berokkent
kan men nagaan, als men weet dat 't weer
standsfonds der Fédération Maritime, dat